Lex van Roode

Dit zijn de huidige eisen. De laadruimte mag rechts een (doorzichtig) zijraam hebben, links niet. Voorheen waren er in de laadruimte geen zijramen toegestaan.

Hallo Marcel, Ik neem aan dat je de auto voor de inkomstenbelasting en de BTW als zakelijk wilt etiketteren. Motorrijtuigenbelasting kan bij een eenmanszaak inderdaad niet op naam van de zaak, verzekering en onderhoud wel. Ik raad aan om alle autokosten als zakelijke inkoopfacturen te boeken en van de zakelijke bankrekening te betalen. Wanneer zakelijke kosten toch van de privé bankrekening zijn betaald, boek je in het Memoriaal: - Crediteuren - Aan Privé betaald (of Bedrijfsvermogen, Eigen vermogen, Kapitaal, o.i.d)

Op Facebook lijkt de verhuizing naar Haarlem al zeker . . .

Ik wil de (overigens terechte) vreugde niet bederven, maar volgens mij (en vele anderen) is de brutomarge: de bruto winst als percentage van de omzet. Deze kan dus maximaal 100% zijn (bij gratis inkoop).

Ik heb wel enige ervaring met dit soort bezoeken, aan mijn klanten en aan mij (voor dezelfde klanten). Gezien de genoemde onderwerpen lijkt dit meer op een bezoek dat de belastingdienst normaliter aan starters brengt (kort na de start). Waarschijnlijk heb je de administratie en aangiftes altijd zelf gedaan. Anders komt men voor de punten 2, 3 en 5 bij de boekhouder/belastingadviseur. Je kunt ze ook even bellen en de situatie uitleggen.

De portokosten, die de klant betaalt, zijn onderdeel van de verkoopprijs en daarmee van de margeverkopen. De portokosten, die jij betaalt, staan daar inderdaad los van. Eventuele inbegrepen BTW kun je gewoon verrekenen.

Welkom Jackster, Een lijfrentestorting, waarbij de (F)OR met hetzelfde bedrag afneemt, staat los van jaar- en reserveringsruimte. Daar hoef je dus geen rekening mee te houden.

Afschrijving (al of niet willekeurig) en KIA kunnen naast elkaar bestaan. Je kunt dus kiezen voor 100% afschrijving (als je aan de voorwaarden voldoet) + 28% KIA. Bij willekeurige afschrijving hoeft geen rekening te worden gehouden met de maand van aanschaf. Als je geen ondernemer meer bent voor de inkomstenbelasting, is dat op zich geen reden voor desinvesteringsbijtelling. Zolang je bedrijf maar blijft bestaan en de investering nog aanwezig is (en een paar andere voorwaarden, zie link).

Goed om te horen en graag gedaan.

Voor het vergelijken van lijfrentes heb ik goede ervaringen met MoneyWise.

Is er voor het jaar 2017 ook IB-aangifte voor (de vennoten van) de VOF gedaan? Dan is voor elke vennoot het kapitaal aan het begin van boekjaar 2018 gelijk aan het kapitaal aan het eind van boekjaar 2017. Bij elke vennoot vul je de helft van de winst in. Het kapitaal van elke vennoot aan het eind van het boekjaar = kapitaal aan het begin van het boekjaar + winst (50%) + privé-stortingen - privé-opnames Deze bedragen zouden op de balans moeten staan, liefst per vennoot, soms bij elkaar geteld.

Hierop zijn wel uitzonderingen, bijvoorbeeld bij verlegde BTW. Zie ook deze vlog van de Belastingdienst.

Optie 1 is van toepassing. Negatieve marge, dus geen BTW af te dragen. Mogelijk te verrekenen met andere kwartalen dit jaar of (na beschikking) met marge volgend jaar. Bij verkoop van goederen volgens de normale BTW-regeling: - zijn dit geen marge-inkopen meer - moet je deze aftrekken van de (andere) marge-inkopen - deze omzet en BTW optellen bij de marge(omzet) en marge-BTW Zie ook deze handleiding: Margeregeling.pdf

De correctie van 2,7% geldt alleen wanneer je de BTW over de aanschafprijs van de auto hebt verrekend. De auto is dan voor de BTW als "zakelijk" geëtiketteerd. Die 2,7% geldt dan in het jaar van aanschaf en de 4 daarop volgende jaren. Daarna is de correctie 1,5%. Bij zakelijk gebruik van een (voor de BTW) privé-auto, is de correctie altijd 1,5%.

Hans, Bedankt voor deze aanvulling. Bij mij ging het tot nu om kleinere bedragen.

Ik heb daar zelf andere ervaringen mee, maar mogelijk is dat dan niet volgens de regels gegaan? De genoemde (extra) voorwaarden werden bij de aanvragen voor mijn cliënten niet door de belastingdienst genoemd of beoordeeld. Wel vroeg men om: - Kopieën van aangiftes, waaruit blijkt dat deze premies niet in aftrek zijn genomen - Verklaring dat deze premies niet alsnog in aftrek zullen worden genomen - Betalingsbewijzen van de premies - Lijfrente-overeenkomst (opbouwfase) De verklaringen zijn na het indienen van deze stukken afgegeven.

Een andere aanpak zou kunnen zijn om een bedrag in een lijfrenteproduct te storten, maar dit (voor dit jaar) niet als aftrekpost in de aangifte op te nemen. Voor de niet-afgetrokken premies vraag je (later) bij de belastingdienst een verklaring aan. De bijbehorende uitkeringen worden dan (later) niet belast. Zie ook: Saldomethode. Voordelen: de ingelegde bedragen brengen (meer) rente op en tellen niet mee voor de fictieve rendementsheffing.

Dat kan prima voor het hele jaar 2018 in één keer. Overigens, als het totale BTW-verschil minder is dan € 1.000 en de Kleine Ondernemersregeling is niet van toepassing, dan mag je de correctie ook maken in de eerstvolgende kwartaalaangifte. Een aparte suppletie houdt de administratie wel duidelijker.

Hallo Schilderke, Aankoop Je boekt de inkoopfactuur (met de daarop vermelde factuurdatum) bijvoorbeeld zo: - Inventaris € 3.250,00 - Te vorderen BTW € 682,50 - Aan Crediteuren € 3.932,50 De factuurdatum is bepalend voor de (teruggaaf in de) BTW-aangifteperiode. Bij een aanschaf in december 2018 is dit het 4e kwartaal van 2018. Afschrijving In het jaar waarin je willekeurig afschrijft (bijvoorbeeld 2019) boek je bijvoorbeeld: - Afschrijvingskosten inventaris € 2.925 (verlies-en-winstrekening) - Aan Afschrijving inventaris € 2.925 (balans) De balanswaarde van de steiger is dan € 3.250 - € 2.925 = € 325 KIA Met de KIA doe je in de boekhouding inderdaad niets. Investeringen Ik houd, naast mijn boekhoudprogramma, ook een Excel bestand bij van investeringen met (per investering) aanschafdatum, aanschafwaarde, restwaarde, afschrijving (per jaar) en boekwaarde.

Uit de toelichting van de belastingdienst: "Goederen die u van een particulier inkoopt, zijn altijd gebruikte goederen in de zin van de margeregeling, ook al zijn ze nog nooit gebruikt." Los daarvan mag je goederen, die je als margegoed hebt ingekocht (in plaats van volgens de margeregeling) volgens de normale BTW-regels (dus met berekening van BTW) verkopen. Doorgaans doe je dat alleen als je iets aan een ondernemer verkoopt. In mijn ogen moet je die keuze maken op het moment van de verkoop, niet als de klant daar achteraf nog eens om vraagt. Uit de toelichting: "Als u gebruikte goederen verkoopt aan een andere ondernemer, moet u hem een factuur uitreiken. Als u de margeregeling toepast, mag u op deze factuur geen BTW in rekening brengen. Als uw klant een ondernemer is die de BTW kan verrekenen, dan is het voor hem voordeliger als u de BTW-regeling toepast. Hij kan dan de BTW over zijn aankopen als voorbelasting aftrekken. Bij elke afzonderlijke verkoop kunt u er voor kiezen om niet de margeregeling toe te passen maar de BTW-regeling. Als uw klant dus wil dat u hem BTW in rekening brengt mag u de BTW-regeling toepassen. In dat geval berekent u BTW over de hele verkoopprijs." Let erop dat goederen die volgens de normale BTW-regels worden verkocht zowel voor de inkoop als voor de verkoop geen margegoederen meer zijn.

Vóór 1 juli 2005 hoefde voor een bestelauto geen BPM te worden betaald. Voor een auto met eerste registratie vóór die datum geldt voor de bijtelling (IB en BTW) de catalogusprijs inclusief BTW, maar zonder de BPM. Overigens is zo'n auto nu of binnenkort ouder dan 15 jaar. Dan geldt voor de IB een bijtelling van 35% van de dagwaarde.

Niet elke pick-up kwalificeert voor de belastingdienst automatisch als bestelauto. Daarvoor geldt een aantal voorwaarden. Zie dit schema.

De margeregeling geldt binnen alle landen van EU, dus ook voor Spanje. Net als bij inkopen binnen Nederland, stel je dus een inkoopverklaring op. Ik neem even aan dat de inkooprijs hoger is dan € 500. Vervolgens is de afhandeling van de verkoop hetzelfde als bij goederen, die in Nederland zijn ingekocht. Doorgaans valt deze verkoop onder de margeregeling. Bij verkoop aan een ondernemer kan op verzoek ook de normale BTW-regeling worden toegepast.

Volgens de informatie van de SVB wordt er per verzekerd jaar 2% aan AOW-rechten opgebouwd (50 x 2% = 100%): Waarom vrijwillig verzekeren Als u in Nederland woont of werkt, bent u meestal verzekerd voor de AOW en de Anw. Per verzekerd jaar bouwt u 2% AOW op. U krijgt een volledig AOW-pensioen als u in de 50 jaar voor uw AOW-leeftijd altijd verzekerd bent geweest. Komt u te overlijden, dan kan uw partner alleen een nabestaandenuitkering Anw krijgen als u verzekerd bent voor de Anw.

Misschien niet het belangrijkste punt van kritiek, maar ik werd vandaag maar liefst twee maal gefeliciteerd met mijn verjaardag: om 0.05 en 9.55 uur.