Lex van Roode

Beste Allard, Als je niet voldoet aan de voorwaarden voor vervroegde afschrijving, moet je de computer inderdaad in 5 (of meer) jaar afschrijven. Vaak doe je er echter geen 5 jaar mee. Stel de computer kost € 3.000 exclusief BTW en heeft na 5 jaar geen restwaarde. De afschrijving is dan € 600 per jaar (3.000 / 5). Stel je verkoopt de computer na 3 jaar voor € 500 exclusief BTW. Er is dan 3 jaar afgeschreven à € 600 = € 1.800. De boekwaarde is dan € 3.000 - 1.800 = € 1.200. Bij verkoop voor € 500 is er dan een verlies (= extra afschrijving) van € 700 (1.200 - 500). Deze "kosten" komen dan in mindering op je winst in het jaar van verkoop. Er gaat dus geen afschrijvings-mogelijkheid verloren. Als je op deze computer investeringsaftrek hebt ontvangen, kan verkoop binnen 5 jaar een desinvesteringsbijtelling tot gevolg hebben. Dat is mede afhankelijk van het verkoopbedrag en eventuele andere desinvesteringen in hetzelfde jaar.

Als je starter bent, mag je willekeurig afschrijven, dus (als je wilt) ook alles in één keer. Denk ook aan mogelijke investeringsaftrek (in 2015 of 2016).

Beste Jeffrey, Als je BTW-aangiftes per kwartaal moet doen, gaat de eerstvolgende aangifte over het 4e kwartaal van 2015. Deze moet je indienen (en indien van toepassing: ook betalen) vóór 31 januari 2016. Je hebt dus nog even de tijd. Let erop dat er aparte inloggegevens zijn voor de VOF (voor de BTW-aangifte) en voor elk van de vennoten (o.a. voor de aangifte inkomstenbelasting). De BTW-aangifte staat doorgaans aan het eind van het kwartaal klaar. Als je die de komende week nog niet ziet, kun je het beste even de belastingtelefoon bellen (0800-0543). Soms moet je de eerste BTW-aangifte nog op papier doen.

Dat "iets meer" kan uiteindelijk nog flink tegenvallen. Als je bij het opbouwen van de FOR een aanvulling op je AOW in gedachten had van bijvoorbeeld € 10.000 gedurende 20 jaar, is dat een totaalbedrag van € 200.000. Als je daarvoor geen lijfrente (al of niet bancair) koopt, moet je op een gegeven moment over dit bedrag IB en ZVW afrekenen. Dat is ongeveer de helft, dus zo'n € 100.000. Dat bedrag moet je dan ook vrijwel direct ophoesten.

Die 2,5% moet je zien in vergelijking met het "stallen" op een bedrijfsspaarrekening. Het grootste deel van de groei moet inderdaad komen van de regelmatig ingelegde bedragen. Veel ondernemers (zoals ik) maken met name hun eigen arbeid te gelde. De omzet kan dan alleen groeien door meer uren te maken of het uurloon te verhogen (los van het eventueel aannemen van personeel of uitbesteden van werk). Op een gegeven moment loop je dan tegen je grenzen aan en is verdere groei niet mogelijk. Sommige (andere) bedrijven zouden inderdaad het FOR-bedrag kunnen investeren in bijvoorbeeld machines of voorraad en daarmee een hoger rendement behalen. De lijfrente-overeenkomst die ik eerder noemde was van jaren terug. Daarbij werd maandelijks een vast bedrag aan een verzekeringsmaatschappij betaald, dat door hen (na aftrek van kosten) werd belegd. In die tijd bestond banksparen nog niet.

Een aantal van mijn klanten heeft al de grootste moeite om geld te reserveren voor de eerstvolgende BTW-kwartaalaangifte. Die gaat het echt niet lukken om van het FOR-geld af te blijven dat tientallen jaren op een spaarrekening naar ze staat te lonken. Voor hen is zo'n geblokkeerde bankspaarrekening ideaal. Daar storten ze dan incidentele meevallers op, bijvoorbeeld bij een grotere opdracht of een KOR-teruggaaf. Bovendien is het rendement een stuk hoger, afhankelijk van de looptijd bijvoorbeeld tot 2,5% (onbelast) tegen minder dan 1% (belast) op een zakelijke spaarrekening.

Beste Remieo, Misschien kun je de opdrachtgever wijzen op de overgangsregeling of op de bijgaande Voorbeeldbrief. VAR-Overgang.pdf

Misschien kan ik nog het een en ander toelichten. De oorspronkelijke gedachte achter de (Fiscale) Oudedagsreserve (FOR) was: • Uitstel van belasting door toevoeging aan de FOR • Na beëindiging bedrijf: 1. Vrijval volledige FOR (belast) 2. Aankoop lijfrente (bij een verzekeringsmaatschappij) voor hetzelfde bedrag (aftrekbaar) 3. Periodieke uitkeringen (door die verzekeringsmaatschappij) uit lijfrente (belast) Bij de beëindiging van het bedrijf is dus geld nodig om de lijfrente te kopen. Dat bedrag kan bijvoorbeeld in het bedrijf zijn gespaard of worden verkregen door bedrijfsoverdracht, verkoop van activa (bedrijfspand, machines, voorraad) of goodwill. Als er geen geld is om de lijfrente te kopen, moet toch worden afgerekend over de vrijgevallen FOR, vaak tegen 52% IB. Als dat bedrag er niet is, ontstaat er een probleem. Helaas is er in het verleden vaak blindelings jaarlijks maximaal toegevoegd aan de FOR zonder de gevolgen goed te overzien. Inmiddels is er naast de lijfrente een andere mogelijkheid: banksparen. Daar zijn doorgaans minder kosten aan verbonden en is het ook flexibeler. Als je nu al ziet aankomen dat er t.z.t. te weinig geld beschikbaar is om voor het FOR-bedrag een lijfrente of bankspaarproduct aan te schaffen, kun je de FOR geleidelijk vrijwillig afbouwen. Naast de bovengenoemde verplichte afnames, waarvoor diverse (nadelige) voorwaarden gelden, neemt de FOR af met het bedrag dat je in een lijfrente of bankspaarproduct stort. Daar heb je wel (zakelijk of privé) geld voor nodig. Stel: je stort in 2015 € 10.000 in een lijfrente of bankspaarproduct. • De FOR neemt met € 10.000 af • De winst neemt met € 10.000 toe • Hiervan is vanwege de MKB-vrijstelling € 1.400 vrijgesteld • Je betaalt over € 8.600 extra bijdrage zorgverzekeringswet (4,85% = € 417) • In privé heb je een aftrekpost van € 10.000 • Hiervoor is geen aantoonbaar pensioentekort benodigd • Deze € 10.000 valt voortaan ook buiten box 3

"zou moeten" heb je nu zekerheid of twijfel je? De diverse afgesloten producten die mij dit beloofde in het verleden zijn momenteel niet meer de gouden bergen, hooguit een een paar zielige steenkool hoopjes. ;D In "Mijn Pensioenoverzicht" wordt een ingangsdatum en een jaarlijks uit te keren bedrag genoemd. Daar ga ik dan maar van uit. De waarde van een (voorheen) RVS-lijfrentepolis is inmiddels bedroevend. Achteraf gezien had ik de inleg beter in een oude sok kunnen stoppen.

Voor mij is het de moeite niet meer. Over een jaar zou ik het Zwitserleven-gevoel moeten krijgen. 8)

Eigenlijk zijn er bij elke aanschaf 2 zaken die je in je boekhouding wilt vastleggen: 1. De inkoop. Dat doe je met de gegevens op de bon of factuur. Deze gegevens worden ook gebruikt bij de BTW-aangifte. 2. De betaling. Dat doe je m.b.v. bankafschrift of kasblad. De betaaldatum op je bankafschrift kan verschillen van de aankoopdatum (ook bij gebruik van een PIN-pas). Ik heb geen ervaring met Speedbalance, maar bij veel boekhoudprogramma's werkt dit als volgt. Soms worden zaken iets anders genoemd en gebeurt dit deels "achter de schermen". Vaak kun je ook boekingen combineren. Dan boek je bijvoorbeeld een inkoop vanaf je bankafschrift. Ik boek deze zaken liever zo veel mogelijk apart. Stel je koopt voor je bedrijf 10 ordners, totaal voor € 24,20 inclusief BTW. 1. Van de inkoop(factuur) boek je: Debet: Kantoorartikelen € 20 (exclusief BTW) Debet: Te vorderen BTW € 2,42 Credit: Crediteuren (jouw leverancier) € 24,20 2. Van de betaling per bank (meteen met PIN of later met een overschrijving) boek je: Debet: Crediteuren € 24,20 Credit: Bank € 24,20 Nu doe je een investering, bijvoorbeeld een (duurder) stuk gereedschap. De boekingen zijn dan bijna hetzelfde als hiervóór, alleen gebruik je i.p.v. de rekening Kantoorartikelen (een kostenrekening) de rekening Gereedschappen of Inventaris (een balansrekening).

Boekhouders (zoals ik) worden daar zeker niet blij van. :( Je kunt bij dit nummersysteem namelijk niet controleren of alle facturen van één bepaalde dag aanwezig zijn. Ongemerkt kunnen de hoogste volgnummers van één dag ontbreken of zelfs alle facturen van één of meer dagen. Ik zie het liefst per jaar één reeks van opeenvolgende factuurnummers. Dan kunnen er hoogstens aan het eind van het jaar facturen ontbreken.

Soms vindt de KvK (-vestiging) dat je (nog) geen bedrijf heb en kun je daar niet worden ingeschreven. De belastingdienst kan een andere afweging maken. In dat geval kun je rechtstreeks bij de belastingdienst een BTW-nummer aanvragen. Zie deze toelichting. Een KvK-inschrijving verdient vaak de voorkeur. Soms heb je bij een andere KvK-vestiging meer succes.

En waarom 2016 terwijl het dit jaar nog 2015 is?

Ik begreep hieruit dat de teruggaaf vanwege de KOR € 800 tot € 900 zou zijn. Dat bedrag kan op meerdere manieren tot stand komen. 1. Door mijn berekening (dat was misschien iets te voorbarig) 2. Als dit het totaal betaalde BTW-bedrag van het hele jaar is. Dan kan het ook nog de vraag zijn of dit vóór of na verrekening met de afdracht over het 4e kwartaal is. Het is dus niet zeker dat mijn winstbedrag het enige juiste is. Waarschijnlijk is er overigens toch geen sprake van belastingheffing.

Ik ben uitgegaan van een KOR-vermindering van € 850. Bij zo'n vermindering ligt het oorspronkelijke BTW-bedrag tussen de € 1.345 en € 1.883. In dat geval is de vermindering 2,5 x (€ 1.883 - BTW-bedrag). Het BTW-bedrag is dan € 1.883 - (€ 850 / 2,5) = € 1.883 - € 340 = € 1.543. Hierbij hoort een winst van 100 / 21 x € 1.543 = € 7.347. Zie ook Hoe bereken ik mijn belastingvermindering. Hierbij ben ik er van uitgegaan dat alle opbrengsten en kosten belast zijn met 21% BTW. De winst kan wat lager zijn als er ook kosten zonder BTW waren, zoals bankkosten, rente en verzekeringen.

Beste Elisa, Er spelen hier verschillende zaken: • Kleine ondernemersregeling • Aanschaf laptop • Willekeurige afschrijving • Belastingbesparing • Terugbetaling BBZ Als ik er gemakshalve even van uit ga dat al je opbrengsten en kosten met BTW belast zijn, hoort bij een KOR-vermindering van € 850 een winst van circa € 7.350. Aangezien je de willekeurige afschrijving noemt, neem ik aan dat je aan het urencriterium voldoet. In dat geval worden ook de zelfstandigenaftrek en startersaftrek toegepast. Je winst wordt daardoor negatief en je betaalt daarover geen belasting en bijdrage zorgverzekeringswet. Door de aanschaf van de laptop is er dan ook geen belastingvoordeel. Ook het toepassen van willekeurige afschrijving levert in dit geval geen voordeel op. Enerzijds moet je het KOR-voordeel bij je winst tellen, anderzijds gaat de aanschaf van de laptop weer van de winst af. Als de terugbetaling van de BZZ afhankelijk is van je winst, maakt de aanschaf van de laptop hierbij per saldo dus weinig verschil. Het enige voordeel lijkt mij, dat je de laptop wat eerder in je bezit hebt.

Een alternatief zou kunnen zijn om in 2016 te beginnen met factuurnummer 20160018. Dan heb je zowel het jaartal in je factuurnummer verwerkt als een doorlopende nummering (de laatste 4 cijfers). Maar, zoals gezegd, 20160001 is ook prima.

In aanvulling op de bijdrage van Richard: Misschien is het verstandig om ook de administratie van (een paar maanden van) 2014 in de controle te betrekken. Eventuele fouten daarin kunnen dan meteen worden hersteld, zodat er ook een juiste beginstand van het jaar 2015 ontstaat. Daarna komen ook de saldi in Acumulus hopelijk weer overeen met de werkelijkheid. Als boekhouder zou ik ook graag een kopie van de aangiftes omzetbelasting (2014 en 2015) en inkomstenbelasting (2014) ontvangen. Wellicht zijn door de correcties ook suppletie-aangifte en/of bezwaar benodigd.

Hier vind je een toelichting. [ironic] Door zelf te googelen vind je trouwens ook vaak een antwoord. ;) [/ironic]

De inschrijving bij de KvK kost overigens (eenmalig) € 50.

Een ICP-opgaaf is niet nodig bij import, alleen bij export (binnen de EU).

Dan moet je misschien even de stelling teruglezen, waarop mijn bijdrage een reactie is. Er werd beweerd dat een investering in elk geval een voordeel oplevert, alleen vanwege de investeringsaftrek. Zie ook het andere rekenvoorbeeld. De extra investering wordt in 5 jaar volledig afgeschreven. Het volledige aanschafbedrag wordt daardoor als kosten genomen. In ben het juist met je eens dat je investeringen vanwege andere motieven zou moeten doen, zoals hogere (toekomstige) productiviteit of kwaliteit.

Een ander rekenvoorbeeld om e.e.a. iets te relativeren en ter ondersteuning van een aantal eerdere bijdragen ("gezond verstand", "kunst van het rekenen", "soms echt (niet) voordeliger" en "gedoe"): • Investeringen tot nu toe € 1.860 • Belastingpercentage: 42% • Extra investering € 450 Belastingvoordeel investeringsaftrek = 42% van 28% van € 2.310 = € 271 Belastingvoordeel extra afschrijving = 42% van € 450 = € 189 Totaal belastingvoordeel = € 271 + € 189 = € 460 Hiervoor is een extra investering benodigd van € 450 De totale winst is dan dus maar liefst € 10 (!) Deze winst wordt overigens pas na 5 jaar behaald (wanneer de extra investering is afgeschreven). Zelfs bij de huidige rentestand is het renteverlies al groter.

Toen ik in 1989 een ING-hypotheek afsloot ging men blindelings af op mijn zelfgemaakte jaarstukken . . .