Ik zat in de auto en reed terug uit Amsterdam. Op de radio hoorde ik twee hippe reclamejongens hun nieuwste ideeën verkondigen. Het herinnerde me eraan waarom ik zo’n hekel heb aan reclamemakers.
Ik dacht terug aan 1998. Als onderzoeker was ik door onze klant, een marketingmanager van een groot computerbedrijf, uitgenodigd om bij zijn reclamebureau hun laatste campagne te bespreken. Ik was iets eerder en zag hoe de klant vanaf binnenkomst door de reclamemakers werd ingepakt.
Het leek wel een toneelstuk
Taartjes, cadeautjes en zelfs een charmante junior als animeermeisje. Het leek wel een toneelstuk. Ze kwetterden over hoe te gek de klant was en hoe hun briljante campagne de ‘brand value’ had versterkt. Dat onze cijfers het tegendeel beweerden, was een ongemakkelijke nageboorte die zo veel mogelijk werd genegeerd. Maar het was vooral gênant te zien hoe de bureaumensen inhoudsloos als vliegen om de stroop om het budget van de klant heen dansten. Iets wat ik in die wereld wel vaker tegenkwam. Opportunistisch gebral en gebakken lucht.
Net als nu. De radio-uitzending ging over marketing in 2013. Ik ving iets op als ‘we creëren vanuit de authenticiteit van het merk “experiences” waarmee we de dialoog met de doelgroep gaan zoeken. Immers, communiceren is tegenwoordig tweerichtingsverkeer en het merk moet vrienden maken. Daarbij gebruiken we Facebook en Twitter om deze conversaties te effectueren. Zo hebben we net voor een colamerk een bestelbusje opgeknapt, als key brand experience.’ Oh ja, de klant moest wel een groot budget hebben, werd nog gezegd.
Waardeloos gezwam
Wat een waardeloos gehypet en inhoudsloos gezwam. Zet wat hippe woorden bij elkaar en het klinkt bijna echt. Natuurlijk is Facebook handig om te communiceren, maar tot dusver heb ik nog niet kunnen ontdekken wat je wint bij de grote ‘like us on Facebook’-wedstrijd. Oude wijn in nieuwe zakken. Als je wilt dat ze over je praten, moet je iets bijzonders zijn of doen, zo simpel is dat.
Een paar uurtjes daarvoor had ik naar Casper Reinders geluisterd, een bekende Amsterdamse horecaondernemer. Hij vertelde over zijn marketingaanpak. Zijn mooiste verhaal ging over Nederlands succesvolste horecagelegenheid, Jimmy Woo.
Fake
De eerste jaren liet hij iedereen geloven dat Jimmy Woo, een steenrijke Hongkong-Chinees, ook echt bestond. Van een ‘fake’ satellietconnectie met Jimmy in Hongkong, opgenomen met een webcam in een antiekzaak om de hoek, tot een interview in de Telegraaf. Het was wellicht niet authentiek, er was geen dialoog, maar wel enorm succesvol. Casper heeft nog nooit een cent uitgeven aan een reclamebureau en Jimmy Woo draaide onlangs zijn hoogste omzet ooit.
Let op waar u uw marketinggeld aan besteedt. Een slecht idee blijft een slecht idee, hoeveel gebakken lucht je er ook tegenaan gooit.
----- noot ------
Het Financieele Dagblad participeert met Higherlevel.nl. Dit doen ze door met ons columns te delen. De auteur zelf zal, indien relevant, feedback geven op mogelijk binnenkomende reacties op de column.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Gast Columnbot
Gast Columnbot
Ik zat in de auto en reed terug uit Amsterdam. Op de radio hoorde ik twee hippe reclamejongens hun nieuwste ideeën verkondigen. Het herinnerde me eraan waarom ik zo’n hekel heb aan reclamemakers.
Ik dacht terug aan 1998. Als onderzoeker was ik door onze klant, een marketingmanager van een groot computerbedrijf, uitgenodigd om bij zijn reclamebureau hun laatste campagne te bespreken. Ik was iets eerder en zag hoe de klant vanaf binnenkomst door de reclamemakers werd ingepakt.
Het leek wel een toneelstuk
Taartjes, cadeautjes en zelfs een charmante junior als animeermeisje. Het leek wel een toneelstuk. Ze kwetterden over hoe te gek de klant was en hoe hun briljante campagne de ‘brand value’ had versterkt. Dat onze cijfers het tegendeel beweerden, was een ongemakkelijke nageboorte die zo veel mogelijk werd genegeerd. Maar het was vooral gênant te zien hoe de bureaumensen inhoudsloos als vliegen om de stroop om het budget van de klant heen dansten. Iets wat ik in die wereld wel vaker tegenkwam. Opportunistisch gebral en gebakken lucht.
Net als nu. De radio-uitzending ging over marketing in 2013. Ik ving iets op als ‘we creëren vanuit de authenticiteit van het merk “experiences” waarmee we de dialoog met de doelgroep gaan zoeken. Immers, communiceren is tegenwoordig tweerichtingsverkeer en het merk moet vrienden maken. Daarbij gebruiken we Facebook en Twitter om deze conversaties te effectueren. Zo hebben we net voor een colamerk een bestelbusje opgeknapt, als key brand experience.’ Oh ja, de klant moest wel een groot budget hebben, werd nog gezegd.
Waardeloos gezwam
Wat een waardeloos gehypet en inhoudsloos gezwam. Zet wat hippe woorden bij elkaar en het klinkt bijna echt. Natuurlijk is Facebook handig om te communiceren, maar tot dusver heb ik nog niet kunnen ontdekken wat je wint bij de grote ‘like us on Facebook’-wedstrijd. Oude wijn in nieuwe zakken. Als je wilt dat ze over je praten, moet je iets bijzonders zijn of doen, zo simpel is dat.
Een paar uurtjes daarvoor had ik naar Casper Reinders geluisterd, een bekende Amsterdamse horecaondernemer. Hij vertelde over zijn marketingaanpak. Zijn mooiste verhaal ging over Nederlands succesvolste horecagelegenheid, Jimmy Woo.
Fake
De eerste jaren liet hij iedereen geloven dat Jimmy Woo, een steenrijke Hongkong-Chinees, ook echt bestond. Van een ‘fake’ satellietconnectie met Jimmy in Hongkong, opgenomen met een webcam in een antiekzaak om de hoek, tot een interview in de Telegraaf. Het was wellicht niet authentiek, er was geen dialoog, maar wel enorm succesvol. Casper heeft nog nooit een cent uitgeven aan een reclamebureau en Jimmy Woo draaide onlangs zijn hoogste omzet ooit.
Let op waar u uw marketinggeld aan besteedt. Een slecht idee blijft een slecht idee, hoeveel gebakken lucht je er ook tegenaan gooit.
----- noot ------
Het Financieele Dagblad participeert met Higherlevel.nl. Dit doen ze door met ons columns te delen. De auteur zelf zal, indien relevant, feedback geven op mogelijk binnenkomende reacties op de column.
Lees ook de andere columns van Kees de Jong.
Link naar reactie
Aanbevolen berichten
18 antwoorden op deze vraag