UwJurist

Legend
  • Aantal berichten

    1023
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

  • Dagen gewonnen

    10

Alles dat geplaatst werd door UwJurist

  1. De overlast kun je niet ongedaan maken. I.t.t. tot bijvoorbeeld bij wanbetaling alsnog betalen.
  2. Ik adviseer je om heel duidelijk te zijn: als bemiddeling niet helpt, zullen jullie zowel de overeenkomst ontbinden als zekerheidshalve ook opzeggen. En bemiddeling moet op korte termijn plaats vinden. Jullie zullen juridische hulp nodig hebben bij ontbinden en opzeggen. Dat wordt wel duidelijk uit jullie vragen.
  3. Nee, dat noem ik niet als aanleiding om op te zeggen, maar als aanleiding voor de rechter om niet over te gaan tot ontruimingsbescherming. En ja, overlast is ook een vorm van wanprestatie, dus je niet gedragen als goed huurder, zoals ik omschreef.
  4. Er zijn twee mogelijke routes. Opzeggen of ontbinden. 1. Opzeggen. Het gaat om overige bedrijfsruimte. Dus er is bij opzegging geen huurbescherming, wel ontruimingsbescherming. Maar daarvoor moet de huurder naar de rechter: De huur bij overige bedrijfsruimte eindigt als de afgesproken huurtermijn is verstreken. Is geen tijd afgesproken, dan moet de verhuurder de huur opzeggen en ontruiming vragen. Dit kan mondeling, maar het is verstandig dit schriftelijk te doen. De opzegtermijn is tenminste één maand. Als een verhuurder de huurovereenkomst opzegt en de ontruiming aanzegt, hoeft de huurder niet meteen het pand te ontruimen op de einddatum. Hij kan de kantonrechter om uitstel vragen. Dit moet binnen twee maanden gerekend vanaf de aangezegde datum van ontruiming. De kantonrechter kan de termijn van ontruiming verlengen tot maximaal één jaar. Hierna kan de huurder nog tweemaal een verzoek tot verlenging bij de kantonrechter indienen. De huurder moet deze verzoeken uiterlijk een maand voor het verstrijken van de termijn indienen. De ontruimingsbescherming - door tussenkomst van de rechter - is dus maximaal drie jaar. De rechter zal geen verlenging geven als: de huurder zich niet als een goed huurder heeft gedragen (bijvoorbeeld bij wanbetaling of overlast); de huurder zelf de huurovereenkomst heeft opgezegd; de huurder heeft ingestemd met de beëindiging van de huur; de huurovereenkomst is ontbonden; de huurder het verzoek om verlenging te laat heeft ingediend. 2. Ontbinden Je kunt een huurovereenkomst echter ook ontbinden wegens wanprestatie (de populaire term, formeel heet het: toerekenbare tekortkoming). Onder het je niet gedragen als goed huurder valt ook overlast. Hier komt wel dossieropbouw bij kijken, en dus bewijslast (getuigen, emails etc. etc.).
  5. In bovenstaande casus staan wel degelijk bruikbare argumenten. Gebruik alle mogelijke argumenten in een brief waarin u tevens het gewraakte beding vernietigt (zoals ik eerder aangaf). En schakel anders een jurist in die dit voor u doet.
  6. Zie voor argumenten bijvoorbeeld http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2019:1034 De rechter vernietigde hier de algemene voorwaarde. Het Hof achtte daarbij de volgende feiten en omstandigheden van belang (zie r.o 6.6.4): Artikel 9.5 heeft een vergaande strekking. Bij NVLF bestond in 2013 al onvrede over de overeenkomst maar nu NVLF heeft verzuimd om de overeenkomst 12 maanden voor het einde van de overeengekomen looptijd van 6 jaar op te zeggen, wordt de overeenkomst volgens artikel 9.5 met maar liefst 6 jaar verlengd. NVLF heeft door het overleggen van algemene voorwaarden van van Itec aangetoond dat in de branche bij het niet tijdig opzeggen van branchegenoten de overeenkomst een verlenging met 12 maanden gebruikelijk is en dat een verlenging met maar liefst 6 jaar zeer ongebruikelijk is. Itec heeft dit niet gemotiveerd betwist. Aan de uit artikel 9.5 voortvloeiende verlenging met 6 jaar valt, indien niet tenminste 12 maanden voor het einde van de looptijd is opgezegd, gelet op de aard en overige inhoud van de overeenkomst redelijkerwijs niet te ontkomen, aangezien de wederpartij die tot tussentijdse beëindiging van de verlengde overeenkomst wil overgaan, ingevolge artikel 9.6 van de algemene voorwaarden alle resterende huur- en onderhoudstermijnen dient te voldoen, vermeerderd met een bedrag van € 750,– aan administratiekosten. Door de werking van dit artikel 9.6, dat volgens Itec niet onredelijk bezwarend is, wordt de optie van tussentijdse opzegging van de verlengde overeenkomst zodanig onaantrekkelijk gemaakt dat tussentijdse opzegging geen serieuze optie is. De namens Itec in de brief van 2 juli 2015 gevraagde vergoeding van € 103.072,16 exclusief btw is hiervoor illustratief De verlenging van de overeenkomst met 6 jaar is voor de wederpartij te meer verstrekkend omdat Itec ingevolge artikel 13 van de algemene voorwaarden het recht heeft om de prijs elk jaar met maximaal 10% te verhogen. Dit beding kan er in combinatie met artikel 9.5 toe leiden dat de huurprijs, die in de periode van 9 juni 2009 tot 9 juni 2015 al aanzienlijk is verhoogd, in de verlengingsperiode van 9 juni 2015 tot 9 juni 2021 nog veel verder zal stijgen. NVLF heeft door het overleggen van offertes van branchegenoten van Itec voldoende onderbouwd dat de huurprijs die Itec in 2015, na 6 jaar van forse prijsverhogingen, aan NVLF berekende, onredelijk hoog is (een veelvoud van de prijzen die branchegenoten berekenen). Indien NVLF op grond van artikel 9.5 van de algemene voorwaarden ook na 9 juni 2015 nog 6 jaar aan de overeenkomst gebonden zou blijven, zou Itec de prijs met een beroep op artikel 13 van de algemene voorwaarden in die verlengde contractperiode nog veel verder kunnen verhogen. Of Itec dat zal gaan doen is niet relevant. Doorslaggevend is het risico waaraan artikel 9.5 NVLF in samenhang met artikel 13 blootstelt. Uit de prijsverhogingen die Itec sinds 2009 heeft doorgevoerd is overigens af te leiden dat dit een reëel risico is. Itec heeft voor die prijsverhogingen geen goed onderbouwde rechtvaardiging gegeven (anders dan, kort gezegd, winstbejag). Over het – zeker bezien in samenhang met de andere bepalingen van de overeenkomst – zeer ingrijpende artikel 9.5 van de algemene voorwaarden is tussen partijen niet onderhandeld. Itec heeft niet gemotiveerd de stelling van NVLF betwist dat over de inhoud van de algemene voorwaarden niet is gesproken bij het aangaan van de overeenkomst. De algemene voorwaarden zijn bovendien in (zeer) klein lettertype afgedrukt, hetgeen de indruk wekt dat daarin slechts bijkomstigheden zijn geregeld. Naar het oordeel van het hof worden artikel 9.5 en de ingrijpende gevolgen die dat artikel in samenhang met de overige artikelen van de algemene voorwaarden kan hebben, daardoor onvoldoende onder de aandacht gebracht van de wederpartij van Itec. Het in de algemene voorwaarden verscholen samenstel van bepalingen kan tot gevolg hebben dat de wederpartij van Itec vele jaren aan Itec gebonden blijft en in die periode (van in dit geval twaalf jaar) met aanzienlijke en in de branche ongebruikelijke prijsverhogingen wordt geconfronteerd. Het betoog van Itec over het meefinancieren van resterende contracttermijnen indien een klant tijdens de looptijd van een huurovereenkomst een overeenkomst wil aangaan met een nieuwe verhuurder, brengt het hof niet tot een ander oordeel. Itec heeft dat betoog, tegenover hetgeen NVLF daarover heeft aangevoerd, onvoldoende onderbouwd. Dat NVLF zolang de overeenkomst loopt jegens Itec aanspraak kan maken op werkende apparatuur, brengt het hof evenmin tot een ander oordeel. Die omstandigheid laat onverlet dat NVLF nu zij de overeenkomst abusievelijk niet tijdig heeft opgezegd, als gevolg van artikel 9.5 van de algemene voorwaarden voor een onredelijk lange verlengingsperiode wordt gebonden aan de overeenkomst met Itec tegen een onredelijk hoog opgelopen prijs en met het risico dat die prijs nog verder zal oplopen. Daar komt bij dat in de loop van enkele jaren de kopieer- en printbehoefte van klanten van Itec kan afnemen. Dat is in dit geval bij NVLF als gevolg van toenemende digitalisering ook in substantiële mate gebeurd. Als gevolg daarvan ontstaat een begrijpelijke behoefte aan het aangaan van een andere overeenkomst gebaseerd op geringere volumes tegen een lagere prijs. Dat geldt te meer nu NVLF met de door haar overgelegde rapporten voldoende heeft onderbouwd dat de markt voor kopieer- en printapparatuur de afgelopen jaren een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt die zich onder meer heeft vertaald in prijsdalingen. Ook in dat kader is het onredelijk NVLF, vanwege het niet 12 maanden voor het einde van de looptijd van de overeenkomst opzeggen van de overeenkomst, nog voor een tweede periode van 6 jaar gebonden te achten aan de onderhavige overeenkomst met onredelijk hoge en mogelijk nog verder oplopende prijzen. Itec heeft onvoldoende onderbouwd dat zij een redelijke en in rechte te respecteren bedrijfsmatig belang heeft bij handhaving van artikel 9.5 in samenhang met de verdere inhoud van de overeenkomst. Itec heeft niet gemotiveerd betwist dat de apparatuur die zij bij NVLF heeft geplaatst, al is afgeschreven. Dat Itec gedurende de looptijd aan NVLF wel service en onderhoud moet blijven bieden en de apparatuur zo nodig moet vervangen, laat onverlet dat Itec geacht moet worden haar investering in de overeenkomst al ruimschoots te hebben terugverdiend. Dat Itec naar maximale winst streeft mag voorstelbaar zijn, maar het is niet aanvaardbaar om dat doel te bereiken door een wederpartij ‘te vangen op’ in de algemene voorwaarden verscholen bedingen die een zo verstrekkende inhoud hebben als waarvan in dit geval sprake is.
  7. Een stilzwijgend verlengingsbeding is in principe geldig. Maar als de verlengtijd onredelijk is, kan er sprake zijn van een onredelijk bezwarend beding. Maar dit hangt mede af van de verdere inhoud van de overeenkomst en voorwaarden. In dit geval lijkt mij daar sprake van, o.a. omdat niet elke 48 maanden wordt verlengd, maar - geniepig - elke 12 maanden. Dus enorm ver voor het einde van de overeenkomst. Geef wederpartij aan dat u dit onredelijke beding vernietigt.
  8. Wees blij dat het Nederlands recht van toepassing en de Nederlandse rechter bevoegd worden verklaard! Dat is enorm in je voordeel. Bij een geschil naar Engeland moeten gaan en in het Engels moeten procederen op basis van het (zeer afwijkende) Engelse recht is op zijn zachtst gezegd geen pretje. Voor het overige sluit ik me bij bovenstaande reacties aan.
  9. Dat ('dat wist ik niet') is ook niet wat ik wat ik aangaf. Niet voor niets schreef ik '... begreep en mócht begrijpen ...'. Dat hangt van veel factoren af, zoals ik die al noemde en verder bijvoorbeeld hoe professioneel de verhuurder is. Van een professionele verhuurder mag je nl. verwachten dat deze heldere en juridisch sluitende teksten produceert. Zeker als de huurder een leek is, voor de eerst keer iets huurt enz.
  10. Hans, Cosara en Norbert hebben gelijk. Het zou héél misschien anders kunnen liggen als de bedoeling van partijen anders was, huurder anders begreep en mocht begrijpen, sprake zou zijn van dwaling, misleiding o.i.d.. En dat moet dan ook nog aantoonbaar zijn (dus blijken d.m.v. getuigen, uit correspondentie).
  11. Om maar een paar dingen te noemen: Het hangt ook af van de soort en hoeveelheid werkzaamheden die je kunt en wilt delegeren/uitbesteden. Qua personeel kun je in het begin ook kiezen voor oproepovereenkomsten of min/max overeenkomsten. Of kies voor payrolling, dat is goedkoper dan een uitzendbureau omdat je zelf de werving en selectie doet. Qua inhuur van zelfstandigen is het zaak dat je goede overeenkomsten van opdracht sluit, die jou voldoende flexibiliteit bieden (bevalt het niet, dan moet je er eenvoudig en snel vanaf kunnen). En de kleine lettertjes heel goed leest .... In alle gevallen raad ik een jurist aan om je te helpen valkuilen te vermijden. Doe altijd alleen zelf waar je heel goed in bent ...
  12. Wat gebruikelijk is, maakt juridisch niets uit. Alle mogelijke situaties komen voor, casco, casco plus, inclusief. Het enige dat relevant is, is wat partijen willen. en of ze daarover overeenstemming bereiken. De genoemde optie 'stel dat ...' is natuurlijk sterk af te raden. En van groot belang is het om de juiste / sluitende afspraken te maken en schriftelijk vast te leggen. Als de inventarislijst, betaling etc. botsen met de inhoud van de huurovereenkomst/voorwaarden, heb je een probleem. Alleen hoe je het formuleert 'hiervoor betalen' duidt op een gebrek aan kennis. Wat is 'hiervoor'? Voor overname, een gebruiksvergoeding? Het is toch slechts een 'inventarislijst'? Kortom, modder niet aan. Schakel een huurrechtjurist in. Kleine investering, veel zekerheid.
  13. Beste, Het is heel simpel, partijen mogen dit zelf bepalen. (maar moeten het hier wel over eens worden) Ik leg dit bij deze vraag ook uitgebreid uit: En Bij overname van zaken ben je dus eigenaar en daarom zelf verantwoordelijk voor onderhoud, schade, vervanging etc. Dat is dus niet aan te raden in dit geval.
  14. Dat is veel te simpel gedacht. Zoals ik hierboven al aangaf: Een schoonheidssalon is een twijfelgeval. Dan spelen diverse factoren een rol. Werkt het in jouw geval zoals bij een kapper? Je kan naar binnen lopen, ook producten zoals huidverzorging en cosmetica kopen? Is het pand in een winkelstraat? En zo zijn er nog meer aspecten die van belang kunnen zijn. Er zijn namelijk talloze schoonheidssalons waar je - om maar iets te noemen - helemaal niet zomaar naar binnen kan lopen, zoals in een winkel.
  15. Er valt weinig zinnigs over recht op betaling (en hoeveel) te zeggen zonder de tekst van de offerte/overeenkomst te kennen. Je kunt de tekst (zonder gegevens van de klant/website etc., dus geanonimiseerd) hier weergeven. En voorwaarden gelden inderdaad alleen maar als je ze voor/bij sluiten van de overeenkomst hebt verstrekt.
  16. Je kan opzeggen: Een opdrachtnemer kan een opdrachtovereenkomst voor onbepaalde tijd opzeggen. Bij een overeenkomst voor bepaalde tijd is een gewichtige reden nodig om te kunnen opzeggen Dat staat ook in de wet, alleen iets ingewikkelder geformuleerd. Opzeggen overeenkomst van opdracht Art. 7: 408 1. De opdrachtgever kan te allen tijde de overeenkomst opzeggen. 2. De opdrachtnemer die de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van een beroep of bedrijf, kan, behoudens gewichtige redenen, de overeenkomst slechts opzeggen, indien zij voor onbepaalde duur geldt en niet door volbrenging eindigt.
  17. Dus juist om alle IB en OB ellende etc. te vermijden, is het het beste om simpelweg vast te houden aan de realiteit, namelijk dat je (in dit geval) geen ondernemer en geen zzp-er bent, je zet hetzelfde werk voort als eerder in dienstverband, je hebt geen klanten etc. En dus kan je het beste payrollen, wat ik eerder al aangaf.
  18. Je wil alleen 8 uur voor dit bedrijf werken en verder voltijds studeren. Je hebt dus maar 1 klant dan. Dan ben je dus géén zzp-er/ondernemer ! Zo simpel is het. Vraag bij verschillende payroll bedrijven offertes.
  19. If you can't get the money you need and you cannot borrow a car, rent a car, for example via Snapp Car. Those are private cars from people in your neighbourhood and not very expensive. And remove your documents, since they disclose private information!
  20. m U leest niet goed. Uiteraard geldt die vrijheid alleen voor zover deze binnen de grenzen valt die gelden voor de soort bedrijfsruimte. Dus die vrijheid geldt bijvoorbeeld voor afspraken over onderhoud. Dat is waarnaar gevraagd werd en waar ik antwoord op gaf! Níet dat men overal vrij in is. Enfin, hierbij gedetailleerde informatie: Er zijn twee soorten bedrijfsruimten: Middenstandsbedrijfsruimte Dit zijn winkels, cafés, restaurants, afhaal- en besteldiensten, ambachtsbedrijven, hotels en kampeerbedrijven. Van middenstandsbedrijfsruimte is sprake als er een voor het publiek toegankelijk lokaal aanwezig is voor de directe levering van goederen of diensten (met uitzondering van hotels en kampeerbedrijven). Alle overige bedrijfsruimte Dit zijn kantoren, fabrieken, garageboxen, pakhuizen, praktijkruimten, toonzalen, clublokalen, bedrijfskantines en bioscoopzalen. Daarnaast zijn er nog zogenaamde 'afhankelijke woningen'. Dit zijn woningen die gekoppeld zijn aan een middenstandsbedrijfsruimte, bijvoorbeeld winkelwoningen. Regelgeving De regelgeving voor beide soorten bedrijfsruimten verschilt op een aantal punten. De huur en verhuur van de bedrijfsruimten valt onder de nieuwe 'algemene bepalingen Huur' uit titel 4 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond van deze bepalingen genieten huurders van middenstandsbedrijfsruimten een grotere wettelijke bescherming dan huurders van 'overige bedrijfsruimten'. De bepalingen beschermen de ondernemer bijvoorbeeld tegen vroegtijdige beëindiging van de huur. Voor alle overige bedrijfsruimte geldt de ontruimingsbescherming, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, boek 7. Hoe is de huur en verhuur van middenstandsbedrijfsruimte geregeld? In titel 4 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is de huur en verhuur van middenstandsbedrijfsruimten geregeld en met name de duur van het huurrecht. De bepalingen zijn: als uitgangspunt geldt een eerste huurtermijn van vijf jaar. Als de huur niet wordt opgezegd, dan wordt de overeenkomst van rechtswege met vijf jaar verlengd; duurt de eerste huurperiode langer dan vijf jaar, dan volgt en verlenging tot en met tien jaar, tenzij er wordt opgezegd; is de eerste huurperiode langer dan tien jaar, dan geldt de overeengekomen duur en wordt de overeenkomst daarna, tenzij er wordt opgezegd, voor onbepaalde tijd voortgezet. De partijen kunnen ook overeenkomen dat de overeenkomst voor een bepaalde tijd wordt verlengd; bij huurovereenkomsten van twee jaar of korter gelden andere regels. Onderhoud In beginsel is de verhuurder verantwoordelijk voor het onderhoud van de (middenstands)bedrijfsruimte. Maar partijen mogen anders overeenkomen ! Als de verhuurder niet tot onderhoud overgaat, kan de huurder zelf gebreken verhelpen. De gemaakte kosten moeten, indien deze kosten redelijk zijn, door de verhuurder worden betaald. In de huuroverkomst kunnen de huurder en de verhuurder bijzondere afspraken maken over het onderhoud. Hoe komt de huurprijs van middenstandsbedrijfsruimte tot stand? De huurprijs van middenstandsbedrijfsruimte is niet aan een wettelijk maximum gebonden. Verhuurder en huurder kunnen in de huurovereenkomst zelf een huurprijs vaststellen. Anders dan voor de verhoging van de huurprijs van een woning, wordt er voor de verhoging van de huurprijs van middenstandsbedrijfsruimte geen indexering vastgesteld. In de gevallen dat de huurovereenkomst geldt voor een bepaalde periode van meer dan vijf jaar, kan zowel de huurder als de verhuurder een herziening van de huurprijs voorstellen na afloop van de overeengekomen huurperiode. In alle andere gevallen kan de huurprijs herzien worden nadat tenminste vijf jaar verstreken zijn sinds de dag waarop de laatst vastgestelde huurprijs is ingegaan of door de kantonrechter is vastgesteld. Hoe zeg ik de huur op van middenstandsbedrijfsruimte? Voor middenstandsbedrijfsruimten gelden beschermende bepalingen bij opzegging door de verhuurder. Bij huurperioden van twee jaar of korter gelden deze bepalingen niet. De huurovereenkomst eindigt op de afgesproken tijd. Opzegtermijn huurovereenkomst voor vijf jaar Een huurovereenkomst voor langere tijd kent op grond van de wet een minimumduur van vijf jaar (voor overeenkomsten gesloten na 1 mei 1971). Opzegging gaat door middel van een aangetekende brief of deurwaardersexploot. De verhuurder moet de gronden noemen die tot de opzegging leiden. Zowel huurder als verhuurder hebben een opzegtermijn van ten minste een jaar vóór de einddatum van de overeenkomst. Opzegtermijn niet nageleefd Als de opzegtermijn niet wordt nagekomen dan is de overeenkomst na de eerste huurtermijn van vijf jaar met nog eens vijf jaar verlengd. Na tien jaar leidt het niet tijdig opzeggen niet tot extra verlenging. In dat geval kan beëindiging volgen na de opzegging. Einde van de huurovereenkomst Opzegging door de huurder, met inachtname van de opzegtermijn, leidt tot het einde van de huur. Opzegging door de verhuurder leidt op zich niet tot het einde van de huurovereenkomst, tenzij de huurder met de beëindiging instemt. Stemt de huurder niet in met de opzegging, dan moet de verhuurder de kantonrechter vragen om de huurovereenkomst te beëindigen. Vordering bij de rechter De vordering bij de rechter voor beëindiging van de huur na de eerste vijf jaar wordt alleen toegewezen als: de huurder zich niet als een goed huurder heeft gedragen; of de verhuurder aannemelijk maakt dat hij zelf, de echtgenoot of echtgenote, of kinderen het pand als bedrijfsruimte nodig hebben (dringend eigen gebruik); of renovatie van het pand onder 'dringend eigen gebruik' valt: de verhuurder kan de huur opzeggen indien een renovatie van het pand niet uitgevoerd kan worden zonder beëindiging van de huur, met inachtneming van de regels voor het opzeggen van de huur; hierdoor wordt het eenvoudiger om renovaties uit te voeren. Regels bij horeca- of winkelpand Opzegging na de eerste vijf jaar Voor dit soort bedrijfsruimten spreken partijen gewoonlijk een vaste huurperiode van vijf jaar af. De huurder kan na afloop van de eerste vijf jaar besluiten om de huur te beëindigen. Hij hoeft daarvoor geen speciale reden op te geven. Wel moet hij de huur tijdig opzeggen. Vaak staat in het huurcontract op welke manier hij de huuropzegging moet doen, bijvoorbeeld door het sturen van een aangetekende brief aan de verhuurder. Doen huurder en verhuurder niets, dan wordt de huurperiode normaal gesproken met nog een periode van vijf jaar verlengd. Wil de verhuurder na de eerste vijf jaar de huur beëindigen, dan kan dat alleen vanwege twee specifiek in de wet genoemde redenen, namelijk bij 'slechte bedrijfsvoering' door de huurder en als de verhuurder het bedrijfspand dringend nodig heeft voor 'eigen gebruik'. Als de verhuurder zich op een van deze gronden wil beroepen moet hij dat een jaar voor het einde van de huurperiode door middel van een deurwaardersexploot of een aangetekende brief laten weten aan de huurder. In de brief moet in elk geval staan wat de reden is voor het beëindigen van de huurovereenkomst: vanwege 'slechte bedrijfsvoering' of vanwege 'dringend eigen gebruik'. Laat de huurder niet binnen zes weken na ontvangst van de brief weten dat hij het met de opzegging van de huurovereenkomst eens is, dan moet de verhuurder naar de rechter stappen. De huur blijft dan gewoon doorlopen totdat de rechter heeft beslist dat er een einde aan de huurovereenkomst moet komen. Is de rechter van oordeel dat er geen sprake is van een slechte bedrijfsvoering door de huurder of dat de verhuurder het bedrijfspand niet voor dringende eigen gebruik nodig heeft, dan kan de huurder gewoon blijven zitten. Opzegging na tien jaar Bij het verstrijken van de tweede termijn van vijf jaar kan de huurder of de verhuurder besluiten om de huurovereenkomst te beëindigen. De huurder hoeft (wederom) geen specifieke redenen op te geven. Na de tweede termijn heeft de verhuurder meer mogelijkheden om tot opzegging van de huurovereenkomst over te gaan. Naast 'slechte bedrijfsvoering' en 'eigen gebruik' kan de verhuurder de huur opzeggen als de huurder weigert om een redelijk aanbod voor een nieuwe huurovereenkomst te aanvaarden. Wil de verhuurder een geldend bestemmingsplan verwezenlijken, dan kan dat ook een geldige grond zijn om de huur te beëindigen. Als de huurder niet met de beëindiging akkoord gaat, moet de rechter er aan te pas komen. De rechter zal dan een afweging moeten maken tussen enerzijds de belangen van de huurder bij voortzetting van de huur en anderzijds de belangen van de verhuurder. Besluit de rechter dat de huurder het bedrijfspand moet verlaten, dan kan hij aan de huurder een bedrag toewijzen dat de verhuurder aan hem moet betalen als compensatie voor verhuis- en inrichtingskosten. Als huurder en verhuurder na het verstrijken van de tweede termijn de huur niet opzeggen en geen andere afspraken maken, wordt de huur voortgezet voor onbepaalde tijd. Zijn huurder en verhuurder het met elkaar eens over de beëindiging van de huurovereenkomst, dan kunnen zij natuurlijk ook op andere momenten gezamenlijk besluiten om de huur tussentijds te beëindigen. De tussentijdse beëindiging is vormvrij: als partijen het eens zijn over de afwikkeling en daartoe schriftelijke afspraken hebben gemaakt, is opzegging per aangetekende brief of per deurwaardersexploot niet nodig, en in dat geval mag afgeweken worden van bijvoorbeeld opzegtermijnen en kan bij wijze van spreken de huur nog per vandaag worden beëindigd. Heeft de onderhuurder van bedrijfsruimte rechten bij huuropzegging? De algemene regel is dat indien de hoofdhuur wordt opgezegd, ook de onderhuur eindigt. De hoofdhuurder heeft wel een zorgplicht en moet de onderhuurder goed en tijdig inlichten over onder meer de termijn die geldt voor de hoofdhuur. Ook moet hij de onderhuurder informeren over een eventuele opzegging. De hoofdhuurder mag niet zelf de huur opzeggen als dat ten koste gaat van de belangen van de onderhuurder. Onder bepaalde omstandigheden moet de hoofdhuurder een schadevergoeding aan de onderhuurder betalen. Kan de huurder van de verhuurder eisen dat hij meewerkt aan overdracht huur aan een derde? Een huurder kan het in het bedrijfspand uitgeoefende bedrijf aan een derde overdragen. De huurder kan van de verhuurder eisen dat hij meewerkt aan het overdragen van de huurverplichtingen aan deze derde. De huurder hoeft niet per se zelf in het gehuurde pand zijn bedrijf uit te oefenen en hij moet bij de overdracht wel een zwaarwegend belang hebben. Als de verhuurder weigert mee te werken kan de huurder de kantonrechter vragen een machtiging om de nieuwe huurder in zijn plaats te stellen. Hoe is de huurprijs en huuropzegging geregeld van niet middenstandsbedrijfsruimte? 7:230a BW: De huurprijs van alle bedrijfsruimten, anders dan middenstandsbedrijfsruimte (bijvoorbeeld een garage), is vrij overeen te komen en is niet aan een wettelijk maximum gebonden. De huurprijs kan pas veranderd worden als huurder en verhuurder het daarover eens zijn. Anders dan voor de verhoging van de huurprijs van een woning, wordt er voor de verhoging van de huurprijs van bedrijfsruimten geen indexering vastgesteld. Huuropzegging en bescherming tegen ontruiming De huur eindigt als de afgesproken huurtermijn is verstreken. Is geen tijd afgesproken, dan moet de verhuurder de huur opzeggen en ontruiming vragen. Dit kan mondeling, maar het is verstandig dit schriftelijk te doen. De opzegtermijn is tenminste één maand. Als een verhuurder de huurovereenkomst opzegt en de ontruiming aanzegt, hoeft de huurder niet meteen het pand te ontruimen op de einddatum. Hij kan de kantonrechter om uitstel vragen. Dit moet binnen twee maanden gerekend vanaf de aangezegde datum van ontruiming. De kantonrechter kan de termijn van ontruiming verlengen tot maximaal één jaar. Hierna kan de huurder nog tweemaal een verzoek tot verlenging bij de kantonrechter indienen. De huurder moet deze verzoeken uiterlijk een maand voor het verstrijken van de termijn indienen. De ontruimingsbescherming - door tussenkomst van de rechter - is dus maximaal drie jaar. De rechter zal geen verlenging geven als: de huurder zich niet als een goed huurder heeft gedragen (bijvoorbeeld bij wanbetaling of overlast); de huurder zelf de huurovereenkomst heeft opgezegd; de huurder heeft ingestemd met de beëindiging van de huur; de huurovereenkomst is ontbonden; de huurder het verzoek om verlenging te laat heeft ingediend. U heeft hierbij juridische ondersteuning nodig. Indien gewenst kunnen wij deze bieden ad € 125,00 exclusief BTW per uur. Wij berekenen geen percentage kantoorkosten. Uitzonderingen niet meer geldig De huurregelgeving per 1 augustus 2003 maakt geen uitzonderingen meer voor een kleine groep overige bedrijfsruimten. Het betrof garages, kleine opslagruimten en clublokalen met een huurprijs die op 30 juni 1971 lager was dan honderd gulden in (delen van) gemeenten waar de Woonruimtewet 1947 niet van toepassing was. Deze kleine groep had voorheen wel een verdergaande vorm van huur- en huurprijsbescherming. Welke huurregels gelden voor afhankelijke woningen en bedrijfsruimten die worden bewoond? Middenstandsbedrijfsruimte kan ook verhuurd worden in combinatie met een bijbehorende woning. Voorheen werd dit woongedeelte 'onzelfstandige woning' genoemd. In de regelgeving vanaf 1 augustus 2003 wordt de term 'afhankelijke woning' gebruikt. Het betreft (winkel) woningen die gekoppeld zijn aan een middenstandsbedrijfsruimte. Deze woningen hebben hun toegang via de bedrijfsruimte of de bewoning van de woning is noodzakelijk voor de exploitatie van het bedrijf. Voor een afhankelijke woning gelden de regels voor middenstandsbedrijfsruimte. Andere regels voor bedrijfsruimte die verhuurd wordt als woonruimte Wordt echter een middenstandsbedrijfsruimte, bijvoorbeeld een winkel, geheel verhuurd als woonruimte, dan gelden de regels voor de huur van woonruimte. Dit geldt ook voor een bedrijfsruimte die wordt bewoond, in afwijking van het huurcontract maar met medeweten van de verhuurder. Vooral bij de beëindiging van de huurovereenkomst door de verhuurder wordt het verschil tussen detailhandelbedrijfsruimte en overige bedrijfruimte duidelijk. De huurder van overige bedrijfsruimte geniet namelijk geen huur- bescherming; een schriftelijke opzegging met inachtneming van de geldende (contractuele of wettelijke) opzegtermijn doet de huurovereenkomst eindigen op de dag waartegen is opgezegd. De huurder rest slechts een beroep op de (tijdelijke) ontruimingsbescherming die de procedure ex artikel 7:230a BW hem biedt. Van deze regeling kan in de huurovereenkomst niet ten nadele van de huurder worden afgeweken, aldus lid 9 van artikel 7:230a BW. Het betreft dus een tijdelijke ontruimingsbescherming.
  21. You don't need an accountant, but a legal advisor. The dealer is probably right. Ask him for an temporary solution. And otherwise rent a car, for example via Snapp Car. And never sign anything anymore that you do not understand ...
  22. Dat heb ik/lukt mij allemaal hoor :-), met uitzondering van de tweestaps-authenticatie.
  23. Nee, ook qua verdeling van onderhoudsverplichtingen zijn partijen vrij. De huurovereenkomst bepaalt dit als het goed is. In dit geval is er blijkbaar verhuurd inclusief o.a. een ketel en keuken en daarover is niets geregeld (dat had wel gekund). Dan is de huurder niet verantwoordelijk. De ROZ modellen gaan trouwens uit van cascohuur (een 'kaal' pand) en dan is de huurder zelf verantwoordelijk. Zowel huurders al verhuurders moeten niet zelf gaan knutselen met een van het internet geplukte huurovereenkomst. Leken overzien de gevolgen niet. Het is beter om een beetje te investeren dan heel grote problemen te krijgen. Door "penny wise, pound foolish" denken en handelen ontstaan de meeste geschillen / rechtszaken leert de praktijk. Minstens een keer per week denk ik wel 'hoe heb je dit kunnen ondertekenen?' .....
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.