In mijn vorige column heb ik het gehad over het verschil tussen de begrippen “prijs” en “waarde”. Ik heb toen betoogd dat “waarde” eigenlijk een zeer subjectief begrip is. Voor mij persoonlijk is een koe alleen iets waard als deze in stukjes bij de slager ligt. Boer Harms uit Drenthe denkt daar juist weer heel anders over. Bij de bepaling van de waarde van een onderneming wordt de materie er niet eenvoudiger op.
In het voorbeeld van een fictieve bedrijfsovername werd de prijs bepaald door de winst een aantal maal te vermenigvuldigen. Het probleem is echter, dat ook winst een subjectief begrip is. Immers, door gebruik te maken van bijvoorbeeld een willekeurige afschrijving kan de winst beïnvloed worden. Menig accountant maakt gebruik van deze methode om de belastingdruk voor zijn cliënt te verlagen.
Daarnaast zou je bijvoorbeeld een jaartje niet kunnen afschrijven, en dan wordt de winst hoger. Of je stelt een bepaalde investering of bepaalde kosten een jaartje uit en de cijfers laten ineens een ander beeld zien. Ook buitengewone baten zoals een grote uitkering van een verzekering, of buitengewone lasten zoals de kosten van juridische bijstand kunnen de winst in grote mate beïnvloeden. Maar hoe kunnen we nu toch tot een reële bedrijfswaardering komen waarbij zoveel mogelijk subjectieve waarden zijn geëlimineerd? Ofwel wat is iets nu echt waard?
We moeten daarvoor een benchmark hebben waarvan de waarde vaststaat. En wat is nu een betere benchmark dan de waarde van geld?
Vraag aan iemand of je een Euro muntstuk mag wisselen tegen munten van lagere waarde. Bijvoorbeeld voor de parkeermeter. Tien tegen één dat je precies één euro aan kleingeld terugkrijgt. Geen ééneurovijftig, geen vijfennegentig eurocent, nee je krijgt de volledige waarde van dat muntstuk weer terug. Een euro is een euro en geen cent minder. Met deze benchmark gaan we vervolgens aan de slag.
Stel, je hebt een geldboom in de tuin. Ik weet het, het is een beetje gek, maar doe even mee. In die boom tref je iedere maand 50 nieuwe vruchten, Eurappels. Een sappig licht zoet appeltje met een euro muntstuk als pit. Maand in, maand uit, oogst je dus 50 euro. Nu is je buurman dat ook al opgevallen, dus die wil die boom wel kopen. Maar wat is nu de waarde van deze boom? Eigenlijk is de waarde van deze boom oneindig. Tot in lengte van dagen levert die boom je 50 euro per maand op, dus de waarde is onmetelijk. Of toch niet? De oogst van vandaag is 50 euro. De waarde van de oogst is dan ook 50 euro. Maar de waarde van die 50 euro een jaar later is lager. Huh? Stel dat de inflatie een stabiele 5% per jaar bedraagt, dan is de huidige waarde van die toekomstige opbrengst volgend jaar Eur 47,50,-. En de waarde van deze 50 euro is dus over 20 jaar nihil. De totale huidige waarde van de toekomstige opbrengsten kan dus nu wel berekend worden.
Voor het gemak werken we dan even met bedragen per jaar. Dus het vermogen neemt per jaar met Eur 600,- toe maar per jaar ook met 5% af. Aan het einde van de 20 jaar (als de maandelijkse oogst geen waarde meer heeft) is de huidige waarde van de toekomstige opbrengsten Eur. 7.698,17. Dat is eigenlijk wel ironisch; je kunt pas de waarde van iets bepalen als deze op enig moment nihil is. De waarde is bepaald, het bieden kan beginnen. Ho! Stop! Is het zo simpel? Nope. Helaas weer niet.
De Euroboom heeft af en toe ook wat verzorging nodig. Wat bijvoeding bijvoorbeeld. Of een tuinman die af en toe wat takken snoeit zodat de boom kan gaan groeien. U zei groeien? Dus de opbrengst kan groter worden naarmate de boom groeit? Wellicht is dit een mooi moment om weer even de stap te maken naar wat ons allen dagelijks bezig houdt: de onderneming.
Er zijn veel factoren die meegenomen moeten worden in de berekening van de toekomstige kasstromen. Inflatie is er één van, maar ook de groei van de onderneming moet worden meegenomen. Als de historische cijfers een constante groei laten zien van 10%, zou het logisch zijn om die groei de komende jaren door te trekken. Maar groeien betekent ook dat je als ondernemer risico's moet nemen. En risico's nemen houdt in dat het ook wel eens anders kan uitpakken dan je had gedacht. In het Euroboom voorbeeld zou een strenge winter een risico kunnen betekenen voor de maandelijkse opbrengst. Of een schimmelinfectie, bladluis, diefstal...
Verder is er nog de kostprijs van het kapitaal. De initiële investering om je bedrijf op te zetten had je namelijk ook op de bank kunnen zetten. De renteinkomsten die je nu misloopt moeten worden gecompenseerd. Daarbovenop komt de risicopremie. Daar staat tegenover dat het aantrekken van vreemd vermogen niet alleen geld kost, maar ook nog ten laste komt van de winst zodat er minder belasting betaald hoeft te worden. Belastingen... ook nog zoiets.
Alle objectieve waarden uit de jaarrekening worden meegenomen in deze Discounted Cashflow methode. Op één na: de afschrijvingen. Afschrijvingen op investeringen hebben geen contante afboekwaarde. Het is een boekhoudkundige manier om de winst te drukken. Strikt genomen zou het bedrag aan afschrijvingen op een spaarrekening gezet moeten worden. Na de afschrijvingstermijn heb je dan het bedrag in contanten aanwezig om een nieuwe investering te kunnen doen. Dus de contanten zouden gewoon aanwezig moeten zijn.
In wezen komt de Discounted Cashflow methode er op neer dat je kijkt naar het banksaldo aan het begin van het jaar, en naar het saldo aan het einde van het jaar. Het verschil tussen die twee is je contante opbrengst van dat jaar. In combinatie met een reële groeiverwachting en een toegepaste inflatiecorrectie is er vrij nauwkeurig te bepalen wat de huidige waarde is van toekomstige kasstromen.
We hebben nu dus een methode in handen waarmee we de waarde van de activiteiten van de onderneming kunnen bepalen. In de volgende column gaan we de prijs van de vennootschap bepalen, want dat is weer andere koek.
Zie jij kansen voor je onderneming/bedrijf in het buitenland? Met RVO onderneem je verder.
Kijk wat onze kennis, contacten en financiële mogelijkheden voor jou kunnen betekenen.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
r.i.p. Ruben van den Oord
r.i.p. Ruben van den Oord
In mijn vorige column heb ik het gehad over het verschil tussen de begrippen “prijs” en “waarde”. Ik heb toen betoogd dat “waarde” eigenlijk een zeer subjectief begrip is. Voor mij persoonlijk is een koe alleen iets waard als deze in stukjes bij de slager ligt. Boer Harms uit Drenthe denkt daar juist weer heel anders over. Bij de bepaling van de waarde van een onderneming wordt de materie er niet eenvoudiger op.
In het voorbeeld van een fictieve bedrijfsovername werd de prijs bepaald door de winst een aantal maal te vermenigvuldigen. Het probleem is echter, dat ook winst een subjectief begrip is. Immers, door gebruik te maken van bijvoorbeeld een willekeurige afschrijving kan de winst beïnvloed worden. Menig accountant maakt gebruik van deze methode om de belastingdruk voor zijn cliënt te verlagen.
Daarnaast zou je bijvoorbeeld een jaartje niet kunnen afschrijven, en dan wordt de winst hoger. Of je stelt een bepaalde investering of bepaalde kosten een jaartje uit en de cijfers laten ineens een ander beeld zien. Ook buitengewone baten zoals een grote uitkering van een verzekering, of buitengewone lasten zoals de kosten van juridische bijstand kunnen de winst in grote mate beïnvloeden. Maar hoe kunnen we nu toch tot een reële bedrijfswaardering komen waarbij zoveel mogelijk subjectieve waarden zijn geëlimineerd? Ofwel wat is iets nu echt waard?
We moeten daarvoor een benchmark hebben waarvan de waarde vaststaat. En wat is nu een betere benchmark dan de waarde van geld?
Vraag aan iemand of je een Euro muntstuk mag wisselen tegen munten van lagere waarde. Bijvoorbeeld voor de parkeermeter. Tien tegen één dat je precies één euro aan kleingeld terugkrijgt. Geen ééneurovijftig, geen vijfennegentig eurocent, nee je krijgt de volledige waarde van dat muntstuk weer terug. Een euro is een euro en geen cent minder. Met deze benchmark gaan we vervolgens aan de slag.
Stel, je hebt een geldboom in de tuin. Ik weet het, het is een beetje gek, maar doe even mee. In die boom tref je iedere maand 50 nieuwe vruchten, Eurappels. Een sappig licht zoet appeltje met een euro muntstuk als pit. Maand in, maand uit, oogst je dus 50 euro. Nu is je buurman dat ook al opgevallen, dus die wil die boom wel kopen. Maar wat is nu de waarde van deze boom? Eigenlijk is de waarde van deze boom oneindig. Tot in lengte van dagen levert die boom je 50 euro per maand op, dus de waarde is onmetelijk. Of toch niet? De oogst van vandaag is 50 euro. De waarde van de oogst is dan ook 50 euro. Maar de waarde van die 50 euro een jaar later is lager. Huh? Stel dat de inflatie een stabiele 5% per jaar bedraagt, dan is de huidige waarde van die toekomstige opbrengst volgend jaar Eur 47,50,-. En de waarde van deze 50 euro is dus over 20 jaar nihil. De totale huidige waarde van de toekomstige opbrengsten kan dus nu wel berekend worden.
Voor het gemak werken we dan even met bedragen per jaar. Dus het vermogen neemt per jaar met Eur 600,- toe maar per jaar ook met 5% af. Aan het einde van de 20 jaar (als de maandelijkse oogst geen waarde meer heeft) is de huidige waarde van de toekomstige opbrengsten Eur. 7.698,17. Dat is eigenlijk wel ironisch; je kunt pas de waarde van iets bepalen als deze op enig moment nihil is. De waarde is bepaald, het bieden kan beginnen. Ho! Stop! Is het zo simpel? Nope. Helaas weer niet.
De Euroboom heeft af en toe ook wat verzorging nodig. Wat bijvoeding bijvoorbeeld. Of een tuinman die af en toe wat takken snoeit zodat de boom kan gaan groeien. U zei groeien? Dus de opbrengst kan groter worden naarmate de boom groeit? Wellicht is dit een mooi moment om weer even de stap te maken naar wat ons allen dagelijks bezig houdt: de onderneming.
Er zijn veel factoren die meegenomen moeten worden in de berekening van de toekomstige kasstromen. Inflatie is er één van, maar ook de groei van de onderneming moet worden meegenomen. Als de historische cijfers een constante groei laten zien van 10%, zou het logisch zijn om die groei de komende jaren door te trekken. Maar groeien betekent ook dat je als ondernemer risico's moet nemen. En risico's nemen houdt in dat het ook wel eens anders kan uitpakken dan je had gedacht. In het Euroboom voorbeeld zou een strenge winter een risico kunnen betekenen voor de maandelijkse opbrengst. Of een schimmelinfectie, bladluis, diefstal...
Verder is er nog de kostprijs van het kapitaal. De initiële investering om je bedrijf op te zetten had je namelijk ook op de bank kunnen zetten. De renteinkomsten die je nu misloopt moeten worden gecompenseerd. Daarbovenop komt de risicopremie. Daar staat tegenover dat het aantrekken van vreemd vermogen niet alleen geld kost, maar ook nog ten laste komt van de winst zodat er minder belasting betaald hoeft te worden. Belastingen... ook nog zoiets.
Alle objectieve waarden uit de jaarrekening worden meegenomen in deze Discounted Cashflow methode. Op één na: de afschrijvingen. Afschrijvingen op investeringen hebben geen contante afboekwaarde. Het is een boekhoudkundige manier om de winst te drukken. Strikt genomen zou het bedrag aan afschrijvingen op een spaarrekening gezet moeten worden. Na de afschrijvingstermijn heb je dan het bedrag in contanten aanwezig om een nieuwe investering te kunnen doen. Dus de contanten zouden gewoon aanwezig moeten zijn.
In wezen komt de Discounted Cashflow methode er op neer dat je kijkt naar het banksaldo aan het begin van het jaar, en naar het saldo aan het einde van het jaar. Het verschil tussen die twee is je contante opbrengst van dat jaar. In combinatie met een reële groeiverwachting en een toegepaste inflatiecorrectie is er vrij nauwkeurig te bepalen wat de huidige waarde is van toekomstige kasstromen.
We hebben nu dus een methode in handen waarmee we de waarde van de activiteiten van de onderneming kunnen bepalen. In de volgende column gaan we de prijs van de vennootschap bepalen, want dat is weer andere koek.
Zo. En nu eerst koffie.
Edit Mod: Ruben gaat hier verder over dit topic:
https://www.higherlevel.nl/forum/index.php?board=15;action=display;threadid=21700;start=0#msg187869
In Memoriam - Ruben van den Oord
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/17689-overname-als-groeistrategie-ii-waardebepaling/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
17 antwoorden op deze vraag