prinsrachid

Legend
  • Aantal berichten

    3365
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

  • Dagen gewonnen

    17

Alles dat geplaatst werd door prinsrachid

  1. Naast het feit dat je de MIA alleen (met beschikking) in het jaar van aanschaf kunt opvoeren (zoals Joost al aangaf), is deze aanname onjuist. JaarVpb schijf 1Vpb schijf 2* 201820%25% 201919%24% 202017½%22½% 202116%21% 202216%21% 202316%21% *) Schijf 2 geldt vanaf een winst van 200.000 euro
  2. Op zich zou dat niet zo moeten zijn. Zodra de holding een management fee berekent, is er volgens mij sprake van een economische activiteit en wordt je vanzelf btw-plichtig. Ik zou persoonlijk even bellen en aangeven dat de Belastingdienst is vergeten een btw-nummer te geven. Niet alles gaat in één keer goed, zeker als er veel tegelijkertijd gebeurt. Zelf heb ik meegemaakt dat ze bij de fiscus bepaalde aanvragen of opgaven kwijtraakte, met name bij het verwerken van de aanvraag voor een fiscale eenheid. Heel misschien moet je even opnieuw een Opgaaf Startende onderneming doen. Zonder btw-nummer wordt dat lastig. Dan móet je zelfs zonder btw factureren. Wacht even met factureren totdat de termijn voor het kwartaal nog net niet is verstreken. Heb je op dat moment geen btw-nummer, dan factureer je zonder btw, bijvoorbeeld via de rekening-courant tussen de bv's. Zodra je wel een btw-nummer, factureer je alsnog met btw en boek je de betaling van de facturen eerst weg tegen de rekening-courant. Financieel maakt het niet veel uit, omdat in beide gevallen de omzet in de holding en de kosten voor de werkmaatschappij in beide gevallen hetzelfde zijn. Voor de btw maakt het (via een omweggetje) ook niet veel uit. Zonder btw-nummer bereken je nog geen btw aan de werkmaatschappij en hoef je die dus ook niet af te dragen. Met btw-nummer bereken je de btw door aan de werkmaatschappij, maar mag de werkmaatschappij die vervolgens weer terugvragen. Met een fiscale eenheid mág je overigens vervolgens óók geen btw in rekening brengen. Nee, dat lijkt me niet. Zodra je een fiscale eenheid wordt voor de omzetbelasting krijg je een compleet nieuwe btw-nummer voor die fiscale eenheid. Dat is dus een ander nummer dan voor de holding en de werkmaatschappij. De correspondentie is ook gericht aan "FISCALE EENHEID HOLDING, WERKMAATSCHAPPIJ". Als je dus een fiscale eenheid voor de omzetbelasting hebt, kun je dat meteen zien aan de manier waarop de fiscus je aanschrijft. Maar als je eenmaal een btw-nummer voor de holding hebt, kan het handig zijn alsnóg een fiscale eenheid aan te vragen. Op die manier kun je btw-bedragen van beide bv's salderen en mag je ook geen btw meer berekenen over onderlinge facturen (het wordt voor de omzetbelasting als een 'interne' aangelegenheid gezien). Vergeet tot die tijd echter niet btw-aangiftes te doen op de separate btw-nummers van de afzonderlijke bv's, althans voor de bv waar je een btw-nummer van hebt. Niet aangeven of vergeten aan te geven is een duur grapje. Als je nog geen (juiste) gegevens hebt, doe in ieder geval een nihil-aangifte en corrigeer - indien nodig - achteraf, hetzij met een suppletie-aangifte, hetzij in het volgende kwartaal. Verder kun je ook nog een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting aanvragen. Deze werkt vreemd genoeg anders dan die voor de omzetbelasting. Daar waar je bij de omzetbelasting een compleet ander nummer krijgt, moet je voor de vennootschapsbelasting het nummer van de holding gebruiken voor de aangifte. Het gezamelijk aangeven van de vennootschapsbelasting kan overigens wat hoofdbrekens bezorgen. Je moet dan namelijk een aangifte doen van zowel de holding, werkmaatschappij, áls de fiscale eenheid. Lijkt dus wat dubbelop, maar het kan soms handig zijn als je bijvoorbeeld een keer verlies in de werkmaatschappij draait en winst in de holding. Dan kun je die twee voor de vennootschapsbelasting meteen in het jaar zelf salderen.
  3. ...heb je dus nog 4.000 euro ruimte om toe te voegen aan de FOR. Ik denk dat je hier eigen vermogen en ondernemingsvermogen met elkaar verwart. Het ondernemingsvermogen is de optelsom van eigen vermogen en oudedagsreserve. Je kunt dus binnen het ondernemingsvermogen blijven toevoegen aan de oudedagsreserve tot het eigen vermogen nul is. Althans, zo heb ik het altijd begrepen.
  4. Ja. En eigenlijk hebben de twee zaken ook niets met elkaar te maken. Het maakt namelijk niet uit waaróm je je product in prijs verhoogt, je moet gewoon altijd het toepasselijke btw-tarief van het eindproduct hanteren. Dus als je de prijs verhoogt omdat je afvalbeheersbijdrage moet betalen, dan gaat het btw-tarief gewoon mee. Als je de prijs verhoogt omdat je in een slechte bui bent of omdat je grondstoffen duurder worden, gaat het btw-tarief gewoon mee. De afvalbeheersbijdrage verpakkingen zijn voor de onderneming simpelweg kosten. Het toepasselijke btw-tarief op je kosten heeft geen invloed op het btw-tarief van je omzet.
  5. De FOR mag alleen niet hoger zijn dan het ondernemingsvermogen. Je mag 9,8% van de winst toevoegen aan de Oudedagsreserve met een maximum van 8.946 euro, maar nooit meer dan het ondernemingsvermogen. Laten we een vergelijking maken op basis van verschillende winstcijfers. Stel dat je 10.000, 50.000 of 100.000 euro winst hebt gemaakt. Hoeveel mag je dan toevoegen? Bij 10.000 euro winst mag je simpelweg 980 euro toevoegen (9,8%). Bij 50.000 euro winst mag je eigenlijk 4.900 euro toevoegen (9,8%), maar in jouw geval mag het maximaal 4.000 euro zijn, omdat anders je Oudedagsreserve boven je ondernemingsvermogen uitkomt. Bij 100.000 euro winst bereken je eerst de toevoeging op basis van het percentage. Dat betekent een toevoeging van 9.800 euro. Maar de toevoeging wordt vervolgens gemaximeerd op 8.946 euro, dus mag je dát bedrag toevoegen. In jouw geval geldt dan alleen nog steeds de beperking dat het niet boven het ondernemingsvermogen mag uitkomen, dus kun je ook nu maar 4.000 euro toevoegen.
  6. Als je 4 dagen werkt, zijn 3 overnachtingen zakelijk. Die mag je voor 100% als reis- en verblijfskosten aftrekken. De BTW mag je ook terugvragen. Let op als je eventueel ook nog voedsel nuttigt in (bijvoorbeeld) een hotel of elders. Die kosten zijn slechts deels aftrekbaar en voor de BTW kan om een beperking gelden.
  7. De investeringsaftrek pas je toe in het jaar van ingebruikname of volledige (vooruit)betaling. Probeer verder geen bedragen te 'verzinnen' door willekeurig naar boven af te ronden, maar houd je aan exacte, werkelijk (!) betaalde bedragen die je kunt herleiden. Anders zou je namelijk meer kosten aftrekken dan je daadwerkelijk hebt gemaakt. De waarde van de bedrijfsruimte en hypotheek worden vaak naar rato van m2 (of soms m3) gesplitst. Zowel de hypotheek als de werkruimte kun je via een prive-onttrekkingen en storting in de zaak brengen. Vorig en dit jaar mag je nog een klein beetje afschrijven, zolang de waarde van het pand nog niet de bodemwaarde van 50% heeft bereikt. Vanaf (waarschijnlijk) 2019 wordt de bodemwaarde echter 100% en zul je dus onder de huidige omstandigheden vanaf dan niet meer kunnen afschrijven.
  8. Je verwart nu willekeurig afschrijven in geval van startersaftrek met de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Je mag willekeurig afschrijven (dus ook in 1 jaar of in ieder geval minder dan 5 jaar) als je als starter wordt erkend voor de inkomstenbelasting. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek heeft alleen betrekking op de winstbepaling in het jaar van aanschaf, ongeacht hoe snel je op het bedrijfsmiddel afschrijft.
  9. Jawel, maar na afschaffing van de dividendbelasting betalen buitenlandse aandeelhouders niets meer in Nederland en alles in het land waar ze aangifteplichtig zijn. Nu betaalt iedereen in ieder geval 15%. Voor Nederlandse aandeelhouders maakt het allemaal niets uit. Die betalen achteraf gewoon 25% inkomstenbelasting en mogen de vooraf ingehouden dividendbelasting daarmee verrekenen (en dan maakt het dus niet uit of dat 0 of 15 procent is).
  10. Bij 90% is het verplicht om het zakelijk op te voeren. Tussen de 10% en 90% mag je zelf kiezen. Bij minder dan 10% is verplicht privévermogen. Als het minder dan 450 euro excl BTW kost, mag je het meteen in het jaar zelf in de kosten laten vallen. Anders moet je het in minimaal 5 jaar afschrijven.
  11. Haha, leuke vraag. Bij een theoretisch oneindige wiskundige levensduur is de restwaarde inderdaad nul. ;) Maar bedrijfskundig wordt er alleen gekeken naar technische en economische levensduur. En fiscaal zelfs alleen naar ecoomische levenduur. De technische levensduur is de tijd die het duurt voordat het bedrijfsmiddels echt niet meer gebruikt kan worden (volledig 'op' is). De economische levenduur is de tijd die het duurt voordat het bedrijfsmiddel niet meer winstgevend binnen het bedrijf kan worden gebruikt. Voor de belastingen ga je dus uit van dat laatste. Maar ook hier geldt weer dat het soms lastig is vast te stellen. Want wanneer is een auto niet meer 'rendabel'? Je zult ook hier weer een 'redelijke' termijn moeten verzinnen. Als je denkt dat het bedrijfsmiddel zo'n 7 jaar rendabel te gebruiken of exploiteren is, dan geef je in je aangifte een restwaarde op na die 7 jaar. Misschien wat onverwacht, maar de fiscale restwaarde is dus niet afhankelijk van de manier van afschrijven. Het is omgekeerd: de snelheid van afschrijving volgt uit de verwachte waarde aan het einde van de economische levensduur. Hier een voorbeeld waarbij de economische levensduur op 7 jaar en de restwaarde op dat moment op 2.100 euro wordt gesteld: Fiscale waardeontwikkelingLineairDegressief Jaar 0 = Aanschaf10.00010.000 Jaar 18.8758.000 Jaar 27.7506.400 Jaar 36.6255.125 Jaar 45.4754.100 Jaar 54.3503.275 Jaar 63.2252.625 Jaar 7 = Restwaarde2.1002.100 Als de aanschafwaarde 10.000 euro is en de restwaarde 2.100 euro, dan volgt daar de afschrijving vanzelf uit. Je kunt natuurlijk altijd gedurende deze termijn het bedrijfsmiddel verkopen. Het verschil tussen de verkoopprijs en de fiscale waarde volgens de gekozen afschrijvingsmethode is dan je boekwinst of -verlies.
  12. Misschien zou het handig zijn om het nuttige met het aangename te verenigen. In principe elk bedrijf een vrijstelling dividendbelasting te geven voor een bedrag ter hoogte van hetzij de loonsom hetzij de omzetsom. Op die manier houdt het kabinet nog steeds z'n woord ("geen dividendbelasting voor bedrijven die voor werkgelegenheid zorgen"), maar worden bedrijven zonder substance (geen omzet of personeel) nog wel aangeslagen.
  13. Als je iets koopt binnen de Europese Unie met btw, kun je achteraf de btw terugvragen via de Nederlandse Belastingdienst. Let daarbij wel op dat er sprake kan zijn van bepaalde drempels. Je kunt echter ook om verlegging vragen door je Nederlandse btw-nummer door te geven. Dan moet je dit vervolgens wel in je btw-aangifte invullen als "Verwerving van goederen uit EU". En tegelijkertijd hetzelfde btw-bedrag weer als voorheffing aftrekken. Per saldo betaal je de btw dan niet, maar je moet het alleen even invullen in de aangifte. Mocht je de btw uiteindelijk niet kunnen terugvragen, dan kun je de buitenlandse btw alsnog als kosten van je winst aftrekken, als doekje voor het bloeden. Investeringsaftrek lijkt alleen uitgesloten als het product in het buitenland gebruikt gaat worden, niet als het in het buitenland gekocht is. Als je de btw niet terug kunt krijgen, is je investeringsbedrag overigens hoger! (namelijk de kosten plús de btw)
  14. Nee, klopt. Het is ook geen exacte wetenschap. Waar het eigenlijk op neer komt is dat je een waarde hanteert die 'redelijk' is en die je 'aannemelijk' kunt maken. Dus als je een manier van afschrijven en een manier van waardebepaling hanteert die redelijk in de buurt van de werkelijkheid komt, zul je niet snel in de problemen komen.
  15. Nee, zoals ik al eerder zei moet je simpelweg een manier vinden om steeds de waarde van het economisch gebruiken (bijvoorbeeld middels de ANWB-lijst). Maar de waarde is uiteraard enigszins arbitrair, omdat de 'waarde' simpelweg is wat de gek ervoor geeft. En je weet pas wat de gek ervoor geeft, als je 'm daadwerkelijk verkoopt. Daar zit dus een spanningsveld. Maar persoonlijk gok ik dat er geen probleem is als je de boekwaarde toch hanteert als deze (binnen een marge) redelijk de waarde in het economisch verkeer benadert. Je kunt dit natuurlijk elk jaar even checken door altijd de koerslijst of Marktplaats te raadplegen.
  16. Omdat het om vrij lage bedragen gaat, is het misschien om eens alle stappen stuk voor stuk na te lopen. Laten we er daarbij vanuit gaan dat je elke maand 1 fotoshoot hebt van 40 euro inclusief btw. Omzetbelasting (=btw) Allereerst is het zo dat je als ondernemer de btw nooit zelf betaalt. Je vraagt namelijk de btw van je klant via de factuur en vervolgens sluis je het btw-bedrag door naar de Belastingdienst. Als je een bedrag van 40 euro vraagt aan particulieren, dan zit daar al 21% btw in. Je moet die btw er dus even uit vissen. Omdat 40 euro dus 121% is (het echte bedrag plus 21%), kun je het echte bedrag berekenen door het te delen door 121%. Het verschil is dan het btw-bedrag: Prijs inclusief btw: 40,00 euro Prijs exclusief btw: 33,06 euro btw af te dragen: 6,94 euro Je zult waarschijnlijk elk kwartaal btw-aangifte moeten doen. Dus als je 3 maanden 3 fotoshoots hebt gedaan, moet je 3 x 6,94 euro afdragen. Echter, omdat je gebruik mag maken van de kleineondernemersregeling, mag je die afdracht houden. Je moet dus eigenlijk 20,82 euro afdragen, maar je krijgt tegelijkertijd een korting op die afdracht van 20,82 euro. Per saldo draag je niets af, zolang je minder dan 1.345 euro hoeft af te dragen per jaar. Inkomstenbelasting Voor de inkomstenbelasting wordt er gekeken naar je omzet en kosten exclusief btw. Als je dus je fotoshoot voor 40 euro inclusief btw verkoopt, hoef je voor de inkomstenbelasting maar rekening te houden met 33,06 euro aan omzet. De btw laat je dus in eerste instantie volledig weg. Als je geen kosten zou hebben en wel 12 keer een fotoshoot van 33,06 euro, dan geef je dus 396,72 euro aan omzet op. Omdat je gebruik maakt van de kleineondernemersregeling moet je de btw die je 'cadeau' hebt gekregen wel weer als inkomsten bij je omzet tellen. Als je dus geen gebruik maakt van de kleineondernemersregeling, betaal je inkomstenbelasting over 396,72 euro. Als je er wel gebruik van maakt, betaal je inkomstenbelasting over 480 euro. Vervolgens wordt er bepaald hoe hoog je belasting is op basis van dat de winst. Als je verder geen andere inkomsten hebt, zul je daar door allerlei heffingskortingen geen belasting hoeven te betalen. Alleen een paar procent ziektekostenverzekeringsbijdrag. En als je daarnaast wel inkomsten hebt, zul je daar het gewone belastingpercentage over moeten betalen, maar kan het ook zijn dat je een iets hogere (arbeids)belastingkorting - afhankelijk van de hoogte van je totale inkomen.
  17. Goeie vragen. Het percentage van maximaal 1,84% is gebaseerd op het feit dat je (fiscaal althans) maximaal 20% per jaar mag afschrijven. Als je elke maand 1,84% op de boekwaarde afschrijft, heb je het eerste jaar 20% afgeschreven. Omdat de afschrijving steeds op basis van de resterende boekwaarde is, neemt het afschrijvingsbedrag steeds een beetje af. Vandaar ook dat deze methode degressief heet. Het voordeel is wellicht dat je geen rekening hoeft te houden met restwaarde. Maar een nadeel is dat je op deze manier moet blijven afschrijven na 5 jaar (als je het bedrijfsmiddel dan nog hebt) en de berekening iets ingewikkelder is vanwege de maandelijks verschillende bedragen. Wat betreft het bepalen van het percentage zou je kunnen kijken wat de waarde van je (tweedehands) bedrijfsmiddel is op verschillende momenten. En op basis daarvan zou je kunnen kijken wel percentage het beste past bij die waardeontwikkeling. Je zou dan nog steeds voor een makkelijke, lineaire afschrijving kunnen kiezen. Het voordeel van degressief afschrijven kan echter zijn dat er meer in het begin kan worden afgeschreven (je haalt wat afschrijving naar voren). Dit voordeel heb je dan uiteraard niet bij bedrijfsmiddelen die in 5 jaar volledig worden afgeschreven (dus bij lage restwaarde in relatief korte tijd). Degressief afschrijven is fiscaal meestal alleen handig als het gaat om relatief dure spullen, spullen die een economische levensduur hebben van meer dan 5 jaar en binnen ondernemingen waarbij bij de aanschaf voldoende winstgevendheid is om de aanvankelijk hogere afschrijvingen te kunnen aftrekken.
  18. Pas op met deze aanname. Er zijn en worden stappen in gang gezet om dit langzaamaan af te bouwen. Door een onvolledige indexatie van de bovengrens van de 2e schijf wordt deze schijf er op termijn tussenuit gedrukt, waardoor iedereen boven het minimumloon (ongeveer) het reguliere belastingtarief gaat betalen (ook 65-plussers).
  19. Bij inkomen en vermogen ligt de bewijslast bij de Belastingdienst, bij aftrekposten ligt de bewijslast omgekeerd. Jaar 1: je geeft ter waarde van 1M EUR bitcoin aan. Jaar 2: je zegt dat je wallet verloren is. Fiscus slaat je voor 1M aan (of wat de courante waarde op dat moment is). Bewijs dat je dat hebt: je aangifte over het vorige jaar. Wat mis ik? Nee, het verhaal stopt bij jaar 2. De Belastingdienst slaat je niet aan voor 1 miljoen, omdat dat alleen kan als (a) ze bewijs hebben dat je ze niet kwijt bent of (b) je geen aangifte hebt gedaan, waarna ze wel een schatting mogen maken en het wel weer aan jou is om aannemelijk te maken dat de schatting niet klopt. Moraal van het verhaal: gewoon altijd zelf en op tijd aangifte doen.
  20. Een de tool is vrij duidelijk op dit punt, zeker omdat ze expliciet vragen naar de aanwezigheid van een zelfstandige werkruimte. Is die er niet, dan moet je een keus maken voor het hele huis. Gebruik je je huis voor meer dan 10% zakelijk, dan mag je kiezen. Of naar rato splitsen (evenals de hypotheek), of volledig op de zaak zetten en een percentage van de WOZ bijtellen bij je inkomen (vergelijkbaar met een auto van de zaak).
  21. De mening van de Belastingdienst is wellicht wat belangrijker. Als het keuzevermogen is, krijg je die optie vanzelf te zien.
  22. Bij inkomen en vermogen ligt de bewijslast bij de Belastingdienst, bij aftrekposten ligt de bewijslast omgekeerd. De bewijslast ligt dus in jouw voorbeeld niet bij degene die aangeeft, maar bij de Belastingdienst. Als je je bitcoins kwijt raakt en vervolgens dus ook niet opgeeft, is het aan de fiscus om te bewijzen dat je die bitcoins nog wél hebt - als ze dat van mening zijn. Zoals ik al in het artikel aangaf is dat niet uniek voor bitcoin, maar zelfs nog sterker het geval voor contant geld. Van bitcoin wordt letterlijk elke transactie in een openbaar grootboek bijgehouden; van contact geld helemaal niets. Maar ook bij contante betalingen staat de fiscus niet helemaal machteloos. Middels boekenonderzoeken bij potentiële leveranciers kan vaak toch achterhaald wie de betaling heeft verricht. Aangezien bitcoin overal electronische vingerafdrukken achterlaat is het alleen maar makkelijker.
  23. Ja, die kosten mag je als kosten boeken. Klopt.
  24. Nee, alleen vakkennis op peil houden is zakelijk aftrekbaar. In privé kun je de opleiding mogelijk wel opvoeren als studiekosten. Dit is helaas een aantal jaar geleden afgeschaft. Als je recht hebt op studiefinanciering (ook al is die nul of een lening), zijn je studiekosten niet meer aftrekbaar. Als je geen studiefinanciering hebt, dan geldt de gewone studieaftrek boven een bepaalde drempel.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.