• Zoek op auteur

Inhoudstype


Forums

  • Innovatieve nieuwe bedrijfsideeën
    • Innovatieve nieuwe ideeën
    • Intellectueel eigendomsrecht en productbescherming
    • Ondernemen in ICT
    • Ondernemen in Landbouw, Visserij, Life Sciences, Chemische, Milieu- en Energietechnologie
  • Bedrijfsstrategie, ondernemingsplannen en bedrijfsprocessen
    • Ondernemingsplan en businessplanning
    • Commercie en marketing
    • Groei!
    • Operationeel en logistiek
    • Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen [nationaal én internationaal]
    • Wat vinden jullie van mijn...
    • Aansprakelijkheid en risicobeheer
  • Financiering, juridische en fiscale zaken
    • Financiering
    • Contracten en aanverwante onderwerpen
    • Rechtsvormen, vennootschaps- en ondernemingsrecht
    • Arbeidsrecht
    • Fiscale zaken
    • Administratie en verzekeringen
    • KvK, UWV en overige juridische zaken
  • Internationaal ondernemen
    • Internationaal ondernemen
  • ICT & Cyber security
    • ICT, Automatisering en internet
    • Cyber security
  • Leiderschap en (crisis)management
    • Leiderschap en (zelf)management
    • Herrie in de zaak
  • Overheidszaken voor bedrijven
    • De overheid en ondernemers
    • Onderwijs- en universiteitsbeleid
  • Vaste rubrieken
    • ik zoek een ...
    • Columns en octrooiblogs
    • Video's en Webinars
    • Nieuws en artikelen
    • Wedstrijden, beurzen en evenementen
    • MediaBoard
    • Testforum
  • Stamtafel
    • Over Higherlevel.nl
    • Nieuwsflits
    • Bugs en errors?
    • Off Topic

Blogs

Er zijn geen resultaten om weer te geven.


Zoek resultaten in...

Zoek resultaten die het volgende bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst geüpdate

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Registratiedatum

  • Start

    Einde


Groep


Voornaam


Achternaam


Bedrijfs- of organisatienaam


Email


Websiteadres


Plaats

  1. Business Angels In Rotterdam Bijeenkomst voor investeerders en ondernemers op 26 juni 2003 om 13:00 uur PROGRAMMA 13:00 uur Ontvangst deelnemers 13:30 uur Opening en gelegenheid tot "voorstellen" John Kimmel (OFR) opend de bijeenkomst en geeft enkele deelnemers de gelegenheid zich voor te stellen. 14:00 uur De Aftrap Elbert Jurjens en Roshan Warjavard van het succesvolle bedrijf Winkelnieuws, vertellen over hun ervaringen met ondernemen en investeerders. Wat ging er goed, wat ging er fout en welke tis hebben ze voor de aanwezige ondernemers en investeerders. 14:30 uur Presentatie van de businesscases 3 ondernemers presenteren hun businesscase aan een forum van ervaren ondernemers en business angels. De presentaties duren ongeveer 10 minuten, waarna het forum kan reageren met vragen. Aan het einde van de sessie geven de forumleden individueel een waardering over de plannen en de presentatie, voorzien van tips. De Business cases worden aangedragen door ondernemers uit de regio, deze worden van tevoren doorgenomen en eventueel bijgeschaafd . 15:30 uur Pauze met koffie/thee 16:00 uur Reactie van het forum op de presentaties De ondernemers en de investeerders buigen zich apart over enkele prangende vragen omtrent het starten van een innovatief bedrijf en het participeren in nieuwe innovatieve bedrijven. 17:45 uur Afsluitende netwerkborrel 19:00 uur Einde De netwerkbijeenkomst is uitsluitend bestemd voor zelfstandige ondernemers met innovatieve bedrijven in de start- en vroege groeifase en privé-investeerders, geïnteresseerd in financiering van de zaai-, start- en groeifase van innovatieve bedrijven. Toegang op invitatie. Kosten: Voor bijeenkomst, inclusief hapjes, drankjes en hand-out. € 75,- (ex btw) voor de eerste keer, € 55,- (ex btw) voor een tweede of daarop volgende keer. Vooruit te betalen per eenmalige incasso tegen factuur. Aanmelden: Schriftelijk, telefonisch, per fax, per E-mail of via Internet: De 7e Hemel Postbus 154 3620 AD BREUKELEN tel: 0346 - 555 774 fax: 0346 - 561 154 e-mail: hemel@planet.nl
  2. Imec, gevestigd naast de campus van de Universiteit van Leuven, werkt, als onafhankelijke onderzoeksinstelling, op mondiale basis met een groot aantal partners samen en bewijst met zijn bedrijfsmodel dat fundamenteel en toegepast onderzoek elkaar kunnen versterken. Ontwikkeling van nieuwe technologie, zoals micro-elektronica, nanotechnologie en informatie- en telecommunicatietechnologie, maakt nieuwe samenwerkingsvormen noodzakelijk. Belangrijke drijfveren zijn de hoge graad van complexiteit, de multidisciplinaire uitdagingen en het toenemend gebrek aan talent. Nieuwe samenwerkingsmodellen en nieuwe modellen voor rechten op intellectueel eigendom zijn voorwaarden om dergelijke strategische partnerships mogelijk te maken. Imec, Interuniversitair Micro-elektronica Centrum, heeft kans gezien zich te ontwikkelen tot een van de grootste onafhankelijke Europese onderzoekcentra op het gebied van micro-elektronica, nanotechnologie, ontwerpmethoden en technologie voor ict-systemen.Philips investeert meer geld in onderzoek door Imec dan in de drie Technische Universiteiten van Nederland. Met het doel de Vlaamse industrie op het gebied van de micro-elektronica te versterken, nam de Vlaamse regering - geïnspireerd door inzicht in het strategisch belang van de micro-elektronica en anderzijds door de hoge investeringen die nodig werden geacht om dit gebied tot ontwikkeling te brengen - in 1984 het initiatief Imec op te richten.De missie van Imec betreft het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek dat drie tot tien jaar vooruitloopt op de behoeften van het bedrijfsleven. Imec overbrugt zodoende wetenschappelijk onderzoek en industriële behoeften. Wetenschappers kunnen bij het Imec kennis opbouwen in zowel fundamenteel als in toegepast onderzoek dat wordt overgedragen naar de industrie. Het instituut hanteert verschillende vormen van kennisoverdracht zoals samenwerking met meer industriële partners binnen eenzelfde generiek onderzoeksprogramma, het verlenen van licenties voor specifieke toepassingen van bestaande technologie, het oprichten van spin-off bedrijven, generieke of op maat gemaakte opleidingsprogramma’s en het overplaatsen van Imec-experts naar de industrie.Imec heeft een totaalbudget van ongeveer 140 miljoen euro en een staf van bijna 1300 medewerkers. Meer dan dertig procent van de staf is niet-Belgisch en afkomstig uit meer dan veertig landen. De octrooiportefeuille bevat driehonderd octrooien en groeit met meer dan tien procent per jaar. Imec heeft ongeveer vijfhonderd bedrijven als klant of partner. Van het opdrachtvolume is 44 procent afkomstig uit internationale, bilaterale contracten. Imec ontving in 2002 24 procent van zijn omzet als een dotatie van de Vlaamse regering.Deze overheidssubsidie is gekoppeld aan het realiseren van bepaalde vooropgestelde doelen: output gedreven financiering dus.Imec heeft zich ontwikkeld van een organisatie die ‘projecten uitvoert’ naar een organisatie die aan de hand van goed gekozen generieke programma’s onderzoek met en voor een aantal ondernemingen uitvoert. Imec groeide van klantspecifiek toegepast onderzoek naar fundamentele onderzoeksprogramma’s die aansluiten bij de behoefte van een specifieke groep van klanten.De ontwikkeling en keuze van deze programma’s is gebaseerd op een combinatie van domeinen waarin Imec excelleert alsmede op de te verwachte toekomstige behoeften van zijn klanten. Veel marktpartijen realiseren zich dat het exclusief recht op een generieke technologie niet zinvol is gelet op de hoge kosten van technologieontwikkeling en de snelle evolutie van nieuwe technologieën, en raken liever in de vroege voorfase van technologieontwikkeling betrokken, waardoor het via deze ontwikkelingen met meer ondernemingen mogelijk is kosten, risico’s en talent te delen.Tevens biedt dit het bijkomend voordeel dat de tijd van ontwikkeling naar markt wordt verkort door het sneller opbouwen van voldoende kennis en kritische massa.Door zich primair te concentreren op het ontwikkelen van technologie in de precompetitieve fase is het mogelijk de ontwikkelde kennis ook elders binnen Imec of voor de locale industrie in te zetten. Zo ontstaat een mechanisme waarin meer ondernemingen als partner kunnen worden aangetrokken en specialisatie binnen Imec kan plaatsvinden, zodat kosten, risico en talent nog beter worden gedeeld.Imec differentieert vier vormen van intellectueel eigendom. Ten eerste het intern onderzoek dat Imec met eigen middelen voert en dat het exclusieve eigendom is van Imec. Dit dient doorgaans als basis, achtergrond informatie, voor latere samenwerking met derden of als basis voor het oprichten van spin-off bedrijven. Ten tweede niet exclusief mede-eigendom van generieke precompetitieve technologie bij Imec en de samenwerkingspartners. Ten derde het exclusief eigendom van een specifieke toepassing van de precompetitieve technologie bij Imec op de specifieke bedrijfsomgeving van een van de samenwerkingspartners, en ten vierde het exclusief eigendom van een specifieke toepassing die door een van de industriële partners is ontwikkeld binnen de onderzoeksinfrastructuur van Imec, zonder directe tussenkomst van Imec-onderzoekers.De missie van Imec, wetenschappelijk onderzoek dat drie tot tien jaar vooruit loopt op industriële toepassing, is slechts mogelijk onder vier voorwaarden.1. Imec moet goed inzicht hebben in de toekomstige behoeften van het bedrijfsleven. De beste weg voor het verkrijgen van een dergelijk inzicht is een wereldwijd relatienetwerk.2. Imec moet de juiste windows of opportunity kennen, te weten de termijn waarop de onderzoekresultaten naar de markt kunnen worden gebracht om een optimale marktwaarde voor dergelijke kennis ter verwerven.3. Voldoende kritische massa moet aanwezig zijn. Met als gevolg de dwang tot een snelle internationalisatie, omdat Vlaanderen geografisch te klein is om deze strategie met succes uit te voeren.4. De internationale aantrekkingskracht moet groot genoeg zijn om voldoende internationaal talent aan te trekken.Met zijn strategie blijkt Imec in staat zich zowel te ontwikkelen tot internationale speler als tot het spelen van een belangrijke rol voor de industrie in Vlaanderen. De kloof tussen fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek heeft Imec met zijn bedrijfsmodel weten te overbruggen.
  3. Zeer nuttige informatie over I.E. zie ook www.innovatiewijzer.nl Groeten, Nils COMMUNICATIE-PLATFORM INNOVATIE & INDUSTRIËLE EIGENDOMSRECHTEN INFOBULLETIN 2 SOFTWAREBESCHERMING JUNI 2002 1. Achtergrond Met de ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie in de loop van de 20e eeuw is het bedrijfsmatig produceren van de daarbij te gebruiken software (computerprogramma’s) een omvangrijke en belangrijke economische activiteit geworden. Hiermee ontstond behoefte aan bescherming van de in software gedane investeringen. 2. Definiëring Software kan in de eerste plaats, evenals andere nieuwe ontwikkelingen, in principe worden beschermd door geheimhouding. Meestal is geheimhouding echter geen haalbare optie, omdat de software op de markt moet worden gebracht of ter beschikking moet worden gesteld aan (potentiële) afnemers voor aanpassing en verdere ontwikkeling. In de tweede plaats geldt voor software de “automatische” bescherming van het auteursrecht. Daarmee wordt weliswaar de verzameling computerinstructies die de software vormt beschermd, maar niet het onderliggende idee: de met de software verkregen functies kunnen vaak op zeer veel verschillende wijzen worden geprogrammeerd, zodat het auteursrecht gemakkelijk omzeild kan worden. In de derde plaats is octrooibescherming van software mogelijk. Op deze wijze kan het onderliggende idee, op welke wijze dan ook geprogrammeerd, worden beschermd. Octrooien voor software kunnen in principe overal ter wereld worden verkregen. In het navolgende zal uitsluitend worden gekeken naar octrooiering van software, of meer in het algemeen: octrooiering van in computers geïmplementeerde uitvindingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van software. Voor het verkrijgen van octrooibescherming op software moet zijn voldaan aan een aantal criteria: de functionaliteit van de software moet worden vastgelegd in een octrooiaanvrage, de software moet bij het indienen van de octrooiaanvrage nieuw zijn, en de uitvinding die de software belichaamt moet een niet voor de hand liggende technische bijdrage aan het vakgebied leveren, die het resultaat kan zijn van: · het met de software op te lossen probleem; of · de technische middelen die de oplossing van het probleem vormen; of · de effecten die worden verkregen met de oplossing van het probleem; of · de noodzaak van technische overwegingen om tot de uitvinding te komen. Ook methoden voor bedrijfsvoering (“business methods”) kunnen, mits zij in de vorm van software zijn uitgevoerd, worden beschermd. Er kan bescherming worden verkregen op de met de software geprogrammeerde computer of ander apparaat, op de werkwijze die door het apparaat wordt uitgevoerd, op de software die op een gegevensdrager is opgeslagen, en op de software op zich, ongeacht de verschijningsvorm. 3. Relevante aspecten voor het MKB In een octrooiaanvrage moet de te beschermen software in functionele termen worden beschreven, d.w.z. dat de functies van de hardware (zoals een computer of ander geprogrammeerd apparaat, een netwerk, een terminal) als gevolg van de daarop werkende software moeten worden gedefinieerd. Alvorens een octrooiaanvrage in te dienen mag de software of het onderliggende idee niet openbaar bekend zijn geworden. Contacten met potentiële klanten in dit stadium dienen bij voorkeur door een schriftelijke geheimhoudingsverklaring te worden vergezeld. Na het indienen van een octrooiaanvrage kan de software zonder voorbehoud op de markt worden gebracht, waarbij tevoren natuurlijk moet zijn nagegaan, of geen inbreuk op rechten van derden wordt gemaakt. Daartoe kan in octrooidatabases bijvoorbeeld worden gezocht in de IPC-klassen G06F17 en G06F19, en op trefwoorden. Onzekere factor daarbij is dat octrooiaanvragen van derden nog geheim kunnen zijn. Het verkrijgen van octrooibescherming is een procedure die in het algemeen enkele jaren in beslag neemt. Deze tijd kan enerzijds nuttig zijn om de markt te ontwikkelen, maar kan anderzijds te lang zijn om de in octrooibescherming gedane investeringen door middel van de monopoliepositie of door licenties terug te verdienen. In het laatste geval zal moeten worden teruggevallen op geheimhouding en/of auteursrechtelijke bescherming. 4. Actuele stand van zaken De bovenstaande tekst beschrijft de situatie onder het Europees Octrooiverdrag. Daarnaast heeft de Europese Commissie in februari 2002 een voorstel voor een richtlijn ingediend, die bedoeld is om de wetgeving op het gebied van in computers geïmplementeerde uitvindingen te harmoniseren in de lidstaten van de Europese Gemeenschap. Het belangrijkste verschil tussen de voorgestelde richtlijn en de praktijk van het Europees Octrooibureau is dat volgens de voorgestelde richtlijn octrooibescherming op software op zich, of op software die op een gegevensdrager is opgeslagen, niet mogelijk is. In Japan worden ten aanzien van de octrooibescherming van software in grote lijnen dezelfde criteria aangelegd als die van het Europees Octrooibureau. De gangbare definitie in Japan van een octrooieerbare uitvinding is dat de uitvinding een “zeer geavanceerde creatie van technische ideeën moet zijn, waarbij een natuurwet wordt toegepast”. Dit stemt overeen met het concept van de “technische bijdrage” in Europa. In de USA wordt niet geëist dat de uitvinding een technische bijdrage levert. Volgens de Amerikaanse octrooiwet en jurisprudentie dienen uitvindingen “nuttig, concreet en tastbaar” te zijn om voor octrooibescherming in aanmerking te komen. Methoden voor bedrijfsvoering zijn dan ook in de USA ruim octrooieerbaar, zelfs indien zij niet in software zijn vervat en louter niet-technische aspecten bezitten.
  4. Hoi Wessel, Jouw eerste vraag is typerend voor veel ondernemers. In de afgelopen 15 jaar (waarvan 9 in de venture capital industrie) heb ik met veel ondernemers gesproken die dezelfde fout in hun redenering maken: i.p.v. je moet je plan niet aanpassen aan de financier maar de juiste financier zoeken bij je plan. Hierna zal ik proberen uit te leggen wat ik hiermee bedoel. Als ondernemer heb je een visie, een droom die je wilt realiseren. Teneinde dit te kunnen bereiken moet bepaalde eigenschappen bezitten zoals kunnen verkopen (aan klanten maar ook aan partners), doorzettingsvermogen hebben en vasthoudend zijn, gefocussed zijn etc. Vanaf het begin ga je namelijk erg vaak horen: “Nee, ik ben niet geïnteresseerd (in jou of je product)” en dan moet je sterk in je schoenen staan om toch door te gaan elke keer weer. Als je denkt dat je deze eigenschappen bezit moet je mensen om je heen zien te krijgen die je kunnen helpen met de realisatie van je droom. Zeker in deze tijd kun je het niet alleen. Eerst heb je partners nodig die je helpen bij het verkopen van je product of service. Als ondernemer ben jij dè verkoper van je bedrijf maar je hebt mensen (binnen bedrijven of commerciële partners) die je helpen jezelf en je bedrijf te verkopen. Om de juiste partners te kunnen vinden moet je veel, heel veel netwerken. Veel ondernemers denken dat geld de bottleneck van het starten van een bedrijf is. Ervaren ondernemers en investeerders weten dat dit niet het geval is. Voordat je op zoek gaat naar geld moet je je zaakjes op orde hebben. Je moet een netwerk van partners om je heen hebben. Deze partners moeten zich aan jou en je bedrijf gecommitteerd hebben. Bovendien moet je al iets bereikt hebben: het moet meer zijn dan alleen een idee en bij voorkeur moet je je product al succesvol hebben verkocht. Voor de meeste geldschieters (zowel banken als investeerders) is het hebben van een zekere omzet het ultieme bewijs dat er een markt is voor je product of dienst, hèt probleem van startende ondernemingen. Als je het bovenstaande gerealiseerd hebt (enerzijds partners anderzijds omzet) en je bent er nog steeds van overtuigd dat je geld nodig hebt dan moet je alles papier zetten in de vorm van een business plan. Dit business plan heb je nodig om een financier en/of investeerder te interesseren in jou en je bedrijf. Besef dat veel potentieel geïnteresseerden geen of weinig begrijpen van je markt, je product ed. dus hou KISS (“keep it simple, stupid”). Voor meer informatie over business plan kun je mijn presentatie downloaden op mijn website www.ties.lu onder downloads. Tegelijkertijd met het opstellen van je business plan moet je op zoek gaan naar financiers (of partners) waarvan jij denkt dat die bij jou en je business plan passen. Er is een grote diversiteit aan mensen die geld in ondernemers steken (b.v. overheden, sponsors, familie & vrienden, banken, business angels, venture capitalists). Doe een omvangrijk en nauwgezet onderzoek naar elk van deze groepen waarna je een keuze uit een of meerdere van deze groepen maakt. Vervolgens is het een kwestie van netwerken om met de juiste persoon in een groep in contact te komen. Meestal is het beste dat je geïntroduceerd wordt bij een bepaalde potentiële financier of investeerder. Deze overhandig je dan de samenvatting van je business plan (“executive summary”) in de hoop dat ze je volledige business plan willen lezen en vervolgens een afspraak met je willen maken. Dit is het begin van het zogenaamde “due diligence”: het onderzoek (aan de hand van je business plan en gesprekken met jou en diverse anderen) door potentiële financiers en investeerders in hoeverre zij geïnteresseerd zijn in jou en je bedrijf. Dit was mijn volledige antwoord. Nu een paar korte antwoorden op een aantal van je opmerkingen: - Er zijn niet veel investeerders (business angels noch venture capitalists) die investeren in het financieren van salarissen. Investeerders investeren in marketing. - Indien je omzet gegenereerd wordt door een sales manager moet je jezelf twee zaken afvragen: wat is mijn rol en wat weerhoudt deze verkoper ervan het alleen te gaan doen? - Meeste venture capitalists investeren alleen in bedrijven die een erg groot groei potentieel hebben (ca. tussen de € 50m en 100m omzet in ongeveer 5 jaar). Dit geldt ook voor veel business angels waarbij deze een langere termijn voor ogen hebben (in ca. 10 jaar). Je tweede vraag zal ik proberen te beantwoorden in een volgende stuk (zie hierna).
  5. Ik gebruik een Ipaq ;D, het grootste voordeel van deze agenda is dat hij gekoppeld kan worden aan mijn desk top, twee voordelen, ik kan mijn agendapunten altijd invoeren via de computer, ten tweede het is de meest ideale manier om een goede back-up te hebben en te kunnen maken. Het enige nadeel is dat dit soort agenda’s jat-gevoelig en kwetsbaar zijn. Na aanschaf was ik in de ongelukkige situatie om mijn Ipaq uit mijn handen te laten vallen waardoor mijn LCD scherm het begaf :-\ dit geintje kosten alleen al € 300,-. Daar moet je dus wel voor oppassen. Verder werkt het perfect. ook de invoer van data. je kunt gewoon schrijven op het scherm en dit gaat net zo snel als in de confessionele agenda. Een andere meerwaarde is dat je de mogelijkheid hebt om foto’s van je producten op te nemen, met geluidsfragmenten en een PowerPoint presentatie. En als je het helemaal bont wilt maken is het ook mogelijk om hem te gebruiken als navigatiesysteem. Op dat punt vertrouw ik nog gewoon op mijn stratenboek ;)! Greetz, Patrick
  6. Belastingdienst registreren:. Klopt aantal keren gedaan. Maar ik heb geen idee -ooit wel eens geweten- wat voor rechten je daar aan kan ontleden juridisch in welke landen. Kan een expert hierover ons wat meer info geven? Het is in ieder geval zeer duidelijk dat de betreffende persoon het eerst was met het door hem bedachte idee. `Het is bijna waterdicht` Voorzover ik het begrepen heb van de deskundigen. En wat ook wel zeer voor de hand ligt , dat is als iemand met het idee op de loop gaat dan is het mogelijk hem weer snel na-te-apen zonder vervolgt te worden `dat zou er nog eens moeten bijkomen ook!` Omdat aangetoond is de eerste te zijn en daarom aangenomen wordt aan de verdere ontwikkeling te werken is het zeer aan te nemen dat de latere registratie van een officieël octrooi minder diepgaand uitgespit is vanwege de kortere tijd besteed , dan degene die veel eerder het bij de belastingdienst liet registreren. (veel goedkoper) maar die heeft er langer aan gewerkt. Een rechter zou in een geval van een geschil altijd de kant van de eerste bedenker kiezen omdat de tweede `bedenker` zeer bedenkelijk het van de eerste bedenker afgekeken zou kunnen hebben. Als de eerste bedenker niet over de vaardigheid en de productiemiddelen beschikt / of om het idee anderszinds ten gelde te maken heeft hij gewoon peg gehad. Hij was dan bezig `lucht kastelen te bouwen` en daar koop je niet veel voor. De benadering van mensen onderling kan zijn: geheimzinnig / zwijgend / bang voor concurentie of verklikken van een idee / of denken dat de ander onozel en ondeskundig is. / daarom iemand met `een kluitje in het riet sturend`. Of men wordt met open armen ontvangen als `vakbroeder` met vernieuwende frisse ideeën waar men ook nog weer wat van kan opsteken. Voorzichtig aftastend : Hoe ver de ander al is. Als die met een zeer geloofwaardig (al of niet) bluf verhaal de ander de loef afsteekt (met enthousiasme). Maar toch zeker ook wel met zelfvertrouwen feiten van een andere deskundige kant belicht zodat de eerste persoon ook zijn voordeel ermee kan doen dan is meestal voor een groot deel `het ijs gebroken` Vergeet niet dat men graag altijd de laatse informatie van de concurentie wil weten. Nieuwsgierig zijn zit gewoon in de mens. En veschillende mensen hellen bijvoorbeeld meer of minder naar OF De Juridische kant Al deze eigenschappen zijn zo menselijk dat men meestal wel vind dat de mensen het `onderling maar uitmoeten vechten` of wel tot overeenstemming moet komen in geval van een geschil. (schikken) OF De technische kant De `techneuten zouden liever direct alle informatie uitwisselen. OF De sociaal maatschappelijke kant moet het `het volk dienen` en niet ten koste gaan van werkgelegenheid. OF De commerciële kant. Als men aantoont dat het kopie of de plagiaat een toegevoegde waarde heeft en beter is dan het eerste aanvankelijke idee. Dan is nog alles vrij om te doen. Het beste is om zoveel mogelijk overal van alles af te weten met een goede reputatie. En met een blijvend `draaiende ideën motor` Dan om kort door de bocht om commercieël gewin een ander te kopieëren De tweede categorie valt meestal na enige tijd wel `door de mand` wegens ondeskundigheid. Dat is nooit bestendig. Mijn ervaring is dat een (nieuw) persoon of het nu om mezelf gaat of een ander in het eerste deel van de minuut beoordeeld wordt op de eerste paaar zinnen die hij/zij uitspreekt. De ervaring en vakkennis wordt direct ingeschat. Het heeft ook te maken met ver of wantrouwen van de mensen onderling. Of men elkaar de ruimte laat. Of men met elkaar ; aanvullend werkt of tegen elkaar. Dat is universeel. Ook internationaal.
  7. result_stream_cta_title

    result_stream_cta_line_1

    result_stream_cta_line_2

  8. Kennis kopen of zelf ontwikkelen? Eenieder onderkent tegenwoordig dat kennis en kennismanagement van toenemend belang zijn voor de concurrentiepositie van ondernemingen. Ondernemers vertalen de aandacht die hieraan gegeven moet worden veelal in het inhuren van kenniswerkers en het introduceren van kennis-management-systemen. Deze handelwijze benadert kennis als inputfactor. Hierbij wordt aangenomen dat, wanneer een onderneming kennis inkoopt, de kennisintensiteit en de toegevoegde waarde van haar producten of diensten zullen toenemen. Vervolgens, zo luidt de redenering, vertaalt de onderneming deze hogere toegevoegde waarde in een hogere rentabiliteit. Eigen onderzoek (MZ) wekt twijfels of deze aanname juist is. Kennis geldt als kritieke succesfactor voor de concurrentiekracht. Niet alleen ondernemers en managers, maar ook managementwetenschappers zoals Peter Drucker en Michael Porter onderstrepen de toepassing van kennis en de rol van innovatie. Worden ondernemingen kennisintensief omdat zij steeds meer kennis inkopen? Of worden ondernemingen kennisintensief omdat zij in staat zijn bestaande, eigen en ingekochte kennis te combineren zodat unieke ondernemingsspecifieke kennis ontstaat? In de eerste benadering staat het inhuren van kenniswerkers centraal terwijl in de tweede benadering de combinatie van kenniselementen centraal staat. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan negentig procent van de onderzochte ondernemingen - 75 Nederlandse beursfondsen over de periode 1990 - 2000 - in staat zijn geweest de eigen productiviteit als gevolg van ondernemingsspecifieke kennis te verhogen. In deze groep is gemiddeld de helft van de totale productiviteitsontwikkeling het gevolg van ondernemingsspecifieke kennis. Ondernemingsspecifieke kennis is het resultaat van organisatie en communicatie tussen medewerkers, klanten, verschaffers van kapitaal en partners. De centrale vraag is hoe de directe stakeholders van de onderneming met elkaar samenwerken zodat de productiviteit van de onderneming als geheel wordt verhoogd. Innovatie is hierbij het sleutelwoord. Door innovatie breed en integraal te benaderen en het belang en de invloed van de verschillende stakeholders te onderkennen is het mogelijk de kennisproductiviteit effectief te besturen. Een integrale benadering van innovatie behelst bekende aspecten zoals fundamenteel en toegepast onderzoek, productontwikkeling, kwaliteit, commercialisering en merkenbeleid, maar ook een minder bekend aspect dat hoort bij de integrale benadering van innovatie, namelijk het actief besturen van de samenwerking tussen de diverse stakeholders en de onderneming. Slimme combinaties van kennis ontstaan alleen als er wat te combineren valt. Iedere onderneming zal een eigen samenhang zoeken tussen de kennis en productiviteit die het gevolg is van de aanwezigheid van kenniswerkers en de kennis en productiviteit die het gevolg is van het combineren en organiseren van deze kennis. Uit de opbouw en de invloed van ondernemingsspecifieke kennis op de productiviteit van de onderneming blijkt dat de onderneming afhankelijker wordt van de kenniswerker en vice versa. Gezien de omvang van de productiviteitsontwikkeling die het gevolg is van ondernemingsspecifieke kennis ligt het voor de hand dat verbetering van het innovatieproces een aanzienlijke impact zal hebben op de productiviteit van de onderneming. Verbetering van het innovatieproces is niet alleen het gevolg van betere interactie en organisatie tussen de stakeholders maar ook van een verandering in samenstelling van de stakeholders. Ook kan samenwerking met anderen een rol spelen. De productiviteitsontwikkeling als gevolg van ondernemingsspecifieke kennis heeft tevens een relatie met de ontwikkeling van de netto winst en de kasstroom van de onderneming. In tegenstelling tot bestaande onderzoeken die aan kennis een sterk exploratief karakter toedichten, legt dit onderzoek dat de productiviteit van kennis centraal stelt, de directe relatie met het resultaat van de onderneming. Het bezit van kennis is geen doel op zich. Kenniscreatie is enkel mogelijk als de juiste kenniselementen aanwezig zijn. Niet het aantal kenniswerkers, het hebben van een R&D-afdeling, patenten en licenties is van belang, maar vooral de combinatie met bedrijfsspecifieke kennis leidt tot verhoging van de productiviteit van ondernemingen.
  9. (dit bericht is verplaatst en hoort direct onder de vraag boven aan de pagina!!) Ok, even het volgende: Een octrooi is simpelweg een tijdelijke monopolie, dat van overheidswege wordt verleend. Dit monopolie wordt verleend om enerzijds de uitvinder in ieder geval de kans te geven zijn investeringen in de vinding terug te verdienen, en ten tweede zal door middel van het octrooi de uitvinder verplicht worden een gedetailleerde beschrijving van zijn vinding wereldkundig te maken zodat anderen daarop voort kunnen borduren. Om dit octrooi verleend te krijgen moet volgens rechtswege een uitvinding concreet te definiëren zijn. Dit wordt dan ook gedaan in de Rijksoctrooiwet en het Europees Octrooiverdrag (art. 2 ROW en art. 52 EOV). Hierin staat vermeld dat een uitvinding aan een aantal materiele eisen moet voldoen wil het een object van bescherming worden en in aanmerking komen voor een octrooi: 1.De vinding moet ‘nieuw’ zijn. 2.De vinding moet op uitvinderwerkzaamheid berusten 3.De vinding moet toegepast kunnen worden op het gebied van de nijverheid. Ad.1. art. 4 ROW en art. 54 EOV geven aan dat een vinding in octrooirechtelijke zin als nieuw kan worden beschouwd als zij geen onderdeel uitmaakt van de stand der techniek. Dat wil zeggen dat de vinding voor de dag van indiening (octrooiaanvrage) nog niet openbaar toegankelijk is gemaakt door een schriftelijke of mondelinge beschrijving, door toepassing of op enige andere wijze. Dit openbaar maken beperkt zich niet alleen tot Nederland maar ook daar buiten. Ad. 2. art. 6 ROW en art. 56 EOV. Wat we in deze artikelen kunnen lezen zagen we al eerder bij de eis van ‘vooruitgang’. De vinding moet voor een deskundige op het gebied niet voor de hand liggen. Uiteindelijk komt het er in de wet op neer dat het gaat om een concrete probleem oplossing, en niet om de uitvinding als bezigheid die daaraan meestal voorafgaat. Ad. 3. art. 7 ROW en art. 57 EOV geven aan dat de vinding toepasbaar moet zijn op het terrein van de industrie, landbouw (tuinbouw), veeteelt, bosbouw en visserij. Dit moet niet verward worden met methoden van behandeling van het menselijke en dierlijke lichaam door chirurgische ingrepen of geneeskundige behandeling, en diagnose methoden die worden toegepast op het menselijke en dierlijke lichaam die wegens ethische redenen niet vatbaar zijn voor octrooi. Voortbrengselen als stoffen of samenstellingen, voor de toepassing van een van deze methoden kunnen wel in aanmerking komen voor een octrooi (art. 7 lid 2 ROW, art. 52 lid 4 EOV). Instrumenten en stoffen voor chirurgische doeleinden bijvoorbeeld. Juist als je uitvinding gerelateerd is aan een technische oplossing dan kun je in aanmerking komen voor een octrooi. Dit kan alleen als het nog niet tot de stand der techniek behoord. Dit betekent dat je nooit een octrooi kunt krijgen op een uitvinding waar al een keer een octrooi op is verleend. Omdat octrooiaanvrage meteen gepubliceerd worden zijn je technische gegevens voor een ieder toegankelijk. Dan behoort het dus tot de stand der techniek! Kortom als jouw It oplossing technischenieuw is en aan de overige criteria ook voldoet dan kun je een octrooi-aanvrage overwegen. Houdt er wel rekening mee dat octrooien veel geld kosten!! Zie ook www.bie.nl en www.iusmentis.nl Groet, Evert
  10. on-line aanmelden Business Angels in Amsterdam Bijeenkomst voor investeerders en ondernemers op 20 maart 2003 om 13:00 uur PROGRAMMA 13:00 uur Ontvangst deelnemers 13:30 uur Opening door de dagvoorzitter Guus Rood, de dagvoorzitter opent de bijeenkomst en geeft enkele deelnemers de gelegenheid zich voor te stellen 14.00 uur De Aftrap Christine Karman van Izecom BV, serial entrepreneur, meerdere ventures gefinancierd met risicodragend vermogen, Biopartner coach, technology pioneer van het World Economic Forum. Ze verteld over haar ervaring met het ondernemen in deze tijd. 14.30 uur Bedrijfspresentaties 3 ondernemers presenteren hun bedrijfsplan aan een forum van ervaren investeerders. Het doel van de presentatie is om een beeld te krijgen hoe investeerders in het algemeen op zo'n presentatie reageren. Aan het einde van de sessie geven de forumleden individueel een waardering over de plannen en de presentatie, voorzien van tips. De presentaties worden van te voren doorgenomen en zonodig aangepast. 15.30 uur Pauze met koffie/thee 16.00 uur Reactie van het forum op de presentaties 16.30 uur Nabespreking De ondernemers en de investeerders buigen zich apart over enkele prangende vragen ontrent het starten van en participeren in nieuwe innovatieve bedrijven 17.45 uur Afsluitende netwerkborrel 19.00 uur einde De netwerkbijeenkomst is uitsluitend bestemd voor zelfstandige ondernemers met innovatieve bedrijven in de start- en vroege groeifase en privé-investeerders, geïnteresseerd in financiering van de zaai-, start- en groeifase van innovatieve bedrijven. Toegang op invitatie. Kosten: Voor bijeenkomst, inclusief hapjes, drankjes en hand-out. € 75,- (ex btw) voor de eerste keer, € 55,- (ex btw) voor een tweede of daarop volgende keer Vooruit te betalen per eenmalige incasso tegen factuur. Aanmelden: Schriftelijk, telefonisch, per fax, per E-mail of via Internet: De 7e Hemel Postbus 154 3620 AD BREUKELEN tel: 0346 - 555 774 fax: 0346 - 561 154 e-mail: hemel@planet.nl
  11. Dat maakt de discussie over faillisementen zo complex. Failliet gaan is niet leuk. Als het vermijdbaar was is het, of de ondernemer heeft lekker lopen gokken met andermans geld, dan mag je het zelfs een schande noemen. Meestal is de ondernemer zelf de grootste gedubeerde. Geld, tijd, dromen, ego, relaties, alles weg. Dat is sneu. En er is maar één oplossing. Uithuilen, even nadenken en opnieuw beginnen. Ik ken aardig wat gefailleerde ondernemers in mijn omgeving. Het doet ze echt wat. Ze zijn voor langere tijd behoorlijk aangeslagen, maar daarna gaan ze meestal weer verder. Gek genoeg blijken ze dan ook over veel steun te kunnen rekenen. Banken misschien niet, maar andere ondernemers en investeerders krabben zich wel even achter hun oor. Stellen een paar extra vragen, maar daarna blijken de ondernemers "met ervaring" meer vertrouwd te worden dan anderen. Er wordt altijd gevraagd: "hoe is het zover kunnen komen". Soms is het antwoord dan: "mijn grootste klant ging failliet" of "mijn partner heeft me belazerd" of "de markt storte in". Ondernemers die met dat soort antwoorden komen krijgen nooit een tweede kans. Ze hebben namelijk niks geleerd van hun faillisement. Als ondernemer blijf je ten alle tijden verantwoordelijk voor het welslagen van je onderneming. Zoek je de schuld van je falen buiten jezelf, dan heb je niks geleerd en zal je dezelfde fouten opnieuw maken. Gelukking antwoorden de meeste ondernemers: ïk had op 1 klant gegokt" of "ik heb een verkeerde partner gekozen" of "ik heb de markt verkeert ingeschat". Kijk die ondernemer heeft wat geleerd en die krijgt ook (meestal) een tweede kans. Wat getreft die doorstart senario's, die horen wat mij betreft thuis in het wetboek van strafrecht. Een ondernemer die zijn leveranciers, personeel en financiers dupeerd, hoort eerst zijn functie ter beschikking te stellen. Als de gedupeerden hem (of haar) vergeven, mag tie terugkomen. Gek genoeg werken investeerders vaak aan doorstartsenario's mee, in de hoop nog iets van hun investering terug te kunnen verdienen. Ook al ben ik mordicus tegen voorgekookte doorstartsenario's, moet ik wel toegeven dat de rechtbescherming van werknemers dit soort senario's in de hand werkt. Ff snel een reorganisatie doorvoeren om een noodleidend bedrijf te redden is vaak ondoenlijk. Genoeg stof tot discussie zou ik zeggen. Groeten, Nils
  12. Ingrediënten Koop een eend van ongeveer 1,5 á 2 kg. Twee grote flessen Schotse whisky Spekreepjes en een fles olijfolie Bereiden De eend larderen en de binnenkant inwrijven met peper en zout. De oven 10 minuten voorverwarmen op 180 graden. Een longdrinkglas voor de helft vullen met whisky De whisky opdrinken tijdens het voorverwarmen van de oven. De eend op een vuurvaste schotel leggen en een tweede glas whisky inschenken Het tweede glas whisky opdrinken en de eend in de oven zetten Na 20 minuten de oven op 200 graden zetten en 2 graven vubben met whisky. De glavzen opdrinken en de scherven van het eerste glaz oprapen. Nog een halve glav insjenken en opdlinke. Na een halve uur de oven opedoen om de eenjd te sjekkn. Blandwondesjalf in de badkarnel ganaale en op de bovenkant van je linke hanjd djoen. Nog twee glaven whiskey insjenke. De ove opedoen nadat et eerste glaazv leeg is en de sjotel vastpakke. De blandwondesalf op de binnekant van de regte hand doen Deend oprape. Deend nog is oprapa en met handdoek de bwandwondesalt van deend vegen. De hande ontvette met visky en de tjube zaljev veer oprape. Ut kapotte glazz opvege en deend terug in de hove doen. De heend oprape en dove eers opedoen. De tweede fjes biski opedoen en ovejeindzette. Opsjtjaan van de floer en et vet spek ondre kas vege. Nogis opstjaan van de floer en tochma blijve zit te. De vjes op de gjond zette- Uide vjes djinke wande glave sjijn ob of kabot. Denove afsjette, de oge sljuite en omvalle.
  13. Leuk die mail alerts als ergens op geantwoord is. Ik heb ook nog wel een paar tips: works 4 me. - bel de dag van tevoren de secretaresse die de intake doet, bevestig dat je komt, spel je naam goed, vraag naar bijzonderheden (beste manier om goeie parkeerplekken te regelen) en vraag haar dan meteen of het mogelijk is een gastenlijst gemaild te krijgen. (die ze dankzij je vraag toch voor zich heeft) - bel dezelfde dag, ongeveer 15 minuten van tevoren weer de balie, verifieer de route. Eenmaal binnen 'ken' je de intakers, dat is de beste manier om gratis tickets, tips voor volgende borrels en andere service te krijgen. Je bent niet meer anoniem. - goede tweede is de portier, die is ongelooflijk onderschat als kennis(sen)bron en die is op zijn beurt vaak een prima omweg naar de huishoudelijke dienst. (laptop stekkers heb je nooit genoeg) - het is niet altijd makkelijk, maar een droge stevige hand onderstreept je zelfvertrouwen (natte handjes duiden op fysiologisch omgezet ongemak) Ik ben zelf rechtshandig en heb mezelf aangeleerd om nooit een (bier)glas in mijn rechterhand te houden. Het koude glas condenseert ... - Mensen zijn sociale beesten en kennen dus onbewust rangorde. Degene met een goed verhaal, natuurlijk charisma of een traditionele rang(bewustzijn) trekt mensen aan die zich om hem/haar heen opstellen. Zo ontstaan hoefijzers in een zaal. Investeer 5 minuten in rondlopen zonder met iemand te praten en bestudeer de onderlinge verhoudingen. Target daarna in volgorde van 'potentieel belang'(kun je je enorm in vergissen trouwens) de mensen die het midden van de cirkel uitmaken en als je die gesproken hebt heb je 90% van je doelgroep te pakken. - Doe altijd wat je belooft en beloof nooit iets wat je niet op eigen kracht waar kunt maken. - Lieg nooit, dat kost te veel energie. - Gebruik suggesties, open vragen etc. Mensen vinden belangstelling leuk en praten (zeker met een borrel op) snel te veel. - Als er sterke drank wordt geschonken, neem 1 jenever en vervang dat in het zelfde glas door water. - Als je belooft informatie te mailen, doe dat ook. Stop daarbij nooit meer dan 1 onderwerp in een mail. - Houd je adressen bestand voortdurend in beweging. Iedereen die duidelijk achterblijft: lozen. (in mijn geval aan die naar een sub-adressenbestand) Als je twijfelt wat iemand nu doet: bellen. Blijf top of mind. - Mensen zijn lui, geef ze geen reden om iets niet te doen. Dus altijd je mobiele nummer en/of email adres meegeven, ook bij mensen die je al heel lang kent. Cc: belangwekkende mail naar mensen met overlappende belangen (sociale controle opbouwen) - Aan het eind van de dag is de insteek: ik ga om me te vermaken, omdat ik het onderwerp interessant vind, aardige mensen heb je overal en de bottom line is goeie koffie, drank en happen: betaald borrelen. - De 'anderen' zijn daar ook voor hun hypotheek en het kan verfrissend zijn om daar juist NIET over te praten. - Waaruit volgt: doe echte zaken nooit op een borrel (teveel grote oren) - Ik zie netwerken als (mijn) entertainment, niet krampachtig, gewoon wat basis spelregels en kansen meteen inschieten (agenda, kaartje!). Mensen zijn druk, die kans komt meestal niet terug op die dag. Ik weet dat dit berekenend klinkt (ben tenslotte lobbyist) maar aan het eind van de rit ben je wel gewoon aan het WERK en dat kan dan buiten zo leuk beter ook zo effectief mogelijk zijn.
  14. Speciaal, omdat ik gisteren jarig was, zijn trouwe HL leden uitgenodigd voor de vriendenprijs van € 35 ex btw (= €20,- korting) Voor meer informatie zie www.hemel7.nl voor aanmelding hemel@planet.nl Groeten, Nils Business Angels In Rotterdam Bijeenkomst voor investeerders en ondernemers op 9 december 2002 om 13:00 uur PROGRAMMA 13:00 uur Ontvangst deelnemers 13:30 uur Opening en gelegenheid tot "voorstellen" 14:00 uur 1e Plenaire sessie: Presentatie van de businesscases 2 a 3 ondernemers presenteren hun businesscase aan een forum van ervaren ondernemers en business angels. De presentaties duren ongeveer 10 minuten, waarna het forum kan reageren met vragen. Aan het einde van de sessie geven de forumleden individueel een waardering over de plannen en de presentatie, voorzien van tips. De Business cases worden aangedragen door ondernemers uit de regio, deze worden van tevoren doorgenomen en eventueel bijgeschaafd . 16:00 uur Pauze met koffie/thee 16:30 uur Parallelle sessie voor ondernemers en investeerders ondernemers en investeerders De ondernemers en investeerders buigen zich over enkele prangende vragen omtrent het starten en financieren van innovatieve bedrijven. 17:00 uur 2e Plenaire sessie: Nabespreking Nabespreking van de bevindingen uit de parallelle sessies, met het forum en de deelnemers in de zaal. Op sommige punten kan een korte toelichting gegeven worden door de aanwezige experts. Uiteindelijk moet zich een zekere consensus vormen voer de do's and don'ts bij het starten van innovatieve bedrijven. 17:45 uur Afsluitende borrel 19:00 uur Einde -------------------------------------------------------------------------------- De netwerkbijeenkomst is uitsluitend bestemd voor zelfstandige ondernemers met innovatieve bedrijven in de start- en vroege groeifase en privé-investeerders, geïnteresseerd in financiering van de zaai-, start- en groeifase van innovatieve bedrijven. Toegang op invitatie. Kosten: Voor bijeenkomst, inclusief hapjes, drankjes en hand-out. € 65,- (ex btw) voor de eerste keer, € 45,- (ex btw) voor een tweede of daarop volgende keer Vooruit te betalen per eenmalige incasso tegen factuur. Aanmelden: Schriftelijk, telefonisch, per fax, per E-mail of via Internet: De 7e Hemel Postbus 154 3620 AD BREUKELEN tel: 0346 - 555 774 fax: 0346 - 561 154 e-mail: hemel@planet.nl
  15. De recente uitspraak van Ad Huyser, chief technological officer van Philips, dat het bedrijf op langere termijn zijn onderzoeksactiviteiten naar het buitenland zou kunnen verplaatsen, volgt op uitspraken van Kees van Lede, ceo van Akzo Nobel en Antony Burgmans, ceo van Unilever. Alle drie uiten zich bezorgd over het kennis- en innovatieklimaat in Nederland en de geringe belangstelling bij jonge mensen voor het bêta-onderwijs. Voor R&D, research & development, is het probleem duidelijk; publieke R&D gericht op industriële toepassing heeft pas effect als de private sector een eigen R&D-absorptievermogen creëert voor de benutting van de ontwikkelde kennis. Optimaal rendement van de publieke R&D wordt dan ook mede bereikt door een zorgvuldige afstemming met het bedrijfsleven.Bij de problemen die de multinationals signaleren moeten we ons realiseren dat volgens een recente opgave van het CPB 62 procent van de totale industriële R&D-uitgaven in Nederland wordt uitgevoerd door zeven bedrijven, namelijk: Philips, Akzo Nobel, ASML, DSM, Unilever, Shell en Océ.Waar vroeger multibusiness en multinationale ondernemingen hun R&D in de nabijheid van het hoofdkantoor vestigden, hebben deze bedrijven hun R&D nu veelal decentraal in de business units ondergebracht. Hoewel de R&D-uitgaven in Nederland van de Nederlandse multinationals tot nu toe nog redelijk stabiel zijn gebleven, zijn de R&D-uitgaven in het buitenland thans aanzienlijk: Philips 62%, Akzo Nobel 50%, Unilever 86%, DSM 20%, Shell 63%, Océ 43%. Alleen ASML verricht tot nu toe al haar R&D in Nederland. Maar na recente aankopen van diverse Amerikaanse bedrijven, zoals de US Silicon Valley Group in 2001, mogen we er van uitgaan dat ook ASML in de toekomst een deel van haar R&D in het buitenland zal vestigen. Het R&D-aandeel van buitenlandse bedrijven in Nederland is slechts enkele procenten van hun totale R&D-uitgaven; Nederland is voor hen geen belangrijke R&D-locatie.Voor een samenleving die migreert naar een kennissamenleving zijn de overwegingen van de bestuurders van de aangehaalde ondernemingen zorgwekkend. De eerste reactie ligt voor de hand: financiële prikkels in het leven roepen om de R&D voor Nederland te behouden. Dit lijkt ons een te simpel mechanisme. Uiteindelijk moet Nederland een concrete invulling geven op de veelgebezigde term van kennissamenleving.Wat betekent dit bijvoorbeeld voor consumenten? Wat betekent dit voor de relatie tussen industrie en universiteiten? Wat betekent dit voor innovatie? Wat is de rol van de overheid? Welke maatschappelijke status geven wij ondernemerschap? Veel van de antwoorden vinden we terug in onze ervaringen met de kernrelatie industrie en universiteit.De huidige samenwerking tussen bedrijven en universiteiten in Nederland is beperkt. Het percentage innoverende bedrijven dat samenwerkt met universiteiten bedraagt in Nederland 7%. Dat is beduidend lager dan in de meeste andere landen in Europa; zo kent Zweden een score van 27% en Finland 49%. Er moet dus geconcludeerd worden dat de relatie voor wat betreft kennisopbouw tussen bedrijfsleven en universiteiten in Nederland uitgesproken slecht is.Er zijn natuurlijk goede voorbeelden te noemen. De technologische topinstituten zijn er één van. Voorts de stichting Technische Wetenschappen. Van een later stadium ook het regieorgaan Genomics. Niet onvermeld mag worden het succes van TNO met de contractresearch, en met de strategische afspraken die TNO met een flink aantal bedrijven heeft weten te maken.Een andere ontwikkeling die niet onvermeld mag blijven, vindt plaats in de ICT-sector. In deze sector beëindigden gedurende de afgelopen maanden zowel Lucent als Ericsson hun R&D-activiteiten in Nederland. Dat betekende een verlies van 600 onderzoeksmedewerkers.KPN bracht in eerste instantie zijn R&D-activiteiten terug van 550 naar 350 medewerkers om deze vervolgens in te brengen in TNO. Was KPN research vóór de verzelfstandiging van KPN min of meer een nationale bron van kennis; na de verzelfstandiging werd het meer een onderdeel van KPN gericht op de behoefte van het bedrijf zelf. Daarenboven levert het bedrijf tien deeltijd hoogleraren en daarmee een aandeel in de academische kennisinfrastructuur. In de huidige herstructurering van KPN is het besluit genomen de R&D verder te flexibiliseren en onder te brengen bij TNO.Deze ontwikkeling levert in samenhang met de huidige ICT activiteiten van TNO een versterking op voor Nederland die past in de recente plannen en aanbevelingen van de overheid zoals neergelegd in de notities 'Digitale Delta', 'ICT en Kennis' en 'Concurreren met ICT competenties'. Onderbrengen van KPN research bij TNO maakt het beter mogelijk dat ook andere partijen dan KPN in de markt gebruik kunnen maken van de opgebouwde kennis.Het onderbrengen van KPN research in TNO moet dan ook worden gezien als een goede stap op weg naar de versterking van de nu nog bescheiden en verbrokkelde Nederlandse ICT kennisinfrastructuur. TNO zal zich daarbij moeten realiseren dat het moet aansluiten op de behoefte aan ICT kennis in de markt.Welke lessen kunnen getrokken worden uit deze twee ontwikkelingen? Ten eerste dat de Nederlandse multinationals een groot deel van hun R&D reeds in het buitenland uitvoeren en dat zij goed bekend zijn met de voor- en nadelen van wereldwijde R&D-locaties.Verplaatsing van een groter deel van de R&D naar het buitenland is dan ook voor hen geen avontuur maar een bewuste keuze. Hierop zal het noodzakelijke Nederlandse overheidsbeleid voor kennis en innovatie moeten anticiperen.Ten tweede werd het tijd dat samenhang tot stand werd gebracht binnen de Nederlandse ICT-kennisinfrastructuur. De overheid lijkt geboden dit streven verder te ondersteunen. Ten derde dat de kennissamenleving niet een abstract gegeven is dat wordt gecreëerd in nota's en rapporten maar dat handelen nodig is. Beter vandaag dan morgen.
  16. Maar op zich: stel dat het zou lukken? Ik denk wel dat veel mensen erdoorheen zouden prikken maar lang niet iedereen, zou het mogelijk zijn met voldoende geld en mensen echt op zo'n manier de verkiezingen en dus de Tweede Kamer te beïnvloeden? Met meerdere, zelf opgezette partijen, elk met een eigen gezicht en eigen punten, de verkiezingen bestormen... Aan de ene kant heel eng, maar aan de andere kant ook heel interessant. (Misschien een beetje buiten de scope van deze discussie, maar de link van Kermie kreeg me aan het denken). Wat achtergrond info bij Nils' verhaal: Poging tot machtsovername bij Newconomy liep uit de hand En vooral: Goede tijden, slechte tijden (Alle links: Emerce)
  17. Annedien Hoen

    vaktaal

    Jargon heeft 2 kanten; Het is ondoorzichtig voor nieuwelingen en uiterst comfortabel en een middel tot snellere en verfijndere communicatie voor degenen die het hanteren. Want het is niet zozeer 'moeilijke taal', eerder jargon, vaktaal en onderwerpspecifiek taalgebruik. En dan komt de motivatie van de 'nieuweling' aan het licht. Als je namelijk gemotiveerd bent de materie te begrijpen doe je gaandeweg veel nieuwe kennis op, ben je bereid betekenissen op te zoeken of na te vragen. Ik denk dat de mensen die dit forum bezoeken van divers pluimage zijn, maar dat de manier waarop de threads (en dus: het taalgebruik) zijn opgebouwd heel organisch, natuurlijk en ter zake doende zijn. Wie uit nieuwsgierigheid een beetje rondkijkt zal inderdaad veel schijnbaar Koeterwaals ontwaren. Maar dat zou ik ook als ik op een forum van hackers zou gaan kijken, of diepzeeduikers, of kippenfokkers, of zendamateurs. Ik denk dat mensen in geschikte omgevingen jargon gaan bezigen. Dus ook hier. (Overigens zit ik ook niet veel in de al te technische topics te lezen, haha, ik kijk er wel eens rond maar het zegt me he-le-maal niks.) In juffietaal zou ik zeggen dat de groepsdynamiek van deze community het karakter heeft van een gedifferentiëerdheid accepterende en uitnodigende leeromgeving, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende leerstijlen van mensen. Zodra iemand z'n hand opsteekt en zegt: "Joehoe, ik snap er helemaal niks van!" reageren mensen, zoals je merkt, heel behulpzaam en positief. (Ik vind het trouwens een geweldige actie om gewoon te zeggen "Moet je horen, ik lees dit wel, maar waar hébben jullie het over?") Ondernemen-specifiek jargon kent een steile leercurve, waarbij het aan je eigen learning strategy ligt hoe je hiermee omgaat. Ben je iemand die zich in de groep blijft mengen en zo door ervaring en het vragen van uitleg en opheldering nieuwe dingen leert? Ben je iemand die eerst een boek gaat lezen over het onderwerp om zo je eigen beginniveau wat op te schroeven? Ben je iemand die denkt: ik snap dit niet, ik ga wat anders doen? Als ik naar mezelf kijk weet ik ook nog heel goed dat ik echt moedeloos werd van al die kreten maar toch 'doorbeet' om me de taal en de begrippen eigen te maken; omdat ik het graag wilde begrijpen. En dat is denk ik erg belangrijk; dat er op de een of andere manier een motivatie is om het te willen begrijpen (en dan niet de dreiging van een slecht cijfer, haha, één van de redenen waarom het onderwijs als instituut me zo slecht beviel!). Ik vind het altijd spannend iets nieuws te leren, inclusief bijbehorend jargon. Vorig jaar wist ik nog niet wat een bunny hop, hardtail, riser, full suspension, brainbucket, rookie tattoo of semi slick was. Nu wel (oh joy dus, maar even ter illustratie, dit zijn mtb-termen) (Vooral de 'rookie tattoo' ken ik erg goed; dit zijn de afdrukken van je pedaal in je scheenbeen annex afdrukken van je ketting op je kuit) Een half jaar geleden wist ik nog niet wat 'bij de tweede drop een bassline introduceren', 'je eigen snare tweaken', 'two band parametric equalizer', 'Amen beat slicen en een broken beat van maken zodat je het tech step gevoel vermijdt om zo een funky roll in je flow te houden' betekende (drum and bass kretologie). Al doende leert men, ik wens je in elk geval veel succes bij het eventueel begrijpen en volgen en input geven aan (!!) dit forum en ook ik hou me aanbevolen voor het stellen van vragen (en geven van antwoorden ::) ) Groet, Annedien
  18. Na enige vertraging ben ik er dan toch in geslaagd een kopie te krijgen van NL193169. Inderdaad een interessante casus! Ik zal hieronder proberen een analyse te maken van de inventiviteit van deze uitvinding. Uiteraard is dit puur voor de discussie hier, je moet dit dus niet opvatten als officieel advies van een octrooigemachtigde. De beschermingsomvang van een octrooi wordt uitsluitend bepaald door de definitie van de uitvinding zoals die wordt gegeven in de conclusie(s). De Engelse term "claim" dekt deze lading beter, immers men claimt een werkwijze of inrichting als de zijne. Van inbreuk kan alleen sprake zijn als het product in kwestie alle maatregelen bevat zoals die in de conclusie(s) zijn gegeven. Conclusie 1 van dit octrooi claimt het volgende: Boothuis met een wandconstructie en hierdoor gedragen dakconstructie, waarbij de wandconstructie een zodanige lage hoogte bezit dat het vaartuig, voor welk het boothuis is bedoeld, zich met zijn door het dek, respectievelijk kajuit bepaalde bovenzijde op korte afstand onder de dakconstructie bevindt, met het kenmerk, dat in de dakconstructie een afsluitbare toegangsopening is gevormd. Conclusie 2 omvat de uitvoeringsvorm dat de toegangsopening afsluitbaar is door een scharnier waar of verschuifbaar luik. Conclusie 3 omvat de uitvoeringsvorm dat de toegangsopening afsluitbaar is door een flexibel materiaaldeel zoals een strook uit rubber, zeildoek of dergelijke. En conclusie 4 omvat de uitvoeringsvorm dat de wandconstructie een variabele hoogte bezit. De conclusies 2 tot en met 4 zijn afhankelijk van conclusie 1. Deze worden dus alleen beoordeeld als conclusie 1 niet nieuw of niet inventief geacht wordt. Een conclusie 5 op de uitvoeringsvorm dat het boothuis groen geschilderd is zou dus geen enkel probleem opleveren als conclusie 1 nieuw en inventief was! Het is dus het interessantst om te gaan schieten op conclusie 1. Conclusie 1 is een zogenaamde kop-kenmerk conclusie. Dit wil zeggen dat de maatregelen in twee groepen zijn verdeeld, waarvan de eerste groep (voor de frase "met het kenmerk dat") bekend is uit de meest nabije stand der techniek, en de tweede groep (na die frase dus) niet bekend is uit dat document. De inventiviteit zit dan in het toevoegen van de "kenmerkende" maatregel(en) aan de bekende. Uit de beschrijvingsinleiding blijkt dat de Octrooiraad het Amerikaans octrooi US 2,984,076 (uit 1961) de meest nabije stand der techniek acht. Dit document openbaart een boothuis met alle maatregelen uit conclusie 1 die voor de woorden "met het kenmerk" staan. Oftewel, als je dit document leest zul je nergens vinden dat in de dakconstructie van dat boothuis een afsluitbare toegangsopening is gevormd. De conclusie is dus nieuw ten opzichte van dit document, en daarmee is de eerste hobbel op weg naar het octrooi genomen. Merk op dat het er niet toedoet hoe triviaal de ontbrekende maatregel is; als deze er niet letterlijk instaat, is de conclusie nieuw. De trivialiteit van de extra maatregel wordt pas relevant bij het bepalen van de inventiviteit, of in goed Nederlands de mate van uitvinderswerkzaamheid. Een enkele keer lees je overigens ook weleens de term "uitvindingshoogte", maar dit is een Germanisme. Een conclusie is inventief ("wordt als het resultaat van uitvinderswerkzaamheid aangemerkt") indien de extra maatregel(en) voor de vakman niet voor de hand lag. Bij het bepalen of iets voor de hand lag, is het in Nederland en Europa gebruikelijk om de "probleem-oplossing" techniek te hanteren. Hierbij formuleer je een probleem dat kleeft aan de stand der techniek, en dat wordt opgelost door de extra maatregel(en) toe te voegen. Dat probleem moet objectief worden geformuleerd zonder kennis van de extra maatregel(en). Terugkijkend is het namelijk altijd wel mogelijk een probleem te verzinnen dat triviaal wordt opgelost door de extra maatregel. In dit specifieke geval staat in het octrooi dat een belangrijk nadeel van het boothuis bekend uit het Amerikaans octrooi is dat een vaartuig binnen dat boothuis niet toegankelijk is, maar ter verkrijging van deze toegankelijkheid eerst uit het boothuis moet worden gevaren. Dit is inderdaad een probleem dat wordt opgelost door in de dakconstructie een afsluitbare toegangsopening aan te brengen. Je mag nu alleen niet zeggen dat de uitvinding voor de hand lag omdat iedereen bij het horen van de oplossing zegt "ja natuurlijk". Een uitvinding kan immers best liggen in een briljante ingeving dat een bepaalde simpele truc hier toepasbaar is. De vraag is of de vakman op dit specifieke idee zou komen (niet alleen maar in theorie kon komen, maar echt zou komen) gegeven het probleem. Hiervoor kun je bijvoorbeeld kijken naar andere documenten uit de stand der techniek, waarin dit probleem met deze specifieke oplossing staat, of gebruikmaken van de algemene vakkennis die elke vakman heeft. Naar mijn mening zou de vakman onderkennen dat het lastig is dat je de boot eerst uit het boothuis moet varen voor je er in kunt. Daar loop je immers direct tegenaan als je dat bekende boothuis gebruikt. Hij zou dus gaan zoeken naar een manier om in de boot te komen terwijl die nog in het boothuis ligt. Het is algemeen bekend (zoals de uitvinder zelf toegeeft in de tweede en derde alinea van het octrooi) om dit te bewerkstelligen door een deur of andere toegangsconstructie in een van de zijwanden aan te brengen. Echter, dit is nu niet mogelijk omdat de zijwanden in het boothuis volgens de uitvinding te laag zijn om de plaatsing van een deur mogelijk te maken. Volgens mij is dan de enige oplossing voor het probleem dat de deur dan maar in het dak geplaatst wordt. De vakman zou op dat idee komen, omdat het de enige plek is waar voldoende ruimte aanwezig is om de toegangsconstructie te monteren. Dakluiken zijn natuurlijk ook allang bekend, dus de vakman zou zich niet laten afschrikken door de vraag hoe je dat dan moet monteren. En als er maar één oplossing voor een probleem is, dan ligt die oplossing eigenlijk automatisch voor de hand. Groeten, Arnoud
  19. Dat ligt wel aan de concurrentie positie. Er zijn ook een hoop ondernemers niet zo blij met een nieuwe concurent. Nu is de automarkt ook een geval appart en op het moment zeer aan verandering onderhevig omdat merk dealers niet meer hun rechten behouden voor een bepaald merk. Daar zou Danny van kunnen profiteren. De fabrieken geven alle rechten vrij en gaan nu niet meer specifiek naar de vast merk dealers toe. Als ik me niet vergis is dat inmiddels europees geregeld. Zelfs een supermarkt zou nu auto's mogen verkopen. In deze tijden wanneer mensen hun geld in hun knip houden. Is het mischien handig om in tweede hands auto's te handelen. Hier zijn een hoop mensen welvarend mee geworden. Zeker in mindere economische tijden. Ik vind het wel gaaf dat Nederland straks weer een ondernemer rijker is. Danny Boy, "Go for it" ;)
  20. Arjan ... als ik jouw vrouw was zou ik niet klagen. Zolang je geen tweede vrouw neemt. En zeg nou zelf .... heeft zij ook voordeel (een tweede man erbij). Enige minpunt is mischien dat je iemand hebt uitgekozen met een gat in zijn hand en nu al de woorden in je mond legt om niet te zeuren over haren in het doucheputje ! Ohhhhhhhh .... brengt me direct op een goede. Vrouwen zeuren altijd ! Mannen zijn slordig ! Offehhhhhhhhhhhhhh .... mannen hebben last van haaruitval ?
  21. Het lijkt me erg onverstandig als een aanstaand ondernemer NIET in de spiegel durft te kijken en zijn eigen sterkten & zwakten op een rijtje wil zetten. Ondernemen wordt dan nog risicovoller dan het sowieso al is omdat je niet in beeld brengt wat de "blinde vlekken" m.b.t. ondernemersvaardigheden zijn. Ik ben het er mee eens dat veel startersinitiatieven op een gegeven moment stagneren omdat het de initiatiefnemers soms ontbreekt aan aanvullende kennis/ervaring die kan helpen om het "glazen plafond" te doorbreken. Je kan soms in een soort vicieuze gedachtencircel geraken omdat je alles beredeneert vanuit je eigen kennis & ervaring. Een frisse wind van alternatieve gedachtengangen kan dan erg verhelderend werken! Hoe je verder om gaat met de uitkomst van welke kritische introspectie dan ook, is een tweede hoofdstuk. Ja, je kunt een coach in de hand nemen om je eigen zwakke plekken (deels) weg te nemen, maar je kunt de oplossing natuurlijk ook zoeken in het vinden van business partners (mede-ondernemers) of samenwerkingspartners met een complementair profiel. Dus, Bernd, wat mij betreft: de workshop is een goed initiatief maar laat de vervolgstap afhangen van de individuele behoeften van de potentiële ondernemers. Individuele coaching hoeft niet noodzakelijkerwijs de oplossing te zijn. Gr. Bengel.
  22. Beste allemaal, Vandaag is bijgaande correspondentie gestart m.b.t. WBSO-subsidies en aanvragen op het gebied van softwareontwikkeling. Ik vond ze onder "ICT-Starters". Het leek me nuttig om deze berichten ook hier onder de subsidie- & financieringsthread te plaatsen! Kleverlaan vroeg: "Ik wil een WBSO-subsidie aanvraag voor de tweede helft van 2002 indienen voor de ontwikkeling van nieuwe (innovatieve) software. Nu heb ik vernomen dat de aanvraag voor WBSO op basis van software ontwikkeling redelijk moeilijk is, heeft iemand hier meer ervaring mee? Is het verstandig om hiervoor gebruik te maken van een subsidie adviseur? Ik heb al contact gezocht met een adviseur en hij werkt op no-cure no-pay basis (wat me erg aanspreekt), maar verwacht als fee bij een WBSO subsidie aanvraag wel 15% van de verkregen subsidie. Is dit reeel of te hoog? Voor andere subsidies rekent hij 10%." Bengel heeft geantwoord: "Hoi Kleverlaan! M.b.t. WBSO-aanvragen kun je stellen dat de bewijslast voor het onderbouwen van de technisch nieuwheid van software wat zwaarder is dan dit het geval is voor technisch nieuwe fysieke producten. De nieuwheid van je SW moet 'm in principe echt zitten in de ontwikkeling v/e nieuw algoritme, een nieuwe architectuur, een nieuwe programmeertaal etc.. In alle realiteit: de werkelijkheid heeft deze eis eigenlijk al lang ingehaald. De grootste inspanningen op SW-gebied hebben m.i. vnl. betrekking op de integratie van bestaande modules, systemen, databases, applicaties etc.. Volgens de WBSO is dat vaak niet subsidiabel dus je moet voor een aanvraag echt heel erg de diepte ingaan om uit te leggen waarom jouw SW-ontwikkeling technisch echt vernieuwend is of je moet erg creatief zijn in het beschrijven ervan. Sommige subsidieadviseurs hebben die kennis en ervaringen, sommige niet. Voor jouw info; ik heb zelf vier jaar gewerkt als subsidieadviseur (No Cure, No Pay: 15%) bij het grootste bureau van Nederland. De belangrijkste vraag bij de selectie van een subsidieadviseur is wat je er voor terug krijgt. Hoeveel werk neemt ' ie je ECHT uit handen; moet je de nieuwheid nog steeds zelf beschrijven (dit is de crux v/d aanvraag ....); hoeveel ervaring heeft de adviseur a) met de WBSO en b) met WBSO-aanvragen m.b.t. SW-ontwikkeling (2 verschillende takken van sport!); over hoeveel ICT-kennis beschikt de adviseur (begrijpt 'ie wat jij aan het doen bent en kan 'ie het op papier zetten). Daarnaast moet je je afvragen hoeveel tijd je zelf beschikbaar hebt en hoeveel werk de aanvraag met zich mee gaat brengen. Betreft het een relatief kleine aanvraag met 1 project of moet er een hele rits projecten beschreven worden? Je bent nu nog mooi op tijd dus als je tijd & zin hebt kun je ook zelf een poging wagen. Dat is een ander verhaal als je eind mei a/d slag gaat: stress, haast, stress, afraffelen ==> risico! Wat de WBSO-regeling betreft: op zich is die vrij "laagdrempelig". Als je de tijd kunt & wilt vrijmaken en je leest de handleiding echt goed, dan kom je er ook zelf wel uit. Zeker als je technisch-inhoudelijk goed op de hoogte bent van de in's & out's van het project/de projecten waarvoor je subsidie zou willen aanvragen. Je moet het echter wel in "WBSO-taal" kunnen opschrijven en uitleggen. Da's vaak het kunstje wat goede subsidieadviseurs als geen ander beheersen. Moet je dus wel een goeie hebben! Ik hoop dat je hier wat aan hebt. Meer vragen: laat het weten. Daarnaast ga ik deze berichten ook even verplaatsen naar een nieuwe topic die ik gisteren op dit Forum ben bestart: "" Subsidie, financiering & nieuwe ondernemingen" onder "Algemene Ondernemerszaken". Ik denk nl. dat er veel meer mensen met dit soort dilemma's kampen. Kunnen we met wat meer deelnemers brainstormen. Als jij ook in die thread zou willen antwoorden: graag! Bij voorbaat dank, succes & groet! ;)
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.