• 0

Kleine dienstverleners: meer rendement door samenwerking en strengere toelatingseisen

Ik begon deze column als reactie op de column getiteld: “Geld verdienen is geen optie maar je goed recht” van Linda Spaanbroek. Want anders dan Linda denk ik dat er maar zeer weinig ondernemers zijn die een grote passie voor hun vak combineren met een aversie tegen (veel) geld verdienen.

 

Dat menig dienstverlener (te) lage tarieven hanteert, heeft meestal niets te maken met geldaversie, maar meer met de angst dat de prospect naar de concurrent stapt, zoals XiaoDi in reactie op Linda’s column al opmerkte. Vooral de laatste jaren is het aanbod in veel dienstverlenende branches immers enorm gestegen. Met dank aan de overheid en de vakbonden, gezien hun beleid van:

 

[*]het in stand houden van riante regelingen voor oudere werknemers ten koste van jonge werknemers, waardoor veel jongere werknemers hebben gekozen voor een bestaan als ZZP'er,

[*]het in stand houden van kostbare ziekte-, arbeidsongeschiktheids- en ontslagregelingen voor werknemers, waardoor veel kleine ondernemers geen personeel durven aan te nemen,

[*]ruime verstrekking van startsubsidies aan kansarmen en verspreiding van juichverhalen over zelfstandig ondernemerschap, waardoor veel uitkeringstrekkers zich hebben laten verleiden om zelfstandig dienstverlener te worden,

[*]geen noemenswaardige vestigingseisen hanteren voor tal van branches, waardoor er in veel branches een wildgroei is ontstaan in het aanbod.

 

Niet alleen is het aantal dienstverleners dat zich niet of nauwelijks kan onderscheiden op kwaliteit en dus concurreert op prijs hierdoor enorm gestegen, ook is er bij afnemers een beeld ontstaan dat bepaalde vormen van dienstverlening tegenwoordig kennelijk tegen een veel lagere prijs mogelijk zijn. En daarmee zullen velen ongetwijfeld ook het nodige wantrouwen hebben gekregen tegen gevestigde partijen die nog steeds veel hogere prijzen in rekening brengen.

 

En nu kan men wel zeggen dat een professionele dienstverlener zijn prospects moet kunnen overtuigen van zijn meerwaarde, maar dat blijkt in de praktijk toch vaak heel erg lastig. Zeker als je ZZP’er bent of een kleine onderneming drijft en je de doelgroep bestaat uit doorsnee particulieren, ZZP’ers en kleine ondernemingen. Want je hebt dan meestal enorm veel concurrenten, dus gevonden worden door voldoende prospects is al lastig, maar hen overtuigen van jouw USP is dat dan helemaal.

 

Bovendien heeft de doorsnee particulier/kleine ondernemer maar een beperkt budget terwijl hier veel van betaald moet worden. En zij die inmiddels slechte ervaringen hebben opgedaan met beunhazen die zich goed weten te verkopen, zullen inmiddels nog maar weinig vertrouwen hebben in mooie verkoopverhalen van onbekende aanbieders over kwaliteit en service. Met een vaste lage prijs kun je tenminste niet rommelen, dus dit is richting de genoemde doelgroepen een zeer krachtig marketinginstrument. Een instrument waar met andere instrumenten bijna niet tegenop valt te concurreren.

 

De meeste dienstverleners die zich op doorsnee particulieren en kleine ondernemers richten, kunnen dus niet anders dan lage prijzen hanteren, willen ze überhaupt kunnen meedingen. Ik vrees dus dat het huiswerk dat Linda kleine dienstverleners opgeeft (hanteer een hoog tarief en zorg voor een overtuigend marketingverhaal), hen niet het beloofde eindresultaat (meer winst) brengt.

 

Moeten kleine dienstverleners dan maar berusten in hun lot en genoegen nemen met een schamel inkomen? Wat mij betreft niet. Maar hiervoor is wel een reeks ingrijpende maatregelen nodig.

 

Wat allereerst nodig is, is een beperking van het aanbod, van het aantal concurrenten dus. Met name van dat deel ervan dat op al of niet gesubsidieerde wijze de markt verziekt en maar kort als ondernemer actief is. Door de economische crisis vindt er gelukkig al een flinke schifting plaats. En ook de beperking die per 1 januari 2010 geldt ten aanzien van de zelfstandigenaftrek (voor niet-starters alleen nog maar verrekenbaar met winst), zal zeker iets aan de beperking van het aanbod bijdragen. Het zou echter nog veel effectiever zijn om deze beperking ook voor starters te laten gelden. Juist starters kunnen immers de markt verzieken. Vooral als ze met velen zijn, veel te lage prijzen hanteren en/of slechte kwaliteit en service verlenen.

 

Een verdere beperking van het aanbod die ook de kwaliteit ervan ten goede komt, kan dus worden bereikt als de overheid scherpere kwalitatieve eisen stelt aan de aanbieders en hun aanbod, zoals ze kort geleden heeft gedaan voor de financiële dienstverlening (bemiddeling in hypotheken en verzekeringen). Voor tal van branches kom je waarschijnlijk al een heel eind door iedere ondernemer te verplichten om lid te zijn van een erkende beroepsorganisatie en om een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. Dat voorkomt dat gelegenheidsaanbieders en gelukzoekers zich op de markten begeven waar ze veel schade kunnen aanrichten onder klanten en gevestigde serieuze aanbieders.

 

Maar het belangrijkste middel waarmee de financiële positie kan worden verbeterd van kleine dienstverleners die de naam “ondernemer” wel waard zijn, is samenwerking. Samenwerken dus in plaats van met elkaar te concurreren. Dit komt niet alleen de kwaliteit van de dienstverlening ten goede, maar het zorgt bovendien al snel voor enorme efficiency verbeteringen, dus voor meer winst zonder dat de prijzen stijgen. Kleine dienstverleners zouden dus over hun eigen schaduw heen moeten durven stappen en actief op zoek moeten gaan naar of zich openstellen voor conculega’s aan wie ze openlijk moeten durven toegeven dat ze wel wat ondersteuning kunnen gebruiken, ook al kunnen en weten ze heel veel dingen zelf.

 

Omdat samenwerking tussen professionals de kwaliteit van het aanbod zeer ten goede kan komen en het niet direct tot prijsstijgingen hoeft te leiden, kan het ook voor de afnemers zeer gunstige gevolgen hebben. Ook brancheorganisaties en de overheid zouden het aangaan van samenwerkingsverbanden door kleine dienstverleners daarom actief moeten stimuleren. Brancheorganisaties zouden bijvoorbeeld faciliteiten kunnen aanbieden waarmee geïnteresseerde leden elkaar makkelijker kunnen vinden en ondersteunen. En de overheid zou bijvoorbeeld een speciale investerings- of S&O-aftrek kunnen introduceren voor de tijd en het geld dat kleine partijen hierin investeren.

 

En als de overheid het voor kleine ondernemingen ook nog minder risicovol zou maken om personeel aan te nemen (waarom kan bijvoorbeeld elke werknemer zich niet gewoon zelf verzekeren tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid, zoals ondernemers dat ook moeten doen?), dan hoeven veel uitkeringstrekkers ook niet meer met subsidies en valse juichverhalen verleid te worden tot het zelfstandig ondernemerschap, want die kunnen dan aan de slag bij bestaande kleine ondernemingen.

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie

Aanbevolen berichten

  • 0

Ik ben het er voor 90% mee eens. Maar een gezonde concurrentie is ook een goede zaak. Bovendien lijkt het me dat je niet elke tak van dienstverlening over één kam kan scheren.

Daarnaast is hetgeen de CS schetst, precies de situatie van enige decennia geleden, toen men nog over de juiste documenten moest beschikken om een bepaald bedrijf te beginnen. Dat heeft de Overheid losgelaten om de huidige situatie juist te bevorderen, met de gedachte dat er dan (nu dus) wel veel minder mensen een beroep op een uitkering zou doen.

Link naar reactie
  • 0

P.J., ik ben ook voor een gezonde concurrentie. Maar dat is wat anders dan tegen ongezonde concurrentie zijn. En je hebt onnodige vestigingseisen die mensen (kansarmen) onnodig dwars zitten, maar ook vestigingseisen die vraag en aanbod alleen maar ten goede komen. Die loslaten en op het gebied van werknemers/werkgeversverhoudingen situaties (te lang) in stand laten die nadelig uitpakken voor de werkgelegenheid binnen het kleinbedrijf, is niet de manier waarop je het werkloosheidsprobleem oplost. In plaats daarvan zorg je ervoor dat er een ander probleem bijkomt.

 

Ik kan me ook niet voorstellen dat de overheid de huidige situatie juist heeft beoogd. Volgens mij is het meer een kwestie geweest van we zien wel of het werkt of niet. Is ook niet erg, als je maar actie onderneemt zodra je ziet dat de nadelige gevolgen groter worden dan de voordelige. Volgens mij is dat moment inmiddels aangebroken. Mooi punt dus om mee te nemen in al die ingrijpende hervormingen waarvoor gisteren 20 plannen zijn gepresenteerd. Kleine dienstverleners moeten uiteraard zelf de meeste initiatieven nemen, maar zonder medewerking van de overheid houdt het snel op en zitten we uiteindelijk met z'n allen met de gebakken peren.

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie
  • 1

Wat ik toch echt mis in dit hele stuk, en waar het mijns inziens om draait, is het oordeelsvermogen van de klant, en dat is toch echt waar je het moet verdienen.

 

Verder valt het mij weer op dat de focus op de prijsstelling ligt en op de 'ander', dus dat de prestatie van de concurrent de markt verziekt.

 

Daar zet ik dan mijn stellingname maar tegenover: als je niet in staat bent jezelf te positioneren t.o.v. je concurrentie m.b.v. je marketingmix (waar prijsstelling slechts één factor is), dan lijk je niet in staat of niet bereid de hand in eigen boezem te steken, door bijvoorbeeld je eigen marketingkennis en -vaardigheden onder de loep te nemen en aan te scherpen.

 

Als een 'ander' (jouw concurrent) het voor elkaar krijgt jouw markt te verzieken, en jij daar geen kansen voor jezelf ziet, dan is er bij jezelf ook wel het e.e.a. te verbeteren.

 

Succès en groet,

 

Hans

Succes & Groet, 

Hans (J.H.) van den Bergh, MSc BEc

HL-Deelnemer en -Moderator I Innovatie Strateeg I Design Thinker Gediplomeerd Specialist Arbeidsrecht  

Bedrijfsidee? Toets het gratis: HIERMEE!

Link naar reactie
  • 1

Hans, naar mijn idee misken je met je reactie het feit dat de mogelijkheden van een doordacht marketingverhaal beperkt zijn in branches waar je moet concurreren met zeer veel andere aanbieders. Want in alle markten waar er heel veel aanbieders zijn, zie je uiteindelijk een enorme toename van de concurrentie op prijs. Als jij denkt dat je in zo'n markt toch de strijd kunt winnen met hoge tarieven en een mooi marketingverhaal, wens ik je veel succes. Maar dat getuigt mijns inziens van weinig realiteitszin.

 

Ik focus bovendien helemaal niet op prijsstelling en op de 'ander'. Ik geef juist aan dat als wil je voorkomen dat jij en al je conculega's elkaar kapot concurreren met steeds lagere prijzen, je wat anders moet verzinnen. En dat is samenwerken. En dat heel veel kleine dienstverleners daarom over hun eigen schaduw heen moeten durven springen. Hoeveel verder wil je dat ik aangeef dat men dus ook de hand in eigen boezem moet steken?

 

Verder vind ik dat de overheid moet zorgen voor een gelijk speelveld. Niets meer en niets minder. Dat lijkt me toch niets teveel gevraagd?

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie
  • 0

Je hebt natuurlijk dienstverlening en dienstverlening. Succesvolle ondernemers moeten nagenoeg in alle gevallen in aanraking komen met een fiscalist en als zich dan een "meester" profileert, dan kan dat een pré zijn. Maar niet elke succesvolle ondernemer hoeft in aanraking te komen met een trainer of raadgever. Die twee werelden kun je niet met elkaar vergelijken en ik denk dat met name voor de laatste sector, het veel moeilijker is om jezelf rendabel te maken.

Link naar reactie
  • 0
... naar mijn idee misken je met je reactie het feit dat de mogelijkheden van een doordacht marketingverhaal beperkt zijn in branches waar je moet concurreren met zeer veel andere aanbieders.

 

Dat misken ik niet, ik lees juist miskenning van (de wil tot) goede marketing bedrijven, als je bijvoorbeeld beweert dat dit puur door de grote omvang van het concurrentieveld wordt beperkt. Ik zou eerder het omgekeerde beweren: de mogelijkheden breiden zich dan juist uit! Vreemd genoeg noem je tegelijkertijd de optie om de samenwerking met anderen op te zoeken, maar dat is nou precies een marketingstrategische optie waarmee je dit te lijf zou kunnen gaan!

 

Ik geef juist aan dat als wil je voorkomen dat jij en al je conculega's elkaar kapot concurreren met steeds lagere prijzen, je wat anders moet verzinnen.

 

Precies en zie boven, daarover kunnen we het dan gelukkig eens zijn, want daar heb je blijkbaar wat op verzonnen, nl. de samenwerking zoeken.

 

Ik gaf in mijn eerdere reactie de teneur weer die ik jouw column enigszins vind uitstralen. En je onderschat de segmenten in jouw doelgroep als je denkt dat die allemaal puur en alleen op prijs letten. Ook binnen jouw doelgroep bevinden zich segmenten die weten dat als ze alleen maar bereid zijn 'peanuts' te betalen, de kans ook groot is dat ze alleen maar 'monkees' krijgen. Het is nu eenmaal aan jou om uit te vinden hoe je die klanten weet te vinden, te bereiken en succesvol te bedienen. Daarvoor benut je als ondernemer het instrument marketing. Je doet er dus wel aan, maar je bent het je blijkbaar onvoldoende bewust dat dit ook marketing is.

 

Succès en groet,

 

Hans

 

Succes & Groet, 

Hans (J.H.) van den Bergh, MSc BEc

HL-Deelnemer en -Moderator I Innovatie Strateeg I Design Thinker Gediplomeerd Specialist Arbeidsrecht  

Bedrijfsidee? Toets het gratis: HIERMEE!

Link naar reactie
  • 0
Maar een "monkey" mag zich natuurlijk geen "meester" noemen hè Hans? Als blijkt dat hij die titel niet waardig is, wordt hij genadeloos afgestraft.
Lijkt me inderdaad een mogelijkheid...

 

Succès en groet,

 

Hans

Succes & Groet, 

Hans (J.H.) van den Bergh, MSc BEc

HL-Deelnemer en -Moderator I Innovatie Strateeg I Design Thinker Gediplomeerd Specialist Arbeidsrecht  

Bedrijfsidee? Toets het gratis: HIERMEE!

Link naar reactie
  • 5

Ik ben het hartgrondig oneens met de stellingen van de columnschrijver. En niet zo zuinig ook. Ik hoop dat Jan Douwes PyroTex ondergoed heeft, want het gaat vlammen.

 

*kraaktzijnvingersengaatereensgoedvoorzitten*

 

De columnist heeft drie pijlen op zijn boog:

1) Er zijn onnodig veel nieuwe toetreders op de markt;

2) De gevestigde orde moet daardoor genoegen nemen met lagere tarieven; en

3) De overheid moet ondernemers beschermen tegen risico's.

 

1) Er zijn teveel nieuwe concurrenten.

De roep om het herstellen van vestigingseisen getuigt mijns inziens van kleinburgerlijk protectionisme. Nu het ons allen even iets meer tegenzit dan gewoonlijk, hoor je meer van dit soort geluiden. Een zorgelijke ontwikkeling. Als iets als een probleem wordt ervaren, wil dat nog niet zeggen dat het ook een probleem ìs. De argumentatie die Jan Douwes bij tijd en wijlen aanvoert, klinkt plausibel, maar heeft voornamelijk betrekking op het wijzen met het vingertje naar een ander.

 

Zo wordt de beschuldigende vinger gericht op overheden en vakbonden. "Riante regelingen" voor oudere werknemers worden in verband gebracht met de keuze voor het ondernemerschap door de jonge garde. Dit verband wordt nergens onderbouwd en ontgaat mij dan ook volledig. Het optrekken van de pensioengerechtigde leeftijd lijkt mij geen riante regeling noch een reden voor iemand om een eigen bedrijf te beginnen. Ik kan me niet voorstellen dat de reden om voor het ondernemerschap te kiezen in het aantal ouwe-lullen-dagen van oudere collega's verscholen ligt.

 

"De overheid houdt de werkgeverslasten ten onrechte hoog, daardoor durf ik geen personeel aan te nemen, en dat is de reden dat ik veel concurrentie heb." Nee, dat is de reden waarom je geen personeel hebt. Een werknemer die niet bij jou kan werken omdat jij niet durft te groeien gaat niet voor zichzelf beginnen, die gaat werken bij een ondernemer die dat groeipad wel met vertrouwen is ingeslagen. Dat jouw concurrent dan uiteindelijk met een groter bedrijf ook een groter marktaandeel pakt is niet de schuld van die werkgeverslasten. De ondernemer in kwestie moet eerder bij zichzelf te rade gaan of het misschien niet veel verstandiger is om zelf ook bij die concurrent in loondienst te gaan werken. Ondernemers die wel wìllen groeien maar dat niet durven of kunnen moeten hun ambitieniveau bijstellen of zorgen dat ze zich die kwaliteiten aanmeten die voor die groei nodig zijn. Ondernemers die er bewust voor kiezen klein te blijven klagen niet dat de concurrent een groter marktaandeel heeft. Die weten dat het een gevolg is van hun eigen keuze om de concurrentiestrijd te laten voor wat 'ie is.

 

Vervolgens worden de startersregelingen en -subsidies ten tonele gevoerd. Waarom dit een slechte zaak is wordt op geen enkele wijze beargumenteerd. Sterker nog, Jan Douwes moet zijn toevlucht nemen tot populistisch taalgebruik ("ruime verstrekking aan kansarmen", "uitkeringstrekkers die zich hebben laten verleiden door juichverhalen" en "gesubsidieerd de markt verzieken") om zijn punt te kunnen maken.

 

Ja, er zijn regelingen die het mogelijk maken om een eigen bedrijf te starten, ook als je zelf niet in de positie verkeert om de start van je bedrijfje te financieren. Maar waarom is dat nou zo'n probleem? Het ondernemerschap is voor velen een manier gebleken om uit de bijstandsval te ontsnappen. Door als dienstverlener te starten tegen een zo laag mogelijk tarief hebben velen hun toekomst weer in eigen hand genomen. Juist door het ontbreken van vestigingseisen zijn talloze bedrijfjes opgericht die de evenzovele ondernemers een beter bestaan hebben bezorgd. Het hanteren van lagere tarieven zorgt voor een eerste toestroom van klanten en de o zo noodzakelijke cashflow. Zolang deze "bijstandsstarter" nog met minimale kosten zijn werk kan uitvoeren kan hij deze lage tarieven blijven hanteren. Maar de kosten van de bedrijfsvoering zullen als vanzelf stijgen. Groei brengt investeringen met zich mee, en de kosten van financiering zullen in de begroting moeten worden opgenomen worden. Hiermee zullen de tarieven van deze "kansarme" vanzelf stijgen.

 

Wie kiest voor de ondernemers-lifestyle doet dat niet omdat er een acteur in een wit pak in de berm naast de snelweg roept dat hij wel weet wat jij zou moeten doen. Wie de stap over de drempel bij het KvK kantoor neemt doet dat met zijn volle verstand. Er is momenteel meer dan ooit informatie te vinden over alle voor- en nadelen van het ondernemerschap, de kansen en de risico's. Deze informatie is voor iedereen bereikbaar. Wie start met het ondernemerschap weet dus waar hij aan begint. Eén rondje topic-zappen op dit forum brengt al zoveel ondernemersleed naar boven, dat ik het een wonder vind dat er überhaupt nog starters zijn die het avontuur durven aan te gaan.

 

In bepaalde branches is er wildgroei. Ja, dat klopt. Nou, en? Dat is nu eenmaal de dynamiek die met ons systeem van vrije marktwerking gepaard gaat. Die wildgroei wordt uiteindelijk gecultiveerd door de markt zelf. De ondernemers zullen op enig moment zelf beseffen dat het "zo niet langer gaat" en via zelfregulering, brancheorganisaties en soms met een heel klein beetje dwang van de overheid tot een beter bedrijfsmodel komen.

 

De gevestigde orde moet genoegen nemen met lagere tarieven.

Het aantal dienstverleners dat zich niet kan onderscheiden op kwaliteit en dus concurreert op prijs is altijd al hoog geweest. Het is een gegeven dat in iedere branche slechts een handje vol uitblinkers voldoende talent bezitten om zich wezenlijk te onderscheiden. Nu de vraag in het huidige economische klimaat wat gedaald is, worden de soms toch al zeer scherpe tarieven verder onder druk gezet. Iedereen met een jaar economie op MAVO-C niveau heeft wel eens gehoord dat prijs gevormd wordt door vraag en aanbod. Is het aanbod hoog, maar er is weinig vraag, dan zullen de prijzen dalen. Als de vraag hoog is bij een beperkt aanbod, zullen de prijzen weer stijgen. Het is de markt die de prijs bepaalt. Iedereen mag vragen voor zijn diensten wat hij wil. Een te lage prijs zal onvoldoende vertrouwen wekken, een te hoge prijs schrikt kopers af. Deze prijselasticiteit stabiliseert zich uiteindelijk op een niveau waarbij de markt een goed product geleverd denkt te krijgen. Er zijn dan goedkopere alternatieven waarvan (soms ten onrechte) verwacht wordt dat de geleverde kwaliteit navenant is, en er zijn dan ook duurdere alternatieven waarvan (weer soms ten onrechte) de geleverde kwaliteit hoger wordt ingeschat, maar waarvan de klant (weer soms ten onrechte) denkt die hogere kwaliteit niet nodig te hebben.

 

Kleine dienstverleners die het maar niet voor elkaar krijgen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien hebben twee keuzes: Terug naar het loonslavenbestaan of je wonden likken, goed nagaan wat er fout is gegaan, uithuilen en opnieuw beginnen. Dit is het moment waarop de jongens van de mannen worden gescheiden. Een vakkundige professional die zich bedreigd voelt door een "kansarme uitkeringstrekker" met nul ervaring, moet bij zichzelf te rade gaan. Wat voor ondernemer, professional ben je nu eigenlijk als je met al die jaren ervaring, jouw kennis van de markt, je vaste klantenkring en dat stevige netwerk om je heen het niet kunt winnen van een onervaren nitwit? Dan heb je al die jaren op geen enkele manier je klanten van jouw meerwaarde kunnen overtuigen en heb je in feite zelf veel te hoge tarieven gerekend. Je klanten hadden allang overtuigd moeten zijn van jouw meerwaarde. Je had in de afgelopen jaren allang in de markt bekend moeten staan als "best money can buy". Als je die reputatie nu nog moet gaan verwerven, ben je stomweg te laat. Dàt is waar je nu op wordt afgerekend. Maar geef alsjeblieft niet de schuld aan de concurrent.

 

Jan Douwes slaat de plank volledig mis met zijn redenatie over de beunhazen. Hij heeft het hier over klanten met een beperkt budget. En nu zouden die klanten slechte ervaringen hebben met onbekende aanbieders met mooie verhalen over kwaliteit. Met die ervaring in het achterhoofd zou de klant nu nog maar voor de laagste prijs gaan, omdat je daarmee niet kan rommelen? Los van de vraag of een lage prijs wel zo'n anti-rommel garantie is, moet ik de eerste beunhaas nog tegenkomen die kwaliteit belooft tegen een HOGE prijs. Juist een negatieve ervaring met een beunhaas is voor klanten een belangrijk argument om de volgende keer de klandizie te gunnen aan een gerenommeerde partij. "Je betaalt dan wel iets meer, maar je weet tenminste wat je krijgt". Alle waar naar zijn geld, dus.

 

De overheid moet hier iets tegen doen.

Bij de gedachte alleen al lopen de rillingen over mijn rug. De overheid moet hier helemaal niets tegen doen. Dat is namelijk een taak van de markt zelf. Het gevolg van overheidsbemoeienis is dat ondernemers met meer regelgeving, meer administratieve lasten en meer bureaucratie te maken krijgen. Regelgeving vraagt om handhaving en dus zal het toch al overgepopuleerde overheidsapparaat juist groter en logger worden. Dat overheidsapparaat moet uiteindelijk toch ergens van betaald worden. En wie wordt dan uiteindelijk de rekening gepresenteerd? Juist. De ondernemer zelf die het al zo moeilijk heeft met die hoge werkgeverslasten.

 

Beperking van de concurrentie door regelgeving werkt verlammend op de economie. Het is juist de toenemende concurrentie en het daarmee samenhangende risico op falen dat zorgt voor een schifting tussen getalenteerde ondernemers en hun zwakkere broeders. Creativiteit en innoverend vermogen bestaan bij de gratie van de beperking en concurrentie. Als de marges onder druk komen te staan, zul je als ondernemer op zoek moeten gaan naar andere productiemethoden of moeten nadenken over een ander businessmodel dat er voor zorgt dat je jouw onderscheidend vermogen behoudt. Dit stimuleert het innovatief vermogen en is daarmee één van de belangrijkste aanjagers van de economie. Als we de hete adem van de concurrent namelijk niet in de nek voelen, worden we lui. In al onze gezapigheid doen we wat we al jaren doen en komen we geen streep verder.

 

Laat de markt maar zijn werk doen. Concurrentie is gezond en levert per saldo betere ondernemers af. Zelfs als een bepaalde markt door beunhazen, uitkeringstrekkers, kansarmen, invaliden, de islam en het Grote Gele Gevaar overspoelt wordt (ik ga maar even mee in het populistische Wilders toontje) en daarmee een flinke faillissementsgolf veroorzaakt bij de gevestigde orde is dat juist goed voor de economie. Tot op zekere hoogte dan. De economische schade is enorm, maar het scheidt wel het kaf van het koren en geeft nieuwe toetreders tot de markt een nieuwe kans om het beter te doen. Want dat is tenslotte waar het om gaat. Wie gaat ondernemen maakt de beste kans als hij een manier vind om iets beter, sneller of goedkoper te doen. En het liefst alle drie.

 

Jan Douwes vind dat het verplichte lidmaatschap van de branchevereniging en de daarbij behorende lidmaatschapseisen maar weer snel moeten terugkeren. Want, zo redeneert hij, dat komt de kwaliteit ten goede en de financiële positie van de ondernemer is verzekerd. Hier gaat de columnist andermaal voorbij aan de ongewenste neveneffecten. Het verplichte lidmaatschap van een beroepsorganisatie of branchevereniging werkt kartelvorming in de hand heeft als voordeel dat we meer kunnen samenwerken in plaats van concurreren. Via de branchevereniging kunnen we dan ook prijsafspraken maken een vrijblijvend adviestarief presenteren en ervoor zorgen dat de leden hun financiële status quo kunnen behouden gezonde calculaties kunnen maken. Op het eerste gezicht een aanlokkelijke gedachte. Maar het ontbreken van de noodzaak om te concurreren maakt lui. Aartslui. De uitdaging om met innovatievere oplossingen te komen ontbreekt dan volledig met gemakzucht als resultaat. En de consument krijgt uiteindelijk de rekening gepresenteerd.

 

Dat is diezelfde consument met dat beperkte budget, Jan Douwes, die dat geld maar één keer kan uitgeven. Voor een gezond economisch klimaat is het van essentieel belang dat dat geld van die consument blijft rollen. En niet alleen maar één kant op. Als alle sectoren kunnen profiteren van die cashflow, zal op alle fronten winst geboekt worden. En dus zal vanuit meerdere hoeken het vliegwiel van de economische motor aangedreven worden.

 

Want denk je nou dat er zal gebeuren als er beroepsgroepen door overheidsprotectie zich verzekerd weten van een hoog inkomen? Uitgerekend die beroepsgroepen zullen worden overspoeld met nieuw aanbod. Want een gespreid bedje willen we tenslotte allemaal wel. Als we daarvoor dan een cursus of wat voor moeten doen, doen we dat. Dat hebben we er wel voor over. Met als resultaat dat er meer aanbod is dan vraag waardoor niemand meer iets verdient. Daar zit je dan met je branchelidmaatschap. Het afschaffen van die verplichting laten we dan maar weer over aan de volgende generatie.

 

Het slot van Jan's betoog vind ik een giller. De overheid moet het minder risicovol maken voor ondernemers om personeel aan te nemen door de werknemers zelf te laten betalen voor hun ziekte en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Denk je nou werkelijk dat daarmee de kosten van het werkgeverschap omlaag zullen gaan? Als die kosten netto door de werknemer gedragen moeten worden, zullen de looneisen alleen maar stijgen, het voordeel dat bereikt wordt aan de werkgeverskant zal dan minimaal teniet worden gedaan.

 

Je kunt zelf het risico om personeel aan te nemen heel goed beperken. Als jij er maar voor zorgt dat je orderportefeuille uitpuilt, zal het je toch verder een worst zijn wat dat personeel kost? Nauwkeurige calculaties, strakke begrotingen en een duidelijke toegevoegde waarde voor je klant zijn de sleutelingrediënten. Als je dat niet voor elkaar krijgt, dan zit je in de verkeerde branche en moet je wat anders gaan doen. En als anderen in jouw branche dat wel voor elkaar krijgen, zul je je eigen kwaliteiten als ondernemer onder de loep moeten nemen.

 

De wereld om je heen verandert, vader. Of je wilt of niet. Als je niet kunt meekomen is het een teken van zwakte om dan maar om overheidsbescherming te roepen. Wat dat aangaat lijkt het wel op de generatiekloof. De oudjes laten het liefst alles bij het oude. Niet omdat het de beste manier is, maar omdat ze de ontwikkelingen niet meer kunnen bijbenen. De nieuwe generatie wil alles anders. Niet omdat ze een betere manier weten, maar omdat het kan. Ergens midden in dat spanningsveld ontstaat het klimaat dat het mogelijk maakt te innoveren. Daar worden de betere, snellere en goedkopere oplossingen geboren. Niet vanwege overheidsbemoeienis, maar omdat de dynamiek van verandering, de strijd om het lijfsbehoud de creativiteit aanjaagt.

 

Wie het ondernemersvuur in zijn flikker heeft branden gaat de barricaden op. Wie het bij de gedachte aan veranderen het dun in de broek heeft lopen gaat in een hoekje zitten, spreekt er schande van en roept:

 

 

"Help".

 

 

 

 

 

 

 

Zo, ik ga koffie zetten.

 

Link naar reactie
  • 0

Ik vind deze wel erg van toepassing op de reactie van Ruben.

Calimero.jpg

www.studio-immo.nl: Identiteit, Marketing en Media Ontwerp

www.greenscreenspecialist.nl Greenscreen video en fotografie oplossingen voor op locatie of in onze eigen video studio

Volg Studio Immo persoonlijk via twitter: www.twitter.com/studioimmo of op facebook: www.facebook.com/studioimmoreclame

Link naar reactie
  • 6

@Hans van den Bergh:

“… Ik gaf in mijn eerdere reactie de teneur weer die ik jouw column enigszins vind uitstralen. En je onderschat de segmenten in jouw doelgroep als je denkt dat die allemaal puur en alleen op prijs letten. Ook binnen jouw doelgroep bevinden zich segmenten die weten dat als ze alleen maar bereid zijn 'peanuts' te betalen, de kans ook groot is dat ze alleen maar 'monkees' krijgen. Het is nu eenmaal aan jou om uit te vinden hoe je die klanten weet te vinden, te bereiken en succesvol te bedienen. ....”

 

In elke markt is het uiteraard de kunst om de krenten uit de pap te halen. Een overtuigend marketingverhaal mag dan niet in je marketingmix ontbreken. Maar als er veel handen (aanbieders) zijn en maar weinig krenten, dan laat het eindresultaat zich raden: de grootste handen halen de meeste krenten uit de pap.

 

Als de kleine handjes onder deze omstandigheden toch ondernemer willen blijven en een fatsoenlijk inkomen willen genereren, dan zullen ze een zodanige opzet moeten creëren waardoor ook de pap de moeite waard wordt. Een situatie dus waarin ook vragers die niet anders kunnen dan (iets meer dan) peanuts betalen, voldoende kwaliteit krijgen tegen prijzen die ze kunnen betalen, op zodanige wijze dat kleine maar serieuze aanbieders er een fatsoenlijk inkomen mee kunnen verdienen.

 

In dienstensectoren waarvan men vindt dat de kwaliteit ervan gewaarborgd moet zijn en iedereen er toegang toe moet hebben, zoals de zorg en de advocatuur, lost men dit op door enerzijds bepaalde minimumeisen te stellen aan de aanbieders en door anderzijds financieringssystemen te hanteren die de kosten voor individuen beperkt houden (gedeeltelijke overheidsfinanciering, verzekeringssysteem).

 

Voor de meeste vormen van commerciële dienstverlening laat men de prijs en de kwaliteit die men daarvoor krijgt, echter graag aan de marktpartijen zelf over. Hier is uiteraard helemaal niks mis mee. Maar in diverse dienstensectoren wemelt het inmiddels wel van de kleine aanbieders. Bijvoorbeeld in de bouw-, boekhoud-, automatiseringsadvies-, marketing- & communicatieadvies-, organisatieadvies-, websitebouw- of coaching-branche. Als dit de situatie is die de marktpartijen zich wensen, so be it. Maar iedereen met een beetje verstand kan niet anders dan concluderen dat deze situatie niet bepaald de meest efficiënte en effectieve is.

 

Want hoe zit het met de prijs en de kwaliteit? Veel kleine aanbieders leveren volgens eigen zeggen uitstekende kwaliteit maar klagen over te lage prijzen vanwege de grote concurrentie. Sommige vallen zelfs om, of vragen bijzondere bijstand aan. Veel kleine vragers vinden de prijzen daarentegen nog steeds te hoog, gezien de kwaliteit die ze ervoor terugkrijgen of het budget dat ze te besteden hebben. En wat vindt de overheid? Die vindt dat de toegevoegde waarde (productiviteit) van veel kleine ondernemers veel te laag is. En dat is natuurlijk ook geen wonder als iedereen een flink deel van zijn tijd en geld moet spenderen aan marketing, acquisitie, administratie e.d.

 

Volgens alle betrokken partijen valt er aan de huidige situatie dus nog het nodige te verbeteren. Uiteraard is het een taak van de ondernemers zelf om hun eigen inkomenspositie te verbeteren. Daar zijn ze immers ondernemer voor. Zij die hier onvoldoende in slagen, kunnen misschien beter voor het werknemerschap kiezen. Maar welke werkgever zit er op dit moment op hen te wachten? Hoe dan ook, voor de meeste kleine dienstverleners die ondernemer willen blijven, denk ik dat nauwe samenwerking met conculega’s dé manier is om tot de gewenste inkomensverbetering te komen. De retailbranche met al zijn franchiseketens kan hierbij als voorbeeld dienen. Het feit dat franchiseketens de zelfstandige kleine winkeliers bijna helemaal verdrongen hebben, is immers het meest sprekende voorbeeld van het feit dat samenwerking loont, of zelfs bittere noodzaak is om te overleven in markten waarin lage prijzen min of meer een randvoorwaarde zijn geworden.

 

En een overheid die graag veel ondernemers ziet, maar die ook vindt dat de productiviteit van kleine ondernemers sterk omhoog moet en die er bovendien belang bij heeft dat ook kleine klantjes zoveel mogelijk goed, maar tegen lage prijzen worden bediend, zou samenwerking tussen kleine dienstverleners daarom moeten stimuleren.

En omdat de eerder genoemde branches diensten leveren die voor kleine ondernemingen van enorme waarde kunnen zijn, mits de kwaliteit ervan goed is, zou de overheid er mijns inziens ook goed aan doen om aan ondernemers in dergelijke branches bepaalde minimum kwaliteitseisen te stellen. Niets meer en niets minder. Gelukszoekers, gelegenheidsaanbieders en beunhazen die niets anders voor ogen hebben dan alleen hun eigen korte termijnbelang, wordt het hierdoor moeilijker gemaakt om de markt te verzieken. Ook zonder hen blijven er in de betreffende branches genoeg aanbieders over om zeker te weten dat de markt zijn werk blijft doen: luie concurrenten afstraffen en innovatieve belonen.

 

Het herstellen van vestigingseisen afdoen als “getuigend van kleinburgerlijk protectionisme”, zoals Ruben doet, is dan ook niets anders dan populistisch gelul. En dat Ruben het volledig is ontgaan dat het te lang in stand houden van riante regelingen voor oudere werknemers de jonge garde in bepaalde branches mede heeft doen kiezen voor het ondernemerschap, getuigt er bovendien van dat hij te weinig of de verkeerde kranten leest. In de bouw is dit immers een belangrijk punt.

 

Met zijn opmerking: “Een werknemer die niet bij jou kan werken omdat jij niet durft te groeien gaat niet voor zichzelf beginnen, die gaat werken bij een ondernemer die dat groeipad wel met vertrouwen is ingeslagen.” miskent hij het feit dat onder de huidige omstandigheden te weinig ondernemers met vertrouwen dat groeipad inslaan. Dat zou je die ondernemers kunnen verwijten, maar je kan ook kijken inhoeverre ze wel degelijk een punt hebben en wat hier aan te doen is. Dat lijkt me voor alle betrokkenen per saldo het meest effectief.

 

Dan zijn opmerking: “Vervolgens worden de startersregelingen en -subsidies ten tonele gevoerd. Waarom dit een slechte zaak is wordt op geen enkele wijze beargumenteerd.” Beter lezen Ruben. Iedereen met Mavo C en jij dus ook weet dat subsidies voor slechts een deel van de aanbieders een vorm van concurrentievervalsing zijn. Ik vindt dat óf geen enkele ondernemer subsidie zou moeten krijgen, óf alle ondernemers evenveel. Dit staat volkomen los van de vraag of ik me door zo’n “nitwit uitkeringstrekker” zoals jij het verwoord, wel of niet het leven zuur laat maken.

 

Verder zou ik graag willen dat Ruben gelijk had met zijn opmerking: “Wie kiest voor de ondernemers-lifestyle, doet dat niet omdat er een acteur in een wit pak in de berm naast de snelweg roept dat hij wel weet wat jij zou moeten doen. Wie de stap over de drempel bij het KvK kantoor neemt doet dat met zijn volle verstand.” Ik vrees echter dat velen zich toch hebben laten verleiden door de mooie woorden en subsidies van vertegenwoordigers van diverse overheidsinstanties. Ja inderdaad, van die types die zelf nooit en te nimmer ondernemer zullen worden.

 

Ruben vervolgt met de opmerking: “In bepaalde branches is er wildgroei. Ja, dat klopt. Nou, en? Dat is nu eenmaal de dynamiek die met ons systeem van vrije marktwerking gepaard gaat. Die wildgroei wordt uiteindelijk gecultiveerd door de markt zelf. De ondernemers zullen op enig moment zelf beseffen dat het "zo niet langer gaat" en via zelfregulering, brancheorganisaties en soms met een heel klein beetje dwang van de overheid tot een beter bedrijfsmodel komen.” Volgens mij zeg ik precies hetzelfde als jij, namelijk: ondernemers pas je werkwijze aan, doe bijvoorbeeld iets op brancheorganisatieniveau en vraag om een beetje hulp van de overheid.

 

Ook zijn opmerking: “Als de marges onder druk komen te staan, zul je als ondernemer op zoek moeten gaan naar andere productiemethoden of moeten nadenken over een ander businessmodel dat er voor zorgt dat je jouw onderscheidend vermogen behoudt.” is een abstractie van hetgeen ik beweer over samenwerking. Dus Ruben, wat lul je nou dat je het hartgrondig met mij oneens bent?

 

Ruben: “Laat de markt maar zijn werk doen. Concurrentie is gezond en levert per saldo betere ondernemers af. Zelfs als een bepaalde markt door beunhazen, uitkeringstrekkers, kansarmen, invaliden, de islam en het Grote Gele Gevaar overspoelt wordt (ik ga maar even mee in het populistische Wilders toontje) en daarmee een flinke faillissementsgolf veroorzaakt bij de gevestigde orde is dat juist goed voor de economie. Tot op zekere hoogte dan. De economische schade is enorm, maar het scheidt wel het kaf van het koren en geeft nieuwe toetreders tot de markt een nieuwe kans om het beter te doen.” Ik: Ruben, deed jij niet iets in schuldsanering en faillissementen? Dan doe je de laatste tijd zeker goede zaken?!

 

Tot slot Rubens opmerking: “Het slot van Jan's betoog vind ik een giller. De overheid moet het minder risicovol maken voor ondernemers om personeel aan te nemen door de werknemers zelf te laten betalen voor hun ziekte en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Denk je nou werkelijk dat daarmee de kosten van het werkgeverschap omlaag zullen gaan? Als die kosten netto door de werknemer gedragen moeten worden, zullen de looneisen alleen maar stijgen, het voordeel dat bereikt wordt aan de werkgeverskant zal dan minimaal teniet worden gedaan.”

Of de kosten van het werkgeverschap erdoor omlaag gaan interesseert me niet direct. Het gaat me erom dat de huidige verdeling van lusten en lasten tussen werkgevers en werknemers, kleine ondernemers ervan weerhoud om personeel aan te nemen, terwijl grote ondernemingen bepaalde soorten werk simpelweg kunnen outsoarcen naar apenlanden. Wie wordt hier in NL beter van? Niemand! Zo gek is het overigens niet wat ik zeg. In de VS vindt men bijvoorbeeld dat ziek zijn iets is wat je maar doet in je eigen tijd. En zo zijn er nog veel meer regelingen te noemen waardoor men in de VS veel sneller personeel aanneemt als de markt daar ruimte voor biedt. Maar goed, ik begrijp dat jij daar als niet-krantenlezer nog niet van op de hoogte bent.

 

Zo, tijd voor een borrel.

 

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie
  • 0

'Een overtuigend marketingverhaal mag dan niet in je marketingmix ontbreken.'

 

Met deze zin geef je perfect aan waar het jou aan noodzakelijke marketingkennis ontbreekt. En juist daarmee zet je voor mij de essentie van jouw column op scherp, zoals ik dat al eerder aangaf.

 

'Maar als er veel handen (aanbieders) zijn en maar weinig krenten, dan laat het eindresultaat zich raden: de grootste handen halen de meeste krenten uit de pap.'

 

Hoe weet je dat? Er zijn grote handen die niet voor de meeste krenten gaan, maar alleen voor de vetste tot en met kleine handen door wie de vette krenten zich niet laten vangen, enz.... Mijns inziens beperk je je nogal in je aannames en dus ook in de oplossingen.

 

Je krijgt ook van mij een reus, omdat je Ruben (en mij) fantastisch van repliek dient, tegelijkertijd stel je je daarin kwetsbaar op door een lacune in je kennisgebied te tonen, dus chapeau daarvoor.

 

Succès en groet,

 

Hans

Succes & Groet, 

Hans (J.H.) van den Bergh, MSc BEc

HL-Deelnemer en -Moderator I Innovatie Strateeg I Design Thinker Gediplomeerd Specialist Arbeidsrecht  

Bedrijfsidee? Toets het gratis: HIERMEE!

Link naar reactie
  • 1

@jantax

 

Ikzelf kan mij persoonlijk meer vinden in Ruben zijn redenatie, maar ik ben geen expert. En ik geloof dat je zeker een doelgroep heb welke het met jouw eens zullen zijn. Alleen toch een paar opmerkingen.

 

websitebouw- of coaching-branche. Als dit de situatie is die de marktpartijen zich wensen, so be it. Maar iedereen met een beetje verstand kan niet anders dan concluderen dat deze situatie niet bepaald de meest efficiënte en effectieve is.

Ik zit in (web)ontwerp branche en ik ben echt een peanut speler. Maar ik heb al veel samenwerkingen ten onder zien gaan. Ik ben voor mij zelf begonnen om het zelf te doen. Ik werk samen met andere door hun mogelijkheden te gebruiken. Maar alles oner mijn naam en verantwoordelijkheid. En ik heb last van allerlei zolderkamer studenten of freelancers welke met gedownloade software of opensource houtje touwtje oplossingen hetzelfde beloven voor een kwart van de prijs. Maar dit is geen probleem maar een uitdaging om te zorgen dat ik mensen overtuig van mijn waarde. En als ik failliet ga zal je mij niet horen dat het aan een ander ligt. Ik heb dan gefaald.

 

 

En wat vindt de overheid? Die vindt dat de toegevoegde waarde (productiviteit) van veel kleine ondernemers veel te laag is. En dat is natuurlijk ook geen wonder als iedereen een flink deel van zijn tijd en geld moet spenderen aan marketing, acquisitie, administratie e.d.

Ik heb nog niet een brief van de overheid gehad dat mijn productiviteit te laag is. En dat heb ik ook niet gehoord van andere ondernemers. En ja ik heb het druk met marketing, acquisitie, administratie. Zo druk dat ik er nog een 2e onderneming bij ga doen. Ondernemen is geen 40 uur. En als je gaat klagen dat je geen tijd heb, dan had je geen ondernemer moeten worden.

 

 

De retailbranche met al zijn franchiseketens kan hierbij als voorbeeld dienen. Het feit dat franchiseketens de zelfstandige kleine winkeliers bijna helemaal verdrongen hebben, is immers het meest sprekende voorbeeld van het feit dat samenwerking loont, of zelfs bittere noodzaak is om te overleven in markten waarin lage prijzen min of meer een randvoorwaarde zijn geworden.

Is dit iets wat wenselijk is? In elk dorp, elke winkelstraat dezelfde logo's. Dezelfde producten, dezelfde ongeïnteresseerde mensen omdat hun hart niet in de zaak zit. Ik ben 2 weken geleden op een franchisebeurs geweest, en ik zie de voordelen wel. Maar laat dit wel alsjeblieft in verhouding blijven met de kleine echt zelfstandige winkeltjes.

 

 

Gelukszoekers, gelegenheidsaanbieders en beunhazen die niets anders voor ogen hebben dan alleen hun eigen korte termijnbelang, wordt het hierdoor moeilijker gemaakt om de markt te verzieken.

Nou ik maak mij meer zorgen om de grote jongens welke in hun arrogantie in staat zijn om hele grote markten te verzieken voor langere periode. Banken? Verzekeraars met woekerpolissen? Vastgoedhandelaren? Naar mijn idee doet de markt prima aan zuivering. Ik kan mij nog een periode met nina brink herinneren. Niet zozeer over haar want daar weet ik te weinig van. Maar de gehele internetbubble waarin geld geen enkele echte waarde meer had, maar alleen valse beloftes van wat het waard zou kunnen zijn. Poef en iedereen doet weer een beetje normaal.

 

 

Ikzelf heb geen personeel. Maar dit ligt niet aan concurrentie, niet aan de overheid maar puur aan mijzelf omdat ik te laf ben. Ik ben van plan het te gaan proberen maar dan wel overwogen, kalm aan en heel doordacht. En niet nu, maar straks en misschien.

 

In jouw redenatie proef ik dat een heleboel dingen de schuld is van andere, de andere meer andere mensen moeten helpen en mensen zichzelf moet helpen met behulp van anderen. Ik ben verantwoordelijk voor mijzelf. En als ik hulp nodig heb dan vraag ik het wel. En als andere mij dan niet willen helpen, dan ligt dat waarschijnlijk aan mijzelf.

 

Micha

 

 

 

 

 

www.studio-immo.nl: Identiteit, Marketing en Media Ontwerp

www.greenscreenspecialist.nl Greenscreen video en fotografie oplossingen voor op locatie of in onze eigen video studio

Volg Studio Immo persoonlijk via twitter: www.twitter.com/studioimmo of op facebook: www.facebook.com/studioimmoreclame

Link naar reactie
  • 1

Ruben: “Laat de markt maar zijn werk doen. Concurrentie is gezond en levert per saldo betere ondernemers af. Zelfs als een bepaalde markt door beunhazen, uitkeringstrekkers, kansarmen, invaliden, de islam en het Grote Gele Gevaar overspoelt wordt (ik ga maar even mee in het populistische Wilders toontje) en daarmee een flinke faillissementsgolf veroorzaakt bij de gevestigde orde is dat juist goed voor de economie. Tot op zekere hoogte dan. De economische schade is enorm, maar het scheidt wel het kaf van het koren en geeft nieuwe toetreders tot de markt een nieuwe kans om het beter te doen.” Ik: Ruben, deed jij niet iets in schuldsanering en faillissementen? Dan doe je de laatste tijd zeker goede zaken?!

In een verder prima discussie vind ik deze opmerking enigszins onder de gordel ...

Link naar reactie
  • 0

...

Sommige vallen zelfs om, of vragen bijzondere bijstand aan.

 

Wat ik begrijp van de bijzondere bijstand voor zelfstandigen is dat deze alleen toegekend wordt als het bedrijf nog als levensvatbaar gezien wordt, dit om oneigenlijke concurrentie te voorkomen. BBZ is dus niet zo simpel te krijgen. Maar goed ook, denk ik dan.

 

Veel kleine vragers vinden de prijzen daarentegen nog steeds te hoog, gezien de kwaliteit die ze ervoor terugkrijgen of het budget dat ze te besteden hebben.

 

En dat is uiteraard hun goed recht.

 

En wat vindt de overheid? Die vindt dat de toegevoegde waarde (productiviteit) van veel kleine ondernemers veel te laag is.

 

Waar blijkt dat uit?

 

En een overheid die graag veel ondernemers ziet, maar die ook vindt dat de productiviteit van kleine ondernemers sterk omhoog moet en die er bovendien belang bij heeft dat ook kleine klantjes zoveel mogelijk goed, maar tegen lage prijzen worden bediend, zou samenwerking tussen kleine dienstverleners daarom moeten stimuleren.

 

Liever niet, laat de overheid zich vooral op haar eigen kerntaken richten, en vooral op efficientieslagen daarin. De markt kan het prima af zonder de overheid. Als samenwerking de oplossing is, komt dat ook wel zonder overheidsbemoeienis.

 

En omdat de eerder genoemde branches diensten leveren die voor kleine ondernemingen van enorme waarde kunnen zijn, mits de kwaliteit ervan goed is, zou de overheid er mijns inziens ook goed aan doen om aan ondernemers in dergelijke branches bepaalde minimum kwaliteitseisen te stellen. Niets meer en niets minder. Gelukszoekers, gelegenheidsaanbieders en beunhazen die niets anders voor ogen hebben dan alleen hun eigen korte termijnbelang, wordt het hierdoor moeilijker gemaakt om de markt te verzieken. Ook zonder hen blijven er in de betreffende branches genoeg aanbieders over om zeker te weten dat de markt zijn werk blijft doen: luie concurrenten afstraffen en innovatieve belonen.

 

Ook hier: liever niet. Er zijn zat brancheorganisaties die certificering aanbieden, en daarmee al een kwalitieitsniveau aanbieden. Dus ook hier heeft de overheid wat mij betreft geen rol.

 

Met zijn opmerking: “Een werknemer die niet bij jou kan werken omdat jij niet durft te groeien gaat niet voor zichzelf beginnen, die gaat werken bij een ondernemer die dat groeipad wel met vertrouwen is ingeslagen.” miskent hij het feit dat onder de huidige omstandigheden te weinig ondernemers met vertrouwen dat groeipad inslaan. Dat zou je die ondernemers kunnen verwijten, maar je kan ook kijken inhoeverre ze wel degelijk een punt hebben en wat hier aan te doen is. Dat lijkt me voor alle betrokkenen per saldo het meest effectief.

 

Hoe zie je dat voor je? Door een door de overheid gefinancierd onderzoek?

 

Dan zijn opmerking: “Vervolgens worden de startersregelingen en -subsidies ten tonele gevoerd. Waarom dit een slechte zaak is wordt op geen enkele wijze beargumenteerd.” Beter lezen Ruben. Iedereen met Mavo C en jij dus ook weet dat subsidies voor slechts een deel van de aanbieders een vorm van concurrentievervalsing zijn. Ik vindt dat óf geen enkele ondernemer subsidie zou moeten krijgen, óf alle ondernemers evenveel.

 

Waarom? Je zou dan ook kunnen stellen dat elke ondernemer hetzelfde moet verdienen, en ik neem aan dat je dat toch ook niet wilt?

 

Subsidies worden in principe gegeven aan hen die aan de voorwaarden voldoen. Er zijn verschillende subsidies met verschillende voorwaarden die voor verschillende doelgroepen bedoeld zijn. Niets mis mee, lijkt me, ook al kom ik voor geen enkele subsidie in aanmerking.

 

Ik vrees echter dat velen zich toch hebben laten verleiden door de mooie woorden en subsidies van vertegenwoordigers van diverse overheidsinstanties. Ja inderdaad, van die types die zelf nooit en te nimmer ondernemer zullen worden.

 

Mogelijk, maar desondanks hebben ze toch zelf de verantwoordelijkheid voor hun eigen keuzes. Net als iemand die een te zware hypotheek afsluit net voor de huizenprijzen in elkaar donderen.

 

Ruben vervolgt met de opmerking: “In bepaalde branches is er wildgroei. Ja, dat klopt. Nou, en? Dat is nu eenmaal de dynamiek die met ons systeem van vrije marktwerking gepaard gaat. Die wildgroei wordt uiteindelijk gecultiveerd door de markt zelf. De ondernemers zullen op enig moment zelf beseffen dat het "zo niet langer gaat" en via zelfregulering, brancheorganisaties en soms met een heel klein beetje dwang van de overheid tot een beter bedrijfsmodel komen.” Volgens mij zeg ik precies hetzelfde als jij, namelijk: ondernemers pas je werkwijze aan, doe bijvoorbeeld iets op brancheorganisatieniveau en vraag om een beetje hulp van de overheid.

 

Geen hulp van de overheid wat mij betreft, zie boven.

 

Of de kosten van het werkgeverschap erdoor omlaag gaan interesseert me niet direct. Het gaat me erom dat de huidige verdeling van lusten en lasten tussen werkgevers en werknemers, kleine ondernemers ervan weerhoud om personeel aan te nemen, terwijl grote ondernemingen bepaalde soorten werk simpelweg kunnen outsoarcen naar apenlanden. Wie wordt hier in NL beter van? Niemand! Zo gek is het overigens niet wat ik zeg. In de VS vindt men bijvoorbeeld dat ziek zijn iets is wat je maar doet in je eigen tijd. En zo zijn er nog veel meer regelingen te noemen waardoor men in de VS veel sneller personeel aanneemt als de markt daar ruimte voor biedt. Maar goed, ik begrijp dat jij daar als niet-krantenlezer nog niet van op de hoogte bent.

 

Outsourcen doen grote (en ook middelgrote) bedrijven wereldwijd, niet alleen in NL. Wie daar beter van wordt? A) die 'apenlanden' (wat een kreet trouwens) die hun economie en welvaart zien groeien. B) de cijfers van de grote ondernemingen die dus meer belasting mogen betalen, danwel hun concurrentiepositie verbeteren.

 

De VS hebben inderdaad een flexibeler arbeidsmarkt, maar het is niet allemaal halleluja daar. De loyaliteit van werknemers daar naar hun bedrijf is ook een stuk minder. Logisch ook, als je zomaar ontslagen kunt worden.

r.i.p. Fred Wiersma | IN MEMORIAM

Link naar reactie
  • 0

'(Jantax:) Een overtuigend marketingverhaal mag dan niet in je marketingmix ontbreken.'

 

Met deze zin geef je perfect aan waar het jou aan noodzakelijke marketingkennis ontbreekt. En juist daarmee zet je voor mij de essentie van jouw column op scherp, zoals ik dat al eerder aangaf.

...

 

Hans, bedankt voor je reus en commentaar. Bovenstaande commentaar snap ik echter niet, al zal ik op marketinggebied ongetwijfeld nog heel veel kunnen leren.

 

Misschien ten overvloede: ik vind marketing niet een ander woord voor promotie, de marketingmix bestaat immers ook uit diverse andere P's. En marketing kan je weer opdelen in een strategische, tactische en operationele taken. Een marketingverhaal plaats ik onder de P van promotie. Met mijn betoog probeer ik aan te geven dat in markten waar sprake is van veel kleine aanbieders en veel kleine vragers met een klein budget, ik vind dat het meeste te bereiken is met andere P's. Zoals de P van Proces, waartoe ik samenwerken ook reken. Maar uiteraard blijft de invulling van de andere P's ook van groot belang.

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie
  • 0

Ruben: “Laat de markt maar zijn werk doen. Concurrentie is gezond en levert per saldo betere ondernemers af. Zelfs als een bepaalde markt door beunhazen, uitkeringstrekkers, kansarmen, invaliden, de islam en het Grote Gele Gevaar overspoelt wordt (ik ga maar even mee in het populistische Wilders toontje) en daarmee een flinke faillissementsgolf veroorzaakt bij de gevestigde orde is dat juist goed voor de economie. Tot op zekere hoogte dan. De economische schade is enorm, maar het scheidt wel het kaf van het koren en geeft nieuwe toetreders tot de markt een nieuwe kans om het beter te doen.” Ik: Ruben, deed jij niet iets in schuldsanering en faillissementen? Dan doe je de laatste tijd zeker goede zaken?!

In een verder prima discussie vind ik deze opmerking enigszins onder de gordel ...

 

Kom op zeg! Iemand die mij beschuldigt van een Wilders-toon, maar zelf de ene na de andere populistische kreet slaakt, krijgt van mij een tik op zijn neus. En die zit bij de meesten boven de gordel. ;) Verder kan het natuurlijk nooit kwaad om je (publiekelijk) af te vragen welk niet uitgesproken belang de verkondiger van een bepaalde boodschap heeft.

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie
  • 0

Kom op zeg! Iemand die mij beschuldigt van een Wilders-toon, maar zelf de ene na de andere populistische kreet slaakt, krijgt van mij een tik op zijn neus. En die zit bij de meesten boven de gordel. ;) Verder kan het natuurlijk nooit kwaad om je (publiekelijk) af te vragen welk niet uitgesproken belang de verkondiger van een bepaalde boodschap heeft.

 

Natuurlijk kun je je dat afvragen, maar zoals je het doet is dat niet een open vraag maar eerder nogal suggestief en aanvallend. In mijn optiek is dat geen 'fair play'.

 

Verder ga je dan nog niet in op wat hij zegt. Ben je het bijv eens met zijn 'kaf van koren scheiden' opmerking?

r.i.p. Fred Wiersma | IN MEMORIAM

Link naar reactie
  • 0
Misschien ten overvloede: ik vind marketing niet een ander woord voor promotie, de marketingmix bestaat immers ook uit diverse andere P's. En marketing kan je weer opdelen in een strategische, tactische en operationele taken. Een marketingverhaal plaats ik onder de P van promotie. Met mijn betoog probeer ik aan te geven dat in markten waar sprake is van veel kleine aanbieders en veel kleine vragers met een klein budget, ik vind dat het meeste te bereiken is met andere P's. Zoals de P van Proces, waartoe ik samenwerken ook reken. Maar uiteraard blijft de invulling van de andere P's ook van groot belang.

 

Dank voor je verduidelijking, ik heb je daar, vanuit mijn interpretatie van de context van je column, dan blijkbaar verkeerd begrepen.

 

Succès en groet,

 

Hans

Succes & Groet, 

Hans (J.H.) van den Bergh, MSc BEc

HL-Deelnemer en -Moderator I Innovatie Strateeg I Design Thinker Gediplomeerd Specialist Arbeidsrecht  

Bedrijfsidee? Toets het gratis: HIERMEE!

Link naar reactie
  • 1

Jan,

 

Een reus voor je reactie had ik je eergisteren al gegeven, niet voor de inhoud, wel voor het fanatieke tegengas. Later vandaag volgt mijn respons.

 

Bovenal wil ik benadrukken dat ik het niet eens ben met de door jou geponeerde stellingen. Ik wil daar graag online met je over in debat gaan. Of ik je een aardige kerel vind kan ik pas beoordelen als we een biertje hebben gedronken. Maar laten we het alsjeblieft netjes en beschaafd houden. Ik speel niet op de man, ik val alleen je stellingen aan. Of ik wel of niet goede zaken doe, staat helemaal niet ter discussie. Je kunt het niet eens zijn met mijn mening (dat maakt de discussie nou juist zo interessant) maar doe het niet af als gelul. Daarmee doe je jezelf tekort. Ik ben er namelijk van overtuigd dat jouw woordenschat veel groter is. Niet iedere uitkeringsgerechtigde is kansarm, en velen die een beroep moeten doen op inkomensondersteuning hebben daar jarenlang gewoon premies voor betaald.

 

Dat 'Wilders-toontje' doe je toch echt zelf. Jouw opmerking over "apenlanden" is er zo een. Tendentieus en ongegrond. In de top 200 van beste universiteiten staat de universiteit van Beijing op de 14-de plaats. De eerste Nederlandse universiteit, TU Eindhoven komen we pas tegen op plaats 65. In 2004 leverde China 2,4 miljoen academici af, in 2009 was dat aantal gestegen tot 7,5 miljoen, terwijl er nog eens 20 miljoen op de 2300 universiteiten in de collegezalen zaten te zwoegen. Tussen 2007 en 2008 is het onderwijsbudget van de Chinese overheid met 45% gestegen tot 8,11 miljard dollar. Het is dus niet alleen maar dom handwerk dat daar wordt uitgevoerd. Naar verwachting streeft het aantal universitair afgestudeerden in China rond 2020 de Verenigde Staten voorbij. In de volgende economische grootmacht in wording, India, is een zelfde ontwikkeling te zien. Bedenk goed dat deze landen nu pas een beetje warm beginnen te draaien...

 

Natuurlijk kun je publiekelijk afvragen of er een verborgen agenda is. Nou daar kan ik kort over zijn; die is er niet. Dat ik ondernemers help het aantal kleerscheuren die ze oplopen te beperken, doet niets af aan het gegeven dat door faillissementen ruimte ontstaat voor nieuwe initiatieven. Dit is een volkomen natuurlijk proces. De zwakke broeders haken af, en wie denkt het beter te kunnen staat op en neemt zijn plaats in. Zo is het net zo goed een gegeven dat sterfte overbevolking tegengaat. Maar als iemand in nood verkeert bij een ongeval of ziekte, doen we er wel alles aan om zijn leven te redden. En ja, de politie, brandweer en medisch personeel worden daar voor betaald. Dus welk punt dacht je nou precies te maken...?

Link naar reactie
  • 0

Ruben, allereerst een compliment voor je schrijfstijl. Die is zeker een reus waard. Anders dan jij geef ik echter pas een reus als ik het ook eens ben met de inhoud. En dat ben ik dus niet. ;D Want de inhoud van je eerste bijdrage wekt wel heel erg de indruk dat ik gesubsidieerde uitkeringstrekkers en beunhazen als grootste oorzaak van het vermeende inkomensprobleem van veel kleine zelfstandigen beschouw. En dat ik het uitschakelen van deze aanbieders via regelgeving als de meest aangewezen oplossing zie. Verder zou ik erop uit zijn om ondernemingen met achterhaalde businessmodellen met hulp van de overheid overeind te houden, op een manier die de klant ook nog eens extra geld kost.

 

Mocht dit de indruk zijn die mijn column wekt, laat ik dan hierbij duidelijk aangeven dat dit helemaal niet is wat ik beoog. Beperkte maar gerichte kwaliteitseisen stellen aan alle aanbieders doet menig markt meer goed dan slecht. Dat is alles wat ik beweer. Dat van die verzekerde inkomens, richttarieven, kartelvorming e.d. verzint Ruben er zelf bij (bepaalde woorden gebruiken en doorstrepen i.p.v. weer weghalen: briljant! ;D). Dat mag en zet de boel lekker op scherp, maar in feite is het net zo'n verdachtmaking als mijn opmerking dat Ruben bepaalde meningen ventileert omdat hij als insolventiespecialist belang heeft bij veel faillissementen. Die van mij ligt er alleen wél heel erg dubbel op (een linkse directe dus, althans in mijn ogen), in tegenstelling tot die listige van Ruben. Dus wie doet hier nu eigenlijk iets kwalijks onder de gordel? Hoe dan ook, ik vind het allemaal vrij vermakelijk en netjes verwoord, dus toegestaan.

 

Verder vind ik dat je misstanden in een markt beter kunt proberen te voorkomen dan wachten totdat de pleuris uitbreekt. Dus vind ik ook dat de overheid beter bestaande ondernemers kan stimuleren om gedrag te vertonen dat de kwaliteit van hun dienstverlening en de gezondheid van hun bedrijf ten goede komt, zonder dat het leidt tot onredelijke prijsstijgingen, dan een beleid te voeren waar enerzijds vooral marginaal presterende ondernemers van profiteren en dat anderzijds juist nadelig uitwerkt op kleine ondernemers met een zekere groeiambitie.

 

Overigens geef ik met mijn opmerkingen over de opschonende invloed van de economische recessie en de versobering van de zelfstandigenaftrek mijns inziens al duidelijk aan dat ook ik gezonde concurrentie en weinig tot geen financiële overheidssteun een zeer goede zaak vind. Dat heeft naar mijn idee te gelden voor elke ondernemer, dus ook voor tot "kansarmen" gebombardeerde uitkeringsgerechtigden. Want mijn stelling is: Als je er al niet in slaagt om als werknemer aan de bak te komen, in welk soort werk en via welk soort diensverband dan ook, wordt dan al helemaal geen ondernemer. Tenminste niet over de ruggen van mensen die genoeg discipline en trots hebben om niet hun hand op te houden, ook al hebben ze het zelf bepaald niet breed. Maar ter nuancering: ik vind het prima om mensen die al de nodige jaren hebben gewerkt en nog maar kort in de WW zitten, in staat te stellen om een kansrijk bedrijf te starten met 6 maanden doorbetaling van WW en korting van 70% van de winst op hun uitkering, of andersom.

 

Iedereen die zoals Ruben en Fred, blij is met nagenoeg geheel vrij werkende markten, ook al worden die soms verziekt door beunhazen en leidt die heel vrije werking soms tot enorme faillissementsgolven, zou ook blij moeten zijn met de opheffing van alle bestaande regelingen die een vrije arbeidsmarkt belemmeren. Zij zouden dus ook blij moeten zijn met opheffing van alle vakbonden en ondernemingsraden, het minimumloon, alle CAO's en de wetten die werkgevers verplichten om op hun kosten werknemers te verzekeren tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Op de arbeidsmarkt vormen werknemers immers het aanbod. Waarom moet de overheid volgens Ruben en Fred op deze markt wél ingrijpen, als ook dáár door een vrije marktwerking het kaf zo heerlijk van het koren wordt gescheiden, zoals zij zo graag zien?

 

Van mij mogen bovengenoemde regelingen blijven bestaan, maar moet het overtollige vet er vanaf gesneden worden en moeten vakbonden eens verder kijken dan hun eigen vergrijsde neus lang is. Niet om oudere en minder getalenteerde werknemers te pesten, maar omdat we met de BV Nederland anders op alle fronten uiteindelijk de strijd met andere landen zullen verliezen. Landen zoals China en India. En ook al zijn dit landen met een inmiddels zeer indrukwekkende staat van dienst op het gebied van wetenschap en productie, vanuit Nederlands/West-Europees perspectief zijn ook deze landen op veel fronten nog te beschouwen als "apenlanden". Vooral daar waar het gaat om de rechten van werknemers en kleine bedrijven, en om zaken als het milieu en arbeidsomstandigheden. Dat is volgens mij ook precies waar de benaming "apenland" op slaat. Mijn excuses mocht dit niet zo zijn.

 

Zo, en nu ga ik sporten.

 

 

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie
  • 0

Iedereen die zoals Ruben en Fred, blij is met nagenoeg geheel vrij werkende markten, ook al worden die soms verziekt door beunhazen en leidt die heel vrije werking soms tot enorme faillissementsgolven, zou ook blij moeten zijn met de opheffing van alle bestaande regelingen die een vrije arbeidsmarkt belemmeren. Zij zouden dus ook blij moeten zijn met opheffing van alle vakbonden en ondernemingsraden, het minimumloon, alle CAO's en de wetten die werkgevers verplichten om op hun kosten werknemers te verzekeren tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Op de arbeidsmarkt vormen werknemers immers het aanbod. Waarom moet de overheid volgens Ruben en Fred op deze markt wél ingrijpen, als ook dáár door een vrije marktwerking het kaf zo heerlijk van het koren wordt gescheiden, zoals zij zo graag zien?

 

Even wat nuanceringen. Veel wettelijke regelingen heeft de overheid niet uitsluiten zelf bedacht, en/of voor de lol, maar zijn er gekomen als antwoord op een maatschappelijke behoefte. Dus ook vanuit werkgevers en werknemers.

 

We zijn als Nederlanders erg gehecht aan doodregelen, dat is een onderdeel van onze cultuur. Ik maak mij geen illusies dat ik die cultuur ga veranderen.

 

Los daarvan ben ik zeker voorstander van de markt zoveel mogelijk haar werk laten doen. En dat houdt ook in: geen protectionisme. Zowel op microniveau (concurrenten toetreden belemmeren middels nutteloze certificeringen die wel verplicht zijn, opheffen kartels en monopolies (zoals bijv notarissen)) als op macro niveau (importheffingen op EU niveau om 'onze' landbouw te beschermen).

 

Ik snap overigens niet hoe jij zo goed weet waar ik blij mee ben. Die stelligheid is misplaatst en verhinderd nuancering.

r.i.p. Fred Wiersma | IN MEMORIAM

Link naar reactie
  • 0

...

Ik snap overigens niet hoe jij zo goed weet waar ik blij mee ben. Die stelligheid is misplaatst en verhinderd nuancering.

 

Oh, dit begreep ik anders uit jouw onderstaande quote:

Quote:

Ruben vervolgt met de opmerking: “In bepaalde branches is er wildgroei. Ja, dat klopt. Nou, en? Dat is nu eenmaal de dynamiek die met ons systeem van vrije marktwerking gepaard gaat. Die wildgroei wordt uiteindelijk gecultiveerd door de markt zelf. De ondernemers zullen op enig moment zelf beseffen dat het "zo niet langer gaat" en via zelfregulering, brancheorganisaties en soms met een heel klein beetje dwang van de overheid tot een beter bedrijfsmodel komen.” Volgens mij zeg ik precies hetzelfde als jij, namelijk: ondernemers pas je werkwijze aan, doe bijvoorbeeld iets op brancheorganisatieniveau en vraag om een beetje hulp van de overheid.

 

 

 

Geen hulp van de overheid wat mij betreft, zie boven.

Douwes Fiscale Diensten: Meester in Fiscaal Maatwerk www.douwesfiscalediensten.nl

Link naar reactie
Gast
Dit topic is nu gesloten voor nieuwe reacties.
Hide Sidebar
  • Wie is er online?
    7 leden, 267 Gasten

  • Breng jouw businessplan naar een higher level!

    Op dit forum worden alle onderwerpen m.b.t. ondernemerschap besproken.

    • Stel jouw ondernemersvragen
    • Antwoorden/oplossingen van collega ondernemers
    • > 80.000 geregistreerde leden
    • > 100.000 bezoekers per maand
    • 24/7 bereikbaar / binnen < 6 uur antwoord
    •  Altijd gratis

  • Ook interessant:

    Ook interessant:

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.