Lex van Roode

Ja, zo zou ik het doen (eventueel afgerond op hele Euro's).

De margeregeling is uitsluitend bestemd om de BTW-afdracht te berekenen. De bepaling van voorraadwaarde en winst vinden op de normale wijze plaats. De voorraad margegoederen wordt doorgaans gewaardeerd op de aanschafprijs. Hier mag je de BTW dus (nog) niet uithalen. Van deze goederen staat immers nog niet vast dat ze ook als margegoederen worden verkocht. Ze kunnen tenslotte ook met BTW worden verkocht of geëxporteerd naar buiten de EU. Zie ook dit artikel. Voor de bepaling van de winst ga je uit van de verkopen en bijbehorende inkoopwaarde, beide exclusief BTW. Een eventueel BTW-verschil dat hieruit ontstaat, boek je als "Overige schulden". Dit bedrag moet je waarschijnlijk ooit afdragen, maar nu nog niet. Je neemt het dan ook niet op onder "Schulden omzetbelasting".

Even voor alle duidelijkheid: je hebt over 2016 een beschikking van een negatieve jaarmarge. Dat is het verschil tussen de marge-verkopen en de marge-inkopen. Er is dan nog geen sprake van een BTW-bedrag. Het marge-bedrag van de beschikking trek je af van het berekende marge-bedrag over heel 2017. Als het resultaat positief is, bereken je daar de BTW over (21/121 x marge). Als je in andere kwartalen ook al marge-omzet en -BTW hebt aangegeven, trek je die daar van af. In de aangifte vul je dan bij vraag 1a in: links het bedrag exclusief BTW (marge - BTW) en rechts het BTW-bedrag. Als je ook nog andere omzet hebt (niet-marge) tel je die erbij.

De KOR is alleen van toepassing als je over een jaar (totaal) BTW moet betalen. Jij krijgt over het hele jaar (totaal) € 138 terug (17 + 371 - 137 - 113). Er valt in jouw geval niets kwijt te schelden, dus geen KOR.

OK. Totaal BTW over omzet = € 686 Aangegeven 1 t/m 3 = € 514 Aangifte 4e kwartaal = € 172 Totaal voorbelasting = € 824 Aangegeven 1 t/m 3 = € 695 Aangifte 4e kwartaal = € 129 Te betalen € 172 - € 129 = € 43

Je kunt best BTW terugontvangen, alleen begrijp ik uit de vraag dat je gebruik hebt gemaakt van de KOR. Dat laatste kan niet, maar misschien heb ik dat verkeerd begrepen. Wanneer je geen gebruik hebt gemaakt van de KOR, kan ik aangiftebedragen voor het vierde kwartaal zo geven.

De KOR is een regeling waarbij een klein bedrag dat per saldo over een heel jaar aan BTW zou moeten worden afgedragen geheel (t/m € 1.345) of gedeeltelijk (t/m € 1.883) wordt kwijtgescholden. In het gunstigste geval wordt alle BTW kwijtgescholden en betaal je dus niets. Toepassing van KOR en teruggaaf van BTW gaan doorgaans niet samen. Als de KOR is toepast, lijkt mij dit op het eerste gezicht niet terecht. (ik ga er even van uit dat alle prestaties met BTW zijn belast en er geen sprake is van import, export of verlegde BTW) Voor de juiste berekening en eventueel benodigde correcties zijn ook de KOR-bedragen nodig die per kwartaal zijn aangegeven. Die zie ik niet in het overzicht staan.

Beste Derk, De KOR-berekening klopt (aangenomen dat er geen sprake is van import, export of verlegde BTW). De KOR-vermindering is € 708 (afgerond). Je hebt in de eerste 2 kwartalen al € 500 KOR aangegeven. In de aangifte over het 4e kwartaal geef je de resterende € 208 KOR aan. Je betaald dan uiteindelijk € 1.000 - € 208 = € 792. Over het 3e kwartaal heb je al € 100 betaald. Totaal BTW-afdracht over het hele jaar is dan € 892. De KOR-vermindering geef je in de aangifte inkomstenbelasting op als bijzondere bate.

Je telt de negatieve jaarmarge van 2016 bij de jaarmarge van 2017. Over deze totale marge bereken je het BTW-bedrag. Als blijkt dat je in eerdere kwartalen van 2017 teveel BTW over de kwartaalmarges hebt afgedragen, corrigeer je dat in de eerste aangifte in 2018. Naar mijn mening is dat de aangifte over het 4e kwartaal van 2017. Als de jaarmarges over 2016 en 2017 samen negatief zijn, vraag je weer een beschikking aan voor (het restant van) van de negatieve jaarmarge. Zie ook onderstaand schema van de belastingdienst:

Hier vind je de regels voor bestelauto's (o.a. met dubbele cabine). Verkoop aan echtgenote lijkt mij geen probleem.

Desinvesteringsbijtelling Die is inderdaad niet van toepassing. De auto wordt verkocht meer dan 5 jaar na het begin van het jaar waarin investeringsaftrek werd toegepast. Dus na 1 januari 2018. Investeringsaftrek Bij volledige betaling in 2017 en ingebruikname in 2018 kan in 2017 investeringsaftrek worden toegepast. KIA geldt wel voor bestelauto's, (meestal) niet voor personenauto's (soms wel MIA).

Beste Julia, Ik gebruikt deze pragmatische methode ook al jaren en ik denk vele collega's met mij. Hiermee voorkom je het onnodig heen en weer schuiven van bedragen. Bovendien ondervindt de belastingdienst er geen enkel nadeel van. Formeel heeft de medewerkster wel gelijk, maar dit lijkt mij toch de handigste oplossing. Probeer eventuele BTW-correcties in een volgende BTW-aangifte binnen hetzelfde jaar te maken. Dat mag bij BTW-correcties tot € 1.000. Een suppletie is dan niet nodig.

Je hoeft geen aanvraag te doen. Je vermeldt de betreffende bedragen na afloop van het jaar in (het zakelijk gedeelte van) de aangifte inkomstenbelasting. Je belastbare winst wordt dan automatisch verlaagd.

Althans de BTW over de verbruikskosten. Voor de BTW geldt dan: Zakelijk gebruik van de privé-auto. Voor alle duidelijkheid: het stukje over de mogelijkheid om BTW over de marge-auto te berekenen, heeft betrekking op de aanschaf van de auto (bij een autohandelaar), niet over de verkoop (door een niet-autohandelaar).

Nee, dat is niet juist. Als de auto voor de BTW als privé wordt geëtiketteerd, wordt de verkoop voor de BTW ook als privé beschouwd. Privépersonen hoeven/kunnen/mogen over hun verkopen geen BTW (te) berekenen.

Aangezien de BTW op de aanschaf niet kan worden verrekend, wordt de "nieuwe" auto voor de BTW als privé geëtiketteerd. In dat geval is er bij de verkoop van deze auto ook geen BTW verschuldigd (wel bij de verkoop/inruil/overname van de "oude"). Met een kilometeradministratie kan een evenredig deel van de BTW over de verbruikskosten worden verrekend. Zonder kilometeradministratie verreken je alle BTW, met een correctie voor privégebruik van 1,5% van de cataloguswaarde. Overigens heeft een autohandelaar altijd de keuze om een marge-auto met BTW aan een ondernemer te verkopen. Soms staan ze daar afwijzend tegenover en/of beweren dat dat niet mag. Website van de belastingdienst: "U mag bij alle margegoederen ervoor kiezen om BTW te berekenen over de verkoopprijs in plaats van over de winstmarge. Dat is voordelig als uw klant ondernemer is en recht heeft op aftrek van BTW.".

Als niet aan het urencriterium wordt voldaan, kan toch sprake zijn van ondernemerschap voor de inkomstenbelasting. Je komt dan weliswaar niet in aanmerking voor de zelfstandigen- en startersaftrek, maar wel voor de MKB-vrijstelling (alleen gunstig bij winst) en investeringsaftrek.

In navolging van Nedzhibe gaat mijn voorkeur ook uit naar een vrouwelijke kandidaat. Ik wil de vragen graag stellen aan Anouk V. 1) Wat doe je of doet je bedrijf precies? 2) Wat betekent innovatief zijn voor je, en waar onderscheid je je in van anderen? 3) Welk boek, film of welk televisieprogramma kun je iedereen aanraden? 4) Hoe ben je enthousiast betrokken geraakt bij Higherlevel.nl ? Als bonusvraag (5): hoe zou het komen dat er relatief weinig vrouwen op dit forum actief zijn en hoe zou het vrouwelijk aandeel kunnen vergroot?

Vergeet niet een bankrekeningnummer door te geven waar die teruggaaf op gestort moet worden. Dat kan (nu al) met een formulier dat je vindt op dezelfde website als waar je de BTW-aangifte doet.

Onder bepaalde voorwaarden zou de auto onder de margeregeling kunnen vallen. De vraag is of in dit geval aan deze voorwaarden wordt voldaan. Uit de handleiding "BTW bij de handel in gebruikte goederen": "Voor de berekening van de winstmarge en de af te dragen BTW bij de verkoop van gebruikte goederen na gebruik als bedrijfsmiddel kunnen bijzondere regels gelden. Maar u kunt de margeregeling wel toepassen als: – het goed door dat gebruik geen waardedaling van betekenis heeft ondergaan of – bij inkoop het goed altijd bestemd is geweest voor verkoop Voorbeeld: U koopt een gebruikte auto en na tijdelijke verhuur wordt de auto weer verkocht" Overigens is de margeregeling alleen bestemd voor de berekening van af te dragen BTW, niet voor de bepaling van winst of boekwaarde. Als deze auto binnen de margeregeling zou vallen, is er m.i. wel (boek)winst, maar (even afgezien van andere marge-in- en -verkopen) een negatieve marge volgens de margeregeling (dus geen BTW-afdracht).

@Rik, Wanneer je zelf iemand anders wilt machtigen, krijg je de machtigingscode direct op het scherm. Alleen als je zelf gemachtigd wilt worden, duurt dat maximaal 5 werkdagen (meestal minder).

In aanvulling op Ward: Hier zijn wel enkele voorwaarden verbonden: 1. De leverancier moet (ook) jouw BTW-nummer op zijn factuur vermelden 2. De leverancier moet op zijn factuur vermelden dat de BTW naar jou is verlegd Bijvoorbeeld: “Umkehrung der Steuerschuldnerschafft". Met name als als een leverancier daar niet regelmatig mee te maken heeft, is het verstandig dat even van te voren af te stemmen. Je moet voorkomen dat er (Duitse) BTW op de factuur wordt berekend.

Dat klopt. Voor de controle wordt deze formule gebruikt: Beginvermogen + Winst + Privéstortingen - Privé-onttrekkingen = Eindvermogen of Eindvermogen + Privé-onttrekkingen - Beginvermogen - Privéstortingen = Winst

Mogelijk kan gebruik worden gemaakt van de Artiestenregeling en/of de Gageverklaring.

Beste Roy, De oudedagsreserve (OR, voorheen FOR) is een persoonlijke zaak. Elk vennoot heeft daarbij dus alleen te maken zijn eigen ondernemingsvermogen en OR-stand, -toename en -afname. Een OR-afname is bij een negatief eigen vermogen alleen verplicht, indien zich tegelijkertijd één van de volgende situaties voordoet: • U staakt de onderneming geheel of gedeeltelijk • U hebt op 1 januari van het kalenderjaar de AOW-leeftijd bereikt • U voldoet dit kalenderjaar en het vorige kalenderjaar niet aan het urencriterium In alle andere gevallen kan de OR gewoon blijven bestaan. Het antwoord is dus: Ja.