Ido van der Gragt

Legend
  • Aantal berichten

    492
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door Ido van der Gragt

  1. Hoi Kevin, Best verwarrend inderdaad. Wel, de winst die de holding maakt over de verkoop van de aandelen (verkoopprijs minus waarde deelneming in de boeken) is belastingvrij. De winst die de werk BV maakt in de BV zelf (zijn eigen activiteiten) is uiteraard gewoon belast, zoals alle andere jaren ook. Daar heb jij verder niet mee te maken, want de BV is verkocht. Succes, Ido van der Gragt
  2. Het enige dat de fiscale eenheid doet is dat de twee entiteiten als één belastingplichtige gezien worden. De omzet blijft vrijgesteld en er is geen BTW-aftrek betreffende de inkoop van beide entiteiten. Transacties tussen de entiteiten bestaan niet meer, dus worden ook niet belast met BTW.
  3. Beste Rik, Ik geef gewoon een tip over iets dat ik op deze wijze meermaals heb gedaan. Vaak neemt de belastingdienst dan contact op of moet je er zelf achteraan. Tot op heden heb ik altijd nog de beschikking fiscale eenheid BTW gekregen. Juridisch gezien ben je als kinderopvang - voor zover ik nu in deze casus kan beoordelen - gewoon ondernemer voor de BTW. Alleen is er geen BTW-nummer omdat de omzet vrijgesteld is. Dat is ook de reden voor de aanvraag fiscale eenheid en waarschijnlijk de beste oplossing. Misschien dat het zo wat duidelijker is. Als Nigel hier problemen mee ondervindt, wil ik het best wel regelen voor hem. Groet, Ido van der Gragt
  4. Voor de aanvraag fiscale eenheid, als je geen btw-nummer hebt.
  5. Beste Nigel, Gewoon het RSIN-nummer gebruiken. Succes, Ido van der Gragt
  6. Beste Hans Avenarius, Dit lijkt mij wat kort door de bocht. Als de onderneming wordt verkocht behoort daar een reele prijs voor te worden betaald. Dat houdt in dat voldoende activa aanwezig blijven en een ontbinding nog niet aan de orde is. In het NV recht kennen we het toestemmingsvereiste ingeval het gaat om de overdracht van een onderneming op grond van BW2:107a. Denk aan de verkoop van ABN AMRO destijds. Bij de BV is dat vereiste er niet. Omdat bij de flexibilisering van het BV recht dit niet is opgepakt door de wetgever kan je ervan uitgaan dat de bepaling in het NV recht niet mutatis mutandis kan worden toegepast op de BV. Sterker nog in principe is de BV bestuurder gerechtigd de onderneming te verkopen uit de BV zonder de aandeelhouder in de besluitvorming te betrekken. Uiteraard behoudens statutaire bepalingen. Dit blijkt ook uit BW2:240, lid 3: "Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit." Met vriendelijke groet, Ido van der Gragt
  7. De rechtspersoon blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van hem uitgaan, moet aan zijn naam worden toegevoegd: "in liquidatie". Bron: BW2, artikel 19, lid 5.
  8. Beste Neferetite, 1. Best mogelijk dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur. Dat moet echter bewezen worden en dat is niet makkelijk, verder zijn er nog wat randvoorwaarden die gelden voordat je uberhaupt daaraan toekomt, bijvoorbeeld moet aandeelhouder A ook bestuurder zijn geweest. De eventuele aansprakelijkheid geldt in principe voor het hele bestuur. Dus als B ook bestuurder is geweest, is deze ook aansprakelijk. Verder horen dit soort leningen voor te komen in de jaarrekeningen, aangezien het over meerdere jaren gaat. 2. Dat is theoretisch onder voorbehoud mogelijk echter niet afdwingbaar als dat niet van te voren (in een aandeelhoudersovereenkomst) afgesproken is. Succes, Ido
  9. Even aanvullend op Norbert. Het bestuur heeft een grote vrijheid in het vertegenwoordigen van het belang van de BV. Ze heeft echter wel een informatieplicht, zij het dan dat deze informatie verloopt via de AVA en gericht is aan de collectieve aandeelhouders (BW2:217). Je bent gerechtigd een tot het indienen van een verzoek voor een AVA. Dit verzoek kan niet zomaar geweigerd worden. Op grond van redelijkheid en billijkheid (BW2:8) is er door jurisprudentie een zorgplicht ontstaan voor het bestuur. Hierdoor dient zij rekening te houden met aandeelhouders die een minderheidsbelang hebben. Het niet voldoen aan deze zorgplicht kan leiden tot aansprakelijkheid bij het bestuur. Succes, Ido van der Gragt
  10. De vrouw van de DGA die arbeid verricht voor de BV heeft fiscaal een fictief dienstverband op grond van artikel 4, lid d, Wet op de loonbelasting.
  11. Als de BV failliet gaat en de jaarrekeningen zijn niet of veel te laat gedeponeerd, wordt wettelijk aangenomen dat je aansprakelijk bent voor het tekort dat in het faillissement ontstaat (BW2:248). Alleen als je kan bewijzen dat het niet aan jouw bestuur heeft gelegen kan je jezelf disculperen (vrijwaren van schuld). In de praktijk blijkt dit uiterst moeilijk. Als er prive niets te halen valt en ook niet te voorzien is dat dit zal verbeteren is er een goede kans dat om praktische redenen de curator geen aansprakelijkheid zal instellen. Een grote schuld in prive is daarvoor niet genoeg. Er wordt ook gekeken naar de inkomenssituatie. Succes nmet de afwikkeling, Ido van der Gragt
  12. Beste Quickman, Het gaat erom of je kwalificeert als "beoefenaar van een zelfstandig beroep", in de volksmond ook wel zelfstandig beroepsbeoefenaar genoemd. Dit begrip komt uit de Wet IB 2001, artikel 5. In dat geval kan je doorgaan als ondernemer voor de inkomstenbelasting. Zo niet kan je nog steeds onder de inkomstenbelasting vallen, maar zonder de fiscale voordelen van een ondernemer. Er is geen wettelijke definitie van beroepsbeoefenaar. Je kan de belastingdienst de vraag voorleggen of jou activiteiten als makelaar daaronder vallen. Succes, Ido van der Gragt (Joint Activities LLP)
  13. De wet wordt in vaak verkeerd geinterpreteerd en dat leidt soms tot wijdverbreide misverstanden. De wet zegt dat schuldhulpverlening verboden is. De wet (Wck art 47, 48 en 48a) zegt NERGENS dat voor schuldhulpverlening niet betaald mag worden. De wet geeft slechts aan dat bepaalde personen c.q. instanties uitgezonderd zijn van het verbod. Uiteraard mogen deze personen een vergoeding krijgen voor hun werkzaamheden. Het verbod is beperkt tot de schulden die vallen onder de "Wet op het consumentenkrediet". Ondernemersschulden vallen daar normaal gesproken niet onder. Tot slot geeft de wet aan dat ook schuldhulpverlening die gratis wordt verstrekt mede uitgezonderd is van het verbod. Echter leidt jurisprudentie er al meer toe dat deze vorm van schuldhulpverlening de toets van de rechter niet kan doorstaan, bij verzoek tot toelating WSNP. Dit komt door de interpretatie van sommige rechters van artikel 288, lid 2, sub b, Fw.
  14. Een faillissement kan wat rust geven, maar is geen eindpunt. Breng spoedig het idee van een crediteurenakkoord aan bij de curator, neem je pa eventueel mee. Als daarvoor de middelen of de mogelijkheden er niet zijn, vraag om omzetting faillissement in WSNP op grond van artikel 15b Fw. Naar mijn mening is dit niet meteen kansloos, vooral niet als de curator daar positief in wil adviseren. Succes, Ido van der Gragt
  15. Beste Montange, De geruisloze inbreng staat de KIA, MIA, Vamil niet in de weg. Succes, Ido van der Gragt
  16. Dat is een negatieve insteek. Ik vat de opmerking meer op als: Als je ideeen spuit, laat ook eens horen wat je ermee (wel of niet) hebt gedaan. Dat is misschien nuttig voor anderen. Wat je idee betreft zie ik nog niet de toegevoegde waarde voor de klant. Misschien zou je daar een berekening voor kunnen maken. Het component mogelijke huurkoop spreekt me wel aan, omdat dat vaak een hoog rendement kan geven zonder dat de klant dat als duur ervaart. Je ziet dat ook wel met gehuurde kunst. Succes, Ido van der Gragt
  17. Dergelijke leningen via de BV zullen niet gauw als zakelijk worden beschouwd door de belastingdienst. Dat houdt in dat dit een uitdeling wordt en er 25%-aanmerkelijkbelangheffing zou moeten plaatsvinden op het moment dat kwijtschelding plaatsvindt. De Successiewet kent een vrijstelling als de schenking verkregen wordt door iemand, die niet in staat is zijn schulden te betalen, indien en voor zover het verkregene strekt om de begiftigde daartoe in staat te stellen. Misschien kan je twee zaken combineren. Prive voldoe je de lening aan de BV als een schenking aan je zoon. Vervolgens leen je het geld van de BV om de schenking te kunnen realiseren. Stem dit af met een fiscalist. De hoogte van de bedragen en de zakelijkheid van de nieuwe lening zijn van belang. Succes, Ido van der Gragt
  18. Een overeenkomst is iets dat voortkomt uit 2 partijen die iets met elkaar afspreken. Een handelsovereenkomst zie ik meer als een set van afspraken waaronder handel kan worden gedreven door die partijen. Een bedrijfskrediet op grond van de BBZ 2004 wordt verleend op grond van een beschikking, afgegeven door een ambtenaar. Dat is niet zozeer iets dat volgt uit een afspraak tussen 2 partijen, maar een recht dat iemand claimt en volgt uit de wet en een overheid, die na beoordeling ervan verplicht is om dat in te vullen. Helpt je dit verder? Het is namelijk makkelijker als het perspectief van waaruit de vraag gesteld wordt, bekend is.
  19. Beste Klaas Huisman, Ter aanvulling op het eerdere prima antwoord van marco. De vrouw hoeft meestal in dit soort situaties niet mee te tekenen, omdat dit met het beroep of bedrijf te maken heeft. Zie hiervoor: BW1:88, lid 1, sub c in combinatie met lid 5. Voor de meeste advocaten die ook ondernemingrecht doen is dit vrij standaard kost. Succes met de afloop, Ido van der Gragt
  20. Laat ik dan die "deskundige" zijn :-) Ik reageer alleen omdat er een foute aanname met betrekking tot de restwaarde in zit. 1. De fiscale afschrijving is in principe gelijk aan de economische afschrijving: Aanschaf minus restwaarde gedeeld door levensduur. 2. Echter zijn er maxima gesteld. Dat is voor goodwill 10% en voor de overige bedrijfsmiddelen 20% van de aanschafwaarde (dus geen rekening houden met restwaarde). Bron: Wet IB artikel 3.30. Vervolgens heb je nog de beperking bij onroerende zaken mbt tot WOZ-waarde. Bij onroerende zaken zijn verder geen afwijkende regels alleen zal je op punt 1 nooit aan de beperking van punt 2 toekomen. Bij een computer zal gauw 20% van de aanschaf kunnen worden afgeschreven door de beperking van punt 2. In het laatste jaar zal dan mogelijk een stukje restwaarde naar boven komen.
  21. Beste Peter, Artikel 12a Wet LB ziet inderdaad alleen op het hanteren van een minimum. In de jurisprudentie daarover vind je wel terug wat de rechter als normaal accepteert voor het voeren van de administratie en verder geen werkzaamheden verricht. Dit is over het algemeen altijd minder dan 5000 euro. Verder heb je te maken met artikel 8b Wet Vpb. Daarin wordt bepaald dat jij als bestuurder een prijs moet hanteren die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Nu je zelf al aangegeven hebt wat je werkzaamheden zijn, zal het moeilijk worden de prijs naar een hoger niveau te tillen. Er zal dan inhoudelijk ook werk verricht moeten worden. Ik ben van mening dat je die 5000 overigens gewoon kunt verlonen. Mischien zijn er zaken, verband houdend met beleggingen of verhuur waarvoor je een auto nodig hebt, dan schiet het ook al op. Als er veel belegd wordt zou je ook aan een VBI kunnen denken. Succes, Ido van der Gragt
  22. Het is legaal wanneer de registratie overeenkomt met de werkelijke situatie. Als je jouw bedrijf registreert omdat je daar gevestigd zou zijn, ben je daar dus gevestigd. In de praktijk heet dat dat je voldoende "substance" hebt. Een registratie is meestal geen kwestie van legaal of illegaal, maar vaak wel een verplichting. Niet registreren wordt dan illegaal, schijnregistratie kan illegaal zijn, allemaal afhankelijk van de wetgeving van het betreffende land en het perspectief van de betreffende wet. Per land en soms per wet en in internationale verdragen zijn er richtlijnen van wat voldoende substance inhoudt.
  23. Beste BusyCindy, Omdat de SLU in het buitenland is gevestigd is het geen in Nederland gevestigd lichaam. Ook de winkels op zich vormen geen lichamen in de zin van Algemene wet inzake rijksbelastingen. De SLU als lichaam zal ook niet als in Nederland gevestigd gezien worden, doordat deze vanuit Spanje wordt bestuurd door een in Spanje woonachtige bestuurder. Je bent daarom niet in Nederland belastingplichtig voor de Wet op de loonbelasting (art 2) en zijn artikel 4 (fictief dienstverband) en 12a (gebruikelijk loon c.q. DGA-salaris) niet van toepassing. De SLU is wel belastingplichting gegeven de Wet op de vennootschapsbelasting op grond van artikel 3 en artikel 17 vanwege de belastbare winst uit een in Nederland gedreven onderneming (de winkels). Dit is in een notedop en ik raad je aan een fiscalist in de arm te nemen met ervaring in zowel Spanje als Nederland. Succes met de onderneming, Ido van der Gragt
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.