• 0

Investeringsaftrek & kosten - in welk jaar (betaling / levering) toepassen?

Hoi Allemaal,

 

Ik ben voornemens om te gaan investeren in een hybride personenwagen (Prius / Auris) met 14% bijtelling.

Deze zuinige auto komt in aanmerking voor de kleinschaligheid aftrek waardoor ik tot 28% van de omzet kan aftrekken.

 

Nu zit ik met de volgende vraag : als ik auto dit jaar 2010 koop EN betaal (de kosten zijn dus dit jaar al gemaakt) maar de levering geschied begin 2011.

 

Kan ik de (willekeurige afschrijvings-) kosten dit jaar al boeken teneinde de belastingdruk omlaag te brengen? En de eerdergenoemde kleinschaligheid aftrek ook toepassen in 2010? Geldt het betalingsmoment of het ontvangstmoment van het produkt?

 

Ik hoop dat jullie me iets verder kunnen helpen.

 

Vriendelijke Groeten

Link naar reactie

Aanbevolen berichten

  • 0

Alsjeblieft laat iemand het nu eens duidelijk, volledig en correct vertellen, ik wordt gek van alle tegenstrijdige verhalen!

 

Er is niets tegenstrijdig aan de gegeven info. Robbie1 vroeg naar de regels van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)

Jij geeft een citaat over de VAMIL. Dat zijn twee naast elkaar bestaande regelingen die ieder hun eigen uitwerking hebben.

 

En ja! Voor de VAMIL moet het gaan om een nieuw aangeschaft bedrijfsmiddel.

 

Robbie1 kan de VAMIL dus niet toepassen, omdat de auto gebruikt is. Maar dus wel de KIA.

 

groet

Joost

 

Joost,

Ah, ok, zo zit dat dus!

 

En in één keer afschrijven met Vamil kan dat wel of niet? ik lees soms 2 x 50% en soms 1 x 100% (minus restwaarde).

 

 

Link naar reactie
  • 0

hoi broserve

 

De Vamil kent een eigen regeling qua afschrijving. Je mag die dan vrij toepassen waarbij het belangrijk is dat je let op je winst. Via de Vamil kun je alles ineens afschrijven, maar als je daardoor aan het afschrijven bent in de 33,5% schijf, heeft het vaak weinig zin, zeker als je een jaar later belasting betaalt in de 42% schijf.

 

Vrij afschrijven betekent dus ook dat je zelf kunt vaststellen hoeveel je afschrijft in een jaar. Kijk eens of je daarmee de winst kunt verlagen naar de rand van de 42% IB of 52% IB.

 

groet

Joost

DenariusAdvies: Tax | M&A | Legal

Link naar reactie
  • 0

Aha, ok, maar dat is een kwestie van rekenen, dus dat moet mijn boekhouder dan even bekijken.

 

Is er verder voor een ib-ondernemer nog een eis voor wat betreft het minimale gebruik van een auto van de zaak? ik hoor wel eens 50/50, maar kan hier op internet niets over vinden.

 

Joost, bedankt weer!

Link naar reactie
  • 0

In principe is een auto die voor meer dan 90% zakelijk gebruikt wordt verplicht zakelijk vermogen. Zit je daar onder, dan is de auto keuzevermogen, dus dan kan de ondernemer zelf bepalen of hij de auto (voor de IB dus, daar gaat je vraag over) zakelijk of privé wil aanmerken.

De grens 50/50 die je blijkbaar gehoord hebt klopt niet.

 

Groeten,

 

Louis

www.visservaneck.nl.

Link naar reactie
  • 0

Ik kan dus als ib ondernemer een auto die nauwelijks zakelijk gebruikt gaat worden (wel met reclame er op en af en toe een ritje in de directe omgeving) gewoon geheel zakelijk opgeven, afschrijven, alle autokosten aftrekken en volle bijtelling (14%) betalen.

 

Dan kan er niet achteraf gezeurd worden door de Belasting dienst dat ik niet genoeg zakelijk gereden heb?

 

 

Link naar reactie
  • 0

Joost, ziet die oude jurisprudentie niet op de omgekeerde situatie, namelijk de grens voor verplicht ondernemingsvermogen?

In HR 14 maart 2001 werd die grens gesteld op 1.000 km, gelet op de rechtsoverweging zou ik die grens nu op 500 km leggen - wat de belastingdienst kennelijk ook doet. Dan blijft de vraag of je die grens ook aan de andere kant zo moet trekken, of dat daar andere criteria voor gelden.

Het meest gegeven antwoord op fiscale vragen: "Dat is afhankelijk van de feiten en omstandigheden".

Link naar reactie
  • 0

goed punt. Ik las die uitspraak net en merk nu dat ik al 10 jaar rondloop met het idee dat mijn stelling klopte. :-[

 

Overigens is jouw stelling t.a.v. de 500 km nog nooit bevestigd, behalve voor taxi's en lesauto's: Stas 24 januari 2006: 2005/3134 BNB 2006/143

 

@broserve: 500 km zoals Ronaldinho aangeeft is dus van toepassing. Excuses voor de verwarring

DenariusAdvies: Tax | M&A | Legal

Link naar reactie
  • 0

Even een kleine opmerking bij het verhaal van Patje.

Op het moment dat je starter bent en voldoet aan het urencriterium mag je zoals bekend is willekeurig afschrijven.

Alle overige regelingen op het gebied van versnelde afschrijvingen, zoals de Tijdelijke Regeling Willekeurige Afschrijvingen en VAMIL zijn dan niet meer belangrijk.

Je hebt al wat je wilt namelijk volledige willekeur in afschrijvingen. Klaar.

Link naar reactie
  • 0

Even een reactie op de ondergrens van het zakelijk gebruik van de auto.

Deze lag tot voor kort op 10% van de gereden kilometers!!!!!!!

Wanneer een auto voor méér dan 90% privé wordt gebruikt is het verplicht privé-vermogen.

 

Zie dit linkje. Is nog een vrij recent artikel.

http://www.accountancynieuws.nl/actueel/fiscaliteit/de-auto-van-de-ib-ondernemer-prive-vermogen-of.95851.lynkx

 

De link van Ronaldinho is interessant. DIt verhaal had ik nog niet eerder gezien en is volgens mij nieuw.

De belastingdienst is in dit verhaal maatgevend lijkt mij. Dus we houden deze grens van 500 km. maar aan.

 

 

Link naar reactie
  • 1

 

Deze ligt op 10% van de gereden kilometers!!!!!!! (dus niet 500 km, of 1000 km)

Wanneer een auto voor méér dan 90% privé wordt gebruikt is het verplicht privé-vermogen.

 

Dag APK

 

In reactie op de vraag van broserve klopt je antwoord uiteraard. Het topic was alleen een beetje vervuild door de andere grenzen erbij te halen. ter info voor eenieder:

 

<500 km privé = verplicht ondernemingsvermogen

>500 km privé = keuzevermogen

>90% privé = verplicht privé vermogen

 

groet

Joost

 

DenariusAdvies: Tax | M&A | Legal

Link naar reactie
  • 0

Joost, je bent snel zeg. Ik had mijn berichtje al weer een beetje veranderd.

Ik had het linkje van Ronaldinho nog even goed bekeken.

Zoals gezegd lijkt het erop dat de belastingdienst niet meer de ondergrens bij 10% van het gebruik legt maar bij 500km.

Zelfs de accountants van "accountancynieuws" hadden dit nog niet meegekregen.

 

Link naar reactie
  • 0

<500 km privé = verplicht ondernemingsvermogen

>500 km privé = keuzevermogen

>90% privé = verplicht privé vermogen

 

Even over het bovenstaande. Hoe moet je dit dan aantonen? Je hoeft toch geen ritten administratie bij te houden als je er voor kiest om de auto onder het ondernemingsvermogen te laten vallen? Ik betaal gewoon die 14% bijtelling (+12% BTW)

 

Ik weet wel dat het nodig is als je onder de 500 km blijft en zo onder je bijtelling uitkomt.

Link naar reactie
  • 0

Op welke wijze moet je KIA en versnelde investeringsaftrek berekenen?

 

Voorbeeld investering (aangegane verplichting) in 2010 aankoopbedrag ex BTW = 30.000

Hoeveel mag je aftrekken? (er van uitgaand dat je KIA en versnelde afschrijving beide mag toepassen)

a) KIA = 28% * 30000 = 8400 aftrek --> versnelde investeringsaftrek 50% in jaar 2010 = 30.000-8.400 = 21600 * 50%= 10.800 aftrek. Totale aftrek in 2010 = 8400+ 10800

 

of

 

b) KIA = 28% * 30000 = 8400. Plus versnelde investeringsaftrek 50% in jaar 2010 = 30.000 * 50% = 15.000 --> totale aftrek in 2010 = 8400 + 15.000

 

of nog anders?

 

Link naar reactie
  • 0

Ik heb voor een client van mij de willekeurige afschrijving toegepast in 2010. Hij heeft een Polo Emotion aangeschaft in 2010, die geleverd is begin 2011. Echter contract is gesloten en ondertekend in 2010.

 

Hij heeft een boekenonderzoek gehad een maand geleden en nu claimt de belastingcontroleur dat de willekeurige afschrijving ten onrechte is toegepast omdat er geen aanbetaling 2010 is gedaan. De regels voor de willekeurige afschrijving zoals eerder uitgelegd (starter, verplichting in 2010, lage Co2 uitstoot) rept met geen woord over een aanbetaling: dit kunnen ze dan toch niet zomaar afkeuren toch?

Link naar reactie
  • 0

Ben ondertussen nog wat gaan nazoeken en het klopt dat er inderdaad een betalingscriterium bestaat. Je kan dus niet zondermeer de willekeurige afschrijving toepassen. Onderstaand een korte uitleg van de regeling en voorwaarden. De site van belastingdienst schiet op dit punt ernstig tekort!

 

1. Reikwijdte

 

 

2. Verplichtingen en voortbrengingskosten

 

2.1. Inleiding

2.2. Jurisprudentie

2.3. Startende ondernemers

 

 

3. Betalingscriterium

 

3.1. Inleiding

3.2. Betalen of voortbrengen

3.3. Uitzonderingen betalingscriterium

3.4. Gevolgen betalingscriterium

3.5. Startende ondernemers

 

 

 

 

 

 

1. Reikwijdte

Als hoofdregel geldt dat de willekeurige afschrijving aanvangt in het investeringsjaar. Dat is het jaar waarin de verplichting ter zake van de aanschaf of verbetering van een bedrijfsmiddel zoals bedoeld in art. 3.31, 3.32 (vervallen met ingang van 1 januari 2005), 3.33 (vervallen met ingang van 1 juli 2007), en 3.34 wordt aangegaan, of het jaar waarin voortbrengingskosten betreffende het bedrijfsmiddel zijn gemaakt.

 

Is het bewuste bedrijfsmiddel bij het einde van het jaar nog niet in gebruik genomen, dan kan het bedrag van de willekeurige afschrijving niet meer bedragen dan in verband met de aangegane verplichting is betaald of aan voortbrengingskosten is gemaakt. In art. 3.43 en 3.44 zijn in het kader van de investeringsaftrek soortgelijke regelingen opgenomen. De resterende afschrijvingsgrondslag wordt doorgeschoven naar volgende kalenderjaren voor zover betalingen plaatsvinden. Op het moment dat het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen kan het volledige willekeurige afschrijvingspotentieel worden benut.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Verplichtingen en voortbrengingskosten

2.1. Inleiding

De verplichtingen die met de verwerving of verbetering van een bedrijfsmiddel worden aangegaan bestaan uit de aanschaffingskosten of de kosten van verbetering voor zover ten aanzien van het bedrijfsmiddel jegens derden verplichtingen zijn aangegaan. Het belang van het verplichtingencriterium blijkt niet alleen uit art. 3.35 doch ook uit art. 3.36 (art. 2 Uitv.reg. WA). Dit artikel gaat over de (aanvang) van de meldingstermijn voor milieu-bedrijfsmiddelen. Voor een nadere duiding van het begrip 'verplichtingen' verwijs ik naar het commentaar op art. 3.43.

 

In het geval het bedrijfsmiddel door belastingplichtige zelf is vervaardigd, wordt gesproken van voortbrengingskosten. Het leerstuk van de aanschaffings- of voortbrengingskosten verschilt niet van die van de reguliere afschrijving op bedrijfsmiddelen. Ik verwijs daarom naar het commentaar op art. 3.30.

 

2.2. Jurisprudentie

 

Reeds in HR 15 april 1959, nr. 13.915, BNB 1959/235, is uitgemaakt, dat onder het aangaan van een verplichting tot de aanschaf of de verbetering van een bedrijfsmiddel dient te worden verstaan een overeenkomst waarbij de ondernemer tegenover de bedongen levering een verplichting tot betaling en daarmee een commercieel risico aanvaardt. Enerzijds is derhalve van belang dat een obligatoire overeenkomst wordt gesloten en anderzijds dat een betalingsverplichting ontstaat.

 

Hof Arnhem heeft dit nader omschreven als het moment waarop een belanghebbende – behoudens bijzondere omstandigheden die buiten haar macht liggen – daarop niet meer terug kan komen (Hof Arnhem 17 januari 1991, nr. 1131/1989, FED 1992/263).

 

Ook in het geval dat een verplichting geheel of gedeeltelijk kan worden geannuleerd, wil dat niet zeggen dat geen verplichting is ontstaan. Op het moment van het sluiten van het contract is de belanghebbende wel degelijk aan de overeenkomst gebonden (Hof Arnhem 20 januari 1992, nr. 2587/1990 1248, V-N 1992, p. 1248).

 

Naast de verplichting uit de obligatoire overeenkomst kunnen ook andere verplichtingen ontstaan die met de obligatoire overeenkomst samenhangen, maar niet rechtstreeks daaruit voortvloeien. Daarbij kan worden gedacht aan overdrachtsbelasting bij een onroerendezaaktransactie (HR 18 november 1981, nr. 20.845, BNB 1982/8), registratie- en notariskosten (HR 12 juni 1996, nr. 31.276, BNB 1996/252) en niet-verrekenbare omzetbelasting (HR 18 oktober 1972, nr. 16.681, BNB 1972/252).

 

2.3. Startende ondernemers

 

In het besluit van 7 december 2005, nr. CPP2005/1402M, onderdeel 2, NTFR 2005/1646, wordt een uitzondering op het voorgaande behandeld. De staatssecretaris keurt daarin goed dat startende ondernemers onder omstandigheden willekeurig mogen afschrijven, ook indien geen sprake is van het aangaan van verplichtingen. Ook het vereiste dat sprake moet zijn van een milieu-bedrijfsmiddel geldt in dit geval niet.

 

Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als een startende ondernemer vermogensbestanddelen inbrengt vanuit zijn privévermogen. In een dergelijke situatie is geen sprake van het aangaan van een verplichting. De staatssecretaris stelt wel als voorwaarde dat op het vermogensbestanddeel kan worden afgeschreven op basis van art. 3.30, lid 1. Er moet dus wel sprake zijn van een bedrijfsmiddel. De willekeurige afschrijving kan – met inachtneming van art. 3.34, lid 2 en art. 7 tot en met 12 Uitv.reg. WA – plaatsvinden op het moment dat het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen. Op grond van deze bepalingen is het maximale bedrag waarover willekeurig kan worden afgeschreven het maximale bedrag waarover op basis van art. 3.41 investeringsaftrek kan worden geclaimd (zie art. 8 Uitv.reg. WA). Als voor een bedrijfsmiddel reeds op een andere grond willekeurig kan worden afgeschreven – bijvoorbeeld in het geval van een milieu-bedrijfsmiddel – dan is deze specifieke begrenzing voor startende ondernemers niet van toepassing.

 

Een belastingplichtige kan een verzoek om toepassing tot willekeurige afschrijving indienen tot het moment dat de aanslag onherroepelijk is vastgesteld. De goedkeuring van de staatssecretaris geldt voor alle situaties waarin geen sprake is van het aangaan van verplichtingen, maar echter niet voor situaties waarin bedrijfsmiddelen zijn verkregen van een vennootschap waarvan de belanghebbende voor ten minste een derde gedeelte van het nominaal gestorte kapitaal onmiddellijk of middellijk aandeelhouder is of in de loop van de laatste vijf jaren is geweest.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Betalingscriterium

3.1. Inleiding

Het betalingscriterium is opgenomen om oneigenlijk gebruik van de willekeurige afschrijvingsfaciliteit te voorkomen. Het betalingscriterium is van toepassing in de periode dat een bedrijfsmiddel nog niet in de onderneming in gebruik is genomen. Omdat willekeurige afschrijving, in tegenstelling tot gewone afschrijving, reeds mogelijk is bij het aangaan van een verplichting – bijvoorbeeld de bestelling van een bedrijfsmiddel – zou het belastingplichtigen kunnen verleiden om tegen het einde van het (boek)jaar 'fake contracten' af te sluiten met als (enige) doel hun belastbaar inkomen te manipuleren. Reeds tijdens de parlementaire behandeling van de Wet IB 1964 is daarom voorgesteld om de hoogte van de willekeurige afschrijving te koppelen aan het bedrag dat daadwerkelijk in verband met de aanschaffing van het bedrijfsmiddel in het desbetreffende jaar is betaald (het betalingscriterium). Voor een nadere duiding van het betalingscriterium verwijs ik naar het commentaar op art. 3.44.

 

3.2. Betalen of voortbrengen

3.2.1. Begrip 'betalen'

 

In beginsel is de willekeurige afschrijving bij nog niet in gebruik genomen bedrijfsmiddelen begrensd door het bedrag dat ten aanzien van die verplichting is betaald of aan voortbrengingskosten is gemaakt. Wat moet in dit kader onder 'betaald' of 'voortbrengen' worden verstaan? Het is duidelijk dat daaronder in elk geval een betaling van een geldsom moet worden verstaan. Gilissen is van mening dat het begrip 'betalen' moet worden opgevat zoals dat gangbaar is in het civiele recht. Dat houdt dus in dat naast het betalen van een geldsom onder 'betalen' bijvoorbeeld ook zou moeten worden verstaan een overdracht van handelsgoederen, voorraden, deelnemings(aandelen), rekening-courantvorderingen of het verrichten van bepaalde diensten. Daarnaast zou ook de verrekening van vorderingen onder het begrip 'betalen' moeten vallen. Hoewel het artikel van Gilissen is geschreven voor de Wet IB 1964, geldt de strekking ervan ook voor art. 3.35. Naar mijn mening moet uit de betaling wel duidelijk naar voren komen dat het een betaling betreft die betrekking heeft op het bedrijfsmiddel waarop willekeurig kan worden afgeschreven.

 

3.2.2. Begrip 'voortbrengen'

 

Wat de voortbrengingskosten betreft wordt de eis gesteld dat de kosten moeten zijn gemaakt. Er wordt echter niet specifiek de eis gesteld dat de kosten moeten zijn betaald. Dit onderscheid wordt naar mijn mening terecht gemaakt. Voortbrengingskosten bevatten vaak kosten die op een later tijdstip worden betaald dan wel indirecte kosten (bijvoorbeeld overheadkosten, inkoopkosten, elektriciteitskosten, beveiligingskosten, enz.), die niet rechtstreeks aan het voort te brengen bedrijfsmiddel kunnen worden toegerekend. Het betalingscriterium komt bij het maken van de voortbrengingskosten wel aan de orde als er voor het voort te brengen bedrijfsmiddel specifieke verplichtingen jegens derden worden aangegaan.

 

3.2.3. Jurisprudentie

 

Jurisprudentie waarin het betalingscriterium een rol speelt, is schaars. Een geval waarin het betalingscriterium prominent aan de orde was betrof een uitspraak van Hof Arnhem. De casus is als volgt:

 

Belanghebbende heeft in december 1976 een overeenkomst met een aannemer gesloten over de bouw van een nieuw onderkomen. Onderdeel van de overeenkomst is een betalingsregeling met betrekking tot de bouwsom. De eerste betaling staat gepland in 1977. De adviseur van belanghebbende geeft aan dat op grond van deze betalingsregeling geen recht bestaat op willekeurige afschrijving in 1976, omdat niet wordt voldaan aan het betalingscriterium van art. 10, lid 3, Wet IB 1964 (tekst 1976). Belanghebbende heeft daarop contact opgenomen met de aannemer en heeft als gevolg daarvan in december 1976 een bedrag ad f 300.000 betaald. De aannemer heeft in januari 1977 daarvoor een factuur gezonden. De inspecteur vond dat er sprake was van een onverschuldigde betaling, dan wel sprake was van een depotstorting. Verder was de inspecteur van mening dat er sprake was van een ongeoorloofde verijdeling van belastingheffing. Hof Arnhem stelde echter belanghebbende in het gelijk. Het hof oordeelde dat het aannemelijk was dat nog in 1976 de overeenkomst (betalingsregeling) mondeling is aangepast, waardoor de eerste betaling in 1976 is verricht. Er is volgens het hof geen sprake van een ongeoorloofde verijdeling van belastingheffing. Op de in 1976 verrichte betaling kan dan ook willekeurig worden afgeschreven (Hof Arnhem 15 juni 1983, nr. 2093/1981, BNB 1985/7).

 

3.3. Uitzonderingen betalingscriterium

 

Er zijn twee uitzonderingen waarop het betalingscriterium niet van toepassing is:

 

1. na ingebruikname van het bedrijfsmiddel;

2. bij het maken van voortbrengingskosten.

 

Ad 1

Door de eerste uitzondering kan direct willekeurig worden afgeschreven zodra het bedrijfsmiddel binnen de onderneming in gebruik is genomen. Ingevolge HR 27 augustus 1997, nr. 32.312, BNB 1998/77, valt het tijdstip van ingebruikneming van een bedrijfsmiddel samen met dat waarop het bedrijfsmiddel, nadat het in het vermogen van de onderneming is opgenomen, het beoogde nut voor de onderneming gaat afwerpen.

Ad 2

Bij de tweede uitzondering komt het betalingscriterium slechts om de hoek kijken, indien in verband met de vervaardiging van het bedrijfsmiddel in eigen productie onderdelen van derden worden aangetrokken waarvoor (wel) verplichtingen worden aangegaan.

 

3.4. Gevolgen betalingscriterium

 

Als de willekeurige afschrijving in een bepaald jaar op grond van het betalingscriterium is afgetopt, kan het niet-afgeschreven bedrag in een volgend jaar willekeurig worden afgeschreven. Ook in dat latere jaar zal aan het betalingscriterium worden getoetst. Als het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen, vervalt het betalingscriterium en kan altijd willekeurig worden afgeschreven.

 

3.5. Startende ondernemers

 

Voor startende ondernemers geldt naast het betalingscriterium ook nog de grens van het maximaal willekeurig af te schrijven bedrag, namelijk het maximale bedrag waarover investeringsaftrek kan worden geclaimd. Ik verwijs hiervoor naar aantekening 2.3 van dit commentaar.

 

 

 

Link naar reactie
  • 0

Logica is een relatief begrip Brood. Deze discussie is reeds gevoerd op pag 1: de randvoorwaarden van de belastingdienst doen vermoeden dat alleen investeringsverplichting voldoende is om van de maatregel; gebruik te maken, een zgn crisismaatregel. De informatievoorziening op de site van de belastingdienst is gewoon niet compleet en zelfs hun eigen belastinginspecteur had het in eerste instantie geaccordeerd in het geval van mijn client.

 

Ik heb zwart op wit dat de maatregel correct is toegepast: mogen ze daar nu dan weer op terug komen? Ik vind het zo onprofessioneel staan naar mn client toe dat er nu een correctie moet plaats vinden.

Link naar reactie
  • 0

Ik mag toch aannemen dat je als adviseur die een client bijstaat iets verder kijkt dan alleen de site van de belastingdienst?

 

Je geeft aan een schriftelijk akkoord van de fiscus te hebben. Wellicht is daarmee sprake van opgewekt vertrouwen.

Het meest gegeven antwoord op fiscale vragen: "Dat is afhankelijk van de feiten en omstandigheden".

Link naar reactie
  • 0

Ik heb uiteraard ook nog verder gelezen en gezocht, maar ben de term betalingscriterium niet tegengekomen tot ik er gericht op ging zoeken. De belastingdienst moet m.i. een betrouwbare volledige bron zijn, daar kunnen we het denk ik wel over eens zijn.

Link naar reactie
Gast
Dit topic is nu gesloten voor nieuwe reacties.
Hide Sidebar
  • Wil je onze Nieuwsflits ontvangen?
    Deze verzenden we elk kwartaal.

  • Wie is er online?
    2 leden, 111 Gasten

  • Breng jouw businessplan naar een higher level!

    Op dit forum worden alle onderwerpen m.b.t. ondernemerschap besproken.

    • Stel jouw ondernemersvragen
    • Antwoorden/oplossingen van collega ondernemers
    • > 75.000 geregistreerde leden
    • > 100.000 bezoekers per maand
    • 24/7 bereikbaar / binnen < 6 uur antwoord
    •  Altijd gratis

  • Ook interessant:

    Ook interessant:

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.