Jantax

Legend
  • Aantal berichten

    478
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

  • Dagen gewonnen

    6

Alles dat geplaatst werd door Jantax

  1. Gstraes, je levert stevige kritiek op het boekhoudpakket en je vermoed dat je boekhouder je een loer heeft gedraaid. Je noemt echter helemaal geen feiten, dus wij kunnen de juistheid van je kritiek niet beoordelen. Misschien was je wel de zoveelste kleine zelfstandige die uit verkeerde zuinigheid alle prioriteit gaf aan een zeer lage prijs, zowel wat boekhoudpakket betreft, als wat boekhouder betreft. In dat geval moet je achteraf niet zeuren, maar even slikken en leren van je ervaringen. Los daarvan vind ik dat je als dienstenaanbieder transparant moet zijn over deals met bedrijven die je aanbeveelt.
  2. Sorry Joost, maar dit is geen antwoord op de vraag van TS. Natuurlijk is de LOI-opleiding die TS betaalt aan de door hem ingeschakelde freelancer voor TS fiscaal aftrekbaar. Dit staat los van de vraag of de vergoeding bij de freelancer belast is. Als de freelancer de nota van de opleiding zelf betaalt en deze declareert aan TS, heeft TS aftrek en valt de vergoeding bij de freelancer weg tegen de door hem betaalde nota.
  3. Ik ben erg benieuwd om welke branche en productcategorie het gaat. Als je denkt dat je je onderscheidend vermogen al verspeelt door dit prijs te geven, dan zou ik zeggen: stop er direct maar mee. Verder moet je niet al te veel vertrouwen hebben in de gedachte: "als ik prospects voorlopig als enige veel gratis informatie geef over de producten, dan kopen ze die ook wel bij mij". Want ook op internet zijn een scherpe prijs, een goed assortiment, een goede service en een goede reputatie het allerbelangrijkst. Met alleen een mooie website en een uitgebreide productinfo database ben je er dus nog lang niet. De enige serieuze optie die je hebt, is dus in één keer direct met alles live te gaan en wel op zodanige wijze dat het inslaat als een bom. Heel veel succes!
  4. Die 25% kwam uit die zaak die speelde voor rechtbank Arnhem. Daar was het een vertaling van het woord "aanzienlijk". Dit is m.i. niet het criterium dat bepalend is voor de keuzevrijheid bij de etikettering van vermogensbestanddelen voor de IB/VPB. Dat is meer dan 10%. Grappig is wel dat vrijwel nooit iemand zich afvraagt hoe je de verhouding zakelijk en anderssoortig gebruik moet meten. Ik heb daarom een rekensjabloon ontwikkeld o.b.v. tijd en vierkante/kubieke meters en met een splitsing tussen operationele huisvestingskosten (energie + water) en vaste huisvestingskosten. Verzoeken op basis hiervan worden tot nog toe door alle inspecties geakkordeerd.
  5. Het ligt eraan. Je kan ervoor kiezen om alles ineens tegen de actuele waarde te onttrekken naar privé, maar je kan er ook een "langlopende liquidatie" van maken. Hierbij blijft de voorraad ondernemingsvermogen totdat je deze verkocht hebt. Het eerste is administratief een stuk eenvoudiger qua uitvoering. Pandrecht bank: als ik bank was en nog veel te vorderen had van een natuurlijk persoon, dan zou ik eerst die zaken uitwinnen waarmee ik het snelst het grootste deel van de vordering kan incasseren. Misschien kan je je handelsvoorraad tegen een afbraakprijs aanbieden aan een andere aanbieder. Dan ben je er tenminste vanaf en heb je ook geen BTW-probleem.
  6. Odeon, die uitspraak van Hof Den Bosch betreft de omvang van de kostenaftrek als aan de voorwaarden van art. 3.16 Wet IB wordt voldaan. Het hof vindt het ongeoorloofd discriminerend dat eigenaren alleen maar 4% van de box-3-waarde mogen aftrekken, terwijl huurders ook alle gebruikerslasten mogen aftrekken. Het hof gaat m.i. niet in op de vraag hoe het zit als je de huurwoning tot het ondernemingsvermogen rekent, terwijl daar nu juist de crux zit. Want door de huurwoning/het huurrecht daarvan tot je ondernemingsvermogen te rekenen, kom je niet meer aan art. 3.16 Wet IB toe en omzeil je dus de voorwaarden voor aftrek. Het leuke is dat dit voor een huurder fiscaal ook vrijwel geen pijn doet. Je hebt immers alleen te maken met het brutohuurwaardeforfait.
  7. Ik ben het eens met Joost dat de fiscus het in eerdere jaren niet opvoeren van huisvestingskosten zal interpreteren als gekozen hebben voor privé-vermogen. Maar in het omgekeerde geval zal de fiscus altijd stellen dat er geen sprake is van een bewuste standpuntbepaling. Dus gewoon doen en voor de voorgaande jaren verzoeken om ambtshalve correctie van je aanslagen IB wegens het domweg vergeten zijn van de huisvestingskosten. Daar krijg je vast discussie over, maar waarschijnlijk is het fiscale belang wel de moeite waard. Schakel desnoods een ervaren fiscalist in.
  8. Hoezo coulant? Je betaalt die niet aftrekbare BTW toch ook? En voor de IB moet je tegenover de kostenaftrek al 25% van de nieuwprijs bijtellen, zelfs al rij je maar 501 km privé, of zelfs minder maar keurt de fiscus je km-administratie niet goed. Terwijl aftrek op basis van het feitelijke zakelijke gebruik ook een optie zou kunnen zijn. Maar een goede controle van die methode kost domweg teveel ambtenarencapaciteit. De bestaande regeling is vanuit praktisch oogpunt dus alleszins te begrijpen, maar coulant? Ik dacht van niet. Hoe je het ook wendt of keert, de auto is gewoon een enorme fiscale melkkoe.
  9. Die 10% is een vertaling van het begrip "nagenoeg geheel", dat is namelijk 100 -/- 10 = 90%. En "nagenoeg geheel" is weer een vertaling van het begrip "overheerst". Voor de vermogensetikettering geldt de regel dat men geen keuze heeft als een bepaald gebruik overheerst. Vertaald naar concrete percentages is dat dus bij een bepaald gebruik van 90% of meer. Vertaald naar de auto: de Hoge Raad heeft in haar oneindige wijsheid ooit geoordeeld dat bij een privé-gebruik van 1.000 km of meer, je de auto ook als privé-vermogen mag aanmerken. Dus ongeacht de vraag of dit wel tenminste meer dan 10% van het totale aantal jaarlijks verreden kilometers is. De Staatssecretaris had hier geen moeite mee. En ook niet nu de bijtellingsgrens is verlaagd naar 500 km. Is ook wel logisch, want voordat je met een privé-auto, dus met E 0,19 per zakelijke kilometer ver boven de feitelijke autokosten uitkomt, moet je wel heel erg je best doen. Of het omgekeerde ook geldt, dus bij niet meer dan 500 zakelijke kilometers per jaar de auto mogen aanmerken als ondernemingsvermogen, ongeacht het aantal privé-kilometers, waag ik zeer te betwijfelen. Want als de vrouw van TS die schoonheidssalon nu er een beetje bij doet naast haar vroegpensioen o.i.d. en ze dol is op toeren met haar meer dan 15 jaar oude cabrio, o.a. naar en in Italië waar ze een 2e huis heeft, en zo jaarlijks meer dan 40.000 km privé rijdt? De bijtelling bedraagt in haar geval dan bijvoorbeeld maar E 1.000 (42% IB * 35% bijtelling over E 6.800 = actuele waarde auto), terwijl ze alleen al aan brandstof jaarlijks zo'n E 4.800 (40.000 km / 12 = 3.333 liete benzine * E 1,45/liter) aftrekbare kosten maakt. Voor haar is het dus super interessant om haar Youngtimer voor de IB op de zaak te zetten, hoewel het zakelijke gebruik maar 1,25% bedraagt. Gelukkig voor de rest van belastingbetalend Nederland heeft de fiscus in zo'n geval de mogelijkheid om de bijtelling te verhogen.
  10. Ik ben niet bepaald op de hoogte van alle details van de WOZ, maar ik kan me toch niet voorstellen dat voor huurwoningen geen WOZ-waarde meer wordt vastgesteld. De WOZ-waarde dient immers als grondslag van tal van heffingen die al of niet worden opgelegd aan de eigenaar. 3 van mijn klanten met een huurwoning hadden afgelopen jaar en dit jaar dan ook geen enkel probleem om de WOZ-waarde van hun woning te achterhalen. Maar stel dat er voor huurwoningen in het geheel geen WOZ-waarde meer van overheidswege wordt vastgesteld, dan kan je mijns inziens zelf een taxatie op basis van de WOZ-methode laten doen. Overigens, uit de toenmalige parlementaire behandeling blijkt, dat het bruto huurwaardeforfait ook voor huurwoningen geldt, aldus rechtbank Arnhem. Zolang dit niet verandert, mag je dit forfait dus ook voor huurwoningen toepassen, los van de vraag of er door de overheid ongevraagd al een WOZ-waarde wordt vastgesteld.
  11. Enige nuancering van mijn kant inzake Joost zijn antwoorden op de vragen onder punt 3 en 4: Punt 4: wat de etikettering van zaken betreft, geldt de regel dat je als ondernemer vrij bent om te de hele zaak als ondernemingsvermogen of als privé-vermogen aan te merken, zolang het zakelijke en het privé-gebruik allebei tenminste 10% bedragen. Hoe je dit moet meten is overigens weer een andere vraag. Gebruik je de zaak minder dan 10% zakelijk, dan heb je dus geen keuzevrijheid en moet je deze dus aanmerken als verplicht privé-vermogen. Omgekeerd is iets verplicht ondernemingsvermogen als het privé-gebruik minder dan 10% is. Dit geldt zowel voor zaken in eigendom als voor zaken die je huurt. Punt 3: Er is wel degelijk een staffel voor de bepaling van het forfaitaire privé-gebruik, namelijk de tabel inzake het bruto huurwaardeforfait die ook geldt voor tot het ondernemingsvermogen behorende woningen in eigendom. Behalve kostenaftrek naar rato van het feitelijke zakelijke gebruik, kan je dus ook alle kosten aftrekken en het bruto huurwaardeforfait bijtellen. De laatst genoemde methode beantwoord mijns inziens beter aan de Wet IB en is bovendien meestal voordeliger.
  12. Het voorbeeld dat TS aanhaalt betreft de verplichting van de werkgever om loonheffing in te houden over privé-gebruik auto. Dit staat los van de vraag of de werknemer in kwestie uiteindelijk ook privé-gebruik auto moet bijtellen. In het aangehaalde voorbeeld kan de werknemer de door werkgever A ingehouden loonheffing via zijn aangifte IB weer terugclaimen, omdat hij het hele jaar minder dan 500 km privé heeft gereden. Dus voor alle duidelijkheid: als je in 1 jaar bijvoorbeeld 10 werkgevers verslijt en continu een auto van de zaak hebt en pas op 31 december 501 km privé rijdt, dan krijg je alsnog over een heel jaar bijtelling, maar hoeven de eerste 9 werkgevers geen loonheffing daarover in te houden als je tijdig een verklaring geen privé-gebruik aan hen hebt overlegd. En het omgekeerde is ook waar: als je niet tijdig zo'n verklaring hebt overlegd, moeten alle werkgevers loonheffing over privé-gebruik auto inhouden, maar kan je die via je aangifte IB weer terugclaimen als je kunt aantonen dat je dat jaar niet meer dan 500 km privé hebt gereden.
  13. Hallo evs123, Als die particulieren hun boot meer dan slechts incidenteel verhuren, zijn ze mijns inziens ondernemers voor de BTW. In dat geval zouden ze inderdaad een BTW-nummer moeten aanvragen. Wat precies "meer dan incidenteel"is, daar kan je van mening over verschillen. Kom je er met de inspecteur niet uit, dan ga je naar de rechter, als het fiscale belang tenminste de moeite waard is. Vooralsnog kent de BTW-regelgeving geen verplichte vermogensetikettering (bij mijn weten dan als niet BTW-specialist), dus ben je ook niet verplicht om een boot voor de BTW aan te merken als ondernemingsvermogen, ook al gebruik je die opeens wel mede (of zelfs nagenoeg geheel) voor zakelijke doeleinden.
  14. Kijk, dit soort samenwerking bedoel ik nou. Mooi verwoord overigens, Ruben. Een reusje waard! Er zijn overigens al enkele partijen die een panklaar (en zeer betaalbaar) geheel aanbieden voor groepen ZZP'ers die met een grote mate van zelfstandigheid willen samenwerken (zie o.a. http://www.allianceexperts.com/nl/concepten ). Een leuk voorbeeld van zo'n coöperatie tref je aan in dit interview tussen HNW-goeroe Sam van Buuren en Allard Janssen van Call for Action. http://hetnieuwewerkenblog.nl/interview-de-mkbcoperatie-het-nieuwe-werken-voorbij/ Zo'n coöperatie realiseren, blijft evenwel hoe dan ook moeilijk. Want je moet voldoende leden vinden om mee te starten, maar veel mensen zullen liever eerst de kat uit de boom kijken voordat ze instappen.
  15. Om met jouw laatste vraag te beginnen: ik zie hoge directe loonkosten niet als een belemmering. "If you pay peanuts you get monkees" tenslotte. Het gaat mij veel meer om de administratieve lasten, de risico's van ziekte en arbeidsongeschiktheid en al het gedoe wat je hebt om die weer te verkleinen. Grote bedrijven kunnen veel makkelijker iemand aannemen die deze taak op zich neemt en ook kunnen zij de kosten van het outsoarcen van dit werk veel makkelijker spreiden over al hun diensten (economies of scale). Dan kan je natuurlijk als overheid e.d. wel zeggen dat die kleintjes dan maar als de sodemieter moeten zorgen dat ze groeien, zodat ze ook van die economies of scale kunnen profiteren, maar zoals met ongeveer alles is dat vele malen makkelijker gezegd dan gedaan. Als het in het belang is van welwillende werknemers en de overheid dat kleine bedrijven sneller en meer personeel aannemen, dan moet je o.a. als overheid en vakbonden serieus kijken wat er voor kleine ondernemers in redelijkheid aan de bestaande regelingen te verbeteren valt. Dan jouw bezwaren tegen het vanuit de overheid stimuleren van samenwerking. Het idee dat ik daarvoor aandroeg was invoering van een speciale investeringsaftrek. Meen je nu serieus dat met invoering van dit voorstel het leed niet meer is te overzien? Dat lijkt me een beetje overtrokken, om het maar heel zacht uit te drukken. Ondernemers die samenwerken, hebben samen meer draagvlak en kunnen de lasten en risico's van personeel dus beter aan. Als de overheid ondernemers fiscaal al enigszins tegemoet wil komen voor hun bijdrage aan de werkgelegenheid en de uitvoering van de over hen uitgestorte regelgeving, dan is het toch logisch dat ze dat eerder doet op een manier die samenwerking tussen ambitieuze ondernemers stimuleert en daarmee voor extra werkgelegenheid en economische groei zorgt, dan op een manier die marginale ondernemers niet prikkelt om wat meer te doen? tot slot mijn reactie op jouw standpunt inzake herinvoering van de vestigingswet en jouw conclusies over de economische gevolgen van de eerdere afschaffing daarvan. Ik kan niet beoordelen of jouw conclusies werkelijk juist zijn. Ik heb het overigens nooit met zoveel woorden over de vestigingswet gehad. Ik heb wel aangegeven dat het totaalbeleid van de overheid (o.a. onder druk van de vakbonden) heeft geleid tot een enorme toename van het aantal kleine zelfstandigen / ZZP'ers, dat die situatie zorgt voor een neerwaartse druk op de prijzen van hun dienstverlening en dat je als kleine dienstverlener in zo'n situatie dus geen wonderen moet verwachten van een pakkend marketingverhaal waarmee je je hoge uurtarieven verklaart. Ik heb aangegeven dat ik samenwerking in zo'n situatie het meest effectieve middel acht en dat ondernemers die piepen over te lage prijzen op die manier zelf al heel veel kunnen bereiken. En ook dat de overheid in deze situatie dus beter belastingfaciliteiten kan aanbieden die samenwerking tussen ambitieze ondernemers stimuleren, dan faciliteiten die marginaal presterende ondernemers zonder groeiambitie overeindhouden (dus ondernemers die meer teruggeven aan de maatschappij meer fiscaal tegemoetkomen, in plaats van degenen die minder teruggeven juist meer tegemoetkomen). Verder heb ik aangegeven dat de overheid met simpele maatregelen al kan voorkomen dat marginale ondernemers en beunhazen in grote getale actief worden op bepaalde markten, zoals het verplicht stellen van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (en eventueel ook een AOV) en het lidmaatschap van een erkende beroepsorganisatie die niets anders doet dan het stellen van minimale kwaliteitseisen en het bieden van permanente educatie aan haar leden. en kwaliteitszekerheid aan hun afnemers. Als deze eisen gezamenlijk hetzelfde zijn als de vestigingswet, dan ben ik dus voor (gedeeltelijke) herinvoering daarvan voor branches die te lijden hebben van wildgroei. Volgens mij leidt dit niet tot nóg meer bureaucratie, of zijn de voordelen ervan voor alle betrokkenen per saldo groter dan de nadelen. Vergelijk het maar met de situatie dat elke autorijder een geldig rijbewijs, een autoverzekering en een APK-gekeurde auto moet hebben. Dat kost wat en betekent best een hoop gedoe, maar het scheelt een hoop verkeersellende.
  16. Ik beweer ook niet dat samenwerking alleen maar voordelen heeft en zonder problemen verloopt. Maar als je het in je eentje niet redt, of je vindt het op die manier gewoon steeds minder leuk worden, dan is het mijns inziens een alternatief dat je zeer serieus moet overwegen en moet uitproberen in plaats van het bij voorbaat te verwerpen vanwege allerlei bezwaren die je kunt verzinnen. Ik zeg daarmee overigens niet dat je niet heel goed moet nadenken over de haken en ogen die aan nauwe samenwerken kleven. Maar dat geldt voor elke vorm van nauw samenwerken, dus ook voor het aangaan van een VOF en voor het aannemen van personeel. En als je vooraf kunt voorzien dat samenwerking tussen bepaalde ondernemers een soort eenrichtingsverkeer wordt, zoals je bijvoorbeeld kunt verwachten van samenwerkingsverbanden zoals door jou geschetst, of die van makelaars en hypotheekadviseurs, of die van accountants en fiscale/juridische adviseurs, dan heb je mijns inziens 3 opties: 1. Of je maakt vanaf het begin goede afspraken over de beloning die de één (omzetgenerator) van de anderen (opvolgende/aanvullende specialisten) krijgt. En als het in het voordeel van beide partijen is, geef je het samenwerkingsverband ook nog een duidelijke smoel ("onze belangrijkste samenwerkingspartners zijn ..."). 2. Of je neemt als relatief grote omzetgenerator (degene bij wie de klant het traject start) de opvolgende/aanvullende specialisten in loondienst. 3. Of meerdere opvolgende/aanvullende specialisten kiezen ervoor om als nauw samenwerkingsverband (maatschap/franchise-organisatie?) gezamenlijk meerdere kleine dienstverleners te bedienen bij wie de eindklant zijn traject veelal start (voorbeeld: een fiscalistenclub die kleine boekhoud-/accountantskantoren bedient).
  17. @Fred Wiersma: "Voor dienstverleners in dezelfde branche is clustering vaak niet voordelig." Kan je dit toelichten? Uiteraard besef ik dat je ook last kunt hebben van een paar in jouw directe omgeving gevestigde concurrenten. De "loner" met weinig onderscheidend vermogen zal dus wellicht eerder kiezen voor een locatie zonder de aanwezigheid van directe concurrenten, terwijl aanbieders met meer onderscheidend vermogen juist locaties opzoeken waarvan de vraagkant weet: "voor de beste ... moet je daar of daar zijn". @Micha van Veen: "Maar zie jij het echt zo voor je? Boekhoudplaca: 101 boekhouders onder een dak jobcentre: Attentie beste jobhoppers "bij schap 3 vind u randstad en let op tempo team heeft ook nog mooie aanbiedingen"! faillisementscentre: gaat uw bedrijf naar de kl****, wij helpen u uw kansen vergroten." Allereerst: leuk gevonden, vooral die laatste. ;D Je moet natuurlijk niet overdrijven, maar ik kan me voorstellen dat potentiële klanten wel blij zouden worden van zo'n opzet. Lekker efficiënt shoppen geldt immers ook voor dienstverlening en dan telt afstand ook. Voordat je zaken met een professionele dienstverlener doet wil je hem/haar immers meestal eerst eens even recht in de ogen kunnen kijken. Uiteraard is dit minder van belang als je als potentiële klant online al een goede voorselectie kunt maken. Bijvoorbeeld doordat dienstverleners op hun websites duidelijk laten zien dat ze lid zijn van een beroepsorganisatie waarvan het lidmaatschap gezien mag worden als kwaliteitskeurmerk en dat ze samenwerken met dito dienstverleners in aanverwante branches (zonder dat er sprake is van verplichte winkelnering). Maar ook dan kan het nog steeds de nodige praktische voordelen hebben als regelmatig samenwerkende dienstverleners dicht bij elkaar gevestigd zijn. @odeon: "Op het bedrijventerreintje waar ik werk, zitten 2 acountantskantoren, 1 administratiekantoor, 1 advocatenkantoor en een makelaar/taxateur. Maar ik kan niet zeggen dat we onderling werk naar elkaar toe schuiven. Of dat bv een klant binnenstapt bij het advocatenkantoor en vervolgens zeg: "Goh, laat ik ook eens binnenstappen bij dat accountantskantoor. Je weet maar nooit". Wij werken wel samen met advocaten, maar niet omdat ze bij ons in de straat zitten, maar omdat we vertrouwen in ze hebben. De dienstverlening is toch een peoples business. Wezenlijk anders dan een meubelboulevard, uitzendbureau of horeca." Jij schuift dus geen werk naar de dienstverleners op het plein waar je zit en zij niet naar jou. Is dat omdat je geen vertrouwen in hen hebt, of omdat je ze nog niet kent? En als het vanwege dat laatste is, heb je dan nog nooit gedacht: "Misschien moet ik eens kennis maken, want misschien kunnen we wel wat voor elkaar betekenen." Dat een klant van het advocatenkantoor niet spontaan zegt: "goh, laat ik ook eens binnenstappen bij dat naastgelegen accountantskantoor." snap ik, want i.h.a. gaat het meestal andersom en vraagt de klant van de accountant: "Weet jij nog een goede advocaat?" Dat je niet per definitie zaken met elkaar doet als je op hetzelfde plein gevestigd bent, snap ik ook. Je doet je contacten immers vaak op andere manieren op (netwerkborrels e.d.) en op het moment dat je je ergens vestigt, heb je vaak al contacten, dus is er geen directe aanleiding om eens kennis te maken met soortgelijke dienstverleners die een paar deuren verder zitten. Maar misschien laat je hiermee wel een enorme kans op extra omzet, of leuke opdrachten liggen.
  18. Wat je hierin mist is dat deze ondernemers alleen maar bijelkaar gaan zitten omdat dat of a) van de lokale overheid moet (bestemmingsplan, uitgaansgebied, beheersing van de stroom publiek, controle overlast) of omdat ze daarmee kunnen meeliften of de traffic van de concurrent. Iemand die zich inschrijft bij TempoTeam loopt meteen Dactylo binnen, al had ie daar misschien nog nooit van gehoord. Maar dat is parasiteren, niet samenwerken. Het werkt alleen als je voor je sales afhankelijk bent van het aantal passanten, en daarmee is het een typisch retailverschijnsel. Wie parasiteert er dan precies van wie? Dactylo van Tempo Team? Ik heb geen onderzoeksgegevens om mee te schermen, maar het zou me toch echt verbazen als een meubelzaak liever in zijn eentje op een meubelboulevard zit. En wat is er mis met bijkomende redenen als beheersing van stroom publiek en controle van overlast? Ik heb wederom even geen onderzoeksgegevens paraat, maar aangezien dit ook in veel democratische landen zo werkt, mogen we toch aannemen dat een dergelijke aanpak de voorkeur geniet van het overgrote deel van de bevolking.
  19. @P.J.Odems: "In welke vorm zie jij dan die samenwerking?" Zoals ik in mijn vorige reactie al aangaf, hebben franchising en clustering van dienstverleners in bedrijfsverzamelgebouwen o.id. mijn voorkeur. Zowel clustering van dienstverleners die elkaars concurrent zijn, als zij die elkaar aanvullen. Er gebeurt al veel op dit vlak, maar in bepaalde branches volgens mij veel meer dan in andere. Een supersimpel voorbeeld dat iedereen waarschijnlijk direct herkent is een straat vol uitzendbureau's. Hier is van samenwerking niet eens sprake, maar toch profiteren alle aanbieder en afnemers van zoveel conculega's op een kluitje. Kost bovendien geen cent overheidsgeld. Ander alledaags voorbeeld: Het Vrijthof, het Leidse Plein en ongeveer elk ander plein in het centrum van een stad: veel horeca op een kluitje, zodat je als doorsnee consument veel van je gading dicht bij elkaar vindt. Voor elke winkelstraat geldt dit natuurlijk ook. Ik zie dit soort clusteringen bijvoorbeeld nog maar heel weinig in de boekhoudbranche (of mis ik iets?). En franchising is in deze branche ook nog maar net doorgedrongen. In dienstenbranches die veel meer op sales zijn gericht, zoals de makelaardij- en de assurantie & hypotheekadviesbranche, kom je mijns inziens al veel langer en al veel meer franchiseformules tegen. Kennelijk was het tot niet zo heel erg lang geleden niet gepast om zoiets commercieels als franchising toe te passen in branches met een keurig en degelijk imago, denk ik dan. Waar het ook aan ligt, ik weet in ieder geval nog goed dat toen ik voor mijzelf begon, ik ben overgestapt van de FB naar het CB, o.a. omdat je bij de eerstgenoemde beroepsorganisatie toen nog niet aan ongevraagde dienstaanbieding mocht doen, je de vorige adviseur moest vragen of er nog vaktechnische bezwaren golden tegen een overstap van de klant naar jouw praktijk en dat de FB het niet nodig vond om in de markt reclame te maken voor de toegevoegde waarde van het FB-lidmaatschap. Ik weet ook nog goed dat ik binnen 1 week na aanmelding bij het CB een klant mocht verwelkomen die mijn naam was tegengekomen in het ledenregister op de CB-site en daar was beland door de CB-advertentie in de Gouden Gids te lezen. Een beetje marktgericht denken en samen reclame maken kan dus geen kwaad. Overigens heeft het CB als veel meer "met de poten in de klei staande" club het meer elitaire FB uiteindelijk uit de financiële en organisatorische shit geholpen en inmiddels zijn ze samengevoegd tot het RB. Wat P.J.'s opmerking: "En moeten die dienstverleners dan onderling voor kostprijs of voor een lager tarief hun diensten aan elkaar verlenen?" betreft, ik vind van niet. Maar bij het binnenhalen van een opdracht na doorverwijzing mag er van mij een financiële beloning worden gegeven aan de doorverwijzer. Het bespaart de opdrachtnemert immers acquisitietijd.
  20. Je extrapoleert veel te veel. Ik zie zeker een rol voor de overheid. Maar niet in het organiseren van brancheorganisaties, dat kunnen die organisaties prima zelf. Volgens mij ben ik niet de enige en zijn we het ondertussen veel meer eens dan onze bijdragen doen geloven. Wat ik eigenlijk veel interessanter vind dan blijven discussiëren over de vraag welke mate van ondersteuning van de overheid gezond is, is met andere HL'ers verder filisoferen over de vraag of (meer) samenwerking inderdaad een flinke bijdrage kan leveren aan het financiële succes van kleine ondernemers (en dan met name dienstverleners). En dan bedoel ik dus niet samenwerken in de zin van een markt compleet afschermen met beperkte toelating van nieuwe leden en het hanteren van minimumprijzen, zoals voorheen het geval was bij de notarissen en deels nog steeds het geval is bij artsen en advocaten (om het maar even ongenuanceerd te stellen). Als schot voor de boeg volgt hieronder mijn verlate reactie op Micha's bijdrage. Je kan het ook van de andere kant bekijken: winkelstraten zonder franchiseketens, maar met veel verwaarloosde en dichtgetimmerde panden en her en der nog een kleine middenstander die met een schraal assortiment en een winkelaankleding uit het jaar nul krampachtig probeert te overleven. Kijk eens in bepaalde buurten in Schiedam, dan zie je precies wat ik bedoel. Geef mij dan toch maar overal diezelfde franchiseketens. Ik denk zelfs dat deze van levensbelang zijn voor een resterend aanbod van kwalitatief hoogstaande individuele speciaalzaken. Want zo'n speciaalzaak in een verder uitgewoond winkelgebied loopt waarschijnlijk veel minder goed dan één in een levendige straat met veel franchiseketens. Vertaald naar dienstverlening: stel je bent een kleine ondernemer en je wil je marketing nu eens echt professioneel gaan aanpakken, maar hebt maar een klein budget. Je wilt o.a. een nieuwe huisstijl en dat laten terugkomen in een effectief promotiepakket. Je weet alleen nog niet helemaal waaruit dat pakket moet bestaan. Waar kies je dan voor? 1. Voor een kleine, goedkope ondernemer die beweert van alle markten thuis te zijn, maar die zich feitelijk vooral bezig blijkt te houden met slechts één onderdeel van het hele pakket en waarvan niet duidelijk wordt of hij je ook écht goed verder kan helpen met de rest? 2. Voor een groot kantoor met vooral werknemers dat alles onder 1 dak heeft, maar dat het - gezien haar offerte - vooral blijkt te moeten hebben van grotere bedrijven? 3. Of voor een verzameling kleine zelfstandige ondernemers (marketeer, communicatiespecialist, websitebouwer, etc. etc.) die regelmatig samenwerken en dat ook duidelijk kenbaar maken, maar die elkaar alleen werk gunnen zolang hun prijs, kwaliteit en service voldoen aan hun eisen en aan die van hun klanten? Een verzameling ondernemers die toevallig ook nog eens in hetzelfde bedrijfsverzamelgebouw zit waar bepaalde faciliteiten worden gedeeld. Ik zou het wel weten.
  21. Ruben, allereerst een compliment voor je schrijfstijl. Die is zeker een reus waard. Anders dan jij geef ik echter pas een reus als ik het ook eens ben met de inhoud. En dat ben ik dus niet. ;D Want de inhoud van je eerste bijdrage wekt wel heel erg de indruk dat ik gesubsidieerde uitkeringstrekkers en beunhazen als grootste oorzaak van het vermeende inkomensprobleem van veel kleine zelfstandigen beschouw. En dat ik het uitschakelen van deze aanbieders via regelgeving als de meest aangewezen oplossing zie. Verder zou ik erop uit zijn om ondernemingen met achterhaalde businessmodellen met hulp van de overheid overeind te houden, op een manier die de klant ook nog eens extra geld kost. Mocht dit de indruk zijn die mijn column wekt, laat ik dan hierbij duidelijk aangeven dat dit helemaal niet is wat ik beoog. Beperkte maar gerichte kwaliteitseisen stellen aan alle aanbieders doet menig markt meer goed dan slecht. Dat is alles wat ik beweer. Dat van die verzekerde inkomens, richttarieven, kartelvorming e.d. verzint Ruben er zelf bij (bepaalde woorden gebruiken en doorstrepen i.p.v. weer weghalen: briljant! ;D). Dat mag en zet de boel lekker op scherp, maar in feite is het net zo'n verdachtmaking als mijn opmerking dat Ruben bepaalde meningen ventileert omdat hij als insolventiespecialist belang heeft bij veel faillissementen. Die van mij ligt er alleen wél heel erg dubbel op (een linkse directe dus, althans in mijn ogen), in tegenstelling tot die listige van Ruben. Dus wie doet hier nu eigenlijk iets kwalijks onder de gordel? Hoe dan ook, ik vind het allemaal vrij vermakelijk en netjes verwoord, dus toegestaan. Verder vind ik dat je misstanden in een markt beter kunt proberen te voorkomen dan wachten totdat de pleuris uitbreekt. Dus vind ik ook dat de overheid beter bestaande ondernemers kan stimuleren om gedrag te vertonen dat de kwaliteit van hun dienstverlening en de gezondheid van hun bedrijf ten goede komt, zonder dat het leidt tot onredelijke prijsstijgingen, dan een beleid te voeren waar enerzijds vooral marginaal presterende ondernemers van profiteren en dat anderzijds juist nadelig uitwerkt op kleine ondernemers met een zekere groeiambitie. Overigens geef ik met mijn opmerkingen over de opschonende invloed van de economische recessie en de versobering van de zelfstandigenaftrek mijns inziens al duidelijk aan dat ook ik gezonde concurrentie en weinig tot geen financiële overheidssteun een zeer goede zaak vind. Dat heeft naar mijn idee te gelden voor elke ondernemer, dus ook voor tot "kansarmen" gebombardeerde uitkeringsgerechtigden. Want mijn stelling is: Als je er al niet in slaagt om als werknemer aan de bak te komen, in welk soort werk en via welk soort diensverband dan ook, wordt dan al helemaal geen ondernemer. Tenminste niet over de ruggen van mensen die genoeg discipline en trots hebben om niet hun hand op te houden, ook al hebben ze het zelf bepaald niet breed. Maar ter nuancering: ik vind het prima om mensen die al de nodige jaren hebben gewerkt en nog maar kort in de WW zitten, in staat te stellen om een kansrijk bedrijf te starten met 6 maanden doorbetaling van WW en korting van 70% van de winst op hun uitkering, of andersom. Iedereen die zoals Ruben en Fred, blij is met nagenoeg geheel vrij werkende markten, ook al worden die soms verziekt door beunhazen en leidt die heel vrije werking soms tot enorme faillissementsgolven, zou ook blij moeten zijn met de opheffing van alle bestaande regelingen die een vrije arbeidsmarkt belemmeren. Zij zouden dus ook blij moeten zijn met opheffing van alle vakbonden en ondernemingsraden, het minimumloon, alle CAO's en de wetten die werkgevers verplichten om op hun kosten werknemers te verzekeren tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Op de arbeidsmarkt vormen werknemers immers het aanbod. Waarom moet de overheid volgens Ruben en Fred op deze markt wél ingrijpen, als ook dáár door een vrije marktwerking het kaf zo heerlijk van het koren wordt gescheiden, zoals zij zo graag zien? Van mij mogen bovengenoemde regelingen blijven bestaan, maar moet het overtollige vet er vanaf gesneden worden en moeten vakbonden eens verder kijken dan hun eigen vergrijsde neus lang is. Niet om oudere en minder getalenteerde werknemers te pesten, maar omdat we met de BV Nederland anders op alle fronten uiteindelijk de strijd met andere landen zullen verliezen. Landen zoals China en India. En ook al zijn dit landen met een inmiddels zeer indrukwekkende staat van dienst op het gebied van wetenschap en productie, vanuit Nederlands/West-Europees perspectief zijn ook deze landen op veel fronten nog te beschouwen als "apenlanden". Vooral daar waar het gaat om de rechten van werknemers en kleine bedrijven, en om zaken als het milieu en arbeidsomstandigheden. Dat is volgens mij ook precies waar de benaming "apenland" op slaat. Mijn excuses mocht dit niet zo zijn. Zo, en nu ga ik sporten.
  22. In een verder prima discussie vind ik deze opmerking enigszins onder de gordel ... Kom op zeg! Iemand die mij beschuldigt van een Wilders-toon, maar zelf de ene na de andere populistische kreet slaakt, krijgt van mij een tik op zijn neus. En die zit bij de meesten boven de gordel. ;) Verder kan het natuurlijk nooit kwaad om je (publiekelijk) af te vragen welk niet uitgesproken belang de verkondiger van een bepaalde boodschap heeft.
  23. Hans, bedankt voor je reus en commentaar. Bovenstaande commentaar snap ik echter niet, al zal ik op marketinggebied ongetwijfeld nog heel veel kunnen leren. Misschien ten overvloede: ik vind marketing niet een ander woord voor promotie, de marketingmix bestaat immers ook uit diverse andere P's. En marketing kan je weer opdelen in een strategische, tactische en operationele taken. Een marketingverhaal plaats ik onder de P van promotie. Met mijn betoog probeer ik aan te geven dat in markten waar sprake is van veel kleine aanbieders en veel kleine vragers met een klein budget, ik vind dat het meeste te bereiken is met andere P's. Zoals de P van Proces, waartoe ik samenwerken ook reken. Maar uiteraard blijft de invulling van de andere P's ook van groot belang.
  24. @Hans van den Bergh: “… Ik gaf in mijn eerdere reactie de teneur weer die ik jouw column enigszins vind uitstralen. En je onderschat de segmenten in jouw doelgroep als je denkt dat die allemaal puur en alleen op prijs letten. Ook binnen jouw doelgroep bevinden zich segmenten die weten dat als ze alleen maar bereid zijn 'peanuts' te betalen, de kans ook groot is dat ze alleen maar 'monkees' krijgen. Het is nu eenmaal aan jou om uit te vinden hoe je die klanten weet te vinden, te bereiken en succesvol te bedienen. ....” In elke markt is het uiteraard de kunst om de krenten uit de pap te halen. Een overtuigend marketingverhaal mag dan niet in je marketingmix ontbreken. Maar als er veel handen (aanbieders) zijn en maar weinig krenten, dan laat het eindresultaat zich raden: de grootste handen halen de meeste krenten uit de pap. Als de kleine handjes onder deze omstandigheden toch ondernemer willen blijven en een fatsoenlijk inkomen willen genereren, dan zullen ze een zodanige opzet moeten creëren waardoor ook de pap de moeite waard wordt. Een situatie dus waarin ook vragers die niet anders kunnen dan (iets meer dan) peanuts betalen, voldoende kwaliteit krijgen tegen prijzen die ze kunnen betalen, op zodanige wijze dat kleine maar serieuze aanbieders er een fatsoenlijk inkomen mee kunnen verdienen. In dienstensectoren waarvan men vindt dat de kwaliteit ervan gewaarborgd moet zijn en iedereen er toegang toe moet hebben, zoals de zorg en de advocatuur, lost men dit op door enerzijds bepaalde minimumeisen te stellen aan de aanbieders en door anderzijds financieringssystemen te hanteren die de kosten voor individuen beperkt houden (gedeeltelijke overheidsfinanciering, verzekeringssysteem). Voor de meeste vormen van commerciële dienstverlening laat men de prijs en de kwaliteit die men daarvoor krijgt, echter graag aan de marktpartijen zelf over. Hier is uiteraard helemaal niks mis mee. Maar in diverse dienstensectoren wemelt het inmiddels wel van de kleine aanbieders. Bijvoorbeeld in de bouw-, boekhoud-, automatiseringsadvies-, marketing- & communicatieadvies-, organisatieadvies-, websitebouw- of coaching-branche. Als dit de situatie is die de marktpartijen zich wensen, so be it. Maar iedereen met een beetje verstand kan niet anders dan concluderen dat deze situatie niet bepaald de meest efficiënte en effectieve is. Want hoe zit het met de prijs en de kwaliteit? Veel kleine aanbieders leveren volgens eigen zeggen uitstekende kwaliteit maar klagen over te lage prijzen vanwege de grote concurrentie. Sommige vallen zelfs om, of vragen bijzondere bijstand aan. Veel kleine vragers vinden de prijzen daarentegen nog steeds te hoog, gezien de kwaliteit die ze ervoor terugkrijgen of het budget dat ze te besteden hebben. En wat vindt de overheid? Die vindt dat de toegevoegde waarde (productiviteit) van veel kleine ondernemers veel te laag is. En dat is natuurlijk ook geen wonder als iedereen een flink deel van zijn tijd en geld moet spenderen aan marketing, acquisitie, administratie e.d. Volgens alle betrokken partijen valt er aan de huidige situatie dus nog het nodige te verbeteren. Uiteraard is het een taak van de ondernemers zelf om hun eigen inkomenspositie te verbeteren. Daar zijn ze immers ondernemer voor. Zij die hier onvoldoende in slagen, kunnen misschien beter voor het werknemerschap kiezen. Maar welke werkgever zit er op dit moment op hen te wachten? Hoe dan ook, voor de meeste kleine dienstverleners die ondernemer willen blijven, denk ik dat nauwe samenwerking met conculega’s dé manier is om tot de gewenste inkomensverbetering te komen. De retailbranche met al zijn franchiseketens kan hierbij als voorbeeld dienen. Het feit dat franchiseketens de zelfstandige kleine winkeliers bijna helemaal verdrongen hebben, is immers het meest sprekende voorbeeld van het feit dat samenwerking loont, of zelfs bittere noodzaak is om te overleven in markten waarin lage prijzen min of meer een randvoorwaarde zijn geworden. En een overheid die graag veel ondernemers ziet, maar die ook vindt dat de productiviteit van kleine ondernemers sterk omhoog moet en die er bovendien belang bij heeft dat ook kleine klantjes zoveel mogelijk goed, maar tegen lage prijzen worden bediend, zou samenwerking tussen kleine dienstverleners daarom moeten stimuleren. En omdat de eerder genoemde branches diensten leveren die voor kleine ondernemingen van enorme waarde kunnen zijn, mits de kwaliteit ervan goed is, zou de overheid er mijns inziens ook goed aan doen om aan ondernemers in dergelijke branches bepaalde minimum kwaliteitseisen te stellen. Niets meer en niets minder. Gelukszoekers, gelegenheidsaanbieders en beunhazen die niets anders voor ogen hebben dan alleen hun eigen korte termijnbelang, wordt het hierdoor moeilijker gemaakt om de markt te verzieken. Ook zonder hen blijven er in de betreffende branches genoeg aanbieders over om zeker te weten dat de markt zijn werk blijft doen: luie concurrenten afstraffen en innovatieve belonen. Het herstellen van vestigingseisen afdoen als “getuigend van kleinburgerlijk protectionisme”, zoals Ruben doet, is dan ook niets anders dan populistisch gelul. En dat Ruben het volledig is ontgaan dat het te lang in stand houden van riante regelingen voor oudere werknemers de jonge garde in bepaalde branches mede heeft doen kiezen voor het ondernemerschap, getuigt er bovendien van dat hij te weinig of de verkeerde kranten leest. In de bouw is dit immers een belangrijk punt. Met zijn opmerking: “Een werknemer die niet bij jou kan werken omdat jij niet durft te groeien gaat niet voor zichzelf beginnen, die gaat werken bij een ondernemer die dat groeipad wel met vertrouwen is ingeslagen.” miskent hij het feit dat onder de huidige omstandigheden te weinig ondernemers met vertrouwen dat groeipad inslaan. Dat zou je die ondernemers kunnen verwijten, maar je kan ook kijken inhoeverre ze wel degelijk een punt hebben en wat hier aan te doen is. Dat lijkt me voor alle betrokkenen per saldo het meest effectief. Dan zijn opmerking: “Vervolgens worden de startersregelingen en -subsidies ten tonele gevoerd. Waarom dit een slechte zaak is wordt op geen enkele wijze beargumenteerd.” Beter lezen Ruben. Iedereen met Mavo C en jij dus ook weet dat subsidies voor slechts een deel van de aanbieders een vorm van concurrentievervalsing zijn. Ik vindt dat óf geen enkele ondernemer subsidie zou moeten krijgen, óf alle ondernemers evenveel. Dit staat volkomen los van de vraag of ik me door zo’n “nitwit uitkeringstrekker” zoals jij het verwoord, wel of niet het leven zuur laat maken. Verder zou ik graag willen dat Ruben gelijk had met zijn opmerking: “Wie kiest voor de ondernemers-lifestyle, doet dat niet omdat er een acteur in een wit pak in de berm naast de snelweg roept dat hij wel weet wat jij zou moeten doen. Wie de stap over de drempel bij het KvK kantoor neemt doet dat met zijn volle verstand.” Ik vrees echter dat velen zich toch hebben laten verleiden door de mooie woorden en subsidies van vertegenwoordigers van diverse overheidsinstanties. Ja inderdaad, van die types die zelf nooit en te nimmer ondernemer zullen worden. Ruben vervolgt met de opmerking: “In bepaalde branches is er wildgroei. Ja, dat klopt. Nou, en? Dat is nu eenmaal de dynamiek die met ons systeem van vrije marktwerking gepaard gaat. Die wildgroei wordt uiteindelijk gecultiveerd door de markt zelf. De ondernemers zullen op enig moment zelf beseffen dat het "zo niet langer gaat" en via zelfregulering, brancheorganisaties en soms met een heel klein beetje dwang van de overheid tot een beter bedrijfsmodel komen.” Volgens mij zeg ik precies hetzelfde als jij, namelijk: ondernemers pas je werkwijze aan, doe bijvoorbeeld iets op brancheorganisatieniveau en vraag om een beetje hulp van de overheid. Ook zijn opmerking: “Als de marges onder druk komen te staan, zul je als ondernemer op zoek moeten gaan naar andere productiemethoden of moeten nadenken over een ander businessmodel dat er voor zorgt dat je jouw onderscheidend vermogen behoudt.” is een abstractie van hetgeen ik beweer over samenwerking. Dus Ruben, wat lul je nou dat je het hartgrondig met mij oneens bent? Ruben: “Laat de markt maar zijn werk doen. Concurrentie is gezond en levert per saldo betere ondernemers af. Zelfs als een bepaalde markt door beunhazen, uitkeringstrekkers, kansarmen, invaliden, de islam en het Grote Gele Gevaar overspoelt wordt (ik ga maar even mee in het populistische Wilders toontje) en daarmee een flinke faillissementsgolf veroorzaakt bij de gevestigde orde is dat juist goed voor de economie. Tot op zekere hoogte dan. De economische schade is enorm, maar het scheidt wel het kaf van het koren en geeft nieuwe toetreders tot de markt een nieuwe kans om het beter te doen.” Ik: Ruben, deed jij niet iets in schuldsanering en faillissementen? Dan doe je de laatste tijd zeker goede zaken?! Tot slot Rubens opmerking: “Het slot van Jan's betoog vind ik een giller. De overheid moet het minder risicovol maken voor ondernemers om personeel aan te nemen door de werknemers zelf te laten betalen voor hun ziekte en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Denk je nou werkelijk dat daarmee de kosten van het werkgeverschap omlaag zullen gaan? Als die kosten netto door de werknemer gedragen moeten worden, zullen de looneisen alleen maar stijgen, het voordeel dat bereikt wordt aan de werkgeverskant zal dan minimaal teniet worden gedaan.” Of de kosten van het werkgeverschap erdoor omlaag gaan interesseert me niet direct. Het gaat me erom dat de huidige verdeling van lusten en lasten tussen werkgevers en werknemers, kleine ondernemers ervan weerhoud om personeel aan te nemen, terwijl grote ondernemingen bepaalde soorten werk simpelweg kunnen outsoarcen naar apenlanden. Wie wordt hier in NL beter van? Niemand! Zo gek is het overigens niet wat ik zeg. In de VS vindt men bijvoorbeeld dat ziek zijn iets is wat je maar doet in je eigen tijd. En zo zijn er nog veel meer regelingen te noemen waardoor men in de VS veel sneller personeel aanneemt als de markt daar ruimte voor biedt. Maar goed, ik begrijp dat jij daar als niet-krantenlezer nog niet van op de hoogte bent. Zo, tijd voor een borrel.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.