Signature

Super Senior
  • Aantal berichten

    127
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Persoonlijke info

  • Jij bent:
    ondernemer

Signature's trofeeën

  1. Dank Roel, kort en goed is het dus wel zonder consequenties mogelijk in beide BV’s hetzelfde aantal werknemers toe te voegen. Uit de informatie van de KvK lijk ik zelf op te maken dat dit verplicht is?
  2. Dank voor de kritische toon, zo zit ik er ook in. Zitten er consequenties aan verbonden als ik daarin meega uit pragmatisch oogpunt? Of help ik daarmee de huidige constructie om zeep? Ergo; het is dus ook niet de bedoeling om niet-in loondienst zijnde werknemers (maar inhuurkrachten) op te geven onder werkzame personen, zonder automatische (fiscale) gevolgen?
  3. Ik moet (via de KvK) aantonen dat ik werkzaam ben bij de werk-BV in plaats van de holding, voor een opdrachtgever. Een verklaring van de werk-BV alleen is daarvoor niet voldoende. Ik heb tevergeefs geprobeerd uit te leggen wat de redenen hiervoor zijn geweest (om juist bij de holding in dienst te zijn, en dat de holding dus wel minstens één werknemer heeft volgens de KvK). De opdrachtgever ziet het als volgt: we doen zaken met de werk-BV, dus daar willen we de informatie kunnen terugvinden. Er moet dus minstens één werknemer worden vermeld bij het aantal werknemers in de KvK. Pragmatisch gezien is dit geen enkel probleem voor mij om de opdrachtgever tevreden te stellen. Het lijkt immers een kleine moeite om dit door te geven aan de KvK? De vraag is echter wat voor gevolgen dit heeft, fiscaal of anderszins. Zie ik iets over het hoofd? Krijg ik dan niet automatisch een loonheffingsnummer met allerlei verplichtingen? Graag hoor ik jullie ideeën en ervaringen hierover. Alvast bedankt.
  4. Uit artikel 21 lid 1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) begrijp ik dat de persoon in beginsel zelf zijn te verzekeren dagloon opgeeft, met dien verstande dat dit gemaximeerd is en door het UWV beoordeeld dient te worden. In het daarop gebaseerde Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten blijkt uit artikel 3:2 lid 1 sub d dat onder inkomen ook de belastbare winst uit onderneming valt. Het is daarom van belang dat de aanvrager bij het bepalen van het dagloon ook rekening houdt met de belastbare winst uit onderneming die men verwacht te missen bij ziekte.
  5. Volgens mij is de keuze; - of je de factuur inboekt of; - de kilometervergoeding toepast. Wat voordelig is lijkt een kwestie van rekenwerk. Het kan in ieder geval niet allebei tegelijk en tussen de keuzes kun je niet zonder meer afwisselen.
  6. Let wel op een eventueel huwelijksvermogensrecht, waarbij je advies kunt inwinnen bij een notaris om te voorkomen dat de omzetting naar een eenmanszaak op dit punt geen oplossing biedt. Immers, je blijft bij een eenmanszaak privé aansprakelijk. Je kunt inderdaad een nieuwe huurovereenkomst aangaan of een indeplaatsstelling overeenkomen, maar dit vereist in beginsel wel de instemming van de verhuurder, zoals bij alle andere schuldeisers. Het is niet mogelijk om te zeggen of er nog andere zaken ontbreken op basis van deze informatie. Het is aan te raden advies in te winnen bij een fiscalist.
  7. Wees je er wel bewust van dat de jurist of advocaat je waarschijnlijk zal adviseren om een (onafhankelijke) deskundige in te schakelen ter vaststelling van de gebreken, waarbij hij/zij de elektricien nog wel een formele ingebrekestelling zal willen toesturen (voor zover sprake is van toerekenbare tekortkoming). Als je voor zakelijke rechtsbijstand bent verzekerd kan dit al best wat schelen.
  8. Ik denk dat Joost het over de aanschafkosten had, sponsoring is iets anders en kan volgens mij - mits zakelijk - nog wel tegen marktconforme vergoeding.
  9. Dan lijkt het tijd voor verdere stappen, waarbij de inschakeling van een advocaat of jurist valt aan te raden.
  10. Goedemiddag allen, Ik heb een vraag over de 60-maandsperiode ivm bijtelling ivm aankoop van een auto van de zaak (zie bijlage Rdw vervaldata en historieFoto.pdf). De inschrijfdatum voor bpm (bpm overigens niet van toepassing vanwege zero emissie) is ouder dan de datum van eerste toelating. Mijn vraag is, vanaf welke datum moet ik de bijtelling berekenen? Ik neig, net als de dealer, naar het hanteren van de datum 14-5-2020 als startdatum voor de 60-maandsperiode, dus tot 1-6-2025. Maar vanwege de oudere inschrijfdatum en omdat deze wordt gebruikt voor de bpm (een fiscale datum?), heb ik mijn twijfels. Het Rdw heeft mij desgevraagd laten weten dat de inschrijfdatum ziet op de datum dat voor het voertuig een kenteken werd aangevraagd. PS. Als ik de auto deels uit privé zou betalen, kan ik dan zonder meer de vordering rc die automatisch ontstaat omzetten in agio met een notulen? alvast dank!
  11. Als je hier even bij stilstaat en erover nadenkt dan kun je toch alleen maar concluderen dat dit echt falend beleid is. Die WC heeft de ondernemer niet nodig en daar heeft de belastingdienst, de overheid of de burger helemaal niks aan. Het opmerkelijke is ook dat we er allemaal over meepraten alsof het de normaalste zaak is om een WC in je eigen tuin te moeten bouwen, zodat geaccepteerd wordt dat de rest als zakelijk kan worden beschouwd. Doorgeslagen…
  12. Dank Joost, die factuur zou uiteraard niet direct zien op de voorperiode, maar als grondslag een schriftelijke overeenkomst tussen holding en werkbv waarin kortgezegd wordt overeengekomen dat deze kostenpost thuishoort bij de werkbv (veronderstelt dat deze kostenpost dus ook bij de holding in rekening kan worden gebracht), zodoende om het een en ander weer glad te strijken en voor het gemak aansluiting te zoeken bij de managementfee. Maar als ik het goed begrijp is het dus niet mogelijk/verdedigbaar dat de holding deze kosten draagt en doorbelast.
  13. Helder Joost, ik zal dit met de accountant bespreken. Is de andere optie in het geheel niet verdedigbaar?
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.