Edward

Retired Mod
  • Aantal berichten

    2983
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

  • Dagen gewonnen

    1

Alles dat geplaatst werd door Edward

  1. Je noemde jezelf optimist. Voor mij was je meer een realist. Je gaf vertrouwen, een luisterend oor, je mening zonder nonsens en recht door zee. Een gedachte aan Thailand deed je ogen te glimmen, ik hoop dat jij jouw paradijs hebt gevonden. Ik zal je missen.
  2. Beste Everlook, Vanuit een contractmanagementperspectief begrijp ik heel goed wat jullie product zou kunnen en welke toegevoegde waarde het kan hebben. Over de inhoudelijke aspecten van het product kan ik niet oordelen, maar als ik naar jullie website kijk dan mis ik daarin een visie, een pitch en de usp's. Afgezien van offline acquisitiekracht denk ik dat je dringend eens moet stilstaan bij de kracht van het product. Ik mis de visie vanuit welk prespectief dit product tot stand is gekomen. Ook de doelgroep. Voor wie is het bestemd? En wat maakt jullie product nu zo uniek? Wat onderscheid jullie van Projectplace, Planon, Contracto, Contractbeheerder, etc.. Er zijn legio producten die in meer of mindere mate hetzelfde doen. Wat maakt jullie product nu zo bijzonder?
  3. Je moet het logo los zien van de hyperlink. Het zonder toestemming een logo gebruiken is in strijd met het auteursrecht. De houder en de maker van het beeldmerk kunnen daartegen optreden. Nu zal de maker dat niet zo snel doen, maar de houder van het beeldmerk des te sneller. Corporates en andere grote organisaties treden tegen het ongeautoriseerd gebruik steeds meer op. In contracten met leveranciers is dit bijna een standaardonderdeel. De reden hiervoor is simpel, men bouwt aan een merk en is niet blij met allerlei ongevraagde associaties. Nu zal de soep nooit zo heet worden gegeten dat je onmiddellijk wordt gedagvaard, maar bedenk wel dat iemand vroeg of laat kan gaan piepen. Wil je dit voorkomen dan is het heel simpel, vraag toestemming. Even contact zoeken met de afdeling communicatie. Bijkomend voordeel, het kan je ook nog weer leuke contacten opleveren. Succes.
  4. Of het echt een tendens is weet ik niet, maar wellicht dat het ook zinvol is om het ijzer te smeden als het heet is en de betrokken personen daarop aan te spreken. Ik vind dat we daar met z'n allen een verantwoordelijkheid hebben en dit niet enkel kan afhangen van moderators.
  5. Misschien begrijp ik niet helemaal wat je bedoelt en verdient de hele constructie even wat toelichting. Moeten we de stamrechtBV nu zien als stille vennoot, beherend vennoot of bestuurder of enkel als investeerder met een overeenkomst van geldlening? Ik ben het geheel met je eens dat een overeenkomst van geldlening het meest veilige is, maar zodra er wordt deelgenomen en ondernemingsactiviteiten worden uitgevoerd door middel van een cv en de beherend vennoot ook betrokken is bij de cv in een andere hoedanigheid, dan is dat vragen om problemen. Zodra iemand meer dan één pet op heeft kun je er op wachten dat het mis gaat. En bij een hoofdelijke aansprakelijkheid gaat het natuurlijk verder dan alleen maar blut zijn. Mijn advies is hou het zo simpel mogelijk en ga geen ingewikkelde en dure constructies verzinnen. Een CV is een mooi vehilce om met een beperkt risico deel te nemen als stille vennoot, maar stap niet in een CV onder meedere noemers met het idee dat je daarmee de risico's kunt scheiden.
  6. Dit verdient enige nuancering. Zolang de stille vennoot niet meer doet dan financieren en achter de schermen opereren geldt er geen hoofdelijke aansprakelijkheid. Eerst wanneer de stille vennoot beheersactiviteiten gaat verrichten voor de CV dan gaat de hoofdelijke aansprakelijkheid gelden. Ik zou dit dus zeker niet op één lijn willen stellen.
  7. Ik begrijp het dus goed dat Horeca en kantoor het toilet delen en het kantoor dus geen zelfstandige toegang heeft? Heeft de woonruimte nog wel een eigen toegang die afgesloten kan worden? Hoe is die bereikbaar?
  8. Is de verhuurder zelf huurder (m.a.w. is er sprake van onderhuur) of is de verhuurder eigenaar van het pand?
  9. @bertus uut nimwege Eigenlijk is het merkwaardig dat op dit punt niet verder is ingegaan door de rechter. Ik weet niet wat je bedoelt met de vordering bij de rechtbank neerleggen, maar de rechtbank is geen partij. Hoger beroep is niet mogelijk gezien de omvang van de vordering. Je kunt over dit punt wel een vordering bij de rechtbank aanhanging maken.
  10. Het huurobject is bepalend voor de vraag welke huurovereenkomst van toepassing is. Plat gezegd komt het erop neer dat de verhouding in omvang tussen bedrijfsruimte en woonruimte bepalend is voor het huurregime. Daarbij komt ook de vraag of het gaat om een zelfstandige woonruimte (eigen voorzieningen, voordeur, keuken, badkamer, toilet) of een onzelfstandige woonruimte. De termijn van 5 jaar geldt voor winkelruimte. Bij winkelruimte (art. 290 e.v. Burgerlijk Wetboek) geldt een huurtermijn van 5 jaar. Kortere termijnen afspreken kan en mag, maar de winkelier is tenminste voor de termijn van 5 jaar beschermd. De huurbescherming komt er op neer dat de huurovereenkomst van een art. 290 bedrijfsruimte in beginsel vijf jaar duurt en vervolgens met een termijn van vijf jaar wordt verlengd. De opzeggingsmogelijkheden zijn in deze termijn beperkt. Verhuurder kan niet eenvoudig binnen 10 jaar opzeggen. Er zijn slechts beperkte mogelijkheden om in de huurovereenkomst af te wijken van deze voorgeschreven huurtermijnen. Het bepalen van de termijn in overleg is dus maar tot bepaalde mate mogelijk. Gaat het ook daadwerkelijk om winkelruimte dan wel kantooruimte of anderszins? Bij overige bedrijfsruimte (kantoor e.d) ligt de termijnenkwestie minder gevoelig en kan er ook gemakkelijker worden afgeweken. Kun je misschien een beschrijving geven van de situatie?
  11. Je kunt die tegenvordering instellen op het moment dat die bestaat. Een aangetekende brief is dan het beste (als bewijs) en daaraan herinneren bij iedere actie waarmee de vordering van de tegenpartij wordt betwist. Het is verstandig om daar ook gelijk bij de eerste aanmaning aandacht aan te besteden en de tegenpartij ook in de gelegenheid te stellen tot een reactie. Is daartoe geen gelegenheid dan kun je dat ook na de dagvaarding doen. Na ontvangst van de dagvaarding kun je zowel mondeling als schriftelijk reageren. Voor mensen die niet iedere dag bij de rechter komen is het beter om dit zoveel mogelijk schriftelijk te doen en dat te ondersteunen met stukken. Dat kan overigens gewoon bij brief en is niet zo spannend als het lijkt. Gewoon in dezelfde brief waarin je de vordering betwist ook aan de orde stellen dat je als verwerende partij een vordering hebt op de eiser omdat bedrag X per ongeluk is betaald, maar daarvoor eigenlijk de grond ontbrak en je om die reden terugbetaling vordert. Houd het vooral kort, gebruik geen moeilijke termen en voeg bewijsstukken toe. Hier vindt je meer informatie over hoe te handelen wanneer je een dagvaarding ontvangt om bij de kantonrechter te verschijnen: Reageren op de dagvaarding
  12. Heel simpel is dit helaas niet omdat het toch steeds afhangt van de aard en de inhoud van de vordering(en) die over en weer bestaan. Als alle zaken gelijk zouden zijn dan is het wat eenvoudiger om hiervoor een richtsnoer te geven. Ik doe een poging. Wanneer je zoals in deze kwestie met AllebedrijveninNederland gedaagd wordt en je hebt ook een betaling voor de eerste jaar verricht, maar komt achteraf tot de conclusie dat er tijdig is opgezegd, dan dien je als verwerende partij een tegenvordering in. Doe je dat niet dan zal een rechter ook niet zelfstandig onderzoeken of de overeenkomst regelmatig tot stand is gekomen. In de onderhavige kwestie gaat het alleen maar om de verlenging, de betaling van de eerste termijn stond kennelijk niet ter discussie. Verweerder had deze eenvoudig ter discussie kunnen stellen door het instellen van een tegenvordering (zgn. vordering in reconventie). De tegenvordering is gebaseerd de zogenaamde onverschuldigde betaling. Immers, verweerder heeft de overeenkomst tijdig opgezegd, maar per abuis de betaling verricht voor het eerste jaar, maar daarvoor bestond geen grondslag. Aldus moet de betaling als onverschuldigd worden aangemerkt. De onverschuldigde betaling is geregeld in artikel 203, van boek 6 Burgerlijk Wetboek.
  13. Louisnvt, Wellicht een overweging waard om de overeenkomst met intermediair eens te laten bekijken en te onderzoeken welke ruimte er bestaat.
  14. Dit is een veel voorkomend probleem. Het rechtsysteem gaat uit van de fictie dat een kostenveroordeling kostendekkend moet zijn. Nee dus. De kostenveroordeling is een schijntje. Alleen om die reden is het al verstandig om een rechtsbijstandverzekering af te sluiten als kleine ondernemer. Een rechtsbijstandverzekering dekt weliswaar niet alles, maar het kan in dit soort gevallen wel het verschil maken tussen slikken of stikken. Er zijn overigens nog wel meer schrijnende gevallen waarin het rechtssysteem faalt. Een client van mij heeft last van een concurrent die hem stelselmatig kopieert, maar net steeds op het randje van het toelaatbare opereert. Voor hem is het steeds de afweging, kosten maken om hard op te treden of laten rusten en wachten op de volgende ergernis. Dit is voor hem enorm frusterend. Heb je overigens een second opinion overwogen. Het standpunt van de advocaat komt mij wat merkwaardig voor.
  15. Deze strijd ga je niet alleen winnen. Tussen partijen bestaat een wilsovereenstemming over de verhouding tussen beide. Intermediair vervult de rol van tussenpersoon, jij de rol van opdrachtnemer die zich beschikbaar stelt voor bemiddeling. Aan die contractuele uitgangspositie verandert niets. Bedenk dat de intermediair zijn beroep of bedrijf maakt van bemiddeling en een rechter daar veel waarde aan zal hechten. Je meot dit echt over de boeg van de opdrachtgever gooien. In dit verband vind ik het volgende wel opmerkelijk. Het bureau heeft dus eigenlijk een vies gespeeld door middels een geplaatste zzp-er of medewerker een belang te creeren. Dat opdrachtgever daarover ontzet is en niets meer met het bureau te maken wil hebben kan ik mij levendig voorstellen. Het bureau heeft niet ethisch gehandeld en komt er eigenlijk nog goed vanaf. Als opdrachtgever zou ik de stekker eruit hebben getrokken en ook de kwade genius die bezig is om zijn eigen zakken te vullen over de rug van opdrachtgever ter verantwoording te roepen. Ik verbaas mij erover dat niet onmiddellijk alle opdrachten zijn ingetrokken. Het is zaak om dit hard te spelen en je afhankelijk op te stellen. Stel dat het jou niet uitmaakt, maar de opdrachtgever jou ook in een lastig pakket brengt en je eigenlijk geen keuze hebt bij gebrek aan een volgende opdracht. De opdrachtgever wil jou, niet de intermediair. Je doet aan de intermediair een redelijk aanbod dat hij zijn fee via jou ontvangt voor de verlenging, maar daarvoor wel een termijn wordt afgesproken. Van belang is wel dat je met de opdrachtgever on speaking terms blijft.
  16. Gaat het hier om een concurrentiebeding of relatiebeding? Het is namelijk niet gebruikelijk om een anti-concurrentiebeding op te nemen.
  17. De vraag of hier sprake is van een gemengde huurovereenkomst speelt hier in het geheel niet. Die vraag speelt pas wanneer onduidelijk is welk huurregime op de overeenkomst van toepassing is. Met andere woorden, gaat het om de huur van woonruimte, middenstandsruimte of overige bedrijfsruimte? Met name wanneer uit de aard van de zaak niet blijkt welke bestemming (in de zin van het huurrecht) op die zaak rust, dan kan aan de hand van de jurisprudentie redelijk eenvoudig worden bepaald welk set regels van toepassing is. Ik sluit overigens niet uit dat de verhuurder wel met deze vraag tobt en daarom probeert bewoning te voorkomen, maar dit ter zijde. Juridisch speelt die vraag (nog) niet. De kernvraag waar het in deze om draait is of huurder zonder nader overleg met verhuurder de woonruimte in gebruik mag nemen. Als daarover tussen partijen geen afspraken bestaan dan luidt het antwoord: ja, dat mag mits de aard van de zaak dat gebruik toelaat. In deze zijn verhuurder en huurder echter verder gegaan. Zij spreken met elkaar af op welke wijze de huurder de ruimte zal aanwenden. Alsdan geldt de hoofdregel van artikel 214 van boek 7 Burgerlijk Wetboek: De huurder is slechts bevoegd tot het gebruik van de zaak dat is overeengekomen, en, zo daaromtrent niets is overeengekomen, tot het gebruik waartoe de zaak naar zijn aard bestemd is. Uit artikel 7:214 BW volgt dat de contractuele bestemming bepalend is voor het gebruik. Alleen wanneer contractueel geen bestemming is overeengekomen, dient men te kijken naar de vraag welk gebruik is toegelaten gelet op de aard van de zaak. Bij de verhuur/huur van bedrijfsruimte is het overigens zeer gebruikelijk dat gedetailleerd wordt vastgelegd voor welke bedrijfsvoering de zaak wordt verhuurd. Als die is vastgelegd dan zal de huurder daar ook een invulling aan moeten geven. Over dat gebruik bestaat immers de wilsovereenstemming, anders niet. Wijkt de huurder af dan pleegt hij strikte genomen wanprestatie jegens de verhuurder. Ergo, de huurder kan niet zomaar zonder toestemming van de verhuurder afwijken van de overeengekomen bestemming. Het feit dat het gehuurde ook een woonruimte betreft maakt niet dat de huurder deze ook zomaar als woonruimte mag betrekken. Het gebruik van die ruimte is bepaald in de huurovereenkomst, te weten: bedrijfsruimte. Niet meer en niet minder. Dat die ruimte ook geschikt zou zijn voor bewoning doet aan de contractuele bestemming niet af. Wat is echter het redelijk belang dat de verhuurder heeft om zich te verzetten tegen het gebruik van de woonruimte? Het is daarvoor onder meer van belang om te weten of de woonruimte kwalificeert als zelfstandige woonruimte (lees: eigen voordeur, eigen voorzieningen als douche, toilet en keuken) of als onzelfstandige woonruimte. Dit is bepalend voor de vraag welk huurregime van toepassing is. Voor de huur van woonruimte gelden geheel andere regels dan de huur van middenstandsruimte (artikel 7: 290 e.v.). In het verschil in huurregime ligt ook het belang van de verhuurder besloten. Bij woonruimte geldt de huurbescherming, een andere gebrekenregeling en onderhoudsverplichtingen dan voor bedrijfsruimte, de huurprijzenwet, etc.. Denk alleen al aan het feit dat de verhuurder van woonruimte slechts zeer beperkt is in zijn rechten om de huurovereenkomst te beëindigen, terwijl de huur van bedrijfsruimte steeds beperkt is in de tijd. Aldus kan de verhuurder een zwaarwegend belang hebben om vast te houden aan zijn standpunt dat de ruimte alleen maar mag worden gebruikt zoals contractueel overeengekomen. Juridisch ligt daar nog wel een marge wanneer het een afhankelijke onzelfstandige woonruimte betreft, maar daarvoor zal toch eerst meer duidelijk moeten zijn over het huurobject zelf. Nog een laatste opmerking van mijn kant. De bestemming volgens het bestemmingsplan waarnaar hierboven wordt verwezen, is geheel niet relevant voor beoordeling van de vraag van TS in welke contractuele verhouding de huurder tot zijn verhuurder staat. Het bestemmingsplan is een instrument voor de ruimtelijke ordening. De handhaving hiervan ligt bij de lokale overheid, nergens anders.
  18. Beste Steven, Een mooi, helder en informatief verhaal, maar ik mis de column. We kunnen hier natuurlijk wel een draai aan geven. Bij deze. Het grote probleem van de buitenstaander is dat de prijs van een kenniswerker niet meetbaar is. Een uurtarief zegt niets, noch over kwaliteit, noch over de totale kosten. Het vermoeden bestaat dat een dure kenniswerker meer oplevert dan een iemand met een laag prijskaartje, maar is dat ook zo? Persoonlijk heb ik daar wisselende ervaringen mee. Een ander hardnekkig misverstand is dat de dure advocaat meer kost. Maar wanneer de prijzige kenniswerker in een kwartier een briefje opstelt, waar de prijsstunter 2 uur rekent, dan laat het gevolg zich raden. Je wijst hierboven op de rechtsbijstandverzekeringen, maar een waarschuwing is hier op zijn plaats. Veel verzekerden houden geen rekening met de uitsluitingen, de wachttijd, het claimgedrag en de overige kleine lettertjes. IE kwesties zijn doorgaans uitgesloten, geschillen met partners ook, etc.. Daarbij komt dat de dekking van de proceskosten vaak gelimiteerd is. No cure, no pay werkt alleen bij geschillen. Bij advieswerk is no cure no pay niet van toepassing. Fixed fee regelingen zijn werkbaar, maar vaak is niet op voorhand aan te geven welke inspanningen er precies nodig zijn. Verwachtingen van klant en kenniswerker lopen daar ook nogal uiteen. Gefinancieerde rechtsbijstand is voor velen niet weggelegd, Wanneer je ondernemer bent dan is het al helemaal lastig om daarvoor in aanmerking te komen.
  19. Begrijpelijk, maar dat is precies het probleem waardoor dit soort bedrijven in stand blijven en kunnen blijven doorgaan met hun duistere praktijken. De bedragen zijn niet te hoog en daardoor ben je als ondernemer al snel geneigd om te redenen dat het sop de kool niet waard is.
  20. Het is geen onredelijk bezwarende bepaling in de zin van artikel 6:236 Burgerlijk Wetboek, maar wel een bepaling waarvan je zou kunenn stellen dat er een vermoeden bestaat dat die onredelijk bezwarend is. Wat is het verschil? Dat zit met name in de gevolgen bij het inroepen van de vernietigbaarheid. Van bepalingen waarvan evident is dat die onredelijk bezwarend zijn kan iddels buitengerechtelijke verklaring de vernietiging worden ingeroepen. Bij bepalingen waarvan vermoed wordt dat die onredelijk bezwarend zijn kan de gebruiker van de algemene voorwaarden dat vermoeden weerleggen. Let wel. Dit geldt primair voor consumenten.
  21. tijdelijk ivm een openbare aanbesteding en het verkrijgen van subsidiegelden ik ben niet het aanspreekpunt dat is een andere partij ik ben verantwoordelijk voor de techniek (servers/cms/beschikbaarheid) er komt voor zover ik weet geen aparte rechtsvorm ik heb al ruim 200 eigenk klante en dat gaat gewoon door. ik stuur fakturen voor mijn werkzaamheden aan een ander sonsortiumlid waarom? beats me mij wordt ook gevraagd een goed lopende website in te brengen. bij afloop van het consortium is er een aandeel eigendom tot 20% mogelijk. specifiek kan ik helaas niet worden, ik zit met geheimhoudingsverklariningen. Sla de aanbestedingstukken (Nota van inlichtingen) er goed op na. Doorgaans verlangen aanbestedende diensten bij een inschrijving als combinatie een hoofdelijke aansprakelijkheid van alle betrokken partijen. Daarbij worden vaak eisen gesteld aan de verzekeringsplicht, levertermijnen, etc.. Ook een bepaalde rechtsvorm als combinatie is meer regel dan uitzondering. Wordt de inschrijving gedaan door een bidmanager of iemand die ervaring heeft met het opstellen van de stukken. Die kan doorgaans ook zeer goed vertellen aan welke eisen je als participant dient te voldoen. Succes in ieder geval.
  22. Ik ken meerdere tussenpersonen die op urenbasis werken. Dat concept is moeilijk van de grond te krijgen. Het kost een behoorlijke inspanning om het te verkopen omdat de markt en zeker consumenten schrikken van de kosten. Of consumenten bereid zijn om wel geld te steken in een service op abonnementsbasis waag ik te betwijfelen. Wat misschien nooit zo hard wordt uitgesproken maar steeds meespeelt is het gebrek aan vertrouwen voor wat betreft de transparantie van tussenpersonen. De grap is dat tussenpersonen zelf ook nooit een sluitend antwoord weten te geven op de vraag hoe zij die transparantie waarborgen en zich uitsluitend committeren aan de klant. Voor de consumentenmarkt is er al het nodige veranderd door de introductie van vergelijkingssites en gewijzigde regelgeving, waardoor de consument beter prijzen kan vergelijken en iets meer inzage heeft in de kosten. Op de zakelijke markt - zeker bij beursproducten - speelt het probleem van het gebrek aan transparantie nog volop. Men is in de zakelijke markt wel gewend om de op urenbasis te werken, maar brengt dan wel duidelijk een scheiding aan tussen enerzijds de inkoop (al dan niet middels aanbesteding) en anderzijds de makelaarsfunctie.
  23. Naast de inburgering kennen we in het merkenrecht ook nog zoiets als uitburgering. Een teken dat eerst onderscheidend is kan uitburgeren door spraakgebruik. Dan raakt een merk zijn bescherming kwijt doordat het na verloop van tijd in het normale spraakgebruik de gebruikelijke benaming wordt. IMHO is daarvoor wel nodig dat een teken eerst een merk wordt en de merkenrechtelijke status heeft. Wat met betrekking tot Deonthaasting veel meer van belang is het dat het hier gaat om een samentrekking van een lidwoord met een woord dat verworden is tot een algemeen in de taal gebruikte term "onthaasting". Een merk mag geen gewoon woord in de taal zijn. Zou jer bijvoorbeel "deonthaastingsplek" als merk willen deponeren dan geef ik het al weer een grotere kans.
  24. Los van het feit dat het geen koop op afstand is, waarom is bij een zakelijke overeenkomst deze wet niet van toepassing? Omdat die alleen voor consumenten is en niet voor zakelijke doeleinden bedoeld is? Ja. In de voorwaarden staan geen onredelijk bezwarende zaken waar eventueel nog een beroep op zou kunnen worden. De enige optie is artikel 17, er is kennelijk een mogelijkheid tot opzegging, ontbinding, maar niet zonder kosten. De vraag is dan, zoals je terecht al aan de orde hebt gesteld, wat zijn redelijke kosten. Advies: Neem contact op met de intermediair en stel aan de orde dat je toch van de advertentieruimte af wil zien en kijk maar met welk voorstel ze komen. Hoe langer je hiermee wacht hoe hoger de kosten zijn. Als je in een vroeg staduim er vanaf wilt zien dan lijkt het redelijk dat je alleen de fee van de tussenpersoon voldoet.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.