ronaldinho

In het stuk staat dat het aanvragen van inloggegevens enkele weken kan duren. Ik heb begrepen dat dit 4 weken is, dus als je nog inloggegevens aan moet vragen, dan is deze week wel een handig moment daarvoor.

Het is niet mijn expertise, maar wellicht is het handig ook nog even naar de eventuele verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen te kijken.

Niet dat het helpt, maar toch een kleine correctie. De reden waarom de bijdrage ZVW wordt berekend over 40.000 is niet omdat er geen binnenjaars verrekening tussen de verschillende inkomensbestanddelen plaatsvindt, maar omdat TBS-inkomsten eenvoudigweg niet meetellen. Verrekening binnen het jaar is namelijk wel toegestaan, tenzij het gaat om verrekening van bijvoorbeeld loon met winst. Loon is namelijk een inkomensbestanddeel dat in de inhoudingssfeer wordt meegenomen en winst wordt in de aanslagsfeer meegenomen. Zie onderstaande passage uit de MvT. En voor de volledigheid de wettekst mbt TBS-inkomsten (art. 43, lid 1, onder c, ZVW):

Bij 4,9% is geen sprake van een aanmerkelijk belang en moeten de aandelen in box 3 worden opgegeven (de belastingheffing bedraagt 1,2% van waarde van de aandelen aan het begin van het jaar). Ongeveer, ja. Brazilie mag (afhankelijk van de omstandigheden) maximaal 15% belasting heffen over de dividenden, maar je moet in de Braziliaanse wetgeving kijken hoeveel daadwerkelijk wordt geheven. Nederland brengt (normaal gesproken, ik heb het niet in het betreffende verdrag gecontroleerd) dat daadwerkelijk geheven bedrag vervolgens in mindering op de hier te betalen belasting, maar met als maximum de daadwerkelijke Nederlandse belastingheffing over de inkomsten uit de aandelen. Nee, aan het einde van dat liedje moet je alsnog betalen (in totaal nog meer dan volgens de juiste weg) en krijg je er mogelijk nog een boete overheen ook. Is dus niet aan te raden.

Ik ga ervan uit dat je partner binnenlands belastingplichtig zal zijn in Nederland en ook op basis van het verdrag met Brazilie geacht wordt in Nederland woonachtig te zijn. Naar verwachting is je partner aanmerkelijkbelanghouder (dat is het geval bij een belang van tenminste 5% in een lichaam met een in aandelen verdeeld kapitaal) en dienen de aandelen in box 2 te worden aangegeven. Het verdrag wijst heffing over dividenden toe aan de woonstaat (in dit geval dus Nederland, maar Brazilie mag ook heffen, maximaal 15% en voor die heffing moet Nederland voorkoming van dubbele belasting geven. Voor eventuele andere inkomsten kan een andere regeling gelden. Overigens zijn de inkomsten bij een aandelenbelang van minder dan 5% niet belastingvrij, maar wordt er belasting geheven over een forfaitair vastgesteld rendement. Bij een dividend van 5 miljoen per jaar kun je er de donder op zeggen dat de waarde van die aandelen op 1 januari meer is dan het heffingvrij vermogen en er - dus - belasting moet worden betaald

Wat voor rechtsvorm en welk land betreft het? Hoe groot is het belang in de onderneming? Als je partner in Nederland woont (naar fiscale maatstaven), dan moet het belang in ieder geval in de aangifte worden opgenomen. De vraag is in welk onderdeel van de aangifte en of er eventueel voorkoming van dubbele belasting kan worden geclaimd.

Ik zou eerder 3.3 helemaal weglaten en de betalingstermijn bij betaling achteraf als standaardtekst opnemen in de overeenkomst, als daarin wordt afgeweken van 3.1.

Hij doelt wellicht op de aanpassingen per 1 juli 2010, zoals opgenomen in art. 8 uitv. besluit OB? Dat is echter niet echt nieuw. Maar lever je dan vrijgestelde diensten aan het onderwijs?

In de voorwaarden is doorgaans opgenomen dat wijziging van gebruik moet worden gemeld en reden kan zijn voor directe opeisbaarheid. Meld je niet, of gaat de geldverstrekker niet akkoord en doe je het toch, dan is de lening direct opeisbaar. Kun je niet direct aflossen, dan kan de geldverstrekker overgaan tot uitnutting van de hypotheek (lees: je huis verkopen).

Nuffic

Een IB-ondernemer heeft maar 1 naam en dat is zijn eigen naam. Hij kan een handelsnaam gebruiken, maar de onderneming is en blijft onderdeel van hem. Vandaar ook het bestaan van het leerstuk van de vermogensetikettering. Een lening wordt toegerekend aan het doel van die lening. Als je de door een lening verkregen middelen aanwendt ten behoeve van de onderneming dan is (dat deel van) die lening zakelijk en is de rente (in beginsel) aftrekbaar. Let wel: als je een lening aangaat om eerst iets in prive mee te doen en vervolgens steek je geld in de onderneming, dan kun je niet zomaar zeggen dat je vanaf dat moment de lening zakelijk etiketteert. Als je eerst de lening aflost en een nieuwe lening aangaat, dan kan dat weer wel. Omdat je in dit geval zelf de lening bent aangegaan en niet (namens) de VOF, boek je (het betreffende deel van) de lening als onderdeel van je IB-onderneming, de middelen verwerkt je vervolgens bij de VOF op je kapitaalrekening. De rente is (in beginsel) aftrekbaar, mits je uiteraard dat deel van de lening ook oorspronkelijk bent aangegaan met het oogmerk om dit bedrag in de onderneming te steken.

Daar kan ik me wel in vinden, mits je natuurlijk geen kosten hebt gemaakt die je hier in aftrek zou kunnen brengen. Oh, en ik stem op Joost: Op basis van de wettekst heb je ook een aanmerkelijk belang in de dochtervennootschap, dus wat dat betreft zou dat inderdaad moeten worden opgenomen. Dat is overigens wel wat verwarrend, omdat je uit de dochter doorgaans geen AB-inkomsten zal hebben (wat overigens wel mogelijk is). Je moet de aangifte echter vanuit jezelf bezien invullen en dan zul je steeds ook tot die conclusie komen, zodat je de inkomsten wel correct vermeldt. Overigens heeft de belastingdienst er wel degelijk belang bij om te weten welke indirecte AB's iemand heeft, bijvoorbeeld met het oog op de terbeschikkingstellingsregeling en de gebruikelijkloonregeling. Het is dus niet compleet nutteloos om te vermelden. De informatie is ook niet altijd makkelijk uit andere bronnen te halen, denk aan structuren met meerdere aandeelhouders, soortaandelen, etc. Als ik 50% van de aandelen in een holding heb, en de holding heeft 5% van de aandelen in een werkmaatschappij, dan vermeldt de holding wel een deelneming, maar ben ik geen AB-houder in die deelneming (en wel in de holding). Dus vraagt de belastingdienst gewoon even netjes hoe het zit. ;D

Voordelen zijn onder meer het beperken van de (aansprakelijkheids)risico's: je kunt de werkmaatschappijen 'licht' houden en het vermogen zoveel mogelijk in de holding onderbrengen (en bijvoorbeeld ook eventuele pensioenopbouw daar te laten plaatsvinden). Omdat de risico's doorgaans verbonden zijn aan de ondernemingsactiviteiten, loopt de holding in beginsel slechts risico voor zover deze geld heeft verstrekt (in welke vorm dan ook) aan de dochters. Als de IT-activiteiten in de moedervennootschap zitten en je daar tegen een schadeclaim of andere financiele rampspoed aanloopt, dan loop je de kans dat ook de dochtervennootschap daaraan tenonder gaat en ben je alles kwijt. Fiscaal kan het een voordeel zijn dat je (ook) de IT-activiteiten zonder (directe) belastingheffing kunt verkopen, door simpelweg de dochtervennootschap te verkopen waarin deze activiteiten zijn ondergebracht. De holding betaalt geen belasting over de verkoopwinst (waarbij overigens de verkoopprijs wat lager zal zijn omdat de koper minder kan afschrijven en dus uiteindelijk meer belasting betaalt) en zelf hoef je pas inkomstenbelasting te betalen op het moment dat je de opbrengst daadwerkelijk uit de holding naar prive haalt. Het op een fiscaalvriendelijke manier verkopen van een onderneming vereist (veel) wachttijd. Door daar tijdig op in te spelen, kun je, als zich onverwacht een koper met een wereldbod aandient, toch snel meegaan. Nadeel is wel dat je wat extra kosten hebt: er moet bijvoorbeeld een extra jaarrekening worden gemaakt en aangifte worden ingediend (c.q. meer consolidatiewerk in geval van een fiscale eenheid).

Er zijn diverse mogelijkheden met ieder eigen voor- en nadelen. Het is niet zo makkelijk aan te geven wat de beste mogelijkheid is. Je kunt overwegen om de huidige onderneming te laten uitzakken naar een werkmaatschappij, de huidige BV om te vormen tot holding en deze holding een nieuwe BV op te laten richten voor de meubelexport. Je hebt dan dus een holding met twee dochtervennootschappen en deze twee dochters drijven dan ieder een onderneming. Voor de vennootschapsbelasting kun je in deze structuur (maar ook in de door jezelf geschetste structuur) overwegen een fiscale eenheid aan te gaan. Daardoor worden alle resultaten op een hoop gegooid en kun je de aanloopverliezen van de meubelexport rechtstreeks verrekenen met de winsten uit de IT-onderneming. Let wel op dat alle vennootschappen binnen een fiscale eenheid automatisch ook hoofdelijk aansprakelijk zijn voor elkaars belastingschulden (althans, voor een aantal belastingen) en als alle vennootschappen winst draaien en de totale winst boven de 200.000 per jaar uitkomt, betaal je binnen een fiscale eenheid (iets) meer belasting dan zonder fiscale eenheid. Om maar eens wat te noemen.

Nee, maar wel andersom. Als de WOZ-waarde daalt, daalt de bodemwaarde en kan er mogelijk weer worden afgeschreven. En nu met de dalende WOZ-waarden zou dat prima kunnen.

Maar hoe hebben jullie het nu geregeld met betrekking tot de inkomsten uit de onderneming? Die zit immers in de werkmaatschappij. Je mede-aandeelhouder in de werkmij 'gebruikt' inmiddels zijn holding, waarbij ik aanneem dat hij een managementfee in rekening brengt aan de werkmij. Dat is prima, zo hoort het ook, maar jullie moeten natuurlijk wel overeenstemming hebben over de hoogte daarvan en wat daar aan arbeid tegenover moet staan. En niet alleen voor hem, maar ook voor jou! Want als hij wel een managementfee in rekening brengt en jij wel werkt, maar niets krijgt, ontstaat er toch een wat scheve verdeling. Er zou dus heel wat meer geregeld moeten zijn dan je tot nu toe hebt vermeld.

Als de helpende hand de echtgenoot van de (IB-)ondernemer is, kun je je natuurlijk afvragen in hoeverre er sprake is van een dienstbetrekking. Wellicht moet de auto niet eens als vergoeding aan de echtgenoot worden gezien, maar draait de ondernemer zelf op voor de bijtelling. Vanwaar ineens de draai van 'een kennis' naar de echtgenoot?

De KIA wordt door de individuele vennoten afzonderlijk toegepast, niet door de VOF. Voor de vaststelling van het percentage, moeten de investeringen van de verschillende vennoten wel worden samengeteld. Als ieder evenveel bijdraagt aan de investeringen, dan is voor iedereen de investeringsaftrek dus even hoog. Maar het is mogelijk dat er verschillen ontstaan. De bodemwaarde is afhankelijk van de WOZ-waarde die geldt voor het jaar waarover aangifte wordt gedaan. Dit moet dus elk jaar worden aangepast. De bodemwaarde is 50% van de WOZ-waarde bij vastgoed in eigen gebruik en 100% van de WOZ-waarde bij verhuurd vastgoed.

Waar is die 1500 per maand nu precies een vergoeding voor? Is dat voor die werkzaamheden die je af en toe doet, of is het een vergoeding voor het verstrekte kapitaal (en daarmee meer lijkend op cumprefs)? Bij werkzaamheden door een AB-houder moet ik namelijk altijd direct denken aan de gebruikelijkloonregeling.

Misschien is het een idee om even op rechtspraak.nl te zoeken op de termen boot en omzetbelasting? Dan krijg je meteen een indicatie van hoe gevoelig dit ligt bij de belastingdienst...

Los van de vraag hoe je aan de cijfers komt: Ik weet niet om wat voor kostenbesparing dat gaat, maar doorgaans is dat een bevoegdheid van het bestuur en niet van de aandeelhouders.

Dat, in combinatie met de andere uitlatingen van verhuurder, suggereert dat in dit specifieke geval een afwijking op de algemene voorwaarden is overeengekomen. Afhankelijk van wat er zwart op wit staat of op andere wijze is te onderbouwen, wordt dat voor een rechter erg lastig beoordelen - het kwartje kan twee kanten op vallen. Zover zou ik het dus niet laten komen, maar de punten die je aangeeft, laten wel zien dat er ruimte is voor overleg met de verhuurder om de kosten te delen. Dat kun je natuulijk gewoon buiten het juridische om eens bij de verhuurder aankaarten.

Dat is aan de ondernemer zelf om te beslissen. Met de FOR blijft het geld in de risicosfeer van de onderneming (je investeert het geld immers (weer) in de eigen onderneming). Met een extern product als banksparen (of lijfrentesparen) haal je het geld uit de risicosfeer van de onderneming (let wel: dat betekent niet meteen dat je geen risico loopt, je kunt het immers ook onderbrengen in een lijfrentebeleggingsrecht en die beleggingen kunnen uiteraard ook door het putje). In zijn algemeenheid: als je in de onderneming niets met het geld kunt, dan kun je het beter ergens anders onderbrengen. Voor de rest is het een persoonlijke afweging van noodzaak, risico's en rendement.

Wat heb je moeten doen of laten om die bon te kunnen gebruiken voor de aanschaf van printer? Heb je de bon 'zomaar' gekregen en is deze alleen voor die printer te gebruiken, of kreeg je hem bij een aankoop, of omdat je vaste klant bent, of krijg je met die bon korting op alles wat je daar koopt? Dat kan namelijk verschil maken. maar ook: wat heb je liever: ineens ten laste van het resultaat, of 5 jaar afschrijven en investeringsaftrek (dat is waar HeRaFin namelijk op doelt met die 2300)?

Nee, want door 12% van 20.000 in de FOR op te nemen, hoef je minder belasting te betalen dan door slechts 10% over de onttrekking van 12.000 te reserveren. Dat belastingvoordeel kun je weer in de onderneming steken, want die reservering zelf is geen cash-out. Wel blijft dat geld dan uiteraard in de risicosfeer, maar het rendement zou natuurlijk ook navenant moeten zijn. Als je daadwerkelijk gaat afstorten (maar dit hoeft niet de gehele FOR-reservering te zijn, het kan ook met een deel) heb je wel een cash out, maar dat is dan de eigen keuze die je nu ook al maakt.