• Zoek op auteur

Inhoudstype


Forums

  • Innovatieve nieuwe bedrijfsideeën
    • Innovatieve nieuwe ideeën
    • Intellectueel eigendomsrecht en productbescherming
    • Ondernemen in ICT
    • Ondernemen in Landbouw, Visserij, Life Sciences, Chemische, Milieu- en Energietechnologie
  • Bedrijfsstrategie, ondernemingsplannen en bedrijfsprocessen
    • Ondernemingsplan en businessplanning
    • Commercie en marketing
    • Groei!
    • Operationeel en logistiek
    • Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen [nationaal én internationaal]
    • Wat vinden jullie van mijn...
    • Aansprakelijkheid en risicobeheer
  • Financiering, juridische en fiscale zaken
    • Financiering
    • Contracten en aanverwante onderwerpen
    • Rechtsvormen, vennootschaps- en ondernemingsrecht
    • Arbeidsrecht
    • Fiscale zaken
    • Administratie en verzekeringen
    • KvK, UWV en overige juridische zaken
  • Internationaal ondernemen
    • Internationaal ondernemen
  • ICT & Cyber security
    • ICT, Automatisering en internet
    • Cyber security
  • Leiderschap en (crisis)management
    • Leiderschap en (zelf)management
    • Herrie in de zaak
  • Overheidszaken voor bedrijven
    • De overheid en ondernemers
    • Onderwijs- en universiteitsbeleid
  • Vaste rubrieken
    • ik zoek een ...
    • Columns en octrooiblogs
    • Video's en Webinars
    • Nieuws en artikelen
    • Wedstrijden, beurzen en evenementen
    • MediaBoard
    • Testforum
  • Stamtafel
    • Over Higherlevel.nl
    • Nieuwsflits
    • Bugs en errors?
    • Off Topic

Blogs

Er zijn geen resultaten om weer te geven.


Zoek resultaten in...

Zoek resultaten die het volgende bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst geüpdate

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Registratiedatum

  • Start

    Einde


Groep


Voornaam


Achternaam


Bedrijfs- of organisatienaam


Email


Websiteadres


Vestigingsplaats

  1. Moeten of mogen? Zoals je in het aangehaalde stuk kunt lezen hoef jij jouw echtgenote helemaal niets te betalen. Hoe stelt het UWV dit, als een plicht of als een optie? Ik neem aan dat dit zwart op wit staat op briefpapier van het UWV? Ja, dat kan maar hoeft niet. Het is wel het meest zuiver als je dit bedrag gewoon naar haar overmaakt. Zeker! In jouw aangifte IB zijn dit kosten die in mindering gebracht worden op de winst. Eind 2014 mag je (12 x € 872,00 =) € 10.464,00 als kosten aftrekken. Voor jouw vrouw zijn dit inkomsten. Zij geeft dus € 10.464,00 op als Resultaat uit Overige Werkzaamheden en betaalt daar dus inkomstenbelasting over. Het uitgangspunt is altijd dat het ergens aangeven moet worden, als het bij jou een aftrekpost is moet het ergens anders als inkomen worden opgeteld, in dit geval bij jouw vrouw.
  2. Ja je moet ook inkomstenbelasting betalen als je geen geld onttrekt uit je bedrijf. Je betaald belasting over de winst, niet over de onttrekking. Of het onder resultaat uit overige werkzaamheden valt of onder winst uit onderneming is afhankelijk van de omstandigheden. Ook als je minder dan de urennorm werkt kan je voor de inkomstenbelasting aangemerkt worden als ondernemer en dus moet je aangifte over winst uit onderneming doen. Je hebt dan echter geen recht op de ondernemersfaciliteiten zoals bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek, fiscale oudedagsreserve en startersaftrek (de investeringsaftrek (KIA) valt hier dan weer niet onder).
  3. Dat is het nadeel van een eenmanszaak, zakelijk en privé zijn verweven. Nou, ik zelf denk aan winst uit onderneming in plaats van Resultaat uit overige werkzaamheden. Tenminste, als je serieus aan Een bedrijf gaat werken, Dat je geen recht hebt op deze faciliteiten betekent nog niet dat je geen ondernemer voor de inkomstenbelasting bent.
  4. dsmit

    linkspam Bonque

    Inleiding Ondernemers en dga’s opgelet! Voor degene die het Belastingplan 2013 niet hebben meegekregen, er wordt min of meer afgezien van het horizontaal toezicht. Er zal vaker steekproefsgewijs worden gecontroleerd. De informatiebeschikking De Belastingdienst, dit zie je in de praktijk, maakt steeds vaker gebruik van de informatiebeschikking. Eigenlijk gewoon een vragenbrief. Dus je kan steeds vaker een brief verwachten met daarin een gevraagde verduidelijking betrekking hebbend op je aangifte Inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting. Hier dien je gehoor aan te geven. Als tip; let op concrete vragen van de belastingdienst. Een algemene vraag - zoals; "hoezo is dit geen winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden?" - die hoef je niet te beantwoorden. Op dat soort vragen kun je gewoonweg stellen, het is aan u om te bewijzen of een bepaald bestanddeel ook als inkomensbestanddeel moet worden gezien. Maar veelal zal de Belastingdienst concrete vragen stellen. Zoals; "Kunt u mij de hypotheekjaaropgaaf verstrekken?" of "Kunt u mij de lijfrentepolis verstrekken?". Dit zijn, zeker voor Ib-ondernemers, aandachtspunten. Niet alleen de zaken rondom je onderneming dienen in orde te zijn, ook dat soort dingen. Boekenonderzoek Een aantal bedrijven zijn al geconfronteerd met een boekenonderzoek die steekproefsgewijs worden verricht. Er zal dan een belastingambtenaar langskomen en bepaalde stukken willen inzien. Nu staat hij niet plotseling voor je deur. Maar dit zal eerst met de dga of ondernemer worden afgestemd middels briefwisseling. Handig is om vooraf te verzoeken, welke stukken de ambtenaar wil inzien. Dit is toegestaan. Van deze stukken kun je vervolgens zelf een kopie maken, of de ambtenaar dat ter plekke laten doen. Verder is het slim, indien de ambtenaar bij je bedrijf langskomt, hem te stationeren in een aparte kamer, waarin een kopieerapparaat staat. En, uiteraard, voorzien met de door hem gevraagde stukken. De ambtenaar mag dan niet, in een andere kamer gaan lopen en zomaar stukken gaan inzien. Dit belemmert de bedrijfsvoering. De door de ambtenaar op gevraagde stukken dienen wel aanwezig te zijn. Denk aan een kopie van een paspoort van alle werknemers. Conclusie De boekenonderzoeken en de informatiebeschikkingen zullen komend belastingjaar in ieder geval behoorlijk toenemen. Zorg dus dat je de administratie bijwerkt en op orde hebt. Overigens is de Belastingdienst hiertoe zijn capaciteit aan het vergroten. Er staan namelijk behoorlijk wat vacatures open bij de Belastingdienst.
  5. Ik kan je niet adviseren of je moet kiezen voor ‘winst uit onderneming’ of ‘Resultaat uit overige werkzaamheden’. De gegevens die je invult op het inschrijfformulier worden door ons beoordeeld om te bepalen of je ondernemer voor de inkomstenbelasting bent, voor de omzetbelasting, of allebei. Probeer het zo goed mogelijk in te schatten, en aangezien het een inschatting van de toekomst is, zijn er geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden. Misschien helpen de criteria van ondernemerschap voor de inkomstenbelasting en omzetbelasting op onze website bij je inschatting. met vriendelijke groet, Ronald Webcareteam Belastingdienst
  6. Beste allen, Hartelijk dank voor de reacties en de tips. Ik ga er alles aan doen te proberen naar de startersdag te kunnen. Helaas voor mij, kan ik voor nu het antwoord op mijn vraag hier alleen niet uithalen. Deze vraag kan Ronald waarschijnlijk het beste en snelst beantwoorden. Hoe dien ik mij in te schrijven bij de KvK? Zelfs op de websites wordt mij weinig duidelijk. Bij het inschrijfformulier vraagt men welke inkomsten ik zal genieten: - Winst (of verlies) uit onderneming - Resultaat uit overige werkzaamheden - Loon - Een uitkering Ik neem aan dat ik moet kiezen voor winst uit onderneming. Ik investeer alleen mijn eigen kennis en dat verwacht ik ooit uitbetaald te krijgen (in februari). Maar het kan ook een resultaat zijn. (Loon en uitkering valt af, ik ben zelfstandig ondanks dat ik samenwerk met partijen). Maar hoe gaat de Belastingdienst mij nu zien? Wordt ik nu ondernemer voor de inkomstenbelasting? Deze tekst is een kopie van website van de Belastingdienst en is één van de zaken waarop de Belastingdienst mij gaat beoordelen: "Als u erg veel tijd aan een activiteit besteedt zonder dat dat rendement oplevert, is er meestal geen sprake van een onderneming. U moet daarentegen wel voldoende tijd aan uw werkzaamheden besteden om deze rendabel te maken." Ik wil me zo graag inschrijven maar dit kwartje wil maar niet vallen.
  7. Niet gevonden wat je zoekt?

    Wij helpen je graag! Higherlevel is het grootste ondernemersforum van Nederland.

    24/7 kun je gratis je vragen stellen en je hebt binnen een paar uur antwoord!

  8. Pas op, dit is een "longread", en waarschijnlijk qua tekst iets teveel gericht op de pensioen incrowd. Maar ik ben toch wel heel benieuwd hoe jullie tegen deze materie aankijken, dus ik hoop dat jullie de moeite willen nemen om de lap tekst te lezen en me je mening erover te willen geven. Bij voorbaat dank! Allereerst, zelfstandigen zonder personeel (ZZP) of IB-ondernemer? n de media en in de politiek vindt momenteel een discussie plaats over het gebrek aan mogelijkheden voor pensioenopbouw voor de ZZP-er. Maar in mijn beleving bestaat ‘De ZZP-er’ niet, of er is in ieder geval geen vastomlijnde definitie voor hem/haar. Er zijn ZZP-ers die DGA van een B.V. zijn, er zijn ZZP-ers die een eenmanszaak hebben en er zijn ZZP-ers die naast een loondienstverband resultaat uit overige werkzaamheden genereren. Daarnaast zijn er ook eigenaren van eenmanszaken met personeel en ondernemers die vennoot in een V.O.F. zijn of maat in een maatschap, al dan niet met personeel, die tegen dezelfde problematiek aanlopen voor wat betreft de pensioenopbouw als de ZZP-er uit het eerder aangehaalde maatschappelijke debat. Volgens mij moet er daarom niet een pensioenoplossing komen voor ‘De ZZP-er’, maar moet er een pensioenoplossing komen voor de IB-ondernemer. Waarom pensioen? Wat heeft het eigenlijk voor nut, een pensioenregeling? Voor de persoon die pensioen opbouwt (hierna de deelnemer), is het fijn om op enig moment zijn arbeid te kunnen staken en toch zijn levensstijl op peil te kunnen houden. Er zijn beroepen die op een bepaalde leeftijd geestelijk of lichamelijk niet meer vol te houden zijn (stratenmaker, leraar, verpleger). De Nederlandse oudedags- basisvoorziening, de AOW, geeft wel een bestaansminimum maar zal voor weinig mensen voldoende zijn om dezelfde levensstandaard te kunnen genieten als toen er nog inkomen uit arbeid gegenereerd werd. Ook voor de partner van de deelnemer is een pensioenregeling nodig, omdat er doorgaans een nabestaandenpensioen in de pensioenregeling is meeverzekerd. Indien de deelnemer onverhoopt voor pensionering komt te overlijden, komt er voor de nabestaande een inkomen uit de pensioenregeling van de deelnemer. Maar ook voor de samenleving/gemeenschap is het belangrijk dat er pensioenregelingen bestaan. Doordat er pensioenregelingen bestaan hoeft er minder gebruik gemaakt te worden van onze sociale voorzieningen. De weduwe van de deelnemer krijgt een nabestaandenpensioen en valt daardoor mogelijk niet (volledig) op de bijstand terug. En de hulpbehoevende gepensioneerde deelnemer kan uit zijn pensioenuitkering zelf zorg aan huis betalen en hoeft daarom niet de AWBZ aan te spreken. Omdat de overheid ook van bovengenoemde voordelen overtuigd is, stimuleert zij pensioenopbouw. Dit doet zij onder meer door een fiscaal voordeel te verlenen over dit gedeelte van het inkomen, de zogenaamde omkeerregel. Ook heeft zij door middel van wetgeving het mogelijk gemaakt dat bepaalde bedrijfstakken een voor alle werkgevers en werknemers in die bedrijfstak verplichtgestelde pensioenregeling konden regelen. En er is wettelijk vastgelegd dat het pensioen van de deelnemers veilig gesteld dient te worden. Bedrijfstakpensioenfondsen In 1948 heeft de overheid de Wet BPF ingevoerd. Door deze wet konden bedrijfstakken een pensioenregeling dwingend aan de hele bedrijfstak opleggen. Deze verplichtstelling had indertijd als doel om “het wegnemen van de mogelijkheid om door het niet geven van pensioen een voorsprong op de vakgenoten te hebben” (TK 785, nr.5, p.11). Het doel was dus feitelijk om gelijke arbeidsvoorwaarden te creëren binnen de bedrijfstak. Dit had ook gedaan kunnen worden door ook de pensioenparagraaf van de cao algemeen verbindend te verklaren. Hiervoor is echter niet gekozen omdat de cao alleen gold voor werknemers in loondienst. En met name binnen de landbouw, destijds de grootste bedrijfstak in Nederland, wilde de sociale partners dat de pensioenplicht ook voor de zelfstandigen zou gelden. (Lutjens, Een halve eeuw solidariteit, 1999) Het is dus interessant om te zien dat een van de redenen dat de Wet BPF als zodanig is ingevoerd het gedwongen pensioen voor zelfstandigen was, maar dat al snel de mogelijkheid om zelfstandigen inderdaad verplicht deel te laten nemen ongebruikt is gebleven. Momenteel zijn binnen BPF-Bouw en BPF-Schilders een aantal beroepen verplicht deel te nemen, ook als IB-ondernemer. De andere bedrijfstakpensioenfondsen laten deze mogelijkheid onbenut. Indien de overheid het echt als taak ziet om pensioenopbouw zoveel mogelijk op een verplichte manier te stimuleren, dan zou zij de sociale partners kunnen vragen om de verplichtstelling op een dusdanige manier aan te passen dat er meer IB-ondernemers onder de verplichtstelling komen te vallen. Overigens is het mijn persoonlijke mening dat de overheid juist de omgekeerde weg zou moeten bewandelen en de verplichtstelling van die enkele ondernemer in BPF-Bouw en BPF-Schilder zou moeten afschaffen. Er is een enorme rechtsongelijkheid tussen die kleine groep verplichtgestelde IB-ondernemers en de hele grote groep niet-verplichtgestelde IB-ondernemers. Beroepspensioenfondsen In mijn opinie zijn de beroepspensioenfondsen een onderbelicht onderdeel van ons pensioensysteem, zeker in de discussie omtrent een pensioenoplossing voor IB-ondernemers. Er zijn momenteel 11 beroepspensioenfondsen. Dit zijn: Apothekers (2.721 actieven) Dierenartsen (3.369 actieven) Fysiotherapeuten (18.553 actieven) Huisartsen (9.971 actieven) Loodsen (432 actieven) Medisch Specialisten (7.702 actieven) Notarissen (3.220 actieven) Roeiers (238 actieven) Tandartsen (geen actieve pensioenopbouw) Verloskundigen (1.950 actieven) Zelfstandige kunstenaars (5.849 actieven) Een groot deel van de deelnemers aan bovengenoemde fondsen is IB-ondernemer. Daarom vind ik het raar dat deze fondsen vrijwel nooit in de discussie betrokken worden. De beste manier om in een collectieve sfeer een pensioenoplossing voor IB-ondernemers te creëren is in mijn beleving door het instellen van vrijwillige beroepspensioenfondsen. Dit zou kunnen door de Wet Verplichte Beroepspensioenregeling dusdanig aan te passen zodat er ook ruimte voor vrijwillige beroepspensioenregelingen komt. Of er zou een eigen Wet Vrijwillige Beroepspensioenregeling gemaakt kunnen worden. Het charmante van deze oplossingen is dat er hierdoor weinig andere wetten aangepast hoeven worden. En de aanpassingen die er nodig zijn, zijn vrij gering ten opzichte van de alternatieven. Volgens mij is er ook een precedent voor het vrijwillig deelnemen in een beroepspensioenfonds. Per 1 januari 1996 is de premieafdracht in het pensioenfonds voor tandartsen gestaakt. Maar er is toen nog de mogelijkheid geboden om vrijwillig over 1996 premie af te dragen. Omdat IB-ondernemers in alle mogelijke beroepen en bedrijfstakken voorkomen, lijkt het mij niet zinnig om de vrijwillige beroepspensioenfondsen via beroepen of bedrijfstakken in te richten. Op nieuwe mini-fondsen als de Roeiers en de Loodsen zit niemand te wachten. Beter lijkt het mij als de huidige belangenorganisaties van IB-ondernemers met een verzekeraar of PPI een regeling inrichten voor in eerste instantie alleen hun leden. Nadat deze regelingen goed zijn ingesteld kunnen de regelingen ook voor niet-leden worden opengesteld. Ook voor wat betreft de regeling kan goed gekeken worden naar de huidige beroepspensioenfondsen. Fondsen als die van de fysiotherapeuten en de huisartsen zijn ingesteld op zowel waarnemers als eigenaren van een grote praktijk. En de zelfstandig kunstenaars hebben net als sommige IB-ondernemers over het algemeen zeer wisselende inkomsten. Door de “best-practice” van de huidige beroepspensioenfondsen over te nemen, kunnen de toekomstige vrijwillige beroepspensioenfondsen echt van toegevoegde waarde zijn ten opzichte van het huidige bestel. Waarom 2e pijler en niet 3e pijler? Een van de redenen dat pensioen veilig gesteld moet worden buiten de onderneming is dat er bij een faillissement van de onderneming geen verlies van pensioenaanspraak mag optreden. Dit is meteen de meest belangrijke reden waarom de toekomstige pensioenregeling voor IB-ondernemers in de 2e pijler ondergebracht moet worden en niet in de 3e pijler. Naast een eventuele aanspraak op het 3e pijler vermogen bij een faillissement wordt het 3e pijler vermogen ook gebruikt bij de vermogenstoets voor de bijstand. Beide aspecten vind ik bijzonder onwenselijk. Een ander heel belangrijke reden is de Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding. Deze wet is niet van toepassing op 3e pijler pensioenproducten. En helaas is het zo dat enerzijds het percentage echtscheidingen bij ondernemers hoger is dan het landelijk gemiddelde en anderzijds dat ondernemers meer dan gewone werknemers kostwinnaar zijn. Door die twee aspecten is het bijzonder belangrijk dat de Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding van toepassing is op de toekomstige pensioenregeling van de IB-ondernemers. Vanuit de PZO heb ik begrepen dat de overheid van mening is dat de 2e pijler alleen voorbehouden is voor verplichte pensioenregelingen. Dit is echter niet zo. Naast de verplichtgestelde beroepen en bedrijfstakken hebben er ook ongeveer 270 ondernemingen een pensioenfonds. Deze ondernemingen zijn dit niet verplicht geweest, maar hebben dat gedaan om goede arbeidsvoorwaarden voor hun werknemers te kunnen bieden. Ook zijn er een aantal bedrijfstakpensioenfondsen waar geen verplichtstelling voor geldt. Bijvoorbeeld het Pensioenfonds voor de Groothandel of het Pensioenfonds ICK. En er zijn duizenden ondernemingen die een regeling bij een verzekeraar hebben gesloten, of vrijwillig aansluiting hebben gezocht bij een verplichtgesteld BPF. Daarnaast valt ook het pensioen van de DGA in de 2e pijler. Dit geldt zowel voor het pensioen in eigen beheer als het verzekerde pensioen van de DGA. De DGA kan op ieder moment zijn pensioentoezegging naar de toekomst toe wijzigen. Hij kan dus in slechte tijden besluiten geen toekomstige pensioenopbouw meer te doen. Een meer vrijwillige vorm van pensioen is er niet denkbaar. Het is evident niet juist om te beweren dat de 2e pijler alleen voorbehouden is aan verplichte pensioenregelingen. Indien de overheid vast wenst te houden aan het argument dat pensioenopbouw in de 2e pijler niet geheel vrijblijvend mag zijn, zou er een bindende clausule in de nieuwe pensioenregeling voor IB-ondernemers kunnen worden opgenomen. Zo’n clausule zou de IB-ondernemer kunnen verplichten om nadat hij eenmaal heeft besloten om pensioen op te gaan bouwen, dit vol te houden tot hij zijn onderneming staakt, zijn pensioendatum bereikt of er economische omstandigheden zijn waardoor het niet langer zakelijk is om pensioenpremie te blijven afdragen. Een beetje zoals bij PW artikel 12. Tot slot wil ik nog een persoonlijk argument aanvoeren om de pensioenoplossing in de 2e pijler te creëren en niet in de 3e pijler. Dit argument is onze onbetrouwbare overheid. Bij mijn ontslag van Nationale-Nederlanden heb ik mijn ontslagvergoeding in een stamrecht B.V. gestort met als doel om een extra pensioenuitkering te kunnen doen. Dit zodat ik de komende jaren als IB-ondernemer geen dure individuele lijfrente hoefde aan te schaffen. Ik verwacht over een tweetal jaar van IB-ondernemer over te kunnen gaan naar DGA en dan ga ik natuurlijk mijzelf weer een 2e pijler pensioen toezeggen. Maar nu heeft onze overheid bedacht dat ik wellicht tegen een gunstig belastingtarief mijn stamrecht B.V. weer leeg kan trekken. Indien dit tarief gunstiger is dan mijn verwachte belastingdruk na pensioendatum, ben ik een dief van mijn eigen portemonnee als ik dit niet doe. Dus wellicht ga ik nu toch mijn eigen pensioenvoorziening liquideren, omdat de overheid dit stimuleert. Indien de pensioenoplossing voor de IB-ondernemer in de 3e pijler gecreëerd wordt, is het zeer goed denkbaar dat bij de volgende crisis iedere IB-ondernemer dit potje weer mag openen om de economie weer op gang te brengen. Maar dat is niet het doel van een pensioenvoorziening. De eekhoorns eten hun wintervoorraad dan bij de eerste herfststorm op. Conclusie Het is mijn stellige overtuiging dat er niet alleen naar een pensioenoplossing voor de ZZP-er moet worden gekeken, maar naar een pensioenoplossing voor alle IB-ondernemers. En ik ben er ook van overtuigd dat de oplossing in de 2e pijler moet worden gecreëerd, en niet in de 3e pijler. Tot slot denk ik dat er veel geleerd kan worden van de huidige verplichtgestelde beroepspensioenfondsen.
  9. Beste Bauke, Je kunt je aanmelden als ondernemer bij de Belastingdienst. Wij beoordelen dan of je ook daadwerkelijk ondernemer bent. Waarschijnlijk verricht jij freelancewerkzaamheden. Je staat dan bij de Belastingdienst bekend als resultaatgenieter en je geeft je (neven)inkomsten aan bij Resultaat uit overige werkzaamheden. Je mag een factuur opstellen zonder zelf een btw-nummer te hebben. Deze factuur is met name van belang voor je klanten. Stel je factuur wel dusdanig op dat alle verplichte gegevens op de factuur vermeld staan. Wil je helemaal zeker zijn van je zaak, ga dan naar een van de voorlichtingsavonden die de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel samen geven omtrent het starten van een onderneming. Omdat het bij jou de vraag is of je ook daadwerkelijk een onderneming moet starten, kun jij je vraag hier stellen aan medewerkers van de Belastingdienst. Als je dan ook ondernemer bent, ben je meteen op de hoogte van jouw rechten en plichten als ondernemer. Pim Webcareteam Belastingdienst
  10. JA, op voorwaarde dat deze kosten ook voor de winstbepaling voor de inkomstenbelasting aftrekbaar zijn. Een voorbeeld: kosten van een auto die niet op de balans staat, zijn niet aftrekbaar (wel 19 cent per zakelijke kilometer). Ander voorbeeld: boetes van de overheid zijn niet aftrekbaar. Derde voorbeeld: inrichtingskosten van een werkruimte in de eigen woning zijn niet aftrekbaar Dat mag, maar dat hoeft niet. Dat is volledig afhankelijk van je totale verdiensten in dit kalenderjaar, je aftrekposten zoals hypotheekrente, alimentatie, et cetera. Even makkelijk: 7500 omzet (ex btw) minus 1400 kosten (ex btw) maakt een winst van 6.100 Vermoedelijk val je voor de omzetbelasting onder de kleine ondernemersregeling en mag je de verschuldigde btw houden. Dat voordeel, wat ik gemakshalve even schat op 1300 euro, tel je bij je winst op. Je geschatte winst is nu 6100 + 1300 = 7400. Als de activiteiten substantieel genoeg zijn om aangemerkt te worden als 'winst uit onderneming' (en niet als 'resultaat uit overige werkzaamheden') heb je recht op de mkb-winstvrijstelling van 14% De winst waar je belasting over moet betalen is dan 7400 minus 14% = 6.364. Ik heb het twee keer nagerekend, maar misschien komt Jamie of Norbert me hier nog op verbeteren want ik ga hier vaker de mist mee in :P Over die 6.364 ben je inkomstenbelasting verschuldigd. Dat varieert van 37% tot 52%, afhankelijk van je overige inkomsten en aftrekposten. Je bent ook 5,65% bijdrage zorgverzekeringswet verschuldigd, TENZIJ je overige inkomsten (waar al bijdrage zorgverzekeringswet over betaald is) boven de pakweg 50.000 uitkomen. Kortom, reken op ongeveer de helft dan valt het meestal mee.
  11. Beste Gerard, Ijsselq en anderen, ik heb meegelezen met dit topic omdat ik zelf op zoek ben naar het antwoord op de vraag of toename van (inkoopwaarde van de ) voorraad ook meegenomen moet worden als extra inkomsten als je particulier IB indient en inkomsten uit het bedrijf dus valt onder resultaat uit overige werkzaamheden? Nu kan ik uit jouw eerste vraag en rekensom opmaken dat jij ook naar dat antwoord op zoek was. Helaas kan ik het antwoord niet vinden in de gegeven reacties maar lijk jij het wel te begrijpen? Kun je mij mogelijk weer wijzer maken? Oftewel heb je de toename van voorraad á €1000 nu meegenomen als 'winst' bij het opgeven van resultaat uit overige werkzaamheden? Hoe heb je het opgelost? Wat zijn hiervoor de regels? Waar kan ik die regels inlezen? Ik hoop dat iemand mij verder kan helpen, Vriendelijke groeten van Iris
  12. Beste gebruikers van dit forum, ik ben voor mijn bedrijf/ handel in gebruikte goederen op zoek naar het antwoord op de volgende vraag: In de aanloopjaren van mijn bedrijf 2010 tot en met 2011 werd ik door de belastingdienst nog niet aangemerkt als ondernemer en dien ik mijn inkomsten uit dit bedrijf te vermelden onder het kopje 'resultaat uit overige werkzaamheden'. In deze aanloopjaren heb ik door méér goederen in te kopen dan te verkopen een voorraad opgebouwd. Vanaf 2012 komt de stijging van de inkoopwaarde van deze voorraad in het boekjaar terug in mijn 'winst uit onderneming'. Nu heb ik al een en ander rondgezocht op deze site en bij belasting dienst en in Elsevier belastingalmanak maar de vraag blijft of: toegenomen voorraad als toename eigen vermogen en dus als winst aangemerkt moet worden? Gelden hiervoor de zelfde administratieve verplichtingen als bij IB voor ondernemers of kan de toename van de voorraad uit de bedrijfswinst worden gelaten (omdat het toename van het prive vermogen is)? Dat toename van voorraad wel meegenomen moet worden in de bedrijfsadministratie als vermogen heb ik in bovenstaande reacties gemist. Wie kan mij helpen met het vinden van het antwoord op de bovenstaande vraag?Vriendelijke groeten van Iris
  13. Beste Ronald, bedankt voor de reactie. Ik heb je advies opgevolgd en het overlegt met de belastingdienst. Ik moet het inderdaad opgeven bij resultaat uit overige werkzaamheden ook al is het incidenteel.
  14. Dat je ondernemer wordt door aan het urencriterium te voldoen, en dat wie niet aan het urencriterium voldoet, geen ondernemer is, is een van de meest hardnekkige misverstanden, zelfs op dit forum. Dat is dus niet waar. Je bent ondernemer als je - met een organisatie van kapitaal en arbeid - structureel en duurzaam deelneemt aan het economisch verkeer - met het (subjectieve) oogmerk om voordeel (=winst) te behalen - waarbij dat voordeel ook redelijkerwijs (objectief) te verwachten valt, - er risico gelopen wordt - en de onderneming een zekere omvang heeft. Je ziet, dat zijn allemaal criteria waar je een mooie boom over op kan zetten. Iemand die jaarlijks vijf kinderfietsjes verkoopt op marktplaats, vind ik geen ondernemer. Zodra die persoon jaarlijks vijftig kinderfietsjes opkoopt, in zijn garage repareert, overspuit en weer doorverkoopt, vind ik dat wellicht wel een ondernemer. Het hangt steeds weer af van de omstandigheden van het geval, waarbij met name de omzet en de tijdsbesteding vaak de doorslag geven of er sprake is van een onderneming of van 'resultaat uit overige werkzaamheden' (ROW). Als je een ondernemer bent, dan is de eerste hobbel genomen. Tegenwoordig (sinds 2010) hebben ondernemers altijd recht op de mkb-winstvrijstelling (*). Zodra je voldoet aan het urencriterium (meer dan 1225 uur in je onderneming steken (én - na de eerste vijf jaar - meer dan 50% van je werkzame tijd in je onderneming steken)) heb je recht op de zelfstandigenaftrek. Recht op starteraftrek heb je als je in de voorafgaande vijf jaar - minimaal één jaar geen onderneming had - recht hebt op zelfstandigenaftrek - de afgelopen vijf jaar niet meer dan 2 keer gebruik hebt gemaakt van de zelfstandigenaftrek. Dat is de theorie. OF de inspecteur heeft van bovenstaande theorie errug weinig kaas gegeten, OF je hebt het standpunt van de inspecteur nogal grofmazig overgenomen. Als je onderneming geslonken is tot iets wat eigenlijk geen onderneming mag heten, bijvoorbeeld omdat de omzet en de tijdsbesteding minimaal zijn, kan ik begrijpen dat een inspecteur zegt 'dit is geen onderneming'. Als de inspecteur dat standpunt inneemt, hoeft hij niet eens meer na te denken over een urencriterium, want dat is dan niet meer van belang. Als de inspecteur je inkomsten nog wel als onderneming beschouwt, is het AAN JOU om aannemelijk te maken dat je aan het urencriterium voldoet. Als de omzet achterblijft, is het niet gek dat de inspecteur daar aan twijfelt. Als jij aannemelijk kan maken dat je wél aan het urencriterium voldoet, bijvoorbeeld met een urenadministratie, dan heb je alsnog rechtop de faciliteiten (of dat heel nuttig is, is weer een ander verhaal). Als ik je verhaal goed begrijp, heeft de inspecteur met betrekking tot je aangifte van 2010 besloten dat er in dat jaar geen sprake was van een onderneming, en je winst (vermoedelijk) als ROW belast. In 2011 kun je wederom het standpunt innemen dat er sprake is van een onderneming, en dat je wel of niet voldoet aan het urencriterium. In 2012 even zo. Het lijkt me belangrijk dat je op een rijtje zet wat je werkzaamheden precies inhouden, welke urenbesteding je kunt aantonen, wat je huidige omzet is, je redelijkerwijs te verwachten omzet, de risico's die je loopt, en op basis daarvan beoordeelt of er sprake is van een onderneming. Als je in het aangifteprogramma het onderdeel 'winst uit onderneming' in gaat vullen, is het nogal logisch dat er automatisch de mkb-winstvrijstelling wordt toegepast. Daar heeft namelijk elke ondernemer recht op, en je zegt dat je ondernemer bent. Dat de inspecteur hem niet heeft toegepast in de aanslag, betekent dat de inspecteur van mening is dat je geen onderneming hebt. Je kunt dus een bezwaar indienen, dan meot je in dat bezwaarschrift vertellen waarom j vindt dat er wel sprake is van een onderneming. Als het gaat om de startersaftrek in 2012, worden de jaren 2007 t/m 2011 bekeken. Vul voor jezelf de volgende tabel even in: jaar ............. onderneming?..............zelfst.aftrek? 2007 2008 2009 2010..............nee..................................nee 2011 Ik ben zo vrij geweest om 2010 alvast in te vullen, want volgens mij is dát het standpunt van de inspecteur. De rest kun je zelf invullen. Er blijkt (nu al) dat je de afgelopen vijf jaar minimaal één jaar geen ondernemer was. Hoppa, voorwaarde 2 is binnen. Maar goed, de eerste voorwaarde om aan deze exercitie te mogen beginnen, is dat er sprake is van een onderneming. De inspecteur is kennelijk van mening van niet. Als jij de inspecteur kunt overtuigen van je stelling dat er in 2012 wel sprake is van een onderneming, EN je kunt de inspecteur overtuigen van je stelling dat je in 2012 meer dan 1225 uur in je onderneming stak, EN je hebt in de jaren 2007 t/m 2011 hooguit twee keer de zelfstandigenaftrek geclaimd, DAN zou je volgens mij recht hebben op de startersaftrek. Ik hoop dat het hiermee helderderderder wordt. (*): waardoor er een extra prikkel is ontstaan om elke winstgevende hobby zodra het ook maar enigszins kan als 'onderneming' te betitelen.
  15. Als ik het zo lees is er geen sprake van ondernemerschap voor de inkomstenbelasting. Met slechts 1 opdrachtgever vraag ik me af hoe je een VAR-wuo hebt gekregen? Het lijkt er eerder op dat je voor 20 uur per week in dienst bent van een werkgever. Je kunt in de ondernemersaangifte in principe alles wat met de onderneming te maken heeft op 0 zetten en je inkomsten en kosten aangeven als resultaat uit overige werkzaamheden. Ik vermoed dat de belastingdienst dit wel zal accepteren.
  16. Hoi Matthijs, Waarom heb je het resultaat vorig jaar opgegeven als 'resultaat uit overige werkzaamheden'? Doe je jezelf dan niet tekort? Veel succes in Zweden! Groet, Barbara
  17. Daar speelt het onderwerp ‘onderneming’ (anders dan ondernemer), waarvoor één van de criteria deelname aan het maatschappelijk verkeer is. De lijn tussen resultaat uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden is wat moeilijk te leggen. Je hebt gelijk dat de ondernemersfaciliteiten enkel gelden wanneer je bedrijf als onderneming gekwalificeerd wordt. Het gaat erom welk fiscaal etiket je de werkzaamheden meegeeft. 1 klant impliceert veelal geen onderneming. Je hebt er nu 2. Als je verwacht dat dit aantal groeit, zou ik me geen zorgen maken. Blijven steken op 2 klanten is een grijs gebied waar helaas geen duidelijkheid over gegeven kan worden, daar het van de omstandigheden (en het humeur van de inspecteur) af zal hangen.
  18. Dit blijft lastige materie. De eerste vraag die je moet stellen is hoe de lening door vader moet worden worden gekwalificeerd. Vader is geen ondernemer en wordt dat ook niet door een lening te verstrekken. De volgende stap is dan resultaat uit overige werkzaamheden (meer specifiek: de terbeschikkingstellingsregeling). Vader behoort tot de uitgebreide groep van verbonden personen, wat betekent dat de lening moet worden beoordeeld op (on)gebruikelijkheid. Nu de bank niet wil financieren, is de kans op ongebruikelijkheid zeker aanwezig (alhoewel de bank daarvoor wellicht niet de juiste maatstaf is, maar het kan wel een indicatie zijn). In geval van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling vallen zowel de schuld aan de bank als de vordering op zoon in box 1. De inkomsten zijn progressief belast en de kosten (rente) zijn aftrekbaar. Let wel: als de schuld niet terugbetaald kan worden, kan normaal gesproken in box 1 een verlies worden genomen. Dit is echter niet het geval wanneer sprake is van een onzakelijke lening. Nu is een ongebruikelijke TBS niet automatisch ook onzakelijk, maar het ligt natuurlijk wel dicht bij elkaar. In geval van een gebruikelijke terbeschikkingstelling komt de lening aan zoon (en daarmee ook de schuld aan de bank) in box 3. Deze vallen tegen elkaar weg, behoudens (voor zover nog niet volgemaakt) de schuldendrempel. De rente die wordt overeengekomen dient zakelijk te zijn. In geval van box 3 bij vader maakt dat voor hem niet uit, maar wel voor zoon, die de schuld immers tot zijn onderneming rekent en de rente wil aftrekken. Nu de bank niet wil financieren, kom je er duidelijk niet met een rente van 3%. Bij de zoon zal de inspecteur dit in de IB niet corrigeren, daar heeft hij geen belang. Bij vader heeft hij mogelijk wel een belang, namelijk als het een ongebruikelijke TBS-lening betreft en vader in een hoger belastingtarief valt dan zoon. Ook voor de successiewet is er een belang: een te lage rente betekent een schenking van het recht van vruchtgebruik over het bedrag van de lening van vader aan zoon. Daar komt de eerder genoemde 6% vandaan. Voor de IB kan dat echter nog steeds een te laag percentage zijn.
  19. Ik krijg de indruk dat je denkt dat de opties elkaar uitsluiten: OF je factureert "op een VAR-verklaring", en dan zonder btw, OF je factureert met btw. Die aanname klopt niet. VAR gaat over je kwalificatie als ondernemer en is vooral voor je opdrachtgever interessant. Voor de btw gelden andere regels, zoals Henk al aangaf. Bij de getallen die je noemt en de gesuggereerde omzet van een paar duizend euro per jaar, vermoed ik dat je "met enige regelmaat deelneemt aan het economisch verkeer" en dus btw-ondernemer bent, en zeer zeker aangifte moet gaan doen. Is dat voordeliger? Nuja, achteraf een naheffing krijgen is in elk geval duurder. Dan de klus waarbij je minimaal een maand lang 32 uur per week voor één opdrachtgever werkt. De belangrijkste vraag is "is hier sprake van een dienstverband?" Dat is er als er sprake is van loon, persoonlijke arbeid en een gezagsverhouding. Met andere woorden, als jij met verwaarloosbaar overleg je broer kan sturen om je te vervangen of je opdrachtgever géén gezag over jou en je werkzaamheden uitoefent, is dit geen dienstbetrekking en kun je hier een factuur voor sturen, en dan geldt het als 'winst uit onderneming' of als 'resultaat uit overige werkzaamheden'. Als het wel een dienstbetrekking is, moet je opdrachtgever loonbelasting inhouden en hoef jij geen factuur te sturen.
  20. Dat doe je niet, althans niet in 2011. De BV is pas opgericht in 2012 zodat er over de datum tot oprichting geen aangifteplicht bestaat. De BV bestond toen immers niet. Wat wel moet gebeuren is het resultaat in de eenmanszaak (EMZ) toevoegen aan de aangifte VPB 2012. Veelal doe je dat met een boeking op de feitelijke oprichtingsdatum van de BV van een enkele journaalpost in de boekhouding van de BV, waarin het resultaat 2011 (en een stukje 2012) van de EMZ verwerkt is. Dat is overigens vaak geen simpele handeling. Hulp van een boekhouder die hier eerder mee te maken heeft gehad, is zeker wenselijk! De Belastingdienst zal me wellicht corrigeren, maar vooralsnog corrigeer is hen naar beste weten. De BV bestond nog niet in 2011 en kan dus ook helemaal niet BTW-plichtig zijn in 2011. Er is dus ook geen enkele noodzaak om de BTW van de eenmanszaak te corrigeren! Wat je vooral goed moet beseffen is dat de geruisloze inbreng met terugwerkende kracht alleen ziet op de VPB en IB. Wat er tussen de staking van de EMZ in 2011 en de feitelijke oprichting van de BV in 2012 gebeurde, noemen we de voorperiode. Het resultaat uit de voorperiode komt niet voor in de IB, maar reken je toe aan het eerste boekjaar van de BV. [*]In de IB is je eenmanszaak gestaakt in 2011 zodat je ook de winst uit 2011 niet opneemt in je IB-aangifte. [*]Voor de VPB valt dat resultaat in de BV en wel in het eerste boekjaar (2012) van de BV. Let wel: over de voorperiode word je wel geacht een inkomen genoten te hebben voor de IB. Dat noemen we een voorbeloning. Voor de hoogte daarvan kun je aansluiting zoeken bij de regels omtrent het DGA loon. Die voorbeloning neem je in de IB 2011 op als resultaat uit overige werkzaamheden. Zonder voorbeloning zou je belastbaar inkomen in de IB immers nul zijn, terwijl je als DGA wel geacht wordt een salaris te genieten. Maar nogmaals: omzetting van een IB-onderneming in een BV en de daarbij behorende aangiften IB en VPB zijn geen sinecure! Ik zou in elk geval alles na laten kijken door een fiscalist. Succes Joost
  21. Ok, duidelijk. Maakte me zorgen omdat ik het werk technisch thuis doe en in dit geval grotendeels voor een opdrachtgever. Mochten mijn werkzaamheden achteraf toch gezien worden als resultaat uit overige werkzaamheden zou ik dan theoretisch risico lopen omdat opdracht langer dan 1 maand is, verdien meer dan minimumloon enz. Maar kennelijk heb ik dit verkeerd geinterpreteerd. Vandaar dat ik dat hier vraag :-). En nee, er worden geen bestellingen ingepakt of gernalen gepeld oid.
  22. Hoi, Ik heb inmiddels een VAR resultaat uit overige werkzaamheden ontvangen. Wat zijn nu de vervolgstappen? - Moeten ik en mijn opdrachtgever nog verdere stappen ondernemen? - Moet ik nu ook nog een BTW nummer aanvragen? - Zo ja, is dan een inschrijving bij de Kvk vereist? BVD!
  23. Los van de voor de hand liggende kritiek. Verdiep je eens in het resultaat uit overige werkzaamheden. Dit wordt belast bovenop je salaris. Dan zit je al snel aan 42% IB en nog eens 5,65% ZVW over je winst uit je eenmanszaak. Succes Joost
  24. Dag Stefan Je kunt niet factureren met BTW verlegd zonder dat je een BTW nummer hebt. Daarnaast zijn je diensten structureel van aard zodat je voor de BTW al snel ondernemer bent. Ik zie geen andere oplossing dan inschrijven KVK en netjes een BTW nummer aanvragen. De winst kun je opgaven als resultaat uit overige werkzaamheden in je particuliere IB aangifte. groet Joost Edit: Jeroen en ik typten tegelijk. Heb je toch nog een antwoord ;)
  25. Goedenavond Linda, Als het een paar honderd euro op jaarbasis is en je verder niet zichtbaar en actief opereert als bedrijf niet. De Kvk hanteert tegenwoordig een enigszins wisselende ondergrens. Maar inschrijven bij de KvK kost niks meer en geeft je onderneming weer wat cachet. En er zijn zakelijke leveranciers en opdrachtgevers die een KvK nummer eisen. Oftewel, ga eens langs bij de KvK. Daar kan men je prima adviseren. Aan je belastingafdracht door je loondienstwerkgever verandert niets. Je inkomsten uit freelance werk geef je (in dit geval, uitgaande van een eenmanszaak) op als resultaat uit overige werkzaamheden op je belastingaangifte. Je betaalt er vervolgens dus gewoon belasting over. Het is wel verstandig het aan je loondienstwerkgever te melden, want niet alle werkgevers staan dit soort nevenactiviteiten naast een dienstbetrekking zomaar toe. Maar dat heeft niets met belasting te maken. Nadat je bedrijf is aangemeld bij de KvK gaan je gegevens naar de Belastingdienst die bepaald of je BTW plichtig bent. Zo niet, kun je betaalde btw aan je leveranciers niet terugvragen en mag je zelf ook geen btw in rekening brengen. Zo wel, kun je betaalde btw terugvragen en moet je btw in rekening brengen en die vervolgens afdragen. Als je in een jaar minder dan 1.883 euro btw moet betalen aan de belastingdienst (ontvangen en af te dragen minus terug te vragen) dan mag je het houden volgens de kleindeondernemersregeling. Dat is wat je bedoeld. Uiteraard moet je dit bedrag dat je mag houden wel weer optellen bij je inkomsten uit overige werkzaamheden.
  26. L.S., Allereerst: ik ben geen fiscalist of jurist, maar wel buitengewoon geinteresseerd! Ik ben vennoot in een vennootschap onder firma samen met mijn vader. We hebben een intentieverklaring naar de belastingdienst voor een geruisloze inbreng naar een B.V. gestuurd. Ik heb dus een keuze! ONDERWERP 1: HET KOPEN VAN EEN BEDRIJFSPAND Ik en/of mijn vader willen graag een bedrijfspand kopen om daar onze eigen onderneming in te vestigen. In het geval dat we ervoor kiezen onze onderneming voort te zetten in de BV-vorm: (vraag 1) Hebben we dan de keuze om deze in box 3 te laten of zijn we verplicht deze aan te merken als ter beschikking stelling waardoor deze in box 1 terecht komt? Ik verwacht niet dat het de BV slecht zal gaan (dat is het uitgangspunt bij mijn vragen). Ik heb het gevoel dat ik het pand liever in box 3 heb, ondanks de terbeschikkingsvrijstelling. Ik heb veel gelezen en het voordeel van de terbeschikking zit volgens mij in het aftrekbaar verlies wanneer de lening niet terugbetaald wordt (en dat voordeel verwacht ik dus niet te gaan gebruiken): als je als privé persoon een daadwerkelijke lening aan je BV hebt verstrekt en deze valt onder de terbeschikkingsstelling dan wordt het geheel aan kosten en opbrengsten rondom die lening gezien als een soort onderneming. Mocht de BV waaraan je het geld geleend hebt de lening niet terug betalen dan kun je dat dus ook als verlies aanmerken. (vraag 2) Is het een stomme gedachte om het pand graag in box 3 te hebben? Of zitten er voordelen aan de terbeschikkingstelling? Het lijkt als volgt: Ontvang je geen of een te lage vergoeding voor een ter beschikking gesteld vermogensbestandsdeel dan moet je een aan zakelijk gelijk gestelde vergoeding opgeven in box 1: link Of het verschil tussen de ontvangen vergoeding en de aan zakelijk gelijk gestelde vergoeding dan vervolgens ook weer in de BV aftrekbaar is, is mij onbekend. Als het je gebeurt dat je privé geld in de onderneming zit maar je bent geen terugbetalingsverplichting overeen gekomen dan is het geen ter beschikking stelling en mag het verlies niet in aftrek worden genomen (http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ2233) Of je, als je in de daaraanvoorafgaande jaren, wel steeds in box 1 de ter beschikking stelling opgegeven hebt en/of had moeten geven (al dan niet tegen de hogere fictieve aan zakelijk gelijk gestelde rente) en deze dan wel of niet terug krijgt, is me onduidelijk. Zou het dan zo werken dat je het beste alleen op papier zou moeten zetten: “De BV vergoed mij X% over € 100,000”? Hierdoor is geen terugbetalingsverplichting overeen gekomen en blijf je dus uit de TBS maar ontvang je wel rente in box 3! O.a. geraadpleegd: http://www.accountant.nl/readfile.aspx?ContentID=65441&ObjectID=738959&Type=1&File=0000032122_Uit_TBS.pdf http://www.belastingtips.nl/fiscaaladvies_dossier/vermogende_particulieren/belastingvrij_beleggen_box_1_of_3/ https://www.higherlevel.nl/forum/index.php?board=49;action=display;threadid=19565;start=0 http://www.ondernemingsbeurs.nl/vpagina.asp?pag=45 http://www.dganet.nl/actualiteiten/170-februari-2012-een-zachte-lening-onzakelijke-leningen-en-de-dga http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BN3442 In het geval van een eenmanszaak: Dan krijg je te maken met de vermogensetikettering en is het bedrijfspand verplicht bedrijfsvermogen. (vraag 3) Maar geldt deze verplichte vermogensetikettering ook voor een vennootschap onder firma? Relevant in dit kader lijkt: Uit de Tweede Kamerstukken 1978/79, 15300, Hoofdstuk IXB en XIII. NBr 21, blz. 27 ontleen ik het volgende “van terbeschikkingstelling is geen sprake indien, in het voorbeeld, de maten A, B, C en D het praktijkpand gezamenlijk verwerven. Civielrechtelijk gezien ontstaat er in dit geval mede-eigendom, en wel gebonden mede-eigendom. Dit houdt in dat geen van de maten bevoegd is zelfstandig over zijn aandeel in het praktijkpand te beschikken. Daarom is in dit geval geen sprake van terbeschikkingstelling van het pand aan derden”. (Bron: http://www.ethesis.net/belasting/belasting.htm) Belastingtechnisch zijn maatschappen en firma's exact gelijk, (vraag 4) toch? Er zijn meerdere sites, maar http://www.lancelots.nl/bedrijfsvoering/rechtsvormen/maatschap zegt het heel duidelijk: - Bij een maatschap zijn de leden (maten) ieder voor een gelijk deel aansprakelijk voor de schulden van de maatschap. - De leden van een VOF (vennoten) zijn ieder geheel aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap, dus ook voor schulden die een mede-vennoot heeft gemaakt. (Vraag 5) Of is de verplichte vermogensetikettering bij een firma (doordat bij een firma de vennoten geheel aansprakelijk zijn voor de schulden van de venootschap) wel van toepassing en niet bij een maatschap (doordat zij slechts voor een gelijk deel aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap)? http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BX4034 lijkt in dit licht ook een rol te spelen. (Vraag 6) Is het niet strijdig met de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het gelijkheidsbeginsel (artikel 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) dat ik, nu het om verhuur aan mijn eigen onderneming gaat, anders belast wordt, namelijk in box 1, terwijl als ik aan een vreemde verhuur rendement maak wat belast wordt volgens box 3? Ik begrijp daarbij natuurlijk dat het pas gelijk is als de overeenkomst aan je eigen onderneming net zo zakelijk is als de overeenkomst aan "de vreemde", maar aan dat vereiste kan natuurlijk voldaan worden. (Vraag 7) En waarom is het zo dat ik, wanneer ik een pand aan mezelf verhuur ik mijn vermogen rendabel maak op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te boven gaat, en wanneer ik aan een ander verhuur niet? (artikel 3.91 lid 1) Verder ingegaan op méér dan actief vermogensbeheer: http://www.foedererdfk.com/clienten/foedererdfk_nieuws_05-10/vastgoed_in_priv.html geeft aan: “Meer dan normaal actief vermogensbeheer Wanneer inkomsten uit vermogen worden verkregen door meer dan normaal actief vermogensbeheer vallen ze niet in box 3, maar in box 1 (als resultaat uit overige werkzaamheden). De wet noemt als voorbeelden van ‘meer dan normaal actief vermogensbeheer’: A Het verrichten van werkzaamheden die erop gericht zijn om extra rendement te behalen. B Het in belangrijke mate zelf verrichten van groot onderhoud en andere aanpassingen aan een zaak. C Het benutten van voorwetenschap.” Met betrekking tot A en B zie ik https://www.higherlevel.nl/forum/index.php?board=49;action=display;threadid=16971. Dat geeft ook aan dat méér dan normaal vermogensbeheer vooral (bij blijvend bezit) om de beheersactiviteiten gaat (om verschuiving naar box 1 te voorkomen kun je die het beste uitbesteden) en (bij verkoop) om de activiteiten rondom de verkoop gaat zoals “tijd geinvesteerd in het zo goed mogelijk kunnen verkopen van vastgoed: onderhoud, verbouwingen, de boer op om kopers te interesseren, etc” Met betrekking tot C: In http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BZ0265 : “4.10 Met de invoering van artikel 3.91, eerste lid, onderdeel c, van de Wet is niet beoogd af te wijken van de jurisprudentie onder de Wet IB 1964 ten aanzien van andere inkomsten uit arbeid (HR 9 oktober 2009, nr. 43 035, LJN BI0481, BNB 2010/117). Uit de onder de Wet IB 1964 gewezen arresten volgt dan, dat het voordeel dat is behaald bij aan- en verkoop van onroerende zaken een resultaat uit overige werkzaamheden kan zijn, indien de aankoop is geschied met het oogmerk om door wederverkoop een voordeel te behalen en dit voordeel bij de aankoop redelijkerwijs voorzienbaar was (HR 22 september 1982, nr. 21.152, LJN AW9459, BNB 1982/324). De toepasselijkheid van artikel 3.90 van de Wet in situaties van aan- en verkoop van vermogensbestanddelen vloeit voort uit het geheel van feiten en omstandigheden ten tijde van de aan- en verkoop, waarbij essentieel is dat de aankoop is geschied in de wetenschap dat tegen een hogere prijs kan worden verkocht (HR 9 augustus 1996, nr. 31 081, LJN AA1948, BNB 1996/333).“ Hier wordt duidelijk dat kennis dat een pand voor méér verkocht kan worden gezien wordt als voorwetenschap. In mijn casus zou deze kennis de wens van de BV om te huren tegen een bepaalde prijs kunnen zijn. Volgens mij wordt dat argument onderuit gehaald in http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BN9739 en http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BN9759 waarbij “de kennis van rentetarieven op spaarrekeningen ook niet als een bijzondere vorm van kennis aan te merken is in de zin van artikel 3.91, lid 1, letter c, van de Wet IB 2001.”. Hierop wordt in deze thread door Joost Rietveld ook gereageerd: https://www.higherlevel.nl/forum/index.php?board=49;action=display;threadid=39780 Zelfs wanneer iemand op het gebied van zijn eigen professie verkoopt hoeft er geen sprake te zijn van bijzondere voorkennis (http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BO1253) deze man behaalde een verkoopwinst op panden en is WOZ-taxateur! Volgens de laatst aangehaalde uitspraak is het ook van belang dat het pand marktconform is aangekocht. In diverse uitspraken (ik heb op een enkele uitzondering alleen de uitspraken van de Hoge Raad genomen) waarin de werkzaamheden normaal vermogensbeheer te buiten gaan lijkt vooral de onderneming als duurzame organisatie van kapitaal en arbeid belangrijk te zijn: http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BW3819 Hier wordt gewerkt met financieringen en verliest het voornamelijk daarop. Opmerkelijk hierin is: “In de fiscale jurisprudentie wordt voor de uitleg van het begrip onderneming aansluiting gezocht bij de in de bedrijfseconomie gebruikelijke omschrijving, te weten dat een onderneming een duurzame organisatie van kapitaal arbeid is, waarmee wordt beoogd door deelneming aan het maatschappelijke productieproces, winst te behalen. Van een onderneming is volgens deze jurisprudentie echter geen sprake indien de ontplooide activiteiten het normale vermogensbeheer niet overstijgen.” http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=bu4808 http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BX7631 “Een voordeel kan slechts inkomen zijn indien er een bepaalde bron aan ten grondslag ligt. Volgens vaste jurisprudentie (vergelijk Hoge Raad 3 maart 1954, nr. 11.683, BNB 1954/125 en Hoge Raad 1 februari 2002, nr. 36.238, BNB 2002/128c*) worden als uitgangspunt de volgende drie algemene voorwaarden gesteld aan een bron van inkomen: deelname aan het economische verkeer, het (subjectieve) oogmerk om voordeel te behalen, en de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.” http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BM9252 (voorkennis) Andere interessant stuk: http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=116264 ONDERWERP 2: RENTEVERGOEDING NAAR PRIVE (lening “omhoog”) Eenmanszaak Ik haal eerst Joost Rietveld aan in https://www.higherlevel.nl/forum/index.php?board=15;action=display;threadid=25482;start=15 "Vergeet dat je vanuit privé geld kunt lenen aan je eenmanszaak. Jij en je eenmanszaak zijn gewoon een en dezelfde. Juridisch en dus fiscaal kun je geen lening verstrekken van privé aan je eenmanszaak. Net zo min als dat iemand die gehuwd is in gemeenschap van goederen geld kan lenen aan zijn/haar echtgenoot. Het is en blijft een privéstorting. Geen vreemd vermogen en zeker geen aftrekbare rente. Dat je daar vanuit jouw beleving anders over denkt, maakt het nog niet ineens mogelijk." Ook ik ben het daar dus he-le-maal niet mee eens. Nu mijn onderneming wat jaren bestaat en ik wat winst gemaakt heb ben ik beter op aan het letten. In mijn belastingopgave 2010 zie ik staan: "Renteopbrengsten van banktegoeden" tegen een X bedrag. Ik kan me voorstellen dat wanneer je zakelijk aangetrokken vreemd vermogen (waarvoor je rente betaalt) tegen een hogere rente op de rekening van de onderneming hebt staan, dit winst is en dat daar dus belasting over betaalt moet worden. Duidelijke zaak. Echter ik heb geen leningen bij banken of iets dergelijks. Alles is privé gefinancierd. Ik heb dus nu "Renteopbrengsten van banktegoeden" waarover winst berekend wordt en belasting betaald moet worden terwijl ik aan de andere kant geen kosten daar tegenover heb staan. Heel erg vreemd. Vanwege dezelfde redenering als bij onderwerp 1 vind ik dat je alle uitgespaarde rente als ondernemerskosten zou moeten mogen rekenen. En als daar al iets op af te dingen is dan toch minimaal gederfde privé-rente. En als dat zelfs geen stand houdt dan zou je in box 1 een extra aftrek toe moeten mogen toepassen die, gelijkstrekkend aan artikel 3.91 lid 1, gelijk is aan je normaal rendement bij actief vermogensbeheer. Terugkomend op gerealiseerde rente-opbrengsten binnen het bedrijf: dit moet toch gezien worden als privé gerealiseerde rente? Immers, had ik steeds het saldo overgemaakt naar mijn privé rekening en daar pas weer vanaf gehaald als ik het in mijn onderneming nodig had, dan had ik deze rente gekregen op mijn privé bankrekening en hoefde daar ook geen box 1 maar box 3 over betaald te worden. (Vraag 8) Wat vinden jullie? ONDERWERP 3: RENTEVERGOEDING UIT PRIVE (lening “omlaag”) Stel: over een paar jaar wil ik een zeiljacht kopen en daarvoor geld uit de BV lenen. Als ik dat renteloos zou doen dan zal de belastingdienst zich op de standpunten stellen: personeelslening = 3% (2013) belast in box 1 (of de BV een evenzogrootte aftrek heeft is mij onbekend) gehele som is loon (http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BK3097) gehele som is uitdeling rente is uitdeling (ik heb dit verder niet uitgewerkt) Feit is dat ik sowieso flink aan het betalen kom! Dus laten we maar wel rente afspreken met de BV. Dan lijkt me vervolgens, gezien wat ik de laatste paar jaren ook de andere kant op heb gemoeten, dat deze betaalde rente in box 1 aftrekbaar is. Maar... dat kan ik dan weer rustig vergeten. (Vraag 9) Zie ik het fout of is dit zo krom als een hoepel? En dan vraag 10: Nu deze materie voor een toch niet zo ontzettend simpele ziel als ik zo veel vragen oproept, voldoet de wetgeving dan wel aan het Rechtszekerheidsbeginsel of is deze nietig? De overheid moet haar besluiten immers zó formuleren dat de burger precies weet waar hij aan toe is of wat de overheid van hem verlangt (ik zie in dit kader heel vaak geschreven worden met betrekking tot de ter beschikking stelling dat de overheid er opzettelijk voor heeft gekozen om onduidelijk te zijn). Bovendien moet de overheid de geldende rechtsregels juist en consequent toepassen. [Mod edit:veel te lange links aangepast, verstoort de forum layout + titel gecorrigeerd]
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.