Ga naar inhoud

Edward

Retired Mod
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door Edward

  1. De AV gelden wanneer ze op de juiste wijze van toepassing zijn verklaard. Het opvraagbaar laten zijn is volstrekt onvoldoende, maar daar is in andere draadjes al meer dan genoeg aandacht aan besteed.
  2. Je bent wel duur Technico. Jouw standpunt is evenwel volkomen helder. Het onderwerp is al meermaals aan de orde geweest, in verschillende varianten. Het probleem met juridische kwesties is echter altijd weer de definitie. Hoe benoemt een leek een casus en welke zoektermen gebruikt hij/zij ervoor. In dit geval zal de zoekterm "mondelinge overeenkomst" een aantal draadjes opleveren. Vraag aan Isomis is dan ook om eerst deze draadjes door te nemen, alvorens verder te gaan met deze thread. Waar we mee te maken hebben is een eenvoudige opdrachtverstrekking. Telefonisch wordt een opdracht verstrekt, waaraan door de opdrachtnemer een uitvoering wordt gegeven. Dat is op zich niet zo vreemd en gebeurt dagelijks. Gesteld dat voor de uitvoering van de overeenkomst geen voorwaarden 'ter hand zijn gesteld' (lees: verstrekt) en voordien ook geen opdrachten voor de desbetreffende opdrachtgever zijn uitgevoerd. Alsdan geldt dat de opdracht blanco is aanvaard. Gesteld dat uit een dergelijk opdracht een aansprakelijkheidskwestie voortvloeit dan kan de opdrachtnemer in beginsel altijd een beroep doen op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. De opdrachtnemer hoeft dus niet te accepteren dat uit een eenvoudige opdracht een claim voortvloeit die in geen enkele verhouding staat tot de door hem uitgevoerde werkzaamheden. Voor de goede orde, ik gooi deze thread weer open, maar zal het slotje plaatsen wanneer we toch weer een herhaling van zetten te zien krijgen.
  3. Met de zoekfunctie was het antwoord heel snel duidelijk geworden. De voorgstelde weg is zeer gangbaar. Ik sluit hierbij deze draad. Voor de goede orde, het is niet mijn bedoeling om bot te reageren, maar we trachten dit forum zo overzichtelijk als mogelijk te houden voor een ieder en een herhaling van zetten te voorkomen. Succes met de oprichting.
  4. Heel simpel: geen. Het gaat niet om het programma, maar om de verrichtingen/activiteiten die een bedrijf met een dergelijk programma onderneemt. Voor wat betreft dit laatste is allereerst de vraag wat de doelen zijn van het programma. Gaat het om een kaal crm-pakket waarin domweg alleen maar relaties worden ingevoerd of veel meer dan dat en gebruikt het bedrijf een ERP, waarbij ook de receptuurdeclaraties worden opgemaakt of aan misschien een financieel pakket aan hangt. Dit maakt wezenlijk verschil. Hiervoor zijn al wat aandachtspunten benoemd. Voordat exact een antwoord kan worden gegeven is het nodig om te beschrijven wat het bedrijf met het pakket doet. Dat vergt procesbeschrijvingen. De vervolgvraag is redelijk complex. Daarvoor is ook zeker meer dan basale juridische kennis vereist.
  5. Men zou uit sommige voorgaande posts kunnen afleiden dat SENA zich bedient van dubieuze praktijken en spookfacturen zendt. Dit is onjuist. Alvorens SENA tot incassering c.q. facturering overgaat wint zij informatie in bij de desbetreffende organisatie of er achtergrondmuziek ten gehore wordt gebracht.Dit gebeurt met tekst en uitleg. In die brief staat ook nog eens overduidelijk het verschil tussen de SENA en BUMA. Het kan natuurlijk zijn dat ondernemers/organisaties die brief niet hebben ontvangen of als niet relevant bij de stapel oud papier hebben gelegd, maar dat is van een andere orde. De vraag in hoeverre het rechtmatig is dat er naast de BUMA ook nog een vergoeding door SENA wordt geincasseerd en of men zich moreel verplicht moet voelen om aan deze stichting te betalen is meer principieel van aard. De naburig rechten zijn nu eenmaal wettelijk vastgelegd. Wanneer men zich door die wet gedupeerd voelt dan vergt dat een maatschappelijke c.q. politieke discussie. Eerst dan zou men erin kunnen slagen om de grondslag voor de vorderingen van SENA en geestverwanten onderuit te halen. Zolang de rechten echter vastliggen bestaat er gewoon een grondslag en kan SENA als belangenvertegenwoordiger die rechten ten gelde maken, net zo goed als iedere willekeurige schuldeiser zijn vordering uit handen kan geven aan een incassobureau. Kwalificaties als oplichters e.d. zijn mijn inziens dan ook niet terecht. Ik ben het er wel roerend mee eens dat aan de communicatiemethoden van dit soort belangenvertegenwoordigers iets te verbeteren valt, hoewel daarbij aangetekend moet worden dat sommigen nog wat van SENA kunnen leren.
  6. Met de genoemde omzet, zeker in de vorm van een eenmanszaak. Een BV is daarvoor te duur. Om de boel verder zo eenvoudig als mogelijk te houden is het aan te raden om de redeacteur op freelancebasis werkzaaamheden te laten verrichten. Dit is heel gebruikelijk.
  7. Per gemeente geldt er een afzonderlijk beleid. Er zijn eigenlijk twee plannen van toepassing, et bestemmingsplan en het gemeentelijk parkeerbeleid. Het vraagstuk over een voor publiek toegankelijke bedrijfsruimte gerregeld in het bestemmingsplan. Voor wat betreft het parkeerbeleid zal de gemeente een norm hebben opgesteld. Meestal is daarin geregeld dat bewoners zoveel als mogeljk op eigen terrein dienen te parkeren en de openbare ruimte dienen te ontlasten. Voor bedrijfsruimten zijn daarbij seperaat normen gesteld. Bij de gemeente zijn beide plannen gratis in te zien en kan er ook zonder problem anoniem informatie in worden gewonnen. Doe dat gewoon.
  8. Juridisch geen enkel probleem. Sterker nog, het samenvoegen zal eerder problemen opleveren. Belastingtechnisch evenmin. Wat de rechtsvorm van de nieuwe onderneming moet zijn hangt geheel af van de wensen van de eigenaar. De eenmanszaak is vanuit een fiscaal perspectief in veel gevallen de meest aantrekkelijke optie voor ee startende ondernemer. Succes.
  9. Dit zit er al enige tijd aan te komen. Zie ook: Flexibilisering en vereenvoudiging BV-recht Ik merk hierbij op dat het voorstel inmiddels aardig is uitgekleed, maar nog steeds wel een aanzienlijke verlichting is ten opzichte van de bestaande praktijk. Voor veel startende ondernemers is het vervallen van de stortingsplicht van € 18.000,- nog de meest aantrekkelijke wijziging. Daarnaast de vermindering van de administratieve lasten die samenhangen met de oprichting en het in stand houden van een besloten vennootschap.
  10. Dit is wel een bijzonder merkwaardige uitlleg die de leverancier geeft. De afnemer wordt min of meer afhankelijk van de grillen van de leverancier. Dit is wel een onzekere factor. Er zijn twee partijen die een salestransactie kunnen initieren, de verkoper en de koper. De quote heeft alleen maar betrekking op de activiteiten van de verkoper. In een voorgaande post is door de topicstarter opgemerkt dat een geografische beperking niet mogelijk zou zijn vanwege de internetactiviteiten. Wanneer het gaat om de acquisitie die de verkoper verricht zie ik niet in waarom er geen geografische beperking aangebracht kan worden. Dit is toch zeer gebruikelijk en verschaft voor beide partijen absoluut duidelijkheid tot hoever men kan gaan. Voor wat betreft de verkopen die op verzoek van de koper plaatsvinden is dit een iets ander verhaal, maar ook daar is wel degelijk een geografische bepaling denkbaarm zij het dat daarvoor wel sprake moet zijn van een wederkerigheid. Maar kennelijk is dit ook de bedoeling. Een andere optie is voor internetverkopen ook denkbaar. Partijen laten elkaar vrij voor zover zij door klanten zelf worden benaderd.
  11. Dat is niet helemaal waar, omdat de BV een rechtspersoon. Strikt genomen heeft het uittreden van één van de vennoten geen gevolgen voor de BV. Met de Vof is dit anders. Dat kan juridisch gezien, maar dat laat onverlet dat er wel een verrekening op de juiste wijze plaatsvinden om geen ruzie met de fiscus te krijgen. Kortom, er moet dus wel rekening en verantwoording afgelegd worden over de transactie.
  12. De inleidende vraag laat veel vragen onbeantwoord die nodig zijn om de vraag te kunnen beantwoorden. Laat ik allereerst vooropstellen dat een rechtsvorm niet gelijk staat aan de ondernemingsvorm. Bij de rechtsvorm staat de juridische entiteit centraal, bij de ondernemingsvorm de aard van het bedrijf. De topicstarter heeft aangegeven een uitgeverij te willen starten. Voor de fiscus is de ondernemingsvorm echter niet relevant. Voor de beoordeling van het fiscale regime is vooral de rechtsvorm van belang. Om de rechtsvorm te kunnen bepalen moet je als ondernemer eigenlijk eerst definiëren wat je met de onderneming wilt bereiken. Kennelijk spelen de fiscale motieven hier de hoofdrol. De inkomsten worden bij voorkeur niet aangemerkt als IB plichtig. Dat maakt eigelnijk de eenmanzaak en Vof niet interessant als rechtsvorm. Hoewel deze fiscaal (maar dan praten we over de IB) wel interessant zijn. Of de BV interessant is worden door de topicstarter zelf al vraagtekens bij gesteld. De BV kan wel degelijk interessant zijn, maar dan doemen hele andere vragen op. Een stichting of vereninging zijn het overwegen waard, maar bedenk dit geen geschikte rechtsvormen zijn om een pur sang onderneming in onder te brengen. De cooperatieve vereniging zou het overwegen waard kunnen zijn, maar het is niet eenvoudig om zomaar - zonder nadere achtergrondinformatie - precies aan te geven wat de meest interessante vorm is. Ik denk ook niet dat je alleen maar naar de fiscale aspecten moet kijken, maar veel meer moet bekijken wat de doelen op de lange termijn zijn. In het bijzonder de vraag of het doel is om voor één of meer mensen een gegarandeerd inkomen uit de activiteiten te halen. Tussen de regels door lees ik dat dit op korte termijn geen doel is. Blfijt die visie gelijk, of wordt daar over 5 tot 10 jaar heel anders over gedacht?
  13. Dit laatste is nagenoeg een standaardbepaling in inkoopovereenkomsten en zeker de inkoopovereenkomsten die door aanbestedingsplichtige diensten worden gehanteerd. Dit zegt echter niets over de afnameplicht van de desbetreffende dienst. Succes met het gesprek. Ik ben benieuwd naar de uitkomst.
  14. De rechtsgeldigheid van een overeenkomst - tenzij het gaat om notariële akten - wordt niet bepaald door de aard van het document, maar de wijze waarop deze tot stand is gekomen. Het document zelf dient alleen maar als bewijsstuk. Aan een origineel zal als bewijsmiddel meer gewicht worden toegekend, dan aan een gescande versie van het document. De vraag is echter wanneer dit ter discussie staat? Juist, pas bij een rechter. Bedenk daarbij dat niet alleen het document bepaalt wat er over en weer aan verplichtingen is aangegaan, maar ook de prestaties die zijn geleverd. Allesbepalend is de vraag hoe groot het risico is wanneer een klant een contract ter discussie gaat stellen. Wanneer de overeenkomsten afzonderlijk het bestaan van de onderneming niet in gevaar brengen, dan is het zeker het overwegen waard om alles te digitaliseren. De overeenkomsten die echt een grote waarde vertegenwoordigen zouden daarvan uitgezonderd kunnen worden.
  15. In een normaal contract speelt een termijn in beginsel geen rol, wanneer dienaangaande geen nadere afspraken zijn gemaakt. Bij aanbestedingen, zeker bij europese aanbestedingen kan dit anders liggen, temeer daar de omvang van de aanbesteding kennelijk is gewijzigd nadat de opdracht is gegund. Of het beperken van de omvang al overeenkomstig de regels heeft plaatgevonden zou in deze kwestie ook nog een rol kunnen spelen. Zonder de het bestek, de nota van inlichtingen en de overeenkomst zelf laat zich dit echter moeilijk beoordelen. Een ander punt betreft de vraag of hier sprake is van een raamovereenkomst of niet. Uitgangspunt bij raamovereenkomsten is dat deze maximaal een termijn van vier jaar mogen beslaan, behoudens bijzonder omstandigheden. Deze moeten dan nog wel worden verantwoord. In beginsel zou ik adviseren om de klant aan de overeenkomst te houden en desnoods te dreigen met een kort-geding wanneer zij overweegt de opdracht opnieuw aan te besteden. Nodig de afnemer uit tot een nader overleg over deze kwestie. Laat echter wel even goed naar de aanbestedingsstukken kijken, alvorens een procedure te entameren en betrek eventueel een jurist bij de gesprekken.
  16. Dit heeft niets met de gehanteerde voorwaarden te maken. Er is hiervoor gewoon een wettelijke basis aanwezig.
  17. De order is wel degelijk wat waard! Het betreft hier gewoon een overeenkomst van opdracht. De gewerkte uen kunnen in ieder geval gedeclareerd worden. Om niet te lang door de klant aan het lijntje te worden gehouden is het wellicht verstandig om toch zachte druik uit te gaan oefenen en desnoods de uitvoering van de overeenkomst op schorten dan wel in zijn geheel op te zeggen.
  18. Een aantal opmerkingen. Laat ik beginnen met de opmerking dat deskundige bijstand wellicht noodzakelijk is. Voor zover mogelijk moet er worden geageerd tegen de VPB- plicht. De accountant van de stichting kan hierin wellicht een goede rol vervullen. Dan de doelomschrijving van de stichting en de feitelijke activiteiten. Het lijkt er haast op dat de stichting een verkeerde rechtsvorm is. De bedrijfsmatige activiteiten sluiten niet aan bij het karaker van een stichting. Een scheiding van activiteiten bedrijf en ideeel doel lijkt geen overbodige luxe. De bedrijfsmatige activiteiten zouden wellicht beter in een ondernemingsvorm met bijbeorende rechtsvorm kunnen worden gegoten in een entiteit die onder de Stichting hangt.
  19. Begrijp ik het nu goed dat de opdrachtgever jou rechtstreeks heeft benaderd en het bemiddelingsbureau buiten deze opdracht wil houden. Wanneer de werkzaamheden aanvang nemen binnen de overeegekomen termijn dan kan het bemiddelingsbureau zonder meer rechtsgeldig een beroep doen op het beding en op die basis de schade verhalen. Dit is niet anders dan een relatiebeding in een arbeidsovereenkomst. Overtreding zal worden aangemerkt als een onrechtmatig handelen. Wanneer ik dit even vergelijking maak met onze interim-praktijk. Ik zou not- amused zijn wanneer een interim heimelijk onder onze duiven schiet. In goed overleg is veel bespreekbaar, maar maak het wel bespreekbaar. Het is maar wat het jou waard is, de interim-wereld is redelijk klein en intermediairs kennen elkaar en werken soms samen.
  20. Een bekend dilemma, waar veel detailhandel ondernemers tegen aan lopen. Standaard wordt bedrijfsruimte gehuurd voor een termijn van 2x5 jaar. De eerste termijn loopt 5 jaar. Waneer de overeenkomst niet tijdig wordt opgezegd, dan wordt deze stilzwijgend verlengd voor nog eens vijf jaar. Het klinkt misschien vreemd, maar deze termijnen zijn juist ingevoerd met het oog op de huurbescherming. Met name de detailhandel heeft belang bij het behoud van de vestigingslocatie, in het bijzonder voor wat betreft de bekendheid bij het publiek. De keerzijde hiervan is dat je als ondernemer ook hinder van de beschermingsconstructie kunt ondervinden. Veel ondernemers vergeten simpelweg de termijnen. Dat maakt het lastig. De enige optie is toch een goed overleg met de verhuurder. Wellicht dat zich reeds een andere geïnteresseerde voor de locatie heeft gemeld, dan wel de verhuurder bereid is om andere afspraken te maken. Een tweede optie is zelf een opvolger zoeken. Daarvoor zou je een makelaar in de arm kunnen nemen. Doe dit overigens wel in overleg met de verhuurder.
  21. De vraag is waar gaat het precies om. Gaat het enkel om de overlast die door de verbouwingen worden veroorzaakt of strekt dit verder en levert het bouwplan blijvende schade op. In het eerste geval kennen de meeste gemeenten een nadeelcompensatieregeling. Wanneer het gaat om de blijvende gevolgen van een bouwplan dan is er wellicht ook sprake van planschade en zou op die basis om een vergoeding kunnen worden verzocht. Hou bij zowel een beroep op nadeelcompensatie als een planschadeclaim rekening met het feit dat dit een lastige materie kan zijn, in het bijzonder voor wat betreft de vaststelling van de omvang van de schade, maar ook de juridische elementen in die aanvragen. Voordat je naar een advocaat holt, merk ik het volgende op. In de wet en regelgeving, alsook de jurisprudentie wordt er nog steeds vanuit gegaan dat bijstand van deskundigen bij de aanvraag en in de bezwaarfase niet noodzakelijk is. Een verzoeker (gedupeerde) zou dit - zo is de leer - zelfstandig af moeten kunnen handelen, mede omdat de drempel naar de instanties laag is. Er zijn een paar uitspraken die de uitzondering op de regel vormen, maar in beginsel komen de kosten van bijstand door een deskundige niet voor vergoeding in aanmerking. Het uitgangspunt is dat de gemeente een onafhankelijk deskundige moet benoemen die het verzoek beoordeeld en dus de onafhankelijkheid is gewaarborgd. Daar kun je een leuke discussie over voeren, maar het is niet anders. Overigens wel in het onteigeningsrecht, omdat daar individuele bijstand min of meer verplicht is. Maar goed, dit ter zijde. Hou er voorts rekening mee dat vele gemeenten inmiddels leges vragen om een verzoek tot planschadevergoeding in behandeling te nemen. De kosten hiervan kunnen aanzienlijk zijn. De kosten verschillen per gemeente, maar kunnen oplopen tot boven de € 1000,-. Deze drempel is ingebouwd om het toegenomen beroep op de regelingen in te perken. Zoals hiervoor al opgemerkt dient de gemeente een onafhankelijke deskundige het verzoek tot vergoeding te laten beoordelen. In 9 van de 10 gevallen wordt hierbij de Stichting Advies Onroerende Zaken ingeschakeld. De kosten van een dergelijke procedure zijn aanzienlijk voor de gemeente. Die worden vertaald in de leges. Het idee achter de leges is vooral om verzoekers vooral eerst zelf te laten nadenken of een verzoek enige kans maakt. Cruciaal bij alle verzoeken tot schadevergoeding bij rechtmatig overheidsoptreden in de planologische sfeer is de mate van voorzienbaarheid. Om maar een simpel voorbeeld te geven: Wanneer in een bouwplan een bestemming al voorzienbaar is, dan is de kans op succes voor een planschadeverzoek minimaal. Ander voorbeeld: Heeft een verzoeker een huurcontract getekend op het moment dat bij de gemeente de plannen tot een grondige renovatie van het winkelcentrum al ter inzage lagen, dan heeft dat zonder meer gevolgen voor het verzoek.
  22. Zoals de voorgangers ookal opmerken. Dit is de normaalste zaak van de wereld. Je kan natuurlijk anders overeenkomen, maar dat is geheel aan de deelnemers. Succes.
  23. Juridisch gezien heb je als paralelle importeur geen band met de "officiele importeur". Nu ken ik de in en outs van deze zaak niet, maar het komt mij sterk voor dat enkel het copyright voldoende is om het gebruik van de afbeeldingen van de producten, laat staan de merknaam tegen te gaan. De grote vraag in deze is wie gerechtigd is om de merknaam te voeren. Een aardig uitspraak in deze is het kort geding over de verwerking van rechten mb.t. de merknaam Biomos. De kwestie is inhoudelijk niet vergelijkbaar, maar voor wat betreft de rechtmatigheid van het gebruik van een merknaam wel weer aardig.
  24. Dit topic is de zoveelste in de lijn "Hoe start ik een onderneming als minderjarige". Gebruik de zoekfunctie met de term "handlichting" en je vindt 22 threads die over dit onderwerp gaan. Omdat we trachten dit forum overzichtelijk te houden en gezien het feit dat de vraag beantwoord is, sluiten we hierbij deze draad.
  25. In aansluiting op de post van Saskia hierbij nog de draad waarin dit onderwerp reeds is behandeld. voorwaarden deponeren.

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.

Configure browser push notifications

Chrome (Android)
  1. Tap the lock icon next to the address bar.
  2. Tap Permissions → Notifications.
  3. Adjust your preference.
Chrome (Desktop)
  1. Click the padlock icon in the address bar.
  2. Select Site settings.
  3. Find Notifications and adjust your preference.