Cosara

De verkoop en de bijbehorende factuur volgen de btw-regels van uw onderneming ... dus met 21% BTW. Het maakt daarbij niet uit dat u het zonder BTW heeft ingekocht.

… en dus ook niet in de boekhouding van 2022. Dat betekend dat (1) de boekhouding van 2022 gecorrigeerd moet worden en (2) daarmee ook de openingsbalans van 2023.

Nee, zakelijk spaargeld is en blijft zakelijk … ook met een eenmanszaak … tenzij de Belastingdienst vindt dat er sprake is van overtollige liquide middelen … maar dat gebeurt zelden. Gezien de achterliggende Corona-crisis zijn zakelijke liquide middelen ter grootte van 2x de jaaromzet verdedigbaar.

Dat klopt ... en dat is het nadeel van een gemengde rekening. Dat kan ... mocht je het geld later zakelijk nodig hebben dan wordt het een privé storting. aanvullend: 1. Al je zakelijke spaargeld op een privé-rekening zetten, kan gevolgen hebben voor een vermogensrendementsheffing in box 3. 2. Daar staat tegenover dat (veel) zakelijk spaargeld door de Belastingdienst wel eens als overtollige liquide middelen kunnen worden gezien, waarbij het alsnog als privé spaargeld in box 3 terechtkomt. 3. Fiscaal gezien ... zakelijke liquide middelen zolang als mogelijk op een zakelijke betaal- en/of spaarrekening onderbrengen. situatie 2 geniet de voorkeur boven situatie 1.

Het stellen van een vraag is - wederom - gemakkelijker dan het zoeken naar een antwoord. Iedere ondernemer wordt geacht enige energie te steken in vragen waarvan de antwoorden tot in den treure op internet wordt herhaald.

Waarom niet ? Het enigste wat er gebeurt is dat je ondernemingvermogen verminderd. Helemaal correct. Daarmee neemt je ondernemingsvermogen - als zijnde een privé storting - met 35K toe. Het is en blijft "slechts" een balansboeking.

De Belastingdienst wenst niets ... behalve een duidelijke en inzichtelijke boekhouding. Als je de privé-spaarrekening zakelijk gebruikt, dan moet je deze rekening ook in de zakelijke boekhouding opnemen. Gebruik je een deel van het spaargeld voor privé-gebruik dan wordt dat dus een privé-opname die je ook als zodanig in de boekhouding opneemt.

Fiscaal en boekhoudkundig gezien is het inderdaad niet verplicht om een zakelijke bankrekening te gebruiken ... Echter, veel banken stellen in hun voorwaarden dat je een privé betaalrekening niet als zakelijke betaalrekening mag gebruiken. Bij ABN AMRO, RABO en ING mag dit in ieder geval niet.

+1 Correct, daarmee voorkom je discussies. Zolang zakelijke liquide middelen op een zakelijke betaal- of spaarrekening staat blijft het zakelijk. Boek je het over naar een privé betaal- of spaarrekening, dan wordt het discutabel of het wel zakelijk is. Ook voor een eenmanszaak geldt ... zakelijk geld, zakelijk houden.

Ik weet niet wat voor een pick-up je bedoelt, maar wellicht is het volgende iets om bij stil te staan … fiscaal gezien, niet met je auto natuurlijk. Pick-ups staan te boek als een ‘bestelauto met open laadbak’. De overgebleven laadruimte moet wel minimaal tweemaal de lengte van de cabine bedragen. Als dan kom je in aanmerking voor investeringsaftrek. https://www.anwb.nl/auto/nieuws/2021/juli/waarom-zie-ik-zoveel-pick-ups-onderweg https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/investeringsaftrek_en_desinvesteringsbijtelling/kleinschaligheidsinvesteringsaftrek_kia

Als je Excel-achtige tabellen gewend bent, dan is het volgende misschien het overwegen waard … https://www.banana.ch/nl/voorraadbeheer

Is dat niet gewoon het werk van een werknemer? +1 Dat dus … en niets anders.

Het hele factuurbedrag, dus inclusief VAT/BTW, als kosten.

Dat wordt (indirect) vermeldt … BTW bedrag: €2.972,63 … is 21%.

Zo dom is dat nu ook weer niet. Waarschijnlijk is de buitenlandse leverancier btw-plichtig in Nederland en daarom wordt er 21% btw in rekening gebracht. Als dan, gewoon de betaalde btw in de voorbelasting terugvorderen of verrekenen. In de boekhouding behandel je het als een binnenlandse transactie.

+1 Beginnen met belangrijke details weglaten is eindigen met antwoorden die je zelf ook wel had kunnen vinden of verzinnen.

Dat dus ... ... en ook dit. Het vraag en voorstelling klinkt een beetje (te) dramatisch.

Check of u incidenteel btw-aangifte moet doen Bent u ondernemer en levert u uitsluitend vrijgestelde goederen en diensten? > Ja Levert u vrijgestelde goederen en/of diensten omdat u hebt gekozen voor de kleineondernemersregeling? > Ja Levert u onroerende zaken die in uw onderneming zijn gebruikt belast met btw? > Nee Moet u eerder afgetrokken btw herzien? > Nee Levert u een nieuw of bijna nieuw vervoermiddel aan een afnemer in een ander EU-land dan Nederland? >Nee Hebt u een nieuw of bijna nieuw vervoermiddel in een ander EU-land dan Nederland gekocht? >Nee Hebt u goederen ingevoerd waarvoor een verlegging van de btw bij invoer verplicht is? > Ja Resultaat U moet btw-aangifte doen in Nederland. Hoe doet u aangifte? U doet aangifte met de 'Aangifte omzetbelasting'. Deze kunt u schriftelijk aanvragen bij uw belastingkantoor. (Deze pagina opent in een nieuw venster.) Let op! U mag de btw die u moet betalen niet als voorbelasting aftrekken. KOR of niet … inzake de btw treedt u in de plaats van de verkoper.

Het betekent dat een selectieve distributiesysteem is toegestaan, als dat voor de consument voordelen oplevert. Dat voordeel zit dan meestal in het waarborgen van kwaliteiten en garanties … en dat gaat, bijna spreekwoordelijk, ten koste van de prijs. Echter, het selectieve distributiesysteem is overeengekomen door “de slager die zijn eigen vlees keurt” en daarmee heeft het geen wettelijk goedkeuring of bescherming. Dat betekent dat je daartegen in verweer kan en mag komen. De bijkomende vraag is dan ook … hoe hard en volhoudend ga je het “spel” spelen ? Als je kunt aangeven dat jou producten bij de consument vergelijkbare kwaliteiten en garanties opleveren, dan lijkt mij dat voor de tegenpartij een groot probleem opleveren. ik zou zeggen … laat je niet intimideren en ga in verweer. Zonder Strijd geen Overwinning.

Ja en Nee … Het gaat er om wat je met “onderdelen” bedoelt en waarvoor je ze gaat gebruiken. onderdelen (items) op de factuur. onderdelen voor een nieuw bedrijfsmiddel.

Wat achtergrondinformatie … https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/investeren_in_bedrijfsmiddelen https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/investeringsaftrek_en_desinvesteringsbijtelling/voorwaarden_investeringsregelingen https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/investeringsaftrek_en_desinvesteringsbijtelling/kleinschaligheidsinvesteringsaftrek_kia

Dertig ijsscheppen zijn allen zelfstandig te gebruiken. Qua bedrag kan het beste een een investering zijn, maar niet voor de investeringsaftrek.

Inderdaad … het hangt er vanaf of het onzelfstandige bedrijfsmiddelen betreft, maar ook of deze in één systeem worden gebruikt, en ook de datum van ingebruikname of dat het tot de voorraad gerekend moet worden. Wat betreft de cameratas … daarvoor mag je ook een Gucci bag gebruiken. Wat betreft de afschrijvingsverplichting … bedrijfsmiddelen minder dan 450 euro mag je direct ten laste van de winst brengen, maar je mag er ook op afschrijven als je wilt. De investeringsaftrek geldt echter alleen voor bedrijfsmiddelen hoger dan 450 euro. … tenzij je zonder die cameratas niet boven de drempel voor investeringsaftrek uitkomt. Als dan, koop een dure tas, schrijf erop af en claim je investeringsaftrek.

Een selectieve distributieregeling zal doorgaans door een leverancier worden gebruikt om meer controle te behouden over de doorverkoop van zijn producten. In een dergelijk systeem stemt de leverancier ermee in om alleen aan distributeurs te leveren die aan bepaalde minimumcriteria voldoen. De distributeurs komen in ruil overeen alleen te leveren aan andere distributeurs die binnen het goedgekeurde selectieve distributiesysteem of eindgebruikers vallen. De gehanteerde selectiecriteria vereisen doorgaans dat de producten alleen worden verkocht via verkooppunten die een bepaald imago uitstralen of dat de distributeur specifieke verplichtingen op zich neemt, zoals opleiding van het personeel of klantenservice. Bij regelingen voor selectieve distributie gaat het in wezen om het bereiken van een consistente standaard en kwaliteit van dienstverlening in de verkooppunten waar de producten worden verkocht. Artikel 101, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) verbiedt overeenkomsten, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Krachtens artikel 101, lid 2, VWEU zijn al dergelijke concurrentiebeperkende beperkingen nietig. Krachtens artikel 101, lid 3, VWEU kunnen op het eerste gezicht concurrentiebeperkende beperkingen worden vrijgesteld van het verbod, wanneer kan worden aangetoond dat de voordelen en efficiëntievoordelen voor de consument die uit de beperking voortvloeien, per saldo opwegen tegen de concurrentiebeperkende effecten. Artikel 101, lid 3, is met name van toepassing wanneer de overeenkomst: bijdraagt tot het verbeteren van de productie of distributie van goederen of tot het bevorderen van technische of economische vooruitgang, waarbij de consument een billijk deel krijgt van de daaruit voortvloeiende voordelen, en die niet: a) de betrokken ondernemingen beperkingen opleggen die niet onmisbaar zijn voor de verwezenlijking van die doelstellingen; b) dergelijke ondernemingen de mogelijkheid bieden de mededinging voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten uit te schakelen. Over het algemeen zijn partijen verplicht om hun eigen analyse te maken of hun overeenkomsten profiteren van artikel 101, lid 3, maar de Europese Commissie heeft ook zogenaamde "groepsvrijstellingsverordeningen" uitgevaardigd met betrekking tot bepaalde veelvoorkomende soorten commerciële overeenkomsten, die bepalen duidelijke regels opstellen met betrekking tot de voorwaarden waaraan moet worden voldaan en de voorwaarden die kunnen worden opgenomen in een overeenkomst om artikel 101, lid 3, toe te passen. De groepsvrijstelling voor distributie (bekend als de groepsvrijstelling voor verticale overeenkomsten (VABER)) is een van de belangrijkste groepsvrijstellingsverordeningen op het gebied van het EU-mededingingsrecht wat betreft het aantal overeenkomsten waarop deze van toepassing is (distributie- en andere leveringsovereenkomsten zijn alledaags). Een "distributieovereenkomst" kan worden gedefinieerd als een contractuele overeenkomst (normaal gesproken schriftelijk) tussen twee onafhankelijke partijen op verschillende handelsniveaus waarbij de ene partij (de "leverancier" en doorgaans de fabrikant) een contract sluit om goederen (of diensten) aan een andere partij te verkopen. partij (de "distributeur" en doorgaans een niet-fabrikant/tussenpersoon) met het oog op wederverkoop door de distributeur. Een distributieovereenkomst is een voorbeeld van een "verticale" overeenkomst, zijnde een overeenkomst tussen partijen die op verschillende niveaus in de toeleveringsketen actief zijn. Krachtens een exclusieve distributieovereenkomst zal de distributeur een exclusief verkoopgebied genieten waarbinnen hij wordt beschermd tegen concurrerende verkopen door de leverancier en/of distributeurs die in andere gebieden zijn aangesteld. Iets minder vaak, en alleen of in combinatie met een exclusief verkoopgebied, kan de distributeur genieten van de toewijzing van een exclusieve categorie klanten, wederom met bescherming tegen concurrerende verkopen door de leverancier/andere distributeurs. Een selectieve distributieovereenkomst heeft doorgaans geen element van territoriale exclusiviteit (of klantenexclusiviteit), maar wordt in plaats daarvan gekenmerkt door een beperking van de doorverkoop van contractgoederen aan derde wederverkopers die geen partij zijn bij het selectieve distributiesysteem bron: https://www.ashurst.com/en/news-and-insights/legal-updates/quickguide---selective-distribution---eu-law/

De camera wel … de (camera)tas niet. De camera functioneert ook zonder tas … de tas functioneert als opbergruimte of transportmiddel ook zonder camera. Mogelijke oplossing … koop en gebruik een tas die duurder is dan 450 euro (ex btw). 2.2. Onderdeel van een bedrijfsmiddel: toepassing grens van € 450 of € 2.500 (2014) Bedrijfsmiddelen waarvan het investeringsbedrag minder bedraagt dan € 450 of € 2.500 (vanaf 2014) behoren voor de KIA respectievelijk EIA en MIA (vanaf 2014) niet tot de bedrijfsmiddelen (artikel 3.45, tweede en vierde lid, van de Wet IB 2001, tekst vanaf 2014). Deze uitsluitingsbepalingen gelden voor het investeringsbedrag dat betrekking heeft op een zaak die als een zelfstandig bedrijfsmiddel moet worden aangemerkt. Daarnaast geldt de uitsluitingsbepaling voor verbeteringskosten van een bedrijfsmiddel. Als sprake is van een investering in een onzelfstandig onderdeel van een bedrijfsmiddel, geldt als investeringsbedrag voor eerdergenoemde uitsluitingsbepaling, het investeringsbedrag van het bedrijfsmiddel als geheel. Als het onderdeel niet gelijktijdig met het bedrijfsmiddel zelf is aangeschaft, zal een zelfstandige toets aan het hiervoor vermelde drempelbedrag noodzakelijk zijn. Het bovenstaande geldt voor de KIA (€ 450), de MIA en de EIA (beide € 2.500 vanaf 2014). https://wetten.overheid.nl/BWBR0034987/2017-01-01