Ga naar inhoud

Lex van Roode

Legend
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door Lex van Roode

  1. Gelukkig mocht ik tussendoor nog de lange stilte doorbreken. ::)
  2. Uit de Toelichting bij de aangifte omzetbelasting: 4b Leveringen/diensten uit landen binnen de EU Vul deze vraag in de volgende situaties in: – U hebt goederen gekocht van ondernemers uit andere EU-landen en die goederen zijn naar Nederland vervoerd. Dit heet een intracommunautaire verwerving. U moet dan in Nederland btw aangeven. Uw leverancier heeft geen buitenlandse btw in rekening gebracht. – U hebt diensten afgenomen van een ondernemer uit een ander EU-land, die de btw naar u heeft verlegd. U moet dan in Nederland btw aangeven. Dit geldt niet voor diensten aan onroerende zaken. Die vult u in bij rubriek 2a. Dit is hier beide niet van toepassing. De geschetste situatie kun je beter voorkomen door een intracommunautaire factuur te vragen. Daarop wordt geen BTW berekend en je geeft deze aan bij vraag 4b en (meestal) 5b. Als dat niet kan, neem je de kosten inclusief (de buitenlandse) BTW. Je doet dan verder niets met deze BTW.
  3. Best Pim, Allereerst: bij een VOF zijn er doorgaans privérekeningen per vennoot, dus: - Privé vennoot A - Privé vennoot B - Enz. Vaak worden de privérekeningen nog uitgesplitst in: - Kapitaal vennoot X - Privé opnames vennoot X - Privé stortingen vennoot X - Privé betaald vennoot X - Privé uitgaven vennoot X - Enz. Tegenover de genoemde passivapost staat (bij een verlies) een activapost "Resultaat lopend boekjaar". Bij de winstverdeling wordt deze post verwerkt in de privé-/kapitaalrekeningen van de vennoten.
  4. Beste Nick, Het meeste is goed gegaan, alleen het bedrag aan Privéstortingen niet. Dit zij alle bedragen van het overzicht uit E-Boekhouden, behalve het eerste (openingssaldo) en de laatste 2 (resultaat en saldo). Het totaal privéstortingen is dan € 4.318,93. Het saldo op de rekening 1410 is in feite het Ondernemingsvermogen op 31-12-2017. De controle-berekening klopt dan weer: - Ondernemingsvermogen eind boekjaar = € 2.657 - Ondernemingsvermogen begin boekjaar = € 647 - - Saldo = € 2.010 - Privé-stortingen = € 4.319 - - Winst = € -2.309
  5. Zoals ik al schreef: je betaalt IB op grond van je winst. Privé-onttrekkingen (en -stortingen) hebben geen invloed op de IB. Je betaalt dus geen IB over het bedrag dat je in 2018 weer uit je bedrijf haalt.
  6. Privé-stortingen en -opnames worden verwerkt in het Eigen Vermogen. Het Eigen Vermogen op 31-12-2017 gaat vanzelf mee naar de administratie van 2018 als Eigen Vermogen op 1-1-2018. Voor de inkomstenbelasting zijn het Eigen Vermogen en de wijzigingen daarop niet van belang. Je betaalt belasting op grond van de behaalde winst. Wat zou je willen bereiken met je vraag?
  7. Een paar aanvullende opmerkingen: Urencriterium: het 50%-criterium is niet van toepassing op starters. Verliesverrekening: een negatieve winst uit onderneming wordt (zo mogelijk) eerst in hetzelfde jaar verrekend met andere inkomsten in box 1, zoals loon, vervolgens met positieve inkomens uit de voorafgaande 3 jaar, daarna pas met toekomstige positieve inkomens. Zelfstandigenaftrek: deze is bij starters niet beperkt tot de hoogte van de winst. Een eventueel verlies wordt dan dus vergroot met de zelfstandigen- en startersaftrek. MKB-vrijstelling: deze werkt bij een verlies uit onderneming in je nadeel.
  8. Over de hogere winst betaal je mogelijk ook nog een bijdrage Zorgverzekeringswet. De bijtelpost is door de MKB-vrijstelling (en ondanks de eventuele ZVW-bijdrage) lager dan de aftrekpost. Bij het toevoegen aan de Oudedagsreserve gold het omgekeerde, tenzij de toevoeging plaatsvond vóór de invoering van de MKB- en ZVW-regelingen.
  9. Voorheen konden in de aangifte nog betalingen tot 1 april van het volgende jaar worden meegenomen. Deze mogelijkheid is in 2011 afgeschaft. Edit: Zie goede tip van Norbert.
  10. Boekingen in2017: - Vooruitbetaalde facturen (bedrag incl. BTW) - Aan Bank (bedrag incl. BTW) en: - Reclamekosten (bedrag excl. BTW) - Overige vorderingen (BTW-bedrag) - Aan Nog te ontvangen facturen (bedrag incl. BTW) Boekingen in 2018: - Nog te ontvangen facturen (bedrag incl. BTW) - Aan Vooruitbetaalde facturen (bedrag incl. BTW) en - Te vorderen BTW (BTW-bedrag) - Aan Overige vorderingen (BTW-bedrag)
  11. Bij de gegevens oplossing hoeft dat niet. Je zou het nog veel ingewikkelder kunnen maken met in 2017 boekingen op "Nog te verwachten facturen" en "Vooruitbetaalde facturen" (beide balansrekeningen) en die dan weer tegenboeken bij de ontvangst van de factuur, maar in mijn ogen voegt dat weinig toe.
  12. Eens met 1. en 2. Het lijkt me een goed idee om een boekhouder om hulp te vragen. Waarschijnlijk kun je 2012 ook nog corrigeren. Dat mag binnen 5 jaar na de definitieve aanslag. Als je die bijvoorbeeld in september 2013 hebt ontvangen, kan dat nog. Ik zou inderdaad plan 3a. uitvoeren. De OR kan beter zo veel mogelijk verdwijnen. Je mag in het betreffende jaar de OR verlagen met het bedrag dat je aan inleg aftrekt. Je winst wordt verhoogd met de OR-afname en vervolgens verlaagd met de MKB-vrijstelling. Over de extra winst betaal je wel nog bijdrage ZVW. De aftrekpost is dan hoger dan de bijtelpost, dus per saldo kost het je (afgezien van de kosten van de boekhouder) niets. De belastingdienst staat niet zo snel op de stoep. De boekhouder kan misschien een briefje sturen om de correctie-aangiftes toe te lichten. Overigens vallen die belastinginspecteurs in de praktijk vaak best mee.
  13. Voor de jaren waarover geen correctie meer mogelijk is, biedt de saldomethode wellicht uitkomst. De uitkeringen, voortvloeiend uit de niet-afgetrokken ingelegde bedragen, worden dan t.z.t. niet belast.
  14. Beste Rogier, Er is al veel over de FOR (tegenwoordig: OR) geschreven (ook hier). Niet iedereen denkt daar hetzelfde over, maar ik zie het als volgt. De FOR is een vorm van belastinguitstel, met name voor ondernemers die nu geen geld hebben voor pensioenopbouw, omdat hun winst wordt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen, zoals een bedrijfspand, machines of voorraden. De toevoeging aan de OR is aftrekbaar. Bij de beëindiging van het bedrijf kunnen deze bedrijfsmiddelen worden verkocht en met de opbrengst kan een lijfrente (periodieke uitkering) worden gekocht. De uitkeringen zijn belast. Wanneer er bij de beëindiging van het bedrijf geen of onvoldoende waarde in het bedrijf aanwezig is, ontstaat er op dat moment een probleem. De OR valt vrij en er moet belasting over worden betaald, vaak tegen het hoogste tarief. Het is niet de bedoeling om de OR op een zakelijke spaarrekening te zetten. De belastingdienst ziet dit als overtollige liquide middelen en beschouwt deze als privé. Wanneer er geen zakelijk kapitaal in het bedrijf wordt opgebouwd, heeft het gebruik van de OR weinig zin. Wanneer er geld beschikbaar is voor pensioenopbouw kan beter direct een lijfrenteproduct worden gekocht, tegenwoordig vaak in de vorm van banksparen (opbouwfase). Ik neem aan dat de stortingen wel privé zijn afgetrokken. De toevoegingen aan de OR kunnen zo nodig nog voor een aantal jaren met terugwerkende kracht worden gecorrigeerd. Is er overigens een adviseur bij deze keuze betrokken geweest? Edit: Nico was me al vóór.
  15. Beste Thomas, Ik neem even aan dat die reclamekosten betrekking hebben op het jaar 2017. Als ze betrekking hebben op 2018, dan worden de boekingen anders. Ik zou de betaalde, maar nog niet terug te vragen, BTW "parkeren" op (bijvoorbeeld) de rekening "Overige vorderingen". Je boekt dan in 2017: - Reclamekosten (bedrag excl. BTW) - Overige vorderingen (BTW-bedrag) - Aan Bank (bedrag incl. BTW) In 2018 hoef je alleen de BTW nog te verwerken. De kosten zijn immers al geboekt en de factuur is al betaald. Je boekt dan in 2018: - Te vorderen BTW (BTW-bedrag) - Aan Overige vorderingen (BTW-bedrag) Sommige boekhoudprogramma's staan niet toe om rechtstreeks op BTW-rekeningen te boeken. Dan boek je i.p.v. de eerste regel: - Reclamekosten (bedrag incl. BTW met BTW 21%) - Aan Reclamekosten (bedrag excl. BTW met BTW 0%)
  16. Doorgaans komt een forfait in plaats van werkelijke bedragen, vergelijk het huurwaardeforfait en het forfaitaire rendement op vermogen. Het is niet vanzelfsprekend dat zonder meer een voordeliger alternatief mag worden gekozen. Voor de bijtelling in de IB-sfeer is dit expliciet goedgekeurd, voor de BTW-bijtelling was dit (nog?) niet het geval. Uit het commentaar op dit arrest begrijp ik dat nog niet geheel duidelijk is hoe een en ander in de praktijk gaat werken. Op het "Forum Fiscaal Dienstverleners" is dit onderwerp ook aan de orde geweest. Daar is nog geen eensluidend antwoord op deze vraag gegeven. Daar staat ook nog een (wat ouder) antwoord van de belastingdienst dat het forfaitaire bedrag moet worden gebruikt. Dat is tot nu toe nog niet herroepen.
  17. Beste Raymond, Het BTW-forfait gaat altijd uit van de cataloguswaarde. Je hebt nog wel de keuze om de auto voor de BTW als privé te etiketteren (en voor de IB als zakelijk). Dan kun je alle BTW op de verbruikskosten verrekenen, met een bijtelling van 1,5% van de cataloguswaarde. In een jaar waarin deze bijtelling meer is dan het totaal van de BTW, laat je beide achterwege. De BTW over de aanschaf van de auto kun je bij deze keuze niet verrekenen. Bij verkoop van de auto hoef je ook geen BTW over de verkoopprijs te berekenen.
  18. Investeringsaftrek Inderdaad geldt de aftrek normaliter in het jaar van aanschaf, slechts in uitzonderingsgevallen in het jaar van betaling of ingebruikname. Als je in 2017 (misschien toch) aan de voorwaarden voor ondernemerschap voldoet, kun je bij de aangifte over 2017 zelf kiezen voor Winst uit onderneming. In dat geval kun je ook gebruik maken van investerinsaftrek. BTW-correctie De grens van € 1000 geldt voor het te corrigeren BTW-bedrag. Dat verwerk je dan in de volgende BTW-aangifte. Als je bijvoorbeeld in het 4e kwartaal van 2017 € 200 te weinig voorbelasting hebt opgegeven, geef je in 1e kwartaal van 2018 € 200 extra voorbelasting op. Daardoor krijg je in feite een teruggaaf van die € 200, alleen krijg je er geen aparte brief (beschikking) van. Als de correctie betrekking heeft op een jaar waarin je de Kleine ondernemersregeling is toegepast, moet je de correctie met een suppletie-aangifte corrigeren.
  19. Denk er aan dat (ook) agenda's minimaal 7 jaar bewaard moeten worden. Inzage moet mogelijk blijven, ook na beëindiging van het abonnement of account. Ik heb pas een belastingcontrole gehad (voor één van mijn klanten) waarbij de agenda's een cruciale rol speelden.
  20. Dat lijkt mij correct. Aangifte 4e kwartaal = 75 - 25 - 211 = € 161 te ontvangen. Dat is precies wat je in de eerste 3 kwartalen hebt betaald (155 + 24 - 18). Ik ga er even van uit dat alle omzet belast is en er geen sprake is van verlegde BTW, import of export.
  21. De verkoop aan Belgische particulieren maakt geen verschil, de import uit Frankrijk wel. De KOR-berekening wordt dan wat ingewikkelder. Zie deze , vanaf 3:50 (helaas geen top-acteurs).
  22. Hallo Suzan, Over het hele jaar 2017 (alle kwartalen samen) zou je eigenlijk € 96 moeten afdragen. Vanwege de KOR wordt dat bedrag kwijtgescholden. Dat bedrag vul je dus in bij vraag 5d. Verder vul je de aangifte in met de bedragen van het 4e kwartaal: Bij 5a: € 295 Bij 5b: € 399 5c wordt dan € -104 Het totaal wordt dan € -200 (104 + 96) Dat is precies het bedrag dat je in kwartaal 2 en 3 hebt betaald. Over het hele jaar 2017 betaal je dus niets. Als het totaal van de bedragen van alle kwartalen binnen een jaar bij 5c negatief is, kun je de KOR niet toepassen. Dat wordt bij de aangehaalde opmerking bedoeld. In het gunstigste geval betaal je in combinatie met de KOR niets. Je ontvangt dan nooit BTW terug. Soms moet je nog een bankrekeningnummer opgeven, om het op te laten storten. Uitzonderingen kunnen gelden bij verlegde BTW, import en export.

Je kan ons ook vinden op LinkedIn:

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.

Configure browser push notifications

Chrome (Android)
  1. Tap the lock icon next to the address bar.
  2. Tap Permissions → Notifications.
  3. Adjust your preference.
Chrome (Desktop)
  1. Click the padlock icon in the address bar.
  2. Select Site settings.
  3. Find Notifications and adjust your preference.