Van de week eindelijk een merkenrecht geschilletje gewonnen dat al een tijdje speelde.
Onderwerp van geschil was een programma’tje genaamd Berryboot dat ik ooit heb geschreven voor het installeren van besturingssystemen op Raspberry Pi computertjes.
Nadat een bekende harde schijven fabrikant belangstelling getoond had voor het meeleveren van een variant van deze software met een aantal producten, leek me het verstandig de naam als merk te deponeren.
Dat had ik wellicht beter niet kunnen doen, want daarmee haalde ik een grote gigant uit zijn winterslaap, die in een grijs verleden ooit mobiele telefoons produceerde.
Een blafbrief van een sjiek Amerikaans advocatenbureau volgde al snel waarin gesommeerd werd elk gebruik van de naam te staken.
Heb nog geprobeert daarmee in overleg te treden, gezien onze activiteiten immers niets met mobiele telefoons van doen hebben, en we niet concurreren, maar dat leverde weinig op.
Om hun woorden kracht bij te zetten, en te laten zien dat het menens was, was hun volgende schrijven vergezeld met een twintigtal uitspraken van andere rechtzaken die ze hadden gewonnen als bijlage.
Klein detail: het waren vrijwel allemaal “default judgements” die ze niet hadden gewonnen omdat ze zulke goede argumenten hadden, maar omdat de kleine bedrijfjes waartegen ze geprocedeert hadden het gevecht niet aandurfde, en verstek hadden laten gaan.
Na duidelijk gemaakt te hebben dat dergelijke tactieken niet zo heel veel indruk maakten, we geen verwarringsgevaar zagen en we zelf wel voornemens waren verweer te voeren, hebben ze uiteindelijk een oppositieprocedure bij het merkenbureau gestart.
Dit lieten ze over aan twee advocaten van een Brussels advocatenbureau, dat te kennen gaf graag de procedure in het Frans te willen voeren. >;(
Maar gelukkig heb je daarover als verweerder het laatste woord, en daar uiteraard niet mee akkoord gegaan.
Ook in het Nederlands de procedure bij het bureau vervolgens helaas wel verloren.
Dus toch maar even in beroep gegaan bij het gerechtshof, en daar wel gelijk gekregen.
Bij de procedure bij het hof had de wederpartij overigens hun Brusselse advocaten toch maar weer ingeruild voor twee advocaten van een gespecialiseerd Nederlands kantoor, advocaat #5 en #6 in deze kwestie.
Toch wel mooi dat je in Nederland -ook als kleine speler met beduidend minder middelen- ook een eerlijke kans maakt een dergelijke zaak te winnen.