• Zoek op auteur

Inhoudstype


Forums

  • Innovatieve nieuwe bedrijfsideeën
    • Innovatieve nieuwe ideeën
    • Intellectueel eigendomsrecht en productbescherming
    • Ondernemen in ICT
    • Ondernemen in Landbouw, Visserij, Life Sciences, Chemische, Milieu- en Energietechnologie
  • Bedrijfsstrategie, ondernemingsplannen en bedrijfsprocessen
    • Ondernemingsplan en businessplanning
    • Commercie en marketing
    • Groei!
    • Operationeel en logistiek
    • Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen [nationaal én internationaal]
    • Wat vinden jullie van mijn...
    • Aansprakelijkheid en risicobeheer
  • Financiering, juridische en fiscale zaken
    • Financiering
    • Contracten en aanverwante onderwerpen
    • Rechtsvormen, vennootschaps- en ondernemingsrecht
    • Arbeidsrecht
    • Fiscale zaken
    • Administratie en verzekeringen
    • KvK, UWV en overige juridische zaken
  • Internationaal ondernemen
    • Internationaal ondernemen
  • ICT & Cyber security
    • ICT, Automatisering en internet
    • Cyber security
  • Leiderschap en (crisis)management
    • Leiderschap en (zelf)management
    • Herrie in de zaak
  • Overheidszaken voor bedrijven
    • De overheid en ondernemers
    • Onderwijs- en universiteitsbeleid
  • Vaste rubrieken
    • ik zoek een ...
    • Columns en octrooiblogs
    • Video's en Webinars
    • Nieuws en artikelen
    • Wedstrijden, beurzen en evenementen
    • MediaBoard
    • Testforum
  • Stamtafel
    • Over Higherlevel.nl
    • Nieuwsflits
    • Bugs en errors?
    • Off Topic

Blogs

Er zijn geen resultaten om weer te geven.


Zoek resultaten in...

Zoek resultaten die het volgende bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst geüpdate

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Registratiedatum

  • Start

    Einde


Groep


Voornaam


Achternaam


Bedrijfs- of organisatienaam


Email


Websiteadres


Plaats

  1. Miisschien kun je iets meer vertellen over wat je in moet pakken. En waarom je het zo verpakt, in het verleden heb ik ook het nodige ingepakt c.q. ingesealed, misschien heb ik een tip voor je. Verder kun je ook eens naar tweede hands machines kijken. Neem dan wel iemand mee die bekend is met inpakmachines. Kijk eens op werktuigen.nl
  2. Hmm, tweede kamerleden zijn soms ook moeilijk te berijken. Je moet een serieuze "issue" hebben. Onrecht doet het goed, concurrentievervalsing of laakbaar gedrag van ambtenaren etc. ook. Hoge ambtenaren doen niks omdat het goed is, ze doen alleen wat om in de schijnwerpers te komen of om lastige vragen in de kamer te voorkomen. Ik jouw geval zou ik eerst de status van zeldzame ziekte aanvragen (via de officiële weg, als je dat al niet gedaan had). Wordt die aanvraag afgewezen, dan stuur je een klacht naar de minister. Wijs vooral op het leed van de patiënten en het onrecht dat hen wordt aangedaan door ze de status van zeldzame ziekte te onthouden. Zorg dat de klacht door een aantal belangrijke mensen ondertekend wordt. Hint enerzijds naar naar publiciteit als de aanvraag wordt afgewezen, anderzijds naar de wens om mee te werken aan onderzoek als de aanvraag wordt toegewezen. (de uitgestoken hand en de knuppel achter de rug 8)) Hebben de patiënten geen "recht" op status als zeldzame ziekte, dan heeft het sturen van brieven aan de minister geen zin, dan moet er gelobbyed worden. Maak afspraken met lagere en hogere ambtenaren en de betrokken kamerleden en vraag vriendelijk om advies. Bouw relaties op, ga naar congressen of organiseer er zelf één. Kortom, maak vrienden bij de beleidsmakers. Als je iets wil bereiken in Den Haag, moet je dat professioneel aanpakken. Het kost veel tijd en energie, die verloren gaat als je fouten maakt of het niet lang genoeg volhoud. Het is een vrij hard spel waar je gebruik (en soms misbruik) maakt van de zwakheden van de "tegenstander". Ik vind er helemaal niks aan, maar soms moet je meedoen om niet verpletterd te worden ::). Wees niet te braaf. Succes, Nils
  3. Misschien kunnen ze een kennisvoucher inwisselen bij het Innovatieplatform? Tweede Kamer krijgt Webflop 2005 De Tweede Kamer benut onvoldoende de mogelijkheden van internet. Terwijl de website van deze instantie eigenlijk een voorbeeldfunctie moet hebben, stelt deze teleur als het gaat om het verkleinen van de kloof tussen burgers en politiek. Daarom krijgt de Tweede Kamer de Webflop 2005. De uitreiking aan Kamervoorzitter Weisglas is uitgezonden in het Tros-consumentenprogramma Radar. De Webflop gaat dit jaar naar de Tweede Kamer. Marjet van Zuijlen heeft als jury-voorzitter de Webflop 2005 uitgereikt aan Frans Weisglas. De heer Weisglas nam het sportief op: hij erkende de gebreken en beloofde dat de Kamer bij de vernieuwing van de website rekening zal houden met de verbetervoorstellen. Hij krijgt daarvoor 3 dagen gratis advies van burger@overheid: deze bonus is traditioneel aan de prijs verbonden. Argumenten voor Webflop De Tweede Kamer krijgt de Webflop omdat hij ten aanzien van de digitale informatievoorziening en dienstverlening het laat afweten en kansen mist. De jury vindt dat de Tweede Kamer in onvoldoende mate de burger centraal stelt. “Terwijl je nu juist mag verwachten dat alles klopt in het kloppend hart van de democratie”, zo valt te lezen in het juryrapport. De jury vervolgt: “De tijd is voorbij dát een website, in welke vorm dan ook, altijd beter is dan géén website. Nu 70 procent van de bevolking toegang heeft tot internet, is een website een serieus en volwassen instrument voor informatie en communicatie, dat ook als zodanig moet worden beoordeeld. Dit geldt zeker voor organisaties met een bepaalde positie en ambitie die een cruciale rol spelen in publieke processen, waardoor men aan die organisaties ook extra eisen mag stellen.” De Tweede Kamer heeft, kortom, een voorbeeldfunctie, maar daar is op verschillende punten weinig van te merken: De website is vooral aanbodgericht: geeft weer wat deze organisatie doet zonder duidelijke verwijzing naar andere organen (zoals de Ministerraad, de Eerste Kamer). Wie geïnteresseerd is in een onderwerp moet zelf bijhouden of er iets speelt. Als je een vergadering wilt volgen op de “fysieke” of digitale publieke tribune, kan er een kalender en een agenda worden geraadpleegd, maar als je bijbehorende agendastukken wilt inzien, gaat dat zeer omslachtig. Door de gekozen opzet is het niet mogelijk snel een antwoord te krijgen op actuele vragen als: wat vindt de Tweede Kamer van bijvoorbeeld de gekozen burgemeester, van het referendum over de Europese grondwet et cetera; www.tweedekamer.nl zou integraal onderdeel van een website van de Staten Generaal moeten zijn; De Tweede Kamerstukken zijn uitsluitend toegankelijk via een aparte, gebruikersonvriendelijke databank (Parlando); De stukken staan soms bol van jargon; Er is geen goede uitleg te vinden over procedures en werkwijzen; Er is geen mogelijkheid om informatie op maat te krijgen (aan de hand van gekozen profielen of thema’s) Zelfs de meest eenvoudige interactieve functies ontbreken; er kan bijvoorbeeld niet worden gereserveerd voor een plaats op de publieke tribune of voor rondleidingen; De “videoverslagen” worden niet gearchiveerd en zijn later niet op te vragen. De Kamervoorzitter houdt een weblog bij, maar dat gaat vooral over zijn eigen contacten Het is een gemiste kans dat de Tweede Kamer niet de gelegenheid aangrijpt om met behulp van moderne middelen “de gang van een wetsontwerp” inzichtelijk te maken. Op een aantal punten doet de Eerste Kamer het beter (bijvoorbeeld met lijst van door de regering gedane toezeggingen). http://www.burger.overheid.nl/persberichten/?id=687
  4. Even een vraag met een hoog 'stel dat' gehalte. Stel: ik heb een lunchroom, vooral veel zakelijke gebruikers en studenten. Haast allemaal hebben ze een laptop in hun tas en nog veel werk te doen, daarom schiet het tweede bakje koffie waar ik goed aan verdien er nog wel eens bij in. Nu dacht ik: als ze nou hier konden werken, dan nemen ze een extra bakje koffie, misschien nog wel wat anders en verdien ik dus meer. Dus hup, een ADSL verbinding aangevraagd bij Planet en hier een accesspoint aan gekoppeld, draadloos internet in de zaak, geweldig! Niks aan de hand maar... Stel: een klant van mij gaat spammen, kinderporno dowloaden of andere dingen die niet mogen uitvoeren via mijn verbinding. Dit wordt ontdekt, en de politie klopt bij mij aan. Ben ik als eigenaar van de accesspoint en de verbinding verantwoordelijk voor wat er gebeurt via mijn verbinding? Alvast bedankt, Jelmer.
  5. Dit is het derde, tevens laatste deel in mijn serie columns over venture capitalists, de zevende financieringsbron voor ondernemers. Na de “karakteristieken” van venture capitalists en “wie ze zijn” in het eerste deel en “wat ze zoeken” in het tweede deel, beschrijf ik onderstaand hoe ze werken. Venture capitalists: hoe ze werken De intake Venture capitalists krijgen meer plannen toegestuurd dan ze kunnen lezen. Tijdens de Internethype kreeg een investeringsmanager per maand tot 30 businessplannen en/of samenvattingen opgestuurd. Tegenwoordig ligt dit tussen de 10 en 20. Venture capitalists hebben dus aan mogelijke transacties dus geen gebrek, wel aan goede potentiële deals (in jargon “origination” of “sourcing”). Om aan goede transacties te komen hebben investeringsmanagers een uitgebreid netwerk. Zo komen ze door hun vak in contact met veel verschillende managers en ondernemers ook omdat ze commissaris zijn bij hun deelnemingen. Ze zoeken formele en informele netwerken op door hun lidmaatschap van brancheverenigingen, Nederlandse Centrum van Directeuren, Industrieele Grote Club, Rotary clubs of tennis en hockeyverenigingen. Investeringsmanagers worden beoordeeld op hun deal-sourcing door de aandeelhouders van het fonds (“limited partners”). Investeringsmanagers willen het liefst dat ondernemers en management teams via-via bij hen worden geïntroduceerd. Bij voorkeur door iemand die ze vertrouwen. Voor jou als ondernemer is het voordeel van een introductie dat de venture capitalist jou en je businessplan serieuzer zal nemen. Venture capitalists zijn erg selectief. Ze zien eerder af van een investering in een bedrijf dan dat ze het risico van een misser lopen. Venture capitalists weten dat investeren een van de weinige beroepen is waar je geld kan verdienen door iets niet te doen. Venture capitalists investeren in ongeveer 1% (!) van de businessplannen die ze krijgen. Dit wil echter niet zeggen dat je als ondernemer en/of manager slechts 1% kans hebt om gefinancierd te worden. Allereerst zijn er meerdere venture capitalists en kun je elk van die 1% kansen optellen (tot op zekere hoogte natuurlijk). Ter tweede zijn er tijdens het proces van de uitvoering van een transactie zoveel verschillende soorten hobbels op de weg dat een mogelijke transactie zo maar kan afketsen. Ten derde is een van de oorzaken van dit lage percentage dat veel ondernemers en management teams kansloze businessplannen opsturen. Het gebeurt vaak dat ondernemers en management teams vooraf hadden kunnen weten dat een investering in hun bedrijf niet past bij de betreffende venture capitalist. Bijvoorbeeld als je bedrijf en de venture capitalist niet past in de levenscyclus, sector, regio (land) of investeringsgrootte van het fonds. Indien jij alleen je business plan opstuurt naar venture capitalists waarvan je weet dat de focus overeenkomt met bovengenoemde aspecten van je bedrijf, verhoog je je kansen op succes aanzienlijk. Iedere venture capitalist heeft tegenwoordig een website met daarop alle relevante informatie. Ik zou je zelfs willen adviseren om de CEO’s van de deelnemingen van de venture capitalist te bellen om meer informatie over hun ervaringen. Mijn ervaring is dat venture capitalists dit zeer op prijs stellen: in hun ogen betekent dit dat je niet zo maar iedere investeerder aan boord wilt hebben. Due diligence Als een venture capitalist geïnteresseerd is dan gaat hij, voordat het tot een transactie komt, onderzoeken of wat jij beweert waar is. Dit onderzoek naar de achtergrond van jou en je bedrijf neemt tussen de 2 en 6 maanden in beslag. Het omvat de volgende deelgebieden: markt en marketing, technologisch, management, financieel, juridisch en soms ook milieuaspecten. Bij private equity wordt dit onderzoek vrijwel geheel uitbesteed aan specialisten zoals accountants, advocaten en technici. Bij private equity gaat het om volwassen bedrijven en substantiële bedragen zodat de kosten van due diligence vaak enkele procenten van het totaalbedrag zijn. In venture capital zijn de bedrijven meestal relatief klein en voert de venture capitalist het grootste deel van de due diligence zelf uit. Het onderzoek naar de markt, marketing en het management verricht de venture capitalist meestal zelf. Een introductie door een vertrouwde bekende van de venture capitalist maakt dit deel van de due diligence makkelijker indien degene die je introduceerde jou en je markt goed kent. Onderstaand een voorbeeld van een Amerikaanse early stage venture capitalist om je een indruk te geven hoe intensief dit deel van de due diligence kan zijn. Deze venture capitalist deed geen deal voordat ze met 12 referenties van de ondernemer 1½ uur gesproken hadden. Deze diepgaande gesprekken (soms uit noodzaak telefonisch) moesten 100% positief zijn anders zagen ze af van een investering in het bedrijf. Syndicaten In een syndicaat werken meerdere venture capitalists samen bij het kopen van aandelen in een bedrijf. Venture capitalists nemen bijna altijd deel in syndicaten samen met binnenlandse of buitenlandse partijen. Voor jou als ondernemer is een van de belangrijkste gevolgen van deze samenwerking dat concurrentie in de investeringswereld niet bestaat. De enige vorm van concurrentie is die tussen syndicaten maar deze worden alleen gevormd bij het kopen van volwassen bedrijven, private equity transacties dus. Redenen van venture capitalists voor het vormen van syndicaten: - Maakt deal-sourcing in andere regio’s makkelijker; - Leren van de kennis en expertise van andere investeerders; - Vermindert exposure waardoor grotere transacties mogelijk zijn; - Vereenvoudigt investeringen in de volgende ronde; - Investeerders verliezen soms hun realiteitszin (in jargon “entrapment”). Met een gelijkdenkende partij is dat gevaar minder (“second opinion”); - Als twee venture capitalists samen een meerderheidsbelang hebben maar individueel slechts een minderheid hebben zij feitelijk zeggenschap zonder extra aansprakelijkheid of de noodzaak tot consolidatie. De transactie Tijdens de due diligence starten de onderhandelingen over de structuur van de transactie. Deze structuur kan gecompliceerd zijn met bv. verschillende soorten aandelen, opties, warrants etc. Venture capitalists kopen aandelen, soms in combinatie met een converteerbare en/of achtergestelde lening. Zij eisen geen zekerheden van jou of je onderneming. Een optieschema voor het management is gebruikelijk waarbij prestaties boven het businessplan worden beloond met extra aandelen. Venture capitalists weten dat een groot deel van het succes van je bedrijf nu eenmaal afhangt van de drive van jou en je team. De meest gangbare wensen van venture capitalists zijn (1) vetorecht voor belangrijke beslissingen (zoals investeringen vanaf een bepaalde omvang, fusies en overnames of belangrijke personele veranderingen); (2) bescherming van hun minderheidbelang; (3) bescherming tegen verwatering van hun belang (bij nieuwe investeerders); (4) een plaats in de Raad van Commissarissen; (5) schema van informatievoorziening van management aan aandeelhouders; (6) controle over de verkoop van de onderneming, de exit. Het bovenstaande wordt uitgewerkt en vastgelegd in een aandeelhoudersovereenkomst, in de statuten en in eventuele leningsdocumentatie. Bij veel transacties, vooral bij management buy-outs, is er ook nog een overeenkomst van koop en verkoop met daarin zgn. “reps and warranties”. Hierin verklaart de verkoper van het bedrijf dat hij alle informatie gegeven heeft (“full disclosure”) en dat deze informatie naar waarheid en beste weten is opgesteld. Vrijwel altijd is er een boeteclausule in dit contact. Alle documenten worden opgesteld door gespecialiseerde advocaten. De contractonderhandelingen kunnen lang duren maar ongeveer twee maanden is een redelijk gangbare termijn. Na due diligence en contractonderhandelingen maar voordat er handtekeningen worden gezet (in jargon “closing”) leggen venture capitalists het resultaat voor aan hun investeringscommissie. In de investeringscommissie zitten vertegenwoordigers van de aandeelhouders in het fonds. Deze commissie neemt uiteindelijk de beslissing om al dan niet te investeren. Bij private equity is het gebruikelijk om gedurende het proces op verschillende tijdstippen tussentijdse resultaten voor te leggen aan de investeringscommissie. Bij venture capital is dit beperkt tot één of twee keer: soms in het begin een principebeslissing maar altijd een eindbeslissing. Na de transactie Het eigenlijke werk begint na de “closing”. In het begin zul je vaker contact hebben met je nieuwe aandeelhouder dan na enkele weken of maanden. Afhankelijk van de situatie variëren de contacten tussen een aantal keer per week en één keer per kwartaal. Ook zijn venture capitalists in private equity minder “hands-on” dan in venture capital. Als de investeringsmanager in de Raad van Commissarissen zit lopen de contacten vrijwel uitsluitend via de RvC. Als dat niet het geval is communiceert het management soms ook direct met de aandeelhouder, mede door de aangescherpte regels van corporate governance De 3 zaken die vanaf nu het belangrijkst zijn: (1) groei, (2) rapportering en (3) exit. 1. Groei Door intensivering van je marketing of via overnames ga je je omzet verhogen. De venture capitalist zal je helpen met deze uitbouw van je bedrijf. Door hun ervaring zijn ze specialisten in het kopen van bedrijven en zien ze veel verschillende teams waar dezelfde issues belangrijk zijn. Sommige venture capitalists hebben daarbij ook nog verstand van en contacten in je markt. 2. Rapportering Om effectief te kunnen rapporteren is het belangrijk dat je je financiële huishouding op orde hebt. Voor venture capitalists is dit een van de eerste prioriteiten met als vier doelen: a. Informatie. Venture capitalists willen op de hoogte gehouden worden. Naast mondelinge informatie willen ze ook verifieerbare informatie uit de boekhouding en het managementinformatiesysteem. b. Controle. Venture capitalists investeren geld in het bedrijf en willen controleren of het management dit geld besteedt aan de afgesproken zaken. c. Sturing. Via analyses van de financiële informatie en vergelijking met de historie en het businessplan gaan venture capitalists na of alles volgens plan verloopt. Soms moet er bijgestuurd of ingegrepen worden. d. Verantwoording. Ook venture capitalists moeten regelmatig rapporteren aan hun aandeelhouders, ook over de financiële situatie bij hun deelnemingen. 3. Exit Venture capitalists zijn constant op zoek naar kopers voor het bedrijf, hun exit. De nachtmerrie van venture capitalists is een onverkoopbare onderneming. In dat geval maakt het niet echt uit of het goed of slecht gaat want hun investering kunnen ze nooit echt incasseren. Als het fout dreigt te gaan zal een venture capitalist alles in het werk stellen om te redden wat er te redden valt. Geen extra investering (“throw good money after bad money”) maar wel hun netwerk activeren voor verkoop van gezonde delen van het bedrijf. In feite is dit voor venture capitalists een bijzondere vorm van exit: afboeken van hun investering. Conclusie Venture capitalists zijn professionele investeerders vooral in volwassen niet-beursgenoteerde ondernemingen: private equity. In Nederland investeren ze een klein deel van het jaarlijks aangetrokken geld in venture capital: jonge sterk groeiende ondernemingen in groeimarkten geleid door ervaren ondernemers. Grote venture capitalists investeren tussen € 1m en € 250m, middelgrote generalisten van € 1m tot enkele tientallen miljoenen Euro en niche venture capitalists tussen € 250k en € 5m. Bij private equity ligt de nadruk op financial engineering, “buy and build” en verkoop binnen 1 tot 5 jaar, bij venture capital op groei en verkoop binnen 5 tot 7 jaar. Venture capitalists investeren om rendement te maken. Ze opereren bij voorkeur in syndicaten en investeren alleen internationaal met een lokale partij. Voorafgaande aan de investering zijn er gedurende 4 tot 8 maanden de due diligence en contractonderhandelingen. In venture capital zijn venture capitalists meer “hands-on” dan in private equity. Na investering ligt de nadruk op: groei, rapportage en het zoeken naar kopers voor het bedrijf. Dit was het derde en laatste deel van mijn korte beschrijving van de zevende bron van geld voor ondernemers, venture capitalists. Wederom stel ik jullie reacties erg op prijs.
  6. Het verschil tussen reactief en proactief beleid wordt inderdaad bepaald door je strategie. Hiermee kan je voorkomen dat je in ongewenste situaties terecht komt. Stel je besluit met je product een bepaalde markt te betreden die gericht is op het hogere segement van de Nederlandse samenleving. Je zal dan een duidelijke grens moeten stellen welke klanten tot deze doelgroep behoren en welke niet. Door dit heel bewust te doen, wordt het makkelijker om "Nee" te zeggen tegen bepaalde klanten die niet tot de gewenste doelgroep behoren. Hoe moeilijk dit (tijdens de start van je onderneming) ook kan zijn. Als je één klant aanneemt die niet in die doelgroep valt, ben je haast (moreel) verplicht om ook de tweede aan te nemen. Waardoor je onbewust in de situatie terecht kan komen waarin je dus niet het hogere segment als klant hebt, maar juist het middelsegment. Het zal dan niet meer eenvoudig zijn om alsnog je gewenste doel te bereiken. Strategie staat voor vooraf keuzes maken en je daar als ondernemer ook aan houden, zodat je zelf altijd de touwtjes in handen hebt.
  7. result_stream_cta_title

    result_stream_cta_line_1

    result_stream_cta_line_2

  8. In Tjechië staan midden in gigantisch mooie bos gebieden hele kazernes leeg, voor een prikkie te koop, Schitterend om daar zorg centra's van te maken in combinatie met vakantie gelegenheid. Daar zijn de regeltjes nog niet zo heel scherp. Zet mij daar maar neer met een zootje hennep bier als ik alleen nog voor me uit kan kijken:-) Schitterende stijle hellingen om met je rolstoel vanaf te sjesen en met zo'n tweede hands trek liftje uit oostenrijk weer omhoog zien te komen:-) Perry
  9. antwoord op de eerste vraag: Ja antwoord op de tweede vraag: Als ondernemer moet je hard werken, maar het "leven" is eenvoudig. Ik heb als ondernemer meer "rust" dan als werkmener om de doodeenvoudige reden dat je je lot in eigen hand hebt :D
  10. Het genereert natuurlijk wel cashflow, en heeft wel degelijk invloed op de economie. Bijvoorbeeld reparatiebedrijven die eerst konden leven van de reparatie van oude auto's en motoren, hebben daar nu moeite om de broek op te houden. Bij veel mensen blijkt nog wel wat aan onderdelen van vergeten brommers e.d. in de schuur te liggen. De tweede hands onderdelen handel is dus in elkaar gezakt. Leuk voor de verzamelaars, minder voor de handel. Daar staat tegenover dat veel kleien partijen handelaren ineens een veel groter afzet gebied hebben gekregen, en makkelijk te vinden zijn. Ik doe zelf ook best veel met marktplaats, niet voor de handel, maar vooral om af en toe eens wat spullen op te ruimen. En daar komt dan weer bouwmateriaal voor terug zoals: Openslaande deuren , hardhouten buitendeur, maar ook gereedschap en materiaal voor expirimenten haal ik van marktplaats
  11. Gelukkig: er wordt geconstateerd dat (onder meer) al die verschillende brandveiligheidseisen van de zotte zijn. De commissie wekt de indruk echt een onderzoek naar de belevingswerelnd vna de odnernemers gedaan te hebben, ook gestaafd met opvattingen en reactie van ondernemers. De vraag blijft natuurlijk of ze ook jusit de moeilijke punten, zoals lokaal vast te stellen beleid als de brandveiligheid slagvaardig aan kunnen pakken. --- Commissie Stevens: spil in de strijd tegen hinderlijke regeldruk Staatssecretaris Karien Van Gennip van Economische Zaken heeft op 30 augustus uit handen van Leo Stevens, voorzitter van het Ondernemersklankbord Regeldruk, de Top 10 van meest hinderlijke regels voor ondernemers ontvangen. Het is het eerste van twee rapporten met concrete aanbevelingen waar het kabinet mee aan de slag kan. Het tweede rapport, het `Domeinrapport financieel-administratieve regeldruk´, wordt 31 augustus aan minister Zalm van Financien overhandigd. --- persbericht ez Verkenningnota: hier rapport Ondernemersklankbord regeldruk hier top tien financieel-administratieve regels: hier
  12. Frankeermachines worden ook nog wel eens tweede hands aangeboden. Scheelt alweer in de kosten. De grote winst voor jou is natuurlijk dat je geen stapels aan dood kapitaal postzegels in huis hoeft te hebben. Postzegels waar soms ineens de laatste van gebruikt is ;) Suc6
  13. Hoi allemaal. Ik heb een vraagje. Ik heb een eenmanszaak en ben van plan een tweede hands autotje aan te schaffen. Deze zal ik zo af en toe ook voor mijn bedrijfje gebruiken als ik naar een klant moet. In hoeverre kan ik nu de kosten - zoals aanschaf, onderhoud, verzekering, benzine - voor rekening van mijn bedrijfje nemen, c.q. als kosten afschrijven? Is kilometerregistratie direct verplicht? Particulieren die een tweedehands auto verkopen, zullen niet snel een factuur geven. Is dit wel noodzakelijk om kosten voor rekening van mijn bedrijfje te kunnen doen gelden? Alvast bedankt voor de wijsheid!
  14. Voordat je een hele organisatie gaat optuigen met de daarbij behorende mensen zou je het volgend eens kunnen overwegen. Werk je ideeën zelf uit in een Functioneel Ontwerp. Besteed het Technisch Ontwerp en alle het programmeer werk uit. Kijk dan ook nog eens over onze landsgrenzen heen naar bijvoorbeeld Oost Europa. Er zijn partijen te vinden die aan de hand van FO een TO kunnen maken en tegen een fixed price het programmeer werk willen uitvoeren. Uiteraard kleven er aan uitbesteden voor en nadelen. Groot voordeel kan zijn dat je het totale kosten plaatje voor de ontwikkeling van de software relatief laag kunt houden en dat je door het inzetten van meerdere programmeurs je time-to-market kunt verkorten. Nadelen kunnen natuurlijk taal en afstand zijn. Bedenk ook nog even dat software ontwikkelen is één er een commercieel succes van maken is een tweede.
  15. Kleine aanvulling. Voordat er mensen zijn die hierover beginnen te zeuren, nog iets over ethiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het oprichten van een fiscaalvriendelijke constructie heeft primair twee voordelen: - Beperking persoonlijke aansprakelijkheid - Minder belasting hoeven te betalen Ik ga er vanuit dat iedereen op dit forum het nut van het beperken van de persoonlijke aansprakelijkheid inziet. Immers: het oprichten van een besloten vennootschap heeft vaak hetzelfde doel en Nederland is een van de weinige landen ter wereld waar een faillissement niet lijkt bedoeld om de achterblijvende schuldeisers gelukkig te stemmen, maar om de curator bestaansrecht te geven en de ongelukkige schuldenaar het stempel "loser" mee te geven door hem en zijn familie jarenlang met een bijstandsuitkering tegen de grond gedrukt te houden. Mocht er al een hel bestaan, dan is dat een persoonlijk faillissement. Niemand wil dat ooit een keer meemaken. Over het fiscale voordeel zullen de meningen meer verdeeld zijn. Allereerst wil ik iedereen er nog even aan herinneren dat iedere consument in Nederland belasting betaalt, of hij nu wil of niet. Dus ook de ondernemers met fiscaalvriendelijke constructies. Denk maar eens aan: - Motorrijtuigenbelasting - Omzetbelasting - Accijnzen - Successierecht - Kansspelbelasting De inkomsten-, vennootschaps- en vermogensbelasting zijn maar drie vormen van belastingheffing waarbij de vennootschapsbelasting ook nog eens optioneel is (je kiest er zelf voor om deze te betalen door een besloten of naamloze vennootschap op te richten). De inkomsten en vermogensbelasting zijn progressief, dat wil zeggen dat de mensen die wel hard werken, maar weinig verdienen, en de mensen die niet (hard) werken, en dus ook niets of weinig verdienen, minder belasting hoeven te betalen dan de mensen die veel geld hebben geërfd (na aftrek van successierechten), de mensen die vaak heel hard werken om ook heel veel te verdienen en de mensen die het geluk hebben gehad een loterij te winnen of hun bedrijf voor erg veel geld te verkopen (maar uiteindelijk dankzij de belastingdienst toch al minder in handen krijgen). De gepensioneerden, zieken, weduwen en arbeidsongeschikten laat ik hierbij even buiten beschouwing omdat de hoogte van hun inkomen of vermogen vaak afhankelijk is van één van de hiervoor genoemde situaties. Over de vraag of dit een eerlijk systeem is verschillen de meningen en dat is misschien maar goed ook. Dat wil echter niet zeggen dat de ondernemers met een fiscaalvriendelijke constructie ook minder belasting betalen dan de mensen zonder een fiscaalvriendelijke constructie. Wanneer de eerste groep haar geld namelijk in Nederland weer uitgeeft, betalen deze mensen alsnog motorrijtuigenbelasting, omzetbelasting, accijnzen en misschien ook wel kansspelbelasting. Per saldo betalen zij dan misschien zelfs wel meer belasting dan de tweede groep. Om een lang verhaal kort te maken: het betalen van belasting kan wel leuker gemaakt worden, maar dat is dan niet altijd even gemakkelijk.
  16. Koop een stevige tweede hands diesel van een jaar of 10 (met AC) betaal hem zelf en ga op vakantie met het vliegtuig. Dat is het allervoordeligste.
  17. Mijn versgeperste hoofdstuk over netwerken. Hoofdstuk 8 Netwerken en samenwerken “Netwerken doe je zo!” Samenwerken moet Het moderne ondernemen draait niet meer om ‘prijsvoordeel” door efficiency. Daar zijn de Aziaten veel beter is dan wij. Het draait ook niet (meer) om voordeel op het gebied van technologie. Er is sprake van hyper concurrentie in de technologiesectoren. Nieuwe technologieën volgen elkaar razend snel op en de ontwikkeling van nieuwe technologie kost vreselijk veel tijd en geld. Er valt nauwelijks meer geld te verdienen en die sector wordt steeds meer gedomineerd door de overheid. Dat heeft niks met ondernemen te maken. Nee, als u het mij vraagt, ligt de toekomst van ons concurrentievermogen in onze aard om samen te werken. Het gaat niet alleen om technologie of prijsvoordeel. Het gaat voornamelijk om eenvoudige en doeltreffende oplossingen voor een grote groep klanten. “Vernuft” komt hier om de hoek kijken. Philips heeft het (inmiddels) begrepen Sara Lee en Heineken ook. Die komen met producten die veel verder gaan dan hun traditionele werkgebieden. Software + hardware, productie + distributie, technologie + design etc. Het noemen van voorbeelden is altijd lastig, maar de trend is duidelijk. Nieuwe product/markt combinaties creëren door onconventionele samenwerkingsverbanden. Onze neiging tot “polderen” heeft voor- en nadelen. Samenwerken doen we relatief gemakkelijk, maar we willen wél graag de touwtjes in handen hebben. Die eerste eigenschap is prima. We gaan van nature op zoek naar alliantiepartners. Die laatste eigenschap is dodelijk. “Samen zullen we alles delen, ik een beetje meer dan jij” is een geaccepteerd standpunt. Opportunisme en gebrek aan “betrokkenehid” ook. Het ligt in onze aard om terughoudend te zijn en ons niet helemaal te geven. Samenwerking gaat uit van het principe “samen uit, samen thuis” en een gemeenschappelijk belang dat zwaarder weegt dan het eigen belang. Hier komt echter de speltheorie om de hoek kijken: De speltheorie is allesbepalend voor samenwerkingsverbanden. De beloning is te groot, om wel te doen of je inzet, maar op het laatst dat toch niet te doen en wél te profiteren van de inzet van anderen. Echte samenwerking is niet “contractueel “ dicht te timmeren. Het moet op het morele vlak goed zitten. Alle betrokkenen moeten “willen” samenwerken. Vertrouwen en “echte betrokkenheid” zijn de sleutel tot vruchtbare samenwerking. Je ziet dat het bij jonge en “moderne” bedrijven wat makkelijke gaat dan bij grote en/of traditionele bedrijven. Publieke organisaties en de politiek (zoals overheid en kennisinstellingen) zijn nog lastiger. Soms lukt het (als er leiders “met visie” aan het roer staan), maar meestal loopt de samenwerking spaak op opportunisme en machtswellust. Kortom: voor Nederland en de Nederlandse bedrijven valt er in de wereld een leuke concurrentiepositie te verwerven als wij “samenwerken” tot onze specialiteit verheffen. Dus netwerken ook Om samenwerking mogelijk te maken moeten er eerst “contacten” gelegd worden en vervolgens relaties worden opgebouwd. Contacten leggen en relaties bouwen is volgens mij de meest essentiële activiteit van nieuwe innovatieve bedrijven. Investeerders, klanten, personeel en partners worden allemaal geworven door het leggen van contacten en het opbouwen van relaties, tegenwoordig samengevat onder de term “netwerken”. Nu is netwerken weer een “hype” geworden, met de bijbehorende goeroe’s en volgelingen. Deze zogenaamde “netwerkers” verliezen echter steeds uit het oog, dat netwerken geen doel is maar een middel. Netwerken is ook iets anders als zoveel mogelijk visitekaartjes verzamelen op een borrel waar niemand je kent. Nee, netwerken is investeren in de opbouw van “goodwill” en vertrouwen dat je op een later moment kan “oogsten” met een dik rendement. Het is lastig om een relatie op te bouwen, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en wederzijds respect, als u op dat moment iets dringend nodig heeft van de ander. Hollen en stilstaand levert geen rendement. Het is het beste, dat er constant geïnvesteerd wordt in de ontwikkeling van het “netwerk” en dat er ook geïnvesteerd wordt in “onderhoud” van het netwerk. Netwerkonderhoud kan het beste plaatsvinden op persoonlijke basis. Er gaat niks boven “persoonlijke aandacht”. Maar het kan ook met oude en nieuwe media, zoals (elektronische)nieuwsbrieven, seminars, borrels, informatieve websites en communities op Internet etc. Netwerken voor gevorderden Kom net uit de douche en zie dat mijn jongste zoon van anderhalf met mijn mobiele telefoon rondloopt. Nu heeft hij een ongezonde obsessie met alles waar knopjes op zitten, dus er is tegenwoordig niets meer veilig in huis. Bij nadere inspectie blijkt hij 23 keer - letterlijk - op redial te hebben gedrukt, net een nummer van iemand die ik via een online netwerk heb leren kennen en met wie aan het kennismaken ben. Belde net nog een keer maar kreeg het antwoordapparaat, dus wellicht dat die persoon net op weg was naar de politie om aangifte te doen van stalking. Ja, leer van Lucid hoe je moet netwerken jongens! 28 Jul '05 - 09:44 | Ilja van rhoon| default | three comments, already Netwerken in de praktijk, Contacten leggen en relaties opbouwen is bijzonder persoonlijk. Iedereen doet het op zijn eigen manier. Ondanks de vele manieren waarop het netwerken aangepakt kan worden, verloopt het proces altijd volgens bepaalde stappen. Het maakt niet uit of iemand benaderd wordt als potentiële klant, investeerder, leverancier of partner, de stappen in het proces zijn gelijk. Er kunnen geen relaties opgebouwd worden als er geen contacten gelegd zijn. Dus in het kader van deze gids zullen we ons primair richten op het leggen van contacten. · Algemene uitgangspunten: o Contacten leggen; Ga er voor! Het is een pro-actieve activiteit. Zonder eigen initiatief komt er niks van terecht o Ga er van uit dat niemand het erg vindt om aangesproken te worden. Iedereen heeft wel een paar seconden / minuten / uren de tijd om te luisteren, mits de juiste snaar wordt geraakt en de tijd van de betrokkene niet verspild wordt o Netwerken is niets anders dan contacten leggen in het “echte leven”. Onder welke omstandigheden bent u zelf het succesvolst in het leggen van contacten of op welke wijze zou u zelf het liefst aangesproken worden. Dit kan zowel slaan op de privé sfeer als op de zakelijke sfeer o Succes is een product van kwaliteit en kwantiteit. Een goed relatienetwerk wordt opgebouwd door veel contacten te leggen en dat op goede wijze te doen. Veel oefenen helpt. Naarmate u het vaker doet wordt u er beter in. Er zijn mensen die veel talent hebben voor het leggen van contacten en het bouwen van relaties, maar met wat minder talent gaat het ook prima. En naarmate het netwerk groeit, zoeken de mensen met ú contact en gaat het netwerken steeds makkelijker. Tip1: Stel uw doel! De ondernemer moet verstandig met zijn tijd en energie omgaan. Voordat er genetwerkt gaat worden, moet er een plan(netje) gemaakt zijn. Wat zoekt u en wat heeft u te bieden. Als u naar een gelegenheid gaat waar genetwerkt kan worden, dient u duidelijk voor u zelf te bepalen wat uw doelstellingen zijn: · Wat voor mensen zoek ik? · Hoeveel wil ik er spreken? · Waar kan ik ze vinden? · Wat wil ik op dat moment met ze bereiken; o Betrokkenheid? o Een relatie? o Een goed gesprek? o Een glimlach? Kader: verkoopproces (AÏDA Formule) Hoofdstuk 1, paragraaf 1 van “Het Handboek voor de Verkoper” behandelt de “AÏDA” formule. Het zijn de 4 basisstappen in het verkoopproces, die al 100 jaar in gebruik zijn bij alle verkopers in de wereld. AÏDA staat voor: “ATTENTION”, “INTEREST”, “DESIRE” en “ACTION”. Op zijn plat Hollands gezegd: Aandacht, Interesse, Doordouwen en Afsluiten. De theorie geeft aan, dat de stappen opeenvolgend plaats vinden en dat er niet met de volgende stap begonnen kan worden als de voorgaande stap niet met succes is afgerond. De stappen houden globaal in: 1) het verkrijgen van (positieve) aandacht. U dient op te vallen en uw opponent een glimlach te bezorgen (zonder de clown uit te hangen). 2) interesse wekken door aan te geven wat u eventueel kunt betekenen voor uw opponent, of door direct in te spelen op de interesses van de opponent (goed gesprek). 3) de derde stap is één van de meest belangrijke en lastigste stappen in het proces; bij de opponent moet een verlangen worden opgewekt zodat hij/zij tijd en/of geld wil investeren om “iets” met u samen te doen (relatie). 4) de laatste stap is het aangaan van een transactie of een samenwerking (betrokkenheid) Wat is realiseerbaar binnen de gegeven omstandigheden en de gegeven tijd? Stelt u uw doelen te laag, dat bereikt u niet genoeg, stelt u uw doelen te hoog, dat bereikt u waarschijnlijk helemaal niets. Tip 2: Kies uw aanpak · Er zijn veel manieren om uw doelen te bereiken. De “beste” manier voor u is natuurlijk zeer persoonsgebonden en afhankelijk van de omstandigheden. Denk goed na over de beste aanpak gezien de omstandigheden. Er zijn twee basis keuzes: Gaat u aandacht “vragen” of aandacht “geven”. · Er zijn 3 manieren om contact te leggen: o Speeddate of “Pitch”, u vertelt vooral wat ú wilt (spreek in 1e persoon); o “Versieren”, u probeert er eerst achter te komen wat uw gesprekspartner boeit. Deze methode volgt de klassieke AÏDA formule (zie kader) (spreek in 2e persoon); o Referentie, verreweg de meest effectieve methode, u laat een gemeenschappelijke relatie een introductie verzorgen (spreekt in 3e persoon). De derde methode is het meest effectief, mits de referent “integer” is. Helaas zijn er niet altijd betrouwbare gemeenschappelijke relaties voorhanden. Daarom zullen we alleen de speeddate en versier methode behandelen. Speeddate (eerst ik dan jij): Bij de speeddate methode krijgen de gesprekspartners om de beurt 1,5 tot 3 minuten de gelegenheid zichzelf te introduceren (pitch) waarna bij eventuele interesse verder gesproken kan worden, of er worden contactgegevens uitgewisseld. Het is eigenlijk slecht één stap (de 2e) uit het formele kennismakingsproces. Versieren (interactie): De versiermethode start met het “Flirten” en dat duurt circa 2 minuten · 1e 15 seconden > contact (hallo) · volgende 30 sec tot 1,5 minuut > aandacht vragen of geven(glimlach) · volgende 1,5 – 3 minuten > interesse pijlen (match, zelfde proces als speeddate) Als er sprake is van een “match” is het tijd voor de tweede fase in het versiertraject, namelijk het “daten” deze fase kan twee dagen tot twee maanden duren. De eerste stappen van de datingfase kunnen plaatsvinden direct na de flirtfase, maar na 2 uur moet u echt afhaken en een afspraak maken om op een later tijdstip door te gaan. Op publieke gelegenheden (beurzen en seminars) is het niet netjes om langer van 15 minuten door te gaan. Het “daten” kent de volgende fasen: · Goed gesprek > kennis maken en vertrouwen opbouwen (visies uitwisselen) · Afspraakjes maken > verlangen kweken (plannen uitwisselen) · Betrokkenehid > (trans)actie aangaan (deal of partnerschap) Het hele proces kent een zekere “window of opportunity”. De stappen vinden na elkaar plaats en moeten binnen een bepaalde tijd worden afgerond. Het is een soort hordeloop, waarin de horden in te tijd steeds hoger worden. U kunt niet verder totdat de horde genomen is, maar duurt het te lang, dan is de horde niet meer te nemen. Timing en dosering is alles. Pocess: |_____|______|___________|______________|__________________| Netwerkgelegenheden: Er zijn ongelofelijk veel gelegenheden om nieuwe contacten op te doen. De effectiviteiten van het netwerken op die gelegenheden hangt af van twee factoren. De eerste is de “concentratie aan juiste personen”. Met andere woorden hoe dik gezaaid zijn de personen die u zoekt. De tweede factor is de “bereidheid tot contact” van die personen, met u. Met andere woorden, hoort u daar en komen de personen ook om met u te praten. Dit heeft weer te maken met respect en aanzien voor u. Persoonlijke sfeer (privé) Vrienden en familie op verjaardagen, huwelijken en begrafenissen. Sociale netwerken op sportclubs, school van de kinderen, sociale verenigingen, studieclubs etc. De bereidheid tot contact is groot, de dichtheid aan juiste personen is wat minder. Buiten de vrienden en familiesfeer is uw “status” binnen de groep van belang. Het helpt om het één en ander te doen, maar wees niet ál te bereidwillig of te gretig. Persoonlijke sfeer (zakelijk) Klanten, concurrenten, leveranciers, bankiers en accountants beschikken allemaal over eigen netwerken. Hun relaties kunnen van belang zijn voor u. Vraag er naar op 1 op 1 gelegenheden en da naar hun borrels en openingen. Daarnaast hun u zich aansluiten bij branche verenigingen, service clubs en business clubs. Ook hier geld weer dat de dichtheid aan relevante contacten en hun bereidheid om met u te praten bepalend zijn voor het resultaat. De clubs en verenigingen zijn van belang als u daar enige status in heeft verworven. De persoonlijke relaties zou ik zeker benutten. Daar is immers geen status voor nodig. U kent de betrokkene al in een zakelijke hoedanigheid. TIP: het volgen van een training of workshop met (mede)ondernemers levert over het algemeen prima relaties op. Zorg er wél voor dat u wat heeft aan de andere cursisten). Publieke sfeer Er worden veel bijeenkomsten georganiseerd die impliciet of expliciet het doel hebben om contacten te leggen. Hieronder een aantal voorbeelden en mijn “persoonlijke favorieten”: o Vakbeuzen Er zijn diverse beuzen in het binnen- en buitenland die de moeite van het bezoeken waard zijn. Let goed op het thema. De deelnemers en bezoekers moeten uit het juiste hout gesneden zijn en komen om zaken te doen. o Cmos (nanotechnologie) o Bedrijvendag (kamer van koophandel) o StarTech (ondernemers en investeerders, opgegaan in Holland Innovation) o Gemeenschappelijke ontmoetingsevenementen o Holland Innovation o Innozuid / Innobizz o Thematische ontmoetingsevenementen o BusinessAngels.nl (voorlichting voor ondernemers en investeerders) o Relatiesdagen o Innovation Lecture (ministerie van Economische Zaken) o Kansrijk (SenterNovem) o Prijsuitrijking New Venture (New Venture) o Trainingen o Praktische verkooptraining voor ondernemers o ……. o Netwerkborrels en “Café’s”. Bijna alle technostartersorganisaties, incubators en regionale steunpunten organiseren maandelijkse netwerkbijeenkomsten. Het zijn er inmiddels vele tientallen per week. Het grote voorbeeld was “First Teusday”. Op een enkele uitzondering na valt het bezoek tegen, of komen de bezoekers niet (meer) om nieuwe relaties op te doen. De volhouders zijn: o …… (Amsterdam) o ……. Wageningen) o ……. (Utrecht) o ……. (Delft) o Investors fora De diverse organisaties die zich bezighouden met bemiddeling tussen ondernemers en investeerders, houden met enige regelmaat bijeenkomsten, waar ondernemers zich kunnen presenteren aan investeerders. Ondernemers moeten klant worden bij een dergelijke organisatie en investeerders krijgen meestal toegang op uitnodiging. Er zitten een paar haken en ogen aan dit soort bijeenkomsten. o De wet “toezicht effectenverkeer” van 1995, verbied het publiekelijk aanbieden van effecten (wat een Pitch is feite is) o De “investeerders” in de zaal zijn lang niet altijd investeerders en als helemaal niet altijd te goeder trouw. U heeft geen baat bij een presentatie aan publiek van “beleggers”, adviseurs en concurrenten. o De “Pitch” moet van hoge kwaliteit zijn. U krijgt maar één keer de gelegenheid om een eerste indruk te maken. Een goede “Pitch” MOET geoefend worden. Zelf de meest ervaren presenteerders gaan de mist in, als ze hun Pitch niet goed afstemmen op het aanwezige publiek. o De ervaring leert, dat de contacten die voortvloeien uit Investorsfora niet zo snel leiden tot goede relaties. Om één of andere reden blijven de contacten oppervlakkig en de relaties opportunistisch. Zelf zijn we nogal terughoudend in het organiseren van dit soort bijeenkomsten, ondanks dat ze het publicitair altijd goed doen. o On-Line communities technisch o Emerce o Marketingforum o ….. o On-line communities zakelijk/sociaal o Orkut o Linked-in o Open BC o On-line communities innovatie en ondernemerschap o HigherLevel (mijn persoonlijke favoriet) Auteur: Nils de Witte / NeBIB
  18. Hallo Ties, De originele opzet was dat we het samen zouden doen, maar zoals gezegd blijkt in de praktijk ten eerste dat ik jong en ervaren ben, waardoor de relatie erg vader/zoon of mentor/leerling is, ten tweede dat hij veel te eigenwijs is om zeggenschap uit handen te geven. Omdat hij eigenlijk alles heeft gefinancierd heeft hij nogal de touwtjes in handen, maar dat vind ik ook wel terecht. Maargoed, eerst wilde hij alles doen op basis van gelijkwaardigheid, terwijl mijn inbreng niet financieel zou zijn, maar alleen inbreng van kennis en arbeid. Allerlei adviseurs hebben hem inmiddels voor gek verklaard dat hij dat wilde doen, dus daar is hij van teruggekomen. De constructie met de stichting die de aandelen beheert lijkt dus goed, omdat we dan een soort compromis hebben; hij zeggenschap en een meerderheidsbelang en ik 35% van de waarde van een bedrijf dat hopelijk in waarde zal vermeerderen zonder dat ik teveel verantwoordelijkheid hoef te nemen. Een ander voordeel in mijn ogen is dat ik niet aansprakelijk gesteld kan worden. Daarom kan ik die 35% als natuurlijk persoon bezitten en dat scheelt me alle kosten en administratie van een holding BV. Als ik (god forbid) verder wil met mijn carrière kan ik toch altijd die 35% houden en ergens anders gaan werken? Hoe werkt dat dan eigenlijk als ik ze wil verkopen, aangezien we een clausule in het conceptcontract hebben staan waarin staat dat ik mijn baas altijd als eerste de aandelen moet aanbieden. Mag ik dan zelf de prijs bepalen, of wordt dat getaxeerd of iets dergelijks? Een bonusregeling klinkt trouwens ook wel goed en dat scheelt ook weer de kosten van die stichting etc. Kan iemand de voordelen en eventuele haken en ogen opsommen? Wederom alvast bedankt! Michael Joosen
  19. Je bent ondernemer en op zoek naar geld. Als je succes wilt hebben moet je je grondig voorbereiden: een overtuigend businessplan gekoppeld aan diepgravende kennis van en vooral contacten in de financiële wereld. De “do’s and don’ts” van businessplannen vindt je in mijn columns over businessplanning. In dit zevende deel van mijn serie over financieringsbronnen voor ondernemers beschrijf ik corporate venturers, de tweede in de serie investeerders die begon met business angels. Corporate venturers: karakteristieken Grote succesvolle niet-financiële ondernemingen met een ruim gevulde kas die investeren in bedrijven buiten de groep, dat zijn de zogenaamde corporate venturers. De corporate venturer investeert dus met het geld van het rijke moederbedrijf. Gedurende de internethype waren er veel type corporate venturers. Daar zijn er nu nog twee van over: de actieve en de passieve corporate venturer. De actieve heeft ongeveer € 10m gereserveerd voor het doen van investeringen, de passieve vaak enkele honderden miljoenen Euro. Per transactie investeert de eerste tot een paar ton, de tweede vanaf € 5m. Corporate venturers worden geleid door vaak wat oudere en actieve managers met een financiële achtergrond die zo tussen de 40 en 60 jaar oud zijn. Het belangrijkste doel van de corporate venturer is strategisch: marktverkenning bv. nieuwe producten of andere “businessmodels”. Winst maken komt pas op de tweede plaats. Corporate venturers investeren daarom in bedrijven die actief zijn in markten die buiten maar wel in de buurt van hun eigen markt liggen. Corporate venturers: wie ze zijn Typische corporate venturers zijn marktleiders in bv. - Technologie (ICT: Philips, Nokia, Intel; Life Sciences: DSM, Dow, BASF); - Telecommunicatie (Vodafone, Deutsche Telecom); - Consumentenproducten (Unilever, Nestlé); - Kapitaalgoederen (Siemens, General Electric). Een van de gemeenschappelijk kenmerken is dat ze beursgenoteerd zijn. Op de website van de European Venture Capital and Private Equity Association kun je onder de leden een aantal corporate venturers vinden (www.evca.com). Corporate venturers: wat ze zoeken Actieve corporate venturer Deze corporate venturers opereren als incubators en/of “seed”-capital investeerders. Ze zijn op zoek naar technologieën en ideeën van ondernemers vaak zowel binnen als buiten het concern. In eerste instantie is het doel om een technologie of idee te converteren in een zodanig bedrijf dat venture capitalists bereid zijn te investeren. Op langere termijn willen actieve corporate venturers (of liever gezegd het moederbedrijf) het volwassen en succesvolle bedrijf kopen. Daartoe houden zij een aandelenbelang voor de lange termijn, ook nadat andere investeerders zijn toegetreden. Het is dus belangrijk je te realiseren dat actieve corporate venturers meer investeren in de technologie of het idee dan in de persoon. Zij kunnen dit doen omdat zij zelf de mensen in huis hebben om technologieën of ideeën op de markt te introduceren. Dit is duidelijk anders dan de rest van de investeerders die meer investeren in mensen. Passieve corporate venturer De passieve corporate venturer investeert direct of indirect. Als zij direct in een bedrijf investeren partneren ze met investeringsmaatschappijen per bedrijf/deelneming. Dit type corporate venturer volgt zijn financiële partner zowel voorafgaande, tijdens als na afloop van de transactie, soms met uitzondering van de exit. Bij indirecte investeringen nemen corporate venturers deel in een fonds dat gemanaged worden door een investeringsmaatschappij. In het Angelsaksische taalgebied worden dit type een “fund of funds”-investeerder genoemd. Corporate venturers: hoe ze werken Actieve corporate venturer Je komt binnen bij een actieve corporate venturer via een investeringsmanager van de investeringsdochter of -afdeling. Ze kunnen snel besluiten nemen en doen het due diligence vooral intern want het moederbedrijf heeft genoeg mensen die technologieën of ideeën kunnen evalueren. De dealstructuur van actieve corporate venturers is ongecompliceerd: ze kopen aandelen van je bedrijf. Ze kunnen meer investeren mits je bepaalde doelen bereikt. Dit type corporate venturer staat erg dichtbij je, in goede tijden maar ook in slechte tijden. De actieve corporate venturer investeert voor de langere termijn (vanaf zo’n vijf jaar) en koopt je bedrijf bij succes. Naast geld geven actieve corporate venturers je de toegang tot het netwerk van de onderneming: technici, klanten, partners, kennis etc. Het vergroten van de geloofwaardigheid is wellicht de belangrijkste toegevoegde waarde van een corporate venturer. Passieve corporate venturer De intake van een passieve corporate venturer loopt altijd via de partners, een of meerdere investeringsmaatschappijen (venture capital of private equity). Dit type corporate venturer verwijst je dus door. Als een corporate venturer investeert in een fonds nemen ze plaats in de investeringscommissie. Deze commissie neemt de belangrijkste beslissingen over het geld van het fonds: investeren in een bedrijf of verkoop van de deelneming. Op deze manier kijken ze over de schouder de investeringsmaatschappij mee naar de bedrijven waarin het fonds investeert. Soms parachuteert de partner/investeringsmaatschappij een vertegenwoordiger van (het moederbedrijf van) de corporate venturer in de Raad van Commissarissen van deelnemingen waarin deze geïnteresseerd is om uiteindelijk te kopen. Als het goed gaat en soms zelfs als het misgaat met de onderneming waarin de corporate venturer geïnvesteerd heeft, koopt deze het hele bedrijf. Een corporate venturer is passief bij het vinden van exits voor een deelneming en blijft vaak betrokken bij de onderneming nadat de investeringsmaatschappij is uitgestapt. Conclusie Corporate venturers leveren ondernemers naast geld en geloofwaardigheid, marktkennis en netwerk. Zij investeren voor de langere termijn (> 5 jaar) tot enkele € 100k of meer dan € 5m. Corporate venturers investeren uit strategische overwegingen in bedrijven (soms zelfs alleen een technologie of idee) in markten die vlakbij de eigen markt liggen. Ze zijn actief en hands-on dan wel passief met als partner een investeringsmaatschappij. Vaak kopen ze de bedrijven waarin ze direct in investeren. Dit was mijn korte beschrijving van de zesde bron van geld voor ondernemers, corporate venturers. Ik stel jullie reacties erg op prijs. In mijn volgende column beschrijf ik de derde in de serie investeerders, investeringsmaatschappijen of participatiemaatschappijen onder de internationaal meer gangbare naam: venture capitalists.
  20. Ik ontving vandaag deze mail (ben supporter :)) over de volgende stemronde over software patenten. Ben je ook tegen? Lees de mail even door en stuur ook een fax/mail naar de minister. Beste FFII (aktiv.ffii.org) supporter, Na een eerdere mislukte poging in december gaat de Europese Ministerraad opnieuw proberen om een belangrijke stap te zetten met het doel Europese softwarepatenten goed te keuren. Aanstaande maandag, 24 januari (11:00) ligt het voorstel op tafel van de landbouw- en visserijraad. Tijd voor een spoedactie dus, de ervaring leert dat massale reacties een enorme invloed kunnen hebben op politici! Meer info op: http://webwereld.nl/nieuws/20597.phtml http://www.softwarepatenten.be/landbouwraad http://kwiki.ffii.org/Fish0501De Dit onderwerp had intussen al lang opnieuw als B-Item inhoudelijk in de Raad behandeld moeten worden zodat de standpunten van de nationale parlementen kunnen worden meegenomen. Vraag daarom Minister Veerman om er voor te zorgen dat dit onderwerp van de agenda gehaald wordt, zoals eerder al zijn Poolse collega deed. Hij kan dat zonder problemen doen, want als een onderwerp minder dan twee weken van te voren op de agenda wordt geplaatst, dan kan iedere lidstaat zo'n punt eigenhandig van de agenda laten halen. In dit geval is het hooguit 5 dagen van tevoren op de agenda gezet. Minister Veerman maakt ook deel uit van de regering en de tweede kamer heeft haar in de motie van Dam gevraagd zich van stem te onthouden op dit onderwerp. En hoewel staatssecretaris van Gennip blijft volhouden dat de afhandeling van een A-item geschiedt zonder dat er gestemd wordt, wordt dit door Professor Lenz -- hoogleraar Europees Recht -- expliciet tegengesproken. De afhandeling van een A-item zou moeten gaan over onderwerpen die zonder *discussie* afgerond kunnen worden. http://www.softwarepatenten.be/node/view/277 http://k.lenz.name/LB/archives/000968.html Het zou moeten gaan over onderwerpen waarover reeds overeenstemming is bereikt. Dat is iets anders dan het afhameren van een stuk waar feitelijk geen meerderheid meer voor bestaat. En er is alle reden voor discussie: * per 1 november zijn de stemverhoudingen veranderd, waardoor er feitelijk geen meerderheid meer is voor het politiek akkoord van 18 mei. * de tweede kamer heeft de motie van Dam aangenomen, waarin ze de regering oproept zich van stem te onthouden. * Polen heeft aangegeven zich van stem te willen onthouden. * Meerdere landen hebben stemverklaringen afgegeven, zodat de tekst van de stemverklaringen groter is dan het voorstel zelf. Stuur daarom zo mogelijk een mail of fax naar de minister van landbouw. Vraag hem met aandrang om niet akkoord te gaan met de legalisering van softwarepatenten. De toekomst van de Europese ICT-sector ligt in de handen van de landbouwministers, laat hen dat weten. Een paar tips voor de inhoud van je brief: * Maak er een persoonlijk bericht van. Vertel waarom jij geen softwarepatenten wil. (Vermeld gerust je werk, bedrijf, studies, hobby, ...) * Hou het kort en krachtig. Maximaal 2 A4'tjes, één A4 is ook ruim voldoende. * Stuur niet massaal dezelfde brief, dat werk contraproductief. * Wees beleefd en vriendelijk. Wat moet ik concreet vragen? * Softwarepatenten ("richtlijn over in computers gemplementeerde uitvindingen", een A-item op de agenda) mogen niet goedgekeurd worden. * Vraag om opnieuw inhoudelijke discussie te voeren over het onderwerp (er een B-item van maken). * Kijk hier voor een uitgebreide lijst van eisen: http://demo.ffii.org/cons0501/letter.nl.html Adres: Minister Cees Veerman Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Fax. 070-3786100 Tel. 070-3786868 Mail via: http://www9.minlnv.nl/servlet/page?_pageid=601&_dad=portal30&_schema=PORTAL30 En voor de liefhebbers is er ook een Webdemo/banner: http://kwiki.ffii.org/FishDemo0501En Met vriendelijke groet, Arend Lammertink, FFII.
  21. Bron: Het Financieele Dagblad - Politiek biedt 'vofje' eindelijk kans op volwassen bestaan [19|01|2005] De vennootschap onder firma, in de wandeling het 'vofje' genoemd, mag binnenkort uitgroeien tot een echte onderneming. De Tweede Kamer gaat akkoord met een voorstel van minister Piet Hein Donner van Justitie om de vof rechtspersoonlijkheid te geven. Net als haar grote zusters, de besloten vennootschap en de naamloze vennootschap, is dan de vof eigenaar van het vermogen dat de vennoten inbrengen in de onderneming. Volgende week stemt de Kamer over dit wetsvoorstel van Donner. Als het wordt aangenomen is nog een invoeringswet nodig om de wijziging te verankeren in het ondernemingsrecht. Donner zei gisteren, tijdens de behandeling van zijn wetsvoorstel in de Kamer, te hopen dat deze verankering nog dit jaar haar beslag krijgt. Volgens CDA-kamerlid Jan de Vries moet 'zeker het midden- en kleinbedrijf' met de opwaardering van de vof uit de voeten kunnen'. Hij schat dat Nederland minimaal 150.000 van deze zogenoemde personenvennootschappen telt. De Vries acht het noodzakelijk dat na de flexibilisering van de regels voor vofs ook de regels voor bv's worden versoepeld. De nieuwe 'ovr', de openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid, kan dan nog makkelijker een rijker bestaan gaan leiden en de overstap naar een bv veel eenvoudiger maken dan nu. Ook Donner ziet zijn wetsvoorstel als 'onderdeel van een breder proces van modernisering van het ondernemingsrecht'. De bewindsman heeft daarover onlangs een nota naar de Kamer gestuurd en hoopt op snelle vervolgwetgeving. Donner wil het Nederlandse ondernemingsrecht meer op één lijn brengen met dat elders in Europa. Met het voorstel voor de vofs loopt hij daarop vooruit. Deze nieuwe ondernemingsvorm sluit aan bij de ontwikkelingen in Groot-Brittannië en België. De status van rechtspersoon garandeert de continuïteit van de onderneming, ook als één of meer vennoten deze willen verlaten. Zij kunnen in dat geval makkelijker dan nu worden opgevolgd door nieuwe vennoten. Donner verwacht ook dat het nieuwe regime zal leiden tot eenvoudiger procedures bij een eventueel beslag op de goederen van de vennootschap. De vof met rechtspersoonlijkheid is immers formeel rechthebbende van die goederen. Anders dan bij de bv en de nv leidt de rechtspersoonlijkheid van de vennootschap echter niet tot beperking van de aansprakelijkheid van de vennoten. Daar heeft de Kamer geen moeite mee. 'We hebben geen behoefte aan een personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid', zegt kamerlid Jan de Vries. 'Daarvoor hebben we straks die flexibilisering van de bv.' Vofs worden niet automatisch openbare vennootschappen met rechtspersoonlijkheid. Vennoten moeten ervoor kiezen bij de oprichting van hun vof, die plaatsheeft bij overeenkomst. Kiezen ze voor rechtspersoonlijkheid, dan moet hun overeenkomst worden opgemaakt in de vorm van een notariële akte. Rechtspersoonlijkheid kan alsnog worden verworven als de vof al bestaat en bestaande rechtspersoonlijkheid kan ook weer worden afgeschaft. Volgens Donner is 'flexibiliteit hier gewaarborgd' en kunnen vennoten 'hun samenwerkingsverband inkleden op de wijze die het best past bij hun concrete wensen en omstandigheden'. Volgens de minister werd het hoog tijd voor een nieuwe regeling. Ondanks latere aanpassingen dateren de huidige regels voor personenvennootschappen grotendeels nog uit 1838. De Kamer wil wel dat de invoering van het nieuwe regime gepaard gaat met een voorlichtingscampagne voor het bedrijfsleven. 'De juridische professionals weten wel wat er aan de hand is, maar dat geldt nog niet voor iedereen in het mkb', zegt CDA-kamerlid De Vries.
  22. Ik bedoel dat het niet aan mijn instelling ligt. Ik wil graag dingen verkopen, en daar doe ik ook echt mijn best voor. Ik ben deze winkel begonnen omdat ik op een ander gebied al spiritueel bezig was en er geheel mijn brood mee wilde kunnen verdienen. Ik hou van verkopen en in contact komen met mensen en zou het graag willen blijven doen. Natuurlijk verkoop ik niet vanuit de meterkast. Mijn winkeltje is gewoon alleen een winkeltje en geen verzamelplaats voor spirituele personen die ergens naar op zoek zijn. Dat is ook helemaal niet mijn uitgangspunt. Zonder iemand te willen beledigen, dan zou ik een buurthuis begonnen zijn. Feit is dat vijf jaar geleden een grote vraag was naar biologische/ natuurlijke producten en olieën. Tegenwoordig kun je ze in elke drogist om de hoek kopen. Verder verkoop ik beelden, tweede hands boeken (over uiteenlopende onderwerpen) en sieraden. Tegenwoordig is er minder vraag naar deze producten omdat de vraag naar deze spirituele sector ook minder geworden is. Tegenwoordig is het hip om bijvoorbeeld aan Yoga te doen. Ik denk dat dit ook een soort van hype was waar ik te laat op ben ingesprongen. Voor mijzelf is het alleen geen hype en helaas denken te weinig mensen er net zo over...
  23. Hello All, Ik werd wat droevig vandaag. Nou ja, wat droevig, -heul- erg droevig! "Drie keer naar adem happen"-droevig, zeg maar! Na een intensief ontwikkeltraject is bepaalde software bijna in de eindfase gekomen en is alles in stelling gebracht, vanuit eigen financiering, om de wereldwijde distributie op te pakken. Alles in kannen en kruiken, perfecte reacties uit de markt, uniek concept, et cetera (anders zou ik het al lang hebben afgefloten). Er liggen echter nog 2 problemen voor, a) is de infrastructuur voor internationale, niet-creditcard betalingen, en b) de vertalingen van de software. Ik heb nog 2 maanden de tijd om beide op te lossen, en terzake a. lukt dat allemaal wel, maar ik kreeg vandaag de offertes van vertaalbureaus! SLIK! Als je een vrolijke dag wilt kun je die enveloppen beter dichtlaten! In mijn geval schommelt het tussen de 50 en 80 mille, in euri's wel te verstaan, en ik had rekening gehouden met 30. Niet echt een fout, de ontwikkelingen zijn wat uit de hand gelopen dus er is meer vertaalwerk. Maar goed, zelfs met behoorlijk onderhandelen red ik dat waarschijnlijk niet, en zou dat wel zo zijn, dan ben ik erg bang voor afgeraffeld werk. De marketing motor loopt zomogelijk nog vlekkelozer dan bij Microsoft, en ik heb niet keihard 24/7 gewerkt om met een afgeraffelde website en handleidingen te zitten. Ik wil dat gewoon perfect hebben, klaar. Nou is het op zich allemaal niet zo verschrikkelijk gecompliceerde tekst, eenvoudige beschrijvingen van eenvoudige applicaties zeg maar, en ik had zo het schone vermoeden dat er een heleboel mensen in Nederland rondlopen met een perfecte native tongue in andere talen die het net zo goed zouden kunnen in eerste aanleg. Ergo, zijn er mensen op HL die die mensen in hun netwerk hebben? Kent u buitenlandse dames (die werken iets consciëntieuzer dan mannen) die weten hoe een PC werkt, en daarbij, als tweede taal, behoorlijk Engels of Nederlands spreken/lezen/schrijven? Graag! En als iemand heldere lampjes in zijn of haar kop krijgt bij een kop koffie; I'm all ears! Het gaat om 14 talen (alle europese + de meest gangbare + Chinees, Hindi, Japans, etc), maar elke taal is welkom uit marketing oogpunt. Alvast dank voor het lezen, Groet, Peter PS. Punt a. overigens, internationale ontvangst van gelden van niet-creditcard houders als niet-ingezetene, dat blijkt trouwens allemaal ook nog niet zo lekker geregeld te zijn internationaal! Wij willen "gewoon" in 58 landen een bankrekening, klaar. De bekende (internationale) grootbanken, tot Citibank aan toe, zeggen dan gewoon met een gulle lach op hun gezicht, dat dat niet kan. "Dat kan niet heren". Dat er geen bank is die daaraan wil meewerken, omdat "banken leven van de in-efficientie van het betalingsverkeer". Fijn! Laat simpele ik nou denken dat service iets hoger op het prioriteitenlijstje zou staan dan het in stand houden van inefficient betalingsverkeer! Niet dus, ik blijf een simpel mens...
  24. Ga ik even tussen de bedrijven door naar Amsterdam voor een New Venture meeting, denk ik eindelijk Nils de hand te kunnen schudden. Wat denk je, is tie er niet. OF toch wel een beetje, voor de tweede ? voorstelling werd Higherlevel gepromoot als ondernemers forum, de plaats om info te vinden en ondernemers te ontmoeten (jouw promotiewerk Nils ? ) Voor diegen die er wel waren, heb ik wat gemist aan de rondleiding ?
  25. Personeel heb ik nog niet veel ervaring mee. Al mijn mensen werken op freelance basis. Ze zijn dus zelf verantwoordelijk voor alles wat ze doen... Binnenkort komt er een nieuwe productlijn bij, die totaal onder de verantwoording zal vallen van een aantal freelancers. Uiteindelijk ben ik wel het 'gezicht' van deze trainingen en zal er voor waken dat de kwaliteit hoog blijft. Ik zal nooit toelaten dat ze iets niet goed uitvoeren, het immers mijn naam waarmee hun 'spelen'. Ik ben echter wel groot voorstander van het betrekken van mensen. Ik laat iedereen meedenken en ze blijven dan ook verantwoordelijk voor dat stukje in het proces. Op dat punt heb ik al veel geleerd. Ik ben al menig maal onderuit gegaan met mensen die teveel vrijheid kregen. Deze mensen hebben maanden tijd getrokken en niets tot weining kunnen toevoegen aan mijn bedrijf. Wat ik al zei, ik heb ervan geleerd. Zint het me niet, dan stoppen we de samenwerking. Niet gelijk, want ik geef mensen snel een tweede kans. Maar ik waak ervoor dat deze tweede kans niet gaat uitlopen... er zijn grenzen. Op het gebied van relaties, heb ik een aantal bedrijven wat opdrachten gegeven. Eentje ervan (die van me teksten jah) die heeft de boel goed verpest. Laat leveren, geen afspraken en slechte kwaliteit. Tot op de dag van vandaag niets meer van hem gehoord en ook nog geen factuur gezien. Nu wil ik de laatste best betalen, mits hij een aantal dingen levert. In deze situatie heb ik me dus heel streng opgesteld, gevolg is dat onze samenwerking geen stand kon houden... dus is het wat mij betreft exit! Je moet inderdaad in de gaten houden dat je geen zeur, mierenneuker of klootzak gaat worden. Maar er zijn grenzen en die leer je pas door het te ervaren. Ik heb op een aantal punten mijn grenzen gevonden... op andere misschien nog niet.... de tijd zal het leren! Wees consequent, geef mensen de vrijheid maar hou wel zelf de touwtjes in handen. Maak afspraken en onderbouw je argumenten. Vergeet ook niet te bedanken als iemand het wel goed heeft gedaan, want iedereen heeft weleens een schouderklopje nodig! Persoon
  26. De recente uitspraak van Ad Huyser, chief technological officer van Philips, dat het bedrijf op langere termijn zijn onderzoeksactiviteiten naar het buitenland zou kunnen verplaatsen, volgt op uitspraken van Kees van Lede, ceo van Akzo Nobel en Antony Burgmans, ceo van Unilever. Alle drie uiten zich bezorgd over het kennis- en innovatieklimaat in Nederland en de geringe belangstelling bij jonge mensen voor het bêta-onderwijs. Voor R&D, research & development, is het probleem duidelijk; publieke R&D gericht op industriële toepassing heeft pas effect als de private sector een eigen R&D-absorptievermogen creëert voor de benutting van de ontwikkelde kennis. Optimaal rendement van de publieke R&D wordt dan ook mede bereikt door een zorgvuldige afstemming met het bedrijfsleven.Bij de problemen die de multinationals signaleren moeten we ons realiseren dat volgens een recente opgave van het CPB 62 procent van de totale industriële R&D-uitgaven in Nederland wordt uitgevoerd door zeven bedrijven, namelijk: Philips, Akzo Nobel, ASML, DSM, Unilever, Shell en Océ.Waar vroeger multibusiness en multinationale ondernemingen hun R&D in de nabijheid van het hoofdkantoor vestigden, hebben deze bedrijven hun R&D nu veelal decentraal in de business units ondergebracht. Hoewel de R&D-uitgaven in Nederland van de Nederlandse multinationals tot nu toe nog redelijk stabiel zijn gebleven, zijn de R&D-uitgaven in het buitenland thans aanzienlijk: Philips 62%, Akzo Nobel 50%, Unilever 86%, DSM 20%, Shell 63%, Océ 43%. Alleen ASML verricht tot nu toe al haar R&D in Nederland. Maar na recente aankopen van diverse Amerikaanse bedrijven, zoals de US Silicon Valley Group in 2001, mogen we er van uitgaan dat ook ASML in de toekomst een deel van haar R&D in het buitenland zal vestigen. Het R&D-aandeel van buitenlandse bedrijven in Nederland is slechts enkele procenten van hun totale R&D-uitgaven; Nederland is voor hen geen belangrijke R&D-locatie.Voor een samenleving die migreert naar een kennissamenleving zijn de overwegingen van de bestuurders van de aangehaalde ondernemingen zorgwekkend. De eerste reactie ligt voor de hand: financiële prikkels in het leven roepen om de R&D voor Nederland te behouden. Dit lijkt ons een te simpel mechanisme. Uiteindelijk moet Nederland een concrete invulling geven op de veelgebezigde term van kennissamenleving.Wat betekent dit bijvoorbeeld voor consumenten? Wat betekent dit voor de relatie tussen industrie en universiteiten? Wat betekent dit voor innovatie? Wat is de rol van de overheid? Welke maatschappelijke status geven wij ondernemerschap? Veel van de antwoorden vinden we terug in onze ervaringen met de kernrelatie industrie en universiteit.De huidige samenwerking tussen bedrijven en universiteiten in Nederland is beperkt. Het percentage innoverende bedrijven dat samenwerkt met universiteiten bedraagt in Nederland 7%. Dat is beduidend lager dan in de meeste andere landen in Europa; zo kent Zweden een score van 27% en Finland 49%. Er moet dus geconcludeerd worden dat de relatie voor wat betreft kennisopbouw tussen bedrijfsleven en universiteiten in Nederland uitgesproken slecht is.Er zijn natuurlijk goede voorbeelden te noemen. De technologische topinstituten zijn er één van. Voorts de stichting Technische Wetenschappen. Van een later stadium ook het regieorgaan Genomics. Niet onvermeld mag worden het succes van TNO met de contractresearch, en met de strategische afspraken die TNO met een flink aantal bedrijven heeft weten te maken.Een andere ontwikkeling die niet onvermeld mag blijven, vindt plaats in de ICT-sector. In deze sector beëindigden gedurende de afgelopen maanden zowel Lucent als Ericsson hun R&D-activiteiten in Nederland. Dat betekende een verlies van 600 onderzoeksmedewerkers.KPN bracht in eerste instantie zijn R&D-activiteiten terug van 550 naar 350 medewerkers om deze vervolgens in te brengen in TNO. Was KPN research vóór de verzelfstandiging van KPN min of meer een nationale bron van kennis; na de verzelfstandiging werd het meer een onderdeel van KPN gericht op de behoefte van het bedrijf zelf. Daarenboven levert het bedrijf tien deeltijd hoogleraren en daarmee een aandeel in de academische kennisinfrastructuur. In de huidige herstructurering van KPN is het besluit genomen de R&D verder te flexibiliseren en onder te brengen bij TNO.Deze ontwikkeling levert in samenhang met de huidige ICT activiteiten van TNO een versterking op voor Nederland die past in de recente plannen en aanbevelingen van de overheid zoals neergelegd in de notities 'Digitale Delta', 'ICT en Kennis' en 'Concurreren met ICT competenties'. Onderbrengen van KPN research bij TNO maakt het beter mogelijk dat ook andere partijen dan KPN in de markt gebruik kunnen maken van de opgebouwde kennis.Het onderbrengen van KPN research in TNO moet dan ook worden gezien als een goede stap op weg naar de versterking van de nu nog bescheiden en verbrokkelde Nederlandse ICT kennisinfrastructuur. TNO zal zich daarbij moeten realiseren dat het moet aansluiten op de behoefte aan ICT kennis in de markt.Welke lessen kunnen getrokken worden uit deze twee ontwikkelingen? Ten eerste dat de Nederlandse multinationals een groot deel van hun R&D reeds in het buitenland uitvoeren en dat zij goed bekend zijn met de voor- en nadelen van wereldwijde R&D-locaties.Verplaatsing van een groter deel van de R&D naar het buitenland is dan ook voor hen geen avontuur maar een bewuste keuze. Hierop zal het noodzakelijke Nederlandse overheidsbeleid voor kennis en innovatie moeten anticiperen.Ten tweede werd het tijd dat samenhang tot stand werd gebracht binnen de Nederlandse ICT-kennisinfrastructuur. De overheid lijkt geboden dit streven verder te ondersteunen. Ten derde dat de kennissamenleving niet een abstract gegeven is dat wordt gecreëerd in nota's en rapporten maar dat handelen nodig is. Beter vandaag dan morgen.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.