Ga naar inhoud

Caroline Malmberg

Senior
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door Caroline Malmberg

  1. Het is een beetje ongebruikelijk (maar dat zijn de tijden ook nu het niet zo gemakkelijk is om bankfinanciering te krijgen): zouden jouw klanten niet zelf de materialen - via jou - willen/kunnen aanschaffen? Bijvoorbeeld: jij bestelt op hun naam, zij betalen en na betaling levert de leverancier (1) aan jou of (2) rechtstreeks aan de klant. In het eerste geval is het (voor jouw klanten) verstandig contractueel vast te leggen dat de materialen eigendom van de klant zijn en er voor te zorgen dat dat ook blijkt (bijv. door een sticker op de verpakking).
  2. Dat zijn wel aanzienlijke bedragen: is het dan niet beter klanten te vragen een voorschot te betalen? En welke betalingstermijn wordt er met klanten overeengekomen?
  3. Als je weet dat de betrokken B.V. activa heeft of vorderingen op derden (denk ook aan de bankrekening), kan je nog overwegen daarop beslag te leggen. Houd er wel rekening mee dat, indien er nog geen juridische procedure loopt, bij het leggen van beslag binnen een door de rechter te bepalen termijn (van ten minste 8 dagen) een procedure moet worden gestart.
  4. Ter aanvulling: de Verenigde Staten stappen over naar een "first to file system" met ingang van 16 maart 2013. Zie de volgende links: http://www.uspto.gov/news/pr/2012/12-44.jsp http://en.wikipedia.org/wiki/First_to_file_and_first_to_invent
  5. Beste StereoBart, "Bad Leaver/Good Leaver" bepalingen komen - ook in Nederlandse verhoudingen - regelmatig voor bij het opzetten van een startup of in geval van een management buy-out, vooral wanneer door derden (bijv. private equity investeerders) in de onderneming wordt geïnvesteerd. Volgens die bepalingen ontvangt een "Bad Leaver" (bijv. iemand die vertrekt als gevolg van een ontslag op staande voet) een lagere prijs voor de aandelen dan een "Good Leaver" (bijv. iemand die niet meer beschikbaar is wegens arbeidsongeschiktheid). Je ziet in de praktijk dat juristen in dat soort bepalingen de vaststelling van de voor de aandelen te betalen prijs op verschillende manieren vormgeven: ook een artikel dat bepaalt dat een "Bad Leaver" slechts de nominale waarde van de aandelen ontvangt heb ik wel eens gezien. Vanuit juridisch perspectief is dat mijns insziens geen probleem: je kan het zien als een soort boete voor slecht of ongewenst gedrag. Daarom ben ik dus ook benieuwd naar het antwoord op jouw fiscale vraag. :) Groet, Caroline Malmberg
  6. Beste Johan, Je schrijft: Het is niet waarschijnlijk dat de webshop gaat lopen zonder investeringen in marketing en een derde die de BV of de webshop wil kopen hebben jullie ook nog niet gevonden. Het komt er op neer dat jullie, als jij geen marketing inspanningen gaat verrichten, op dit moment eigenlijk niets hebben. Als de crowdfinanciers hun vordering opeisen, is het bovendien mogelijk dat de BV failliet gaat. Zijn jij en je partner allebei ook bestuurder van de BV? Dan moet je er rekening mee houden dat een curator kan beslissen de bestuurders van de BV aansprakelijk te stellen voor het tekort in de boedel (bijv. indien de jaarrekeningen van de BV te laat zijn gedeponeerd). Een en ander betekent dat ook jouw partner zijn knopen moet tellen. Als het lastig is de omzet in te schatten en dus ook om de waarde van de BV te bepalen, zouden jullie de volgende oplossing kunnen overwegen. Jouw partner draagt zijn aandelen aan jou over maar – ervan uitgaande dat er de eerste jaren geen of weinig winst zal zijn als gevolg van marketingkosten, salarislasten en de terugbetaling van de crowdfinanciering – jullie spreken daarbij af: - dat de koopsom in drie of vier jaarlijkse termijnen wordt voldaan en dat de eerste termijn pas verschuldigd wordt over bijvoorbeeld drie jaar (of als dat eerder is: terugbetaling vanaf het jaar dat de BV winst maakt); - en als de webshop onverhoopt niet of onvoldoende succesvol is, dat hetzij de koopsom wordt verminderd hetzij de aandelen door jou teruggeleverd kunnen worden. Het is hierbij ook verstandig om, voor het geval de BV de komende maanden failliet zou gaan en bestuurdersaansprakelijkheid een reëel risico is, er voor te zorgen dat jouw partner als mede-bestuurder zijn aansprakelijkheid niet ontloopt (bijvoorbeeld doordat door hem een vrijwaring wordt gegeven die gedurende een bepaalde periode na de transactie geldt; omdat jij het roer in handen krijgt is natuurlijk wel redelijk dat die aansprakelijkheid na een zekere periode eindigt). Groet, Caroline
  7. Een echtgenoot of geregistreerd partner die een overeenkomst sluit die ertoe strekt dat hij/zij zich als borg verbindt, heeft daarvoor in principe de toestemming nodig van de andere echtgenoot/partner (art. 1:88 BW). Hierop bestaan twee uitzonderingen: - overeenkomsten die zijn aangegaan in de normale uitoefening van het beroep of bedrijf van de echtgenoot die de overeenkomst aangaat (art. 1:88 lid 1 onder c BW); - overeenkomsten die zijn aangegaan door een bestuurder van een N.V. of B.V., die daarvan alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen houdt en mits het aangaan van deze overeenkomst geschiedt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van die vennootschap (art. 1:88 lid 5 BW). De aanname van je ex-(levens)partner kan dus juist zijn als er ten tijde van het aangaan van de borgtocht sprake was van een geregistreerd partnerschap en de uitzonderingen niet van toepassing zijn. Over deze uitzonderingen is overigens veel geprocedeerd: er is meer informatie nodig om te beoordelen of deze uitzonderingen in dit geval van toepassing (kunnen) zijn (niet ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening werd bijvoorbeeld geoordeeld: het tekenen van wissels voor aval en het verlenen van een borgtocht voor een in een achtergestelde lening omgezette - onverhaalbare - vordering aan een B.V. zonder reëel vermogen). Ontbreekt de vereiste toestemming, dan kan de rechtshandeling door de andere echtgenoot/partner worden vernietigd (art. 1:89 BW). De andere echtgenoot/partner heeft deze bevoegdheid gedurende drie jaren nadat hij/zij met de borgtocht bekend is geworden. Het beroep op vernietiging van de borgtocht is een zelfstandige bevoegdheid van je (ex) levenspartner die ook zonder jouw instemming kan worden ingeroepen. Indien de borgtocht wordt vernietigd, staat het je wel vrij om desalniettemin de betalingsregeling na te komen. Je doet dat dan vrijwillig, want de bank kan je daar niet meer toe dwingen (juristen noemen dat het voldoen van een natuurlijke verbintenis). Het bedrag dat beschikbaar is voor de betaling van alimentatie wordt in dit geval echter wel groter: vermoedelijk wordt bij de vaststelling van de alimentatieplicht geen rekening gehouden met de vrijwillige betaling van een natuurlijke verbintenis. Dat hangt af van de tekst van de overeenkomst waarin de borgtocht is vastgelegd en van de betalingsregeling. Omdat je schrijft: is het mogelijk dat je zakenpartner niet kan worden aangesproken, maar zeker is dat niet (het is bijvoorbeeld best mogelijk dat de vastgelegde afspraken een beding bevatten dat de ene zakenpartner aansprakelijk blijft voor het door de andere zakenpartner niet betaalde deel van de schuld). Groet, Caroline Malmberg
  8. Beste Frummelke, De complexiteit van het geval en het feit dat het niet één maar meerdere vragen betreft zal de reden zijn dat je nog geen bevredigend antwoord hebt kunnen vinden. Ik zal proberen een paar van de vragen te beantwoorden en ga er daarbij van uit dat de huidige versie van de model vennootschapsakte van de Kamer van Koophandel nog hetzelfde luidt als in 2006. Je schrijft: en Uit je beschrijving maak ik op dat vennoot 1 te veel heeft opgenomen van zijn kapitaalrekening bij de vennootschap onder firma. Afgezien van het feit dat vennoot 2 daardoor is benadeeld (omdat vennoot 1 die opnames vermoedelijk niet kan terugstorten), is voor vennoot 2 ook belangrijk hoe deze opnames zijn gefinancierd. Zijn de opnames gedaan uit de liquide middelen van de v.o.f. of zijn inmiddels de schulden van de v.o.f. (bijvoorbeeld bij de bank of bij leveranciers) door het gedrag van vennoot 2 op aan het lopen? Indien het laatste het geval is (of dreigt te worden), is het van belang dat vennoot 2 (die immers ook hoofdelijk aansprakelijk is voor de schulden van de v.o.f.) direct maatregelen neemt om een verder oplopen van de schulden te voorkomen. De privé crediteuren van vennoot 1 kunnen zich overigens niet verhalen op het vermogen van de vennootschap onder firma; een v.o.f. heeft namelijk een (van het privé vermogen van de vennoten) afgescheiden vermogen waarop alleen de vennootschapscrediteuren zich kunnen verhalen. Indien vennoot 1 failleert, heeft dat echter wél consequenties omdat de v.o.f. in dat geval eindigt (art. 13 van de model vennootschapsakte en art. 7:1683 BW). Op grond van art. 15 van de vennootschapsakte heeft bij een faillissement van een vennoot de andere vennoot (vennoot 2 dus) het recht het bedrijf van de v.o.f. voort te zetten. Weliswaar zou dat op zichzelf een oplossing kunnen zijn, maar het is natuurlijk de vraag of het aanbeveling verdient om te wachten totdat vennoot 1 failliet gaat. In de geschetste situatie lijkt een opzegging door vennoot 2 het meest voor de hand te liggen. De consequentie daarvan is ook dat de vennootschap onder firma eindigt (art. 13 vennootschapsakte). Bij een opzegging door de ene vennoot heeft echter de andere vennoot (vennoot 1 dus) het recht het bedrijf van de v.o.f. voort te zetten (art. 15 vennootschapsakte), terwijl bij gebreke van voortzetting de v.o.f. moet worden geliquideerd (art. 14 vennootschapsakte). De wens om de inventaris en voorraad over te nemen kan in dit scenario dus alleen realiteit worden, als vennoot 1 afziet van het voortzetten van de onderneming van de vennootschap onder firma en de vennoten overeenstemming bereiken dat de activa aan vennoot 2 worden verkocht (let hierbij overigens op, want er is al gauw sprake van een overgang van een onderneming waarbij ook het personeel mee overgaat op de verkrijger). Hier kan overigens nog wel een discussie ontstaan: - bij een voortzetting door vennoot 1: over de bepaling van de werkelijke waarde van de activa (zoals bedoeld in art. 15 lid 7 en art. 14 lid 3 van de vennootschapsakte); - bij een overname door vennoot 2 van activa van de v.o.f.: over de prijs waarvoor die activa worden verkocht. Houd er rekening mee dat, indien vennoot 2 opzegt, hij desalniettemin aansprakelijk blijft voor de verbintenissen die de vennootschap onder firma is aangegaan vóór zijn uittreden (denk hierbij niet alleen aan schulden uit hoofde van leveranties maar bijv. ook aan doorlopende verplichtingen uit een huurovereenkomst, arbeidsovereenkomsten e.d.). Om te bepalen of een (nieuwe) verplichting dateert van vóór of na het uittreden van een vennoot is beslissend het moment waarop het uittreden van de vennoot c.q. het eindigen van de v.o.f. is ingeschreven in het handelsregister. Indien tot liquidatie van de vennootschap onder firma wordt overgegaan en alle crediteuren van de v.o.f. zijn voldaan, is het mogelijk dat de vennoten in het kader van de verdeling van het vermogen van de v.o.f. overeenkomen dat de resterende activa aan vennoot 2 worden toebedeeld om aldus vennoot 2 te compenseren voor het feit dat vennoot 1 meer heeft opgenomen dan vennoot 2. Indien nu al duidelijk is dat de crediteuren van de v.o.f. niet kunnen worden voldaan, dan kunnen de vennoten wellicht beter op zoek naar een externe partij die de onderneming (inclusief de doorlopende verplichtingen) wil overnemen. Het is bovendien verstandig om in dit soort kwesties ook fiscaal advies in te winnen. Omdat je spreekt over de gevaren van het concurrentiebeding lijkt het alsof een minnelijke regeling tussen vennoot 1 en vennoot 2 over een uit elkaar gaan misschien niet tot de mogelijkheden behoort. Het concurrentiebeding lijkt me overigens volstrekt duidelijk: indien bij uittreding van een vennoot de andere vennoot de onderneming voortzet, zal het aan de uitgetreden vennoot verboden zijn gedurende een zekere periode en in een zeker gebied een soortgelijke onderneming als die van de v.o.f. uit te oefenen of te doen uitoefenen, of bij een zodanige onderneming werkzaam ofwel rechtstreeks of zijdelings betrokken te zijn. Het maakt daarbij niet uit dat de activiteiten van de vennootschap onder firma onderweg veranderd zijn. De enige mogelijkheid is hier om in een kort geding aan de rechter te vragen om bij wijze van voorlopige voorziening het concurrentiebeding te beperken of op te heffen. Groet, Caroline Malmberg
  9. Beste Pieter en co, Hieronder een paar antwoorden vanuit een juridisch perspectief: a) Ook een v.o.f. kan een vennoot zijn in een andere v.o.f. (zie ook het inschrijvingsformulier voor vennoten van de Kamer van Koophandel). Let wel, een v.o.f. is geen rechtspersoon maar een samenwerkingsovereenkomst tussen twee of meer vennoten waarbij deze ook een gemeenschappelijk (ondernemings)vermogen creëren. De software zit in de v.o.f. van A+B, dat wil zeggen vormt een deel van het gemeenschappelijk vermogen. Jullie (althans A+B) willen die software in een nieuwe v.o.f. inbrengen. Dat kan dus door middel van (a) toetreding van de oude v.o.f. als vennoot in de nieuwe v.o.f. en inbreng van de software door de oude v.o.f., (b) liquidatie van de oude v.o.f. waarna de vennoten A+B de software vervolgens in de nieuwe v.o.f. inbrengen of © verkoop van de software door de oude v.o.f. aan de nieuwe v.o.f. Een voorlopige oplossing/werkwijze zou ook kunnen zijn dat de oude v.o.f. een licentie geeft aan de nieuwe v.o.f. (bijvoorbeeld met een optie de software te kopen indien na 5 maanden blijkt dat jullie verder willen). Let overigens in alle gevallen op dat de nieuwe v.o.f. ook de beschikking over alle source code krijgt. Opsplitsing van de inbreng lijkt mij niet nodig; wel is het verstandig vast te leggen dat bij het uittreden van een vennoot uit de nieuwe v.o.f. de overblijvende vennoten de onderneming kunnen voortzetten (uiteraard moet de uittredende vennoot dan wel de waarde van zijn aandeel vergoed krijgen). Let bovendien goed op de fiscale gevolgen van de route die jullie uiteindelijk kiezen. b) en c) Er zijn een tweetal mogelijkheden om activa aan een v.o.f ter beschikking te stellen: een vennoot kan (a) de activa of (b) het recht op genot van de activa in de v.o.f. inbrengen. In het laatste geval blijven de activa tot het vermogen van de inbrengende vennoot behoren. Hier is sprake van contractsvrijheid: partijen kunnen in detail afspreken wat de bedoeling is ten aanzien van bijvoorbeeld waardevermeerdering van de activa, de waardering van de activa en overeenkomstige creditering op de kapitaalrekening, rentevergoeding over het kapitaal van de vennoten, uitkering bij liquidatie enz. Er kunnen zich overigens wel gecompliceerde fiscale vraagstukken voordoen, dus ik raad jullie (nogmaals) aan jullie door een fiscalist te laten adviseren. b) Begrijp ik goed dat het jullie bedoeling is dat uiteindelijk alle vennoten gelijkelijk in de winst en een eventueel liquidatiesaldo delen? Of willen C en D doorgroeien en daarmee een groter aandeel opbouwen? En hoe werkt dat dan straks: wordt een deel van jullie salaris en/of winstaandeel niet uitgekeerd maar bijgeschreven op de kapitaalrekening? En verdelen jullie de winst ieder jaar naar rato van het saldo op de kapitaalrekening? Het is verstandig een en ander goed uit te werken om later problemen te voorkomen. a) Zie boven: er is contractsvrijheid. Houd er rekening mee dat in de toekomst discussie kan staan over de waarde van ieders inbreng. Wat evenwichtig lijkt in het begin, is niet altijd meer zo evenwichtig nadat een aantal jaren zijn verstreken. Maar daar kunnen jullie genoeg over lezen elders op het forum. Veel succes met jullie onderneming! Groet, Caroline Malmberg
  10. Zoals je de situatie beschrijft lijkt een faillissement van de (eigenaar van de) eenmanszaak onvermijdelijk. Een curator zal dan gaan beoordelen of de onderneming voor een redelijk bedrag is verkocht. Indien dat (volgens de curator) niet het geval is, zal deze zich op het standpunt stellen dat de schuldeisers van de (eigenaar van de) eenmanszaak door de verkoop zijn benadeeld. De curator kan dan besluiten de transactie terug te draaien (een "actio pauliana" heet dat): in het ergste geval heb je geen onderneming en een vordering op de boedel voor de terugbetaling van de door jou betaalde koopprijs. Dat is een andere reden waarom men meestal een faillissement afwacht en de voorkeur geeft aan zaken doen met de curator. Groet, Caroline Malmberg
  11. Beste Yvonne, Je schrijft: Heeft de holding niet 100% van de aandelen in de onderliggende BV's (dat is namelijk gebruikelijk)? Als dat in de echtscheidingsbeschikking zo is bepaald, dan is het jaar waarin de echtscheiding is ingeschreven inderdaad de peildatum voor de waardering. Staat er iets in de echtscheidingsbeschikking over degene door wie en de wijze waarop de waardering moet worden uitgevoerd? Een waardering kan het beste door een waarderingsdeskundige worden uitgevoerd (dat kan een accountant zijn maar dat hoeft niet). Waarderingsdeskundigen worden ook wel valuators genoemd - er is in Nederland een instituut voor register valuators (zie http://www.nirv.nl) waar je meer informatie aantreft. Je schrijft dat er aan jouw wens om de waarde door een onafhankelijke accountant te laten bepalen geen gehoor wordt gegeven: wellicht is het tijd om stappen te nemen om jouw - mogelijk gerechtvaardigde - wens af te dwingen. Een waardering is een vaststelling van de waarde van de onderneming. Het gaat daarbij om de waarde van de toekomstige geldstromen in de onderneming waarbij ook rekening wordt gehouden met het risicoprofiel van de onderneming. De waarde van de onderneming is niet gelijk aan het eigen vermogen (de jaarrekening is namelijk slechts een - boekhoudkundige - weergave van de prestaties van de onderneming in het verleden, terwijl bij een waardering juist wordt gekeken naar het potentieel van de onderneming in de toekomst). Jouw observatie dat "de onderneming op papier minder waard is dan in werkelijkheid" kan dus juist zijn. Dat hangt van allerlei factoren af: wat staat er in de echtscheidingsbeschikking, was je in gemeenschap van goederen gehuwd of waren er huwelijkse voorwaarden en wat zegt de onderliggende documentatie (statuten holding, aandeelhoudersovereenkomst e.d.). Overigens is het mogelijk dat in deze situatie de onderneming onbestuurbaar wordt met alle schade vandien. In zo'n situatie kan het natuurlijk raadzaam zijn dat een van de ex-echtgenoten zich laat uitkopen, ook als daartoe geen verplichting bestaat. Maar er is meer informatie nodig om hier een goed beeld over te kunnen vormen. Groet, Caroline Malmberg
  12. Beste Peter, Normaal gesproken wordt een te investeren bedrag of als (al dan niet achtergestelde) lening of als kapitaal ter beschikking gesteld (in de vorm van een storting op nieuw uit te geven aandelen of in de vorm van agio waarbij geen nieuwe aandelen worden uitgegeven en dus ook geen verwatering optreedt). Wat je in dit soort situaties ook wel eens ziet, is dat een achtergestelde lening converteerbaar wordt gemaakt: er wordt een bedrag als lening ter beschikking gesteld maar deze lening kan - op een tussen partijen overeen te komen moment en/of als aan nadere voorwaarden is voldaan - worden omgezet in aandelenkapitaal. Let hierbij op: - inderdaad zoals Joost al aangeeft belangrijk: de gevolgen van een wijziging in de aandelenverhoudingen (verwatering); behalve de al genoemde gevolgen is ook voor het instellen van een vordering op basis van de bij de invoering van de Flex BV versoepelde geschillenregeling (art. 2:335 BW e.v.) niet meer mogelijk voor een aandeelhouder met minder dan een derde van het aandelenkapitaal; - de koers waartegen de conversie (tezijnertijd) plaats vindt; gebruikelijk is dat de onderneming wordt gewaardeerd: stel dat deze EUR 200.000 waard is dan is een investering van EUR 10.000 tegen 5% van de aandelen redelijk zij het dat hier nog wel wat variaties denkbaar zijn, zoals het moment van de waardering (is dat de waarde vóór de investering ("pre-money") of de waarde na de investering ("post-money")). Ik begrijp dat je je zorgen maakt over ieders inbreng in relatie tot de aandelenverhoudingen. Er zijn wel wat methoden te bedenken om het evenwicht tussen de aandeelhouders te bewaren: 1. Je zou kunnen bedingen dat jij op enig moment een extra tegenprestatie ontvangt in ruil voor jouw huidige inbreng (in de vorm van fulltime werkzaamheden tegen een laag salaris), bijvoorbeeld een hoger salaris of een bonus o.i.d. als dat straks mogelijk is of extra aandelen. Daar zitten volgens mij wel allemaal fiscale haken en ogen aan, dus laat je daarover goed adviseren. 2. Investeerder 2 (met 38%) doet kennelijk in deze ronde niet mee, dus jullie zouden er voor kunnen kiezen alleen hem te laten verwateren. Dat kan bijvoorbeeld door twee soorten aandelen te creëren: A-aandelen voor jou en B-aandelen voor de investeerders. Bij een uitgifte van B-aandelen aan slechts één van de twee investeerders verwatert de andere, maar jij (die A-aandelen houdt) niet. Misschien is het ook goed je te realiseren dat de verhoudingen tussen de aandeelhouders al veranderd zijn vergeleken met de start van de onderneming. Als jij full-time voor de onderneming werkt en de inbreng van de anderen in dat opzicht gering is, is het goede toekomstperspectief hoogstwaarschijnlijk aan jou te danken. Dat brengt mee dat de aandeelhouders die alleen investeren goede redenen hebben om zorgvuldig met jou om te gaan. Groet, Caroline Malmberg
  13. Beste plastic, Uit jouw omschrijving maak ik op dat de specialisten B.V.'s maat zijn van de stafmaatschap en dat de omzet van alle gezamenlijke specialisten wordt verdeeld onder de maten/specialisten B.V.'s. Als individuele specialist heb jij aandelen in een van die specialisten B.V.'s. en in jouw plaats komt er straks een opvolger. De vraagstelling is inderdaad nog niet helemaal duidelijk; vanuit een juridisch perspectief zie ik de volgende mogelijkheden: 1. Jij verkoopt en levert je aandelen aan jouw opvolger die daar een bedrag ineens voor betaalt en in de koopsom is ook de goodwillvergoeding begrepen (dit is de huidige situatie). 2. Jij verkoopt je aandelen aan jouw opvolger en levert deze in gedeelten over een periode van 6 jaar. Stel dat jaarlijks een zesde deel van de aandelen wordt geleverd, dan wordt bij iedere levering een zesde deel van de overeengekomen koopsom voldaan. 3. Jij verkoopt je aandelen aan jouw opvolger maar levert deze pas na 6 jaar wanneer de volledige koopsom door de opvolger bij elkaar is "gespaard". Ik vraag mij echter - met jou - af of het de bedoeling van partijen (en praktisch) is dat jij aandeelhouder blijft gedurende de "inverdienperiode". Wat de stafmaatschap waarschijnlijk bedoelt is dat zij de opvolging financieren. De stafmaatschap betaalt aan jou de koopsom (inclusief goodwillvergoeding) voor jouw aandelen en doet dat voor en namens jouw opvolger. Het gevolg is: 1. Jij levert al jouw aandelen aan je opvolger en bent dus geen aandeelhouder meer. 2. Jouw opvolger moet de voorgefinancierde koopsom aan de stafmaatschap terugbetalen en doet dat door inhouding van een deel van zijn jaarlijkse winstaandeel. Je noemt de nieuwe budgettering in de zorg: mij staat bij dat de ziekenhuizen vanaf 2015 dienen te gaan werken met specialisten in loondienst (ik heb daar laatst al een voorbeeld van gezien). Jouw opvolger zou zich dus kunnen afvragen of de goodwill die nu betaald wordt ooit weer door haar/hem terug verdiend kan worden (omdat de opvolger van jouw opvolger waarschijnlijk geen vrij gevestigde specialist meer mag zijn en zich dus ook niet zal inkopen). Indien jouw opvolger zich van deze problematiek bewust is, vraagt hij misschien wel een garantie van jou met het doel de betaalde goodwillvergoeding tezijnertijd geheel of gedeeltelijk van jou terug te vorderen. Wellicht een aardige site - waar deze problematiek ook aan de orde wordt gesteld - is die van de Vereniging Vrijgevestigd Medisch Specialisten. Mij is ook bekend dat er specialisten zijn die hierover nog actie willen gaan ondernemen. Tot slot: hoe een en ander fiscaal uitpakt kan je het best aan een fiscaal adviseur vragen. Met vriendelijke groet, Caroline Malmberg
  14. Een vennoot brengt doorgaans niet alleen kapitaal in de v.o.f. in maar ook zijn arbeid. Je spreekt over een stilzittende vennoot waar je (na een taaie periode) vanaf zou willen. Je geeft geen informatie wat er verder aan de hand is en ook wordt niet helemaal duidelijk op welk bericht de vennoot niet reageert. Toch bepaalt wat er tussen jullie aan de hand is zowel het tempo als de richting van dat uit elkaar gaan. Inderdaad. Is hem geen verwijt te maken, dan hoeft een vennoot niet in te gaan op verzoeken om commentaar op een voorstel hoe uit elkaar te gaan. Het is (tenzij de v.o.f.-akte iets anders bepaalt) ook niet mogelijk om die vennoot aan een termijn te houden. Hij kan de hele correspondentie gewoon negeren. De situatie wordt anders als de vennoot zijn verplichtingen verzaakt (bijv. als je met stilzitten bedoelt dat hij ook geen afgesproken werkzaamheden verricht) of indien de andere vennoten hem een aanzegging doen, bijv. van ontbinding of opzegging of iets dergelijks. Of dat mogelijk is (en hoe je dat formeel correct moet doen) onder de omstandigheden van jouw geval hangt (mede) af van de bepalingen in jullie vennootschapsakte. Daarin vind je (als het goed is) ook bepalingen over eventuele voortzetting van de v.o.f. tussen de overgebleven vennoten en mogelijke verblijving van het vennootschapsvermogen aan hen. Het is – als ik je bericht zo lees – tijd om naar je advocaat te gaan en de zaak met hem/haar door te spreken om te inventariseren waar je nu staat en hoe de v.o.f. het beste kan worden ontvlochten. Groet, Caroline Malmberg
  15. Domeinnamen en merkrechten kunnen worden geregistreerd door de B.V. (of aan de B.V. worden overgedragen indien deze door een ander zijn geregistreerd). Auteursrechten kunnen door de auteur (degene die het auteursrechtelijk beschermde werk gemaakt heeft) aan de B.V. worden overgedragen. Dat is meestal niet nodig indien het werk betreft dat is gemaakt door werknemers in dienstverband bij de B.V. Art. 7 van de Auteurswet bepaalt namelijk dat, indien de arbeid die in dienst van een ander wordt verricht bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, de werkgever als de maker van die werken wordt aangemerkt, tenzij tussen partijen anders is overeengekomen.
  16. Beste FrankGB, De managementvergoeding dient redelijk te zijn gelet op de aard en de omvang van de werkzaamheden. Aan de ene kant mag je het dividend van de derde aandeelhouder niet uithollen door een te hoge fee te nemen, aan de andere kant hoef je jezelf ook niet tekort te doen. Ook het door het management behaalde resultaat mag meespelen bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding. Bovendien dient de redelijkheid van de vergoeding te worden beoordeeld in de context: wat voor soort bedrijf betreft het, wat is voor dat soort bedrijven gebruikelijk, hoe gaat het in die sector, etc. Je geeft verder geen informatie daarover, dus is het moeilijk daar iets over te zeggen. De situatie die je beschrijft doet zich vaak voor bij ondernemingen met meerdere eigenaren. Je vraag duidt al aan dat het vaak gaat knellen, als bepaalde eigenaren zich wel volledig, en andere(-n) zich niet of minder, inspannen. De koninklijke weg is echter uiteraard om de derde aandeelhouder uit te kopen. Dat moet bij een steady winst van EUR 400.000 eventueel ook wel extern te financieren zijn. Het is aan te raden een voorlopige waardering op te laten stellen en te bekijken of dat is te financieren met eigen en eventueel vreemd geld. Kijk in de statuten en in je aandeelhoudersovereenkomst na of deze situatie (de wens van aandeelhouders om een andere aandeelhouder uit te nemen) is voorzien. Zo niet, dan zit je er waarschijnlijk aan vast, tenzij de derde aandeelhouder zich zo zou gaan misdragen dat hij de belangen van jullie als mede-aandeelhouders of die van de vennootschap schaadt; dan biedt de wet bepaalde mogelijkheden tot uitkoop van hem dan wel van jullie. Het kan geen kwaad de zaak eens grondig met jullie advocaat door te spreken. Groet, Caroline Malmberg
  17. Beste Marco, Twee varianten van algemene voorwaarden zijn mogelijk: let alleen op dat je (de juiste versie van) de algemene voorwaarden correct van toepassing verklaart. Dat betekent dat je de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand moet stellen of, als dat redelijkerwijs niet kan, dat je voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de andere partij bekend maakt dat de voorwaarden bij jullie ter inzage liggen of bij een door jullie opgegeven Kamer van Koophandel (of een griffie van een gerecht) zijn gedeponeerd en dat zij op verzoek zullen worden toegezonden. Wanneer de overeenkomst via email tot stand komt, dan mogen de voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst ook via email worden gestuurd, indien dat op zo'n manier gebeurt dat de voorwaarden door de andere partij kunnen worden opgeslagen en voor hem toegankelijk zijn voor latere kennisneming. Een heel verhaal maar het komt er op neer dat algemene voorwaarden afgedrukt op de achterkant van de na afloop van de opdracht gestuurde factuur geen effect sorteren (en dat komt vaker voor dan je denkt). Zie hierboven. Alleen een verwijzing in de opdrachtbevestiging naar de algemene voorwaarden is meestal niet voldoende, tenzij jullie kunnen aantonen dat "terhandstelling" redelijkerwijs niet mogelijk was. Het advies is dus om de algemene voorwaarden met de opdrachtbevestiging mee te zenden. De beste aanpak is om de opdrachtbevestiging door de opdrachtgever voor akkoord te laten ondertekenen en daarin een bepaling op te nemen waarmee de opdrachtgever bevestigt de algemene voorwaarden te hebben ontvangen en de toepasselijkheid te aanvaarden. Via internet zijn er veel mogelijkheden om voorbeelden van dergelijke overeenkomsten te vinden. Ik wil jullie hier ook best mee helpen en ben bereid dat voor jullie als startende ondernemers tegen een schappelijke prijs te doen. Mod edit: Beste Caroline, welkom op HL. Het is niet de bedoeling om acquisitie te plegen op HL, zie onze voorwaarden. Als je antwoorden goed zijn, dan vinden mensen je vanzelf wel. Succes met jullie nieuwe bedrijf, met vriendelijke groet, Caroline Malmberg
  18. Beste Nop, 1. Het is niet helemaal duidelijk op welke basis je voor deze nieuwe klant gaat werken. Is het de bedoeling dat de nieuwe klant een opdracht geeft aan jullie voor het maken van software en dat jullie die software (incl. auteursrecht) aan hen (op)leveren wanneer deze gereed is? Of hebben jullie software gemaakt (die van jullie is en blijft) en geven jullie aan de klant een licentie? 2. Het komt bij dit soort contracten vaak voor dat de contractuele aansprakelijkheid van een partij tot een bepaald bedrag wordt beperkt - bijvoorbeeld tot (een percentage van) het bedrag dat met de opdracht is verdiend - en dat ook de termijn waarbinnen een opdrachtgever een beroep kan doen op een tekortkoming in de nakoming (wanprestatie) wordt beperkt. Op deze manier kunnen de kosten van een verzekering voor de resterende aansprakelijkheid bovendien vaak ook lager worden gehouden (zie ook het antwoord van Norbert Bakker). 3. Let bij het afstemmen van inkoop- en verkoopvoorwaarden o.a. goed op dat er geen tegenstrijdige bepalingen blijven bestaan (voer voor advocaten!) en probeer af te spreken - als de nieuwe klant in het buitenland zit - dat Nederlands recht van toepassing wordt verklaard en dat eventuele procedures in Nederland worden gevoerd. Met vriendelijke groet, Caroline Malmberg

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.